HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
HET HANDEN SCHUDDEN. DEEL 1
Mijn stukje 'Wie het eerst de hand uitsteekt in een schaakpartij' is een pars pro toto. Het is een voorbeeld van juridisering in het schaakspel.

Aan de hand van de handen schudden regel heb ik laten zien dat door die voorgestelde regel conflicten juist ontstaan. En dat hebben we in drie dagen tijd kunnen merken op het Corus schaaktoernooi. Die juridisering is door de toename van regels jaren geleden al begonnen. Door de gedetailleerde re-
gels komen er meer geschillen. En scheidsrechters die direct moeten beslis-
sen maken daardoor fouten.

Zoals de burgers van Den Haag zich vermaakten over de tientallen koetsen-
incidenten op het Lange Voorhout, zo schudt de buitenwereld zijn hoofd om het gedoe van het handen schudden bij schaakpartijen. Het doet het schaak-
spel geen goed.

Arme hoofdscheidsrechter op het Corustoernooi die uit het niets als bij een vulkaanuitbarsting met zulke problemen wordt geconfronteerd. Want, beslis maar eens binnen enkele minuten over een uniek conflict dat één speler - alleen of met anderen - heeft uitgelokt. En arme commissie van beroep die met zo'n ingewikkelde zaak te maken krijgt. Wijsheid achteraf is gemakke-
lijk. Vooral als het gepaard gaat zonder de spanning van de wedstrijd en zonder het belast zijn met andere verantwoordelijkheden van het toernooi.

Het zou mij niets verbazen indien op een komende wereldmatch in het team van elke speler niet alleen secondanten, een voedingsdeskundige, een psy-choloog, maar ook een jurist is opgenomen. Als Short een goede advocaat in zijn team had gehad, had die een verhaal kunnen houden waardoor de commissie van beroep het beroepschrift van Tsjeparinov ongegrond had kunnen verklaren. Maar daarover meer in deel 2.


Een overzicht van de paragrafen.
1.   Het begin van het probleem
2.   Het besluit van de presidentiële raad (1)
3.   De raad van bestuur november 2007
4.   Het reglement voor bijzondere toernooien van de FIDE (1)
5.   Het Corustoernooi: Short - Tsjeparinov
6.   Het beroepschrift
7.   De beslissing van de commissie van beroep
8.   De verklaring van Tsjeparinov
9.   Het Corustoernooi: Topalov - Kramnik
10. De leer van de machtenscheiding
11. De bevoegdheid tot regelgeving
12. Het besluit van de presidentiële raad (2)
13. Het reglement voor bijzondere toernooien van de FIDE (2)
14. De mailings van de KNSB
15. De conclusie


top  


1. Het begin van het probleem

In hoofdstuk 1 van Waarden normen heb ik geschreven dat de burgemees-
ter van Linares, de organisatoren van het toernooi Morelia/Linares, Bilbao tournaments, de hoofdscheidsrechter en de plaatsvervangend hoofdscheids-
rechter van het Linares tournament een voorstel hebben gedaan aan de president van de FIDE. Zij stellen voor de speler te straffen die de hand van de tegenstander niet wil schudden. De president zegt toe het onderwerp te zullen agenderen voor de komende vergadering van de presidentiéle raad van de FIDE.


2. Het besluit van de presidentiéle raad (1)

In de presidentiële raad van de FIDE is in juni 2007 gesproken over het on-
derwerp 'het spelersgedrag', zie hoofdstuk 1 van Waarden en normen. De presidentiële raad besluit strikte regels te laten opstellen tegen dit gedrag. Het gaat om regels die zullen gelden voor het begin van de partij in een FIDE-toernooi of tijdens een FIDE-wedstrijd.

De gedachte voor een voorstel luidt:
de speler verliest 'onmiddellijk en definitief' zijn partij indien hij
a. weigert de hand te schudden van de tegenstander, of de tegenstander niet groet op een normale manier die in overeenstemming is met de ge-
bruikelijke regels van zijn land en dat ook niet doet nadat de scheidsrechter hem vraagt dat te doen,
b. opzettelijk zijn of haar tegenstander of de officials van de organisatie beledigt.


3. De raad van bestuur november 2007

De raad van bestuur van de FIDE vergadert tussen 10 en 17 november in Antalya. Op die vergadering presenteren de voorzitters van de commissies e.d. hun rapportages. Over die bijeenkomst heb ik aandacht geschonken in hoofdstuk 6 van waarden en normen.

Het volgende tekstvoorstel staat geagendeerd voor die vergadering. Het is een voorstel een wijziging van het reglement voor een specifiek toernooi-
reglement:

'3.10.3 De spelers moeten elkaar de hand schudden (of elkaar op een ande-
re op een algemeen aanvaarde wijze groeten die in overeenstemming is met de omgangsvormen van het land) voor en na afloop van elke partij.'

'3.10.4 Indien een speler het vereiste in artikel 3.10.3 schendt en nadat hij daarvoor door de scheidsrechter is gewaarschuwd, kan de hoofdscheids-
rechter de volgende straf opleggen: 5% van het prijzengeld wordt toege-
kend aan de organisatoren en voor elke schending voorts 5% aan de FIDE. In geval van een ernstige misdraging kan de speler voor het toernooi wor-
den gediskwalificeerd.'


4. Het reglement voor bijzondere toernooien van de FIDE (1)

Sinds eind 2007 geldt artikel 13.4 van het reglement voor bijzondere toernooien van de FIDE. Dat artikel luidt: 'De spelers moeten elkaar de hand schudden (of elkaar op een andere op een algemeen aanvaarde wijze groeten die in overeenstemming is met de omgangsvormen van het land) voor en na afloop van elke partij. Indien een speler aan dit vereiste niet voldoet, ook niet nadat de hoofdscheidsrechter heeft gevraagd dat te doen, zal hij de partij onmiddellijk verliezen,' vergelijk Handbook | D. Regulations for Specific Competitions | D.X. Regulations for the Grand Prix en hoofdstuk 6 van waarden en normen.
FIDE Handbook  

top  


5. Het Corustoernooi: Short - Tsjeparinov

Wit: Nigel Short (2645)
Zwart: Ivan Tsjeparinov (2713)
Wijk aan Zee, Corustoernooi 2008
Achtste ronde

Filmpje. Het afgewezen handdruk gambiet 20 januari 2008  
Filmpje. De uitgestelde handdruk variant, 21 januari 2008  




Uit het verslag van Gert Ligterink in De Volkskrant 21 januari:
'Het incident begon kort na het begin van de achtste ronde, toen de Engels-
man Short aan het bord verscheen voor zijn partij tegen de nog niet aan-
wezige Bulgaar Tsjeparinov. Short speelde 1. e2-e4, stond op voor een wandelingetje door de toernooizaal en keerde terug toen Tsjeparinov een paar minuten later binnenkwam en de zet 1. c7-c5 uitvoerde.

Toen Short zijn hand uitstak voor de gebruikelijke begroeting, negeerde Tsjeparinov dat gebaar door stoïcijns naar het bord en het notatieformulier te turen. Short ging zitten, wachtte tot zijn tegenstander opkeek en stak toen opnieuw zijn hand uit. Na een afwerende reactie vroeg Short de arbiter de partij voor Tsjeparinov verloren te verklaren,' aldus Ligterink.

Hans Ree, NRC:
'Nadat Short geen hand had gekregen wendde hij zich tot de arbiter met het verzoek om de partij voor Tsjeparinov verloren te verklaren. Daarbij ba-
seerde hij zich op een recent bericht van de Wereldschaakbond FIDE waarin verschillende vormen van onsportief gedrag strafbaar werden gesteld. Tot zijn verbazing kende de arbiter de nieuwe regel niet, maar na een kleine zoektocht op het internet volgde hij het advies van Short,' aldus Ree.

De manager van Tsjeparinov, Danailov, tekent beroep aan.


6. Het beroepschrift

Het beroepschrift luidt als volgt:

'Officieel beroepschrift van Ivan Tsjeparinov

Geachte leden,

Vandaag aan het begin van de ronde is het volgende voorval gebeurd. De heer Tsjeparinov weigerde de hand van de heer Short te schudden voor het begin van de partij. De reden is: een tijd geleden heeft de heer Short in een van zijn interviews hem en ons team ernstig beledigd. Daarna riep de heer Short de tussenkomst in van de hoofdscheidsrechter van het toernooi die zonder voorafgaande waarschuwing de partij voor de heer Tsjeparinov ver-
loren verklaarde.

Volgens de FIDE-regels is deze beslissing onrechtmatig. Er bestaat een aan-
beveling van de presidentiële raad van de FIDE in Tallin juni 2007 over de gedragsnormen voor spelers op schaaktoernooien.

In de eerste plaats is dit slechts een aanbeveling, geen officiële FIDE regel omdat deze aanbeveling goedgekeurd moet worden op het FIDE-congres tijdens de schaak Olympiade in Dresden, november 2008. Zelfs als de scheidsrechter de aanbeveling van de presidentiële raad van de FIDE van Tallin had willen opvolgen, heeft hij een grote fout gemaakt, omdat hij dui-
delijk niet eens de aanbeveling zorgvuldig heeft bekeken.

Voordat hij de partij voor de speler verloren verklaart, moet hij hem er of-
ficieel op wijzen dat als hij de hand niet opnieuw wil schudden hij de partij verliest. Anders dan om zo te handelen verzocht de hoofdscheidsrechter de heer Tsjeparinov naar zijn kamer te komen en vertelde hem dat hij de partij had verloren.

De heer Tsjeparinov reageerde daarop dat volgens de aanbeveling (!) van de FIDE hij hem had moeten vragen de handen te schudden voordat hij een beslissing neemt. Bovendien vertelde de heer Tsjeparinov hem erg duidelijk dat hij hem dit zou verzoeken 'hij bereidt is dat te doen'. De scheidsrechter schonk geen aandacht aan deze uitleg en nam de beslissing de partij voor hem verloren te verklaren.

Wij tekenen beroep aan tegen deze onrechtmatige beslissing en verzoeken u vriendelijk de partij in een van de volgende rustdagen verder te laten spe-
len.

Was getekend: Silvio Danailov,
Manager van Ivan Tsjeparinov'


top  


7. De beslissing van de commissie van beroep

'Beslissing van de commissie van beroep in het geschil tussen de groot-
meesters Ivan Tsjeparinov en Nigel Short (achtste ronde grootmeester-
groep B) op 20 januari 2008.

De commissie van beroep (GMs Vladimir Kramnik, Michal Krasenkow, Judit Polgar) is het ermee eens dat het weigeren de hand van de tegenstander te schudden voor de wedstrijd een duidelijke schending is van gedragsnormen voor spelers op een schaaktoernooi.

Volgens de beslissing van de presidentiële raad van de FIDE van juni 2007 verliest elke speler die de hand niet schudt van zijn of haar tegenstander
(en dat ook niet doet als de scheidsrechter hem daartoe verzoekt dat wel te doen) onmiddellijk de partij. Echter, volgens informatie waarover de com-
missie van beroep beschikt in het geval van GM Tsjeparinov, na zijn eerste weigering van Tsjeparinov om de hand van GM Short te schudden, heeft Tsjeparinov niet duidelijk het verzoek afgewezen van de scheidsrechter om dat wel te doen.

Daarom:
1. Verklaren wij dat GM Tsjeparinov in het openbaar schriftelijk zijn veront-
schuldigingen moet aanbieden aan GM Short voor 21ste januari 2008 voor 11.00 uur in verband met zijn weigering de hand te schudden.
2. De partij tussen GM Tsjeparinov en GM Short verder gespeeld moet wor-
den maandag 21 januari om 13.30 uur.
3. Beide spelers moeten elkaars hand schudden voor het begin van de wed-
strijd.
4. Elke speler die deze beslissing niet nakomt verliest de wedstrijd.

Om in de toekomst dergelijke conflicten te voorkomen adviseren we de vol-
gende procedure in soortgelijke gevallen: indien een van de spelers opzette-
lijk de aangeboden hand van zijn of haar tegenstander weigert te schudden voor het begin van de wedstrijd zal de scheidsrechter hem of haar een of-
ficiële waarschuwing geven en hem verzoeken dat alsnog te doen. Slechts indien de speler opnieuw weigert de hand te schudden, zal hij automatisch de partij verliezen,' aldus de commissie.


8. De verklaring van Tsjeparinov

De verklaring van Ivan Tsjeparinov

Geachte dame/heer,

Ik aanvaard de beslissing van de commissie van beroep en uit naam van het schaakspel, de schaakfans en om mijn respect te tonen voor de mening van mijn collega's wil ik graag het volgende verklaren:
Ik bied officieel mijn excuses aan aan de heer Short, de organisatie en de sponsors van het Corus schaaktoernooi. Ik ben bereid de partij vandaag om 13.30 uur te spelen en zal de hand van de heer Short drukken overeenkom-
stig de beslissing van de commissie van beroep.

Hoogachtend,
Ivan Tsjeparinov

De partij wordt vervolgd, en Short wint de partij.



Links met rode stropdas hoofdscheidsrecher Thomas van Beekum,
op de rug gezien Ivan Tsjeparinov en tegenover hem Nigel Short:
de lang verwachte handdruk.
(foto: Frits Agterdenbos)


top  


9. Het Corustoernooi: Topalov - Kramnik

Wit: Veselin Topalov (2780)
Zwart: Vladimir Kramnik (2799)
Wijk aan Zee, 22 januari 2008
Bekijk filmpje  

Dirk Jan ten Geuzendam in NRC 23 januari:
'Wat gebeurt er als beide spelers geen aanstalten maken om elkaar de hand te reiken, een gebaar dat bij schaken als sinds mensenheugenis de normaal-
ste zaak van de wereld is? Die vraag stond ter discussie bij het begin van de negende ronde, omdat de partij tussen Veselin Topalov en Vladimir Kramnik op het programma stond.

Vorig jaar, toen hun van schandalen vergeven WK-match nog vers in het geheugen lag, negeerden ze elkaar volkomen in Wijk aan Zee en speelden ze hun onderlinge partij alsof de ander niet aanwezig was. Dat ze elkaar geen hand gaven verbaasde niemand, ook al omdat de FIDE zich nog niet had geuit over deze materie.

Dit keer bleken ze voor de partij zelf al hun conclusies getrokken te hebben. Kramnik liet weten dat hij zijn tegenstander een hand zou geven als deze het initiatief nam en Topalov zei precies hetzelfde. Met als gevolg dat ze voor het oog van een horde fotografen nadrukkelijk allebei hun handen bij zich hielden. Topalov las overdreven geconcentreerd in het bulletin van de vorige ronde en Kramnik had meer aandacht voor zijn kopje koffie dan ooit,' aldus Dirk Jan ten Geuzendam.

Gert Ligterink in De Volkskrant 23 januari:
'Er werden geen handen geschud en de spelers keurden elkaar geen blik waardig. 'Krijgen ze nu allebei een nul?' vroeg Anand aan de arbiter. Toen die antwoordde dat zonder protest van een van de betrokkenen er niets aan de hand is, vroeg Anand: 'En wat gebeurt er eigenlijk als ik een protest indien?'



Topalov bestudeert het bulletin
(foto: Frits Agterdenbos)



Kramnik heeft meer aandacht voor zijn kopje koffie dan ooit
(foto: Frits Agterdenbos)


top  


10. De leer van de machtenscheiding

De FIDE is geen staat, want het heeft een leger noch een politie. De FIDE is een 'rechtsgemeenschap', een functionele organisatie. Het is een wereldbond met een eigen rechtsorde.

In artikel 1.2, tweede volzin, van de statuten van de FIDE is bepaald dat de FIDE gebaseerd is op democratische beginselen en op de beginselen van gelijke rechten voor haar leden. Elk land met een schaakbond die aangeslo-
ten is bij de FIDE mag één vertegenwoordiger naar de algemene vergade-
ring, het congres, sturen. Daar geldt het systeem 'één vertegenwoordiger, één stem'. Zo weegt de stem van de KNSB even zwaar als die van de Rus-
sische schaakbond.

Zoals in bijna iedere samenleving er drie machten zijn, namelijk de wetge-
vende, de besturende en de rechtsprekende macht, zo gelden die ook voor de schaaksamenleving.

Het hoogste orgaan van de FIDE is het congres. Het is in de eerste plaats 'de wetgevende macht'. En voorts heeft het besturende bevoegdheden in die zin dat het de besturende macht controleert. Het is te vergelijken met ons par-
lement, en bij een schaakvereniging met de algemene ledenvergadering. Het congres komt eens in de vier jaar bijeen. De eerstvolgende keer is dat in Dresden november 2008.

De 'besturende macht' (deze term kan volgens de minister van Justitie dr. Ernst Hirsch Ballin de oude aanduiding als 'uitvoerende macht' zeer wel vervangen) ligt bij de raad van bestuur van de FIDE, de presidentiële raad van de FIDE en de president van de FIDE. De raad van bestuur komt eens per jaar bijeen, de presidentiële raad drie of vier keer per jaar. De presi-
dentiële raad is te vergelijken met onze ministerraad, en met een dagelijks bestuur. Het systeem lijkt op dat van een schaakvereniging, met respectie-
velijk het bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van de vereniging.

En de 'rechtsprekende macht'? Dat is moeilijk te zeggen. De scheidsrechter (maar die heeft meer petten op dan die van scheidsrechter), de competitie-
leider (draagt eveneens verschillende petten) en de commissie van beroep (hoewel dat bij FIDE toernooien onduidelijk is). Omdat de taak en functie van scheidsrechter onduidelijk is, is zijn positie in het schaakspel ook zo kwetsbaar.

Deze drie machten vormen een eenheid. Daarin onderwerpt de ene macht zich niet aan de andere. De drie machten aanvaarden wederzijds elkaars bevoegdheden. De machten moeten elkaar in hun waarde laten. Nu gaat het bij deze machtenscheiding er niet om of deze machten elkaar in evenwicht houden. Zij vormen geen tegenkracht, maar vullen elkaar aan. Het gaat om onderscheid en samenwerking. 'Ze zijn als de vingers van één hand; onder-
scheiden, maar niet gescheiden. Zonder samenhang, coördinatie en samen-
werking is de hand onbruikbaar. Om te stompen moet men een vuist ma-
ken; om te pakken moeten de vingers tegenkracht geven, en om te steu-
nen, te stoppen of te zegenen moeten zij gelijk opgaan,' aldus de toenmalige minister van Justitie mr. Piet Hein Donner op de Parlementaire Trias-confe-
rentie, Tweede Kamer, 27 januari 2006.

Zoals een hand dienen de drie machten gezamenlijk - maar iedere macht met zijn eigen taak en eigen verantwoordelijkheid - de schaakwereld, opdat de schakers kunnen genieten van hun schaakspel.

Als men weet hoe dit systeem functioneert, rijst de vraag of de president van de FIDE, of de presidentiële raad of de raad van bestuur kan (kunnen) voorschrijven dat de regel van het verplicht handen schudden op het Corus-
toernooi geldt.


11. De bevoegdheid tot regelgeving

De wet- of regelgevende bevoegdheid is geregeld in twee artikelen in de statuten van de FIDE.

Artikel 1.4 van die statuten luidt: 'FIDE publiceert de regels van het schaak-
spel en de bepalingen over de organisatie van het Wereldkampioenschap en alle andere FIDE schaakwedstrijden. Het kent de internationale schaaktitels toe. De algemene vergadering publiceert de FIDE-regels, beslist over regle-
menten voor alle FIDE-wedstrijden en stelt de voorwaarden vast voor het toekennen van internationale titels.'

Artikel 4.1 van de statuten van de FIDE luidt: 'De algemene vergadering, die het hoogste orgaan is van de FIDE, oefent de wetgevende macht uit en - tenzij hieronder anders is vermeld - ook de bestuurlijke macht. De bestuur-
lijke macht bestaat hieruit dat zij toezicht houdt over de activiteiten van de raad van bestuur, de presidentiële raad, de president en ook de andere FIDE functionarissen en organisaties. Het keurt de begroting van de het FIDE, kiest de presidentiële raad, de ethische commissie, de accountant- en re-
gelgevende commissies en stelt het schema van de FIDE activiteiten vast.

Wanneer de algemene vergadering niet bijeen is, worden haar bevoegdhe-
den overgedragen aan de raad van bestuur, met uitzondering van:
- het verkiezen van functionarissen, zoals hiervoor genoemd
- het wijzigen van statuten
- zaken van de regelgevende commissie
- zaken van de kwalificatie commissie.

Alle besluiten die de raad van bestuur neemt, worden beoordeeld door de eerstvolgende algemene vergadering. De wereldkampioen en de kampioen bij het wereldkampioenschap vrouwen ontvangen een uitnodiging om de algemene vergadering te bezoeken met een adviserende stem, maar zij hebben geen stemrecht.'

Op grond van artikel 1.4 en 4.1 van de statuten heeft uitsluitend het congres de bevoegdheid tot wet- en regelgeving. Het is het congres dat de FIDE-regels vaststelt en deze publiceert. Indien het congres in november 2008 wijzigingen in de FIDE-regels aanvaardt, treden deze in juli 2009 in werking.


top  


12. Het besluit van de presidentiële raad (2)

De presidentiële raad bestaat uit: de president, de ere-president, de plaats-
vervangend president, de secretaris-generaal, de penningmeester, de vice-
presidenten, de vier presidenten van de continenten, de wereldkampioen, de wereldkampioen bij de vrouwen, de ere-vicepresidenten, de toehoorder/ register accountant. Ere-presidenten zijn geen officiële leden van de raad en hebben geen stemrecht.

In geval van spoed voert op grond van artikel 7.1 van de statuten de presi-
dentiële raad de bevoegdheden uit van de algemene vergadering en de raad van bestuur tussen de bijeenkomsten van respectievelijk de algemene ver-
gadering en de raad van bestuur.

De presidentiële raad is onbevoegd in de volgende gevallen:
- het benoemen van functionarissen
- het wijzigen van de statuten
- zaken van de regelgevende commissie
- zaken van de kwalificatie commissie
- het wijzigen van de begroting.

Het besluit van de presidentiële raad van juni 2007 is dan ook alleen van toepassing op toernooien die de FIDE zelf organiseert, bijvoorbeeld het wereldkampioenschap en de grand prixtoernooien. Zoals elke toernooi-
organisatie een eigen toernooireglement mag opstellen, zo mag de FIDE dat ook. Echter, indien de president heeft gemeend dit ook te kunnen bepalen voor andere toernooien is het een 'ongeldig besluit'. Het Corustoernooi heeft dan ook niets met dat besluit te maken. De president gaat niet over dat toernooi. De hoofdscheidsrechter kan het besluit dan ook naast zich neer-
leggen.


13. Het reglement voor bijzondere toernooien van de FIDE (2)

De raad van bestuur bestaat uit dezelfde mensen als de presidentiële raad plus de presidenten van de zones en vier vertegenwoordigers van elk van de continenten.

De raad van bestuur houdt zich bezig met de algemene situatie van de FIDE, de activiteiten van de president en die van andere functionarissen en orga-
nisaties. Hij behandelt het jaarverslag van de president en de penningmees-
ter en alle andere onderwerpen die voorkomen op de agenda van de alge-
mene vergadering. Voorts beveelt hij activiteiten aan.

Rijst de vraag of artikel 13.4 van het reglement voor bijzondere toernooien van de FIDE rechtsgeldig is. Als het gaat om toernooien die de FIDE zelf organiseert, is er geen probleem. De raad van bestuur fungeert zo in feite als de toernooiorganisatie.

Als een toernooiorganisatie vrijwillig dat reglement van toepassing verklaart, geldt het ook voor dat toernooi. Heeft een organisatie niets geregeld, is het reglement niet van toepassing. Het Corustoernooi is geen toernooi dat de FIDE organiseert. Daarom telt dat reglement niet voor het Corustoernooi.


14. De mailings van de KNSB

Het volgende is in 2003 gebeurd op het moment dat het congres van de FIDE nog niet eens een voorstel had ontvangen voor het invoeren van de krankzinnige reglementaire nul bij de mobiele telefoons. En het in de aller verste verte onduidelijk is dat het congres zo'n straf zal aanvaarden.

In de competitiemailing van de KNSB van 25 september 2003 staat een voorlopige voorziening in de vorm van een advies van de scheidsrechters-
commissie dat luidt: 'Alle mobiele telefoons dienen uitgezet te worden (geen trilstand). Indien een arbiter constateert dat een mobiele telefoon van een speler aanstaat, krijgt de speler een officiële waarschuwing. Indien de speler voor een tweede keer betrapt wordt, verklaart de arbiter de partij verloren.'

Deze regeling is aangescherpt in de competitiemailing van 31 januari 2004, waarin op advies van weer diezelfde scheidsrechterscommissie de volgende richtlijn is opgenomen: 'De wedstrijdleider deelt voor de wedstrijd mee dat alle mobiele telefoons moeten worden uitgezet (ook een trilstand is niet toegestaan) en dat als tijdens de wedstrijd een mobiele telefoon afgaat, de speler van wie de mobiele telefoon is, een nul krijgt. Als tijdens de partij een mobiele telefoon afgaat, verklaart de wedstrijdleider de partij verloren voor de speler van wie de mobiele telefoon is.'

Vraag: was een scheidsrechter vanaf 2003 en 2004 tot de inwerkingtreding van de nieuwe FIDE-regels in juli 2005 verplicht deze mailings na te leven? En gold dat ook voor de competitieleider, en de commissie van beroep van de KNSB?


15. De conclusie

Voor toernooien die de FIDE zelf organiseert mag het bestuur zelf toernooi-
regels over het handen schudden vaststellen. Het staat het bestuur van de FIDE dan ook vrij dat in haar toernooireglement op te nemen. Echter, alleen het congres van de FIDE kan regels uitvaardigen die ook gelden voor andere schaaktoernooien. De raad van bestuur, de presidentiële raad en de presi-
dent zijn daartoe niet bevoegd. Indien niettemin toch een besluit met die strekking is genomen, is dat een onbevoegd gegeven besluit. Het heeft geen rechtskracht. Daarom kon Nigel Short zich niet beroepen op dat besluit. Voorts kon de hoofdscheidsrechter dat besluit niet toepassen. En tot slot kon de commissie van beroep het besluit van de hoofdscheidsrechter niet aan de hand van het besluit van de presidentiële raad toetsen.

In deel 2 zal ik vermoedelijk onder meer de volgende thema's behandelen: het gedrag van de spelers, de beslissing van de hoofdscheidsrechter, scheidsrechtertje pesten, een mens-erger-je-niet-bepaling, Pavlov-effect, eigenmachtig ingrijpen of ingrijpen op verzoek, een normatief begrip, het beroepschrift, de beslissing van de commissie van beroep en de samen-
stelling van de commissie van beroep.


© 2008  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
DE HAND UITSTEKEN
Het artikel 'Wie het eerst de hand uitsteekt in een schaakpartij' door Pieter de Groot.

Lees verder  

WAARDEN EN NORMEN
Artikelenreeks 'Waar-
den en normen' door Pieter de Groot.

Hoofdstuk 1  
Hoofdstuk 2  
Hoofdstuk 3  
Hoofdstuk 4  
Hoofdstuk 5  
Hoofdstuk 6  
Hoofdstuk 7  
Hoofdstuk 8  
Hoofdstuk 9  

WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot