HET LIGGENDE PAARD |
Op 2 februari 2008 heeft Botwinnik het HSB basisscholen kampioenschap georganiseerd. Het is een regionaal toernooi. Er doen 31 teams mee van verschillende scholen uit Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, het Westland en Zoetermeer. Deze teams hebben zich geplaatst via een plaat- selijke voorronde. Niet alle schakers zijn lid van een schaakvereniging. Voor hen is het de eer- ste keer dat zij met klok spelen. De twee beste teams van het HSB-basis- scholen kampioenschap hebben het recht dit jaar mee te doen aan het lan- delijke kampioenschap. Het organiseren van basisschooltoernooien is heel belangrijk. De jeugdspe- lers zijn de volwassen schakers voor de toekomst. Zij zullen te zijner tijd het schaakspel verder verbreiden. Zij zullen straks ook actief zijn. Opdat het schaakspel van generatie op generatie verder gaat. Zorgelijk is dat het jeugdschaak in de HSB op meer dan dramatische wijze terugvalt. Scheidsrechters kunnen zich op jeugdtoernooien nuttig maken. Daar leren zij een goed gevoel te ontwikkelen voor de FIDE-regels. Daar kunnen zij jeugdspelers sportiviteit bijbrengen. In de twee na laatste ronde, aan de lagere bordnummers doet zich een incident voor. Een jeugdspeler wil zijn pion laten promoveren tot een dame. Er is geen tweede dame in de buurt en er is ook geen toren te vinden die omgekeerd kan worden. Dus pakt de speler een paard, zegt tegen zijn tegenstander: 'Dit is een dame'. En legt het stuk plat op het promotieveld. Vervolgens zegt hij: 'Schaak!' En brengt de klok van de tegenstander in beweging. De tegenstander zegt: 'Een liggend paard is een paard. Ik sta niet schaak.' En hij voert de matzet uit. Er ontstaat beroering. De tafelleider, Jan Nienhuis van Voorburg, komt tussenbeide. Wat moet hij beslissen? Eßn omstander meent dat een liggend paard een paard is, zodat de partij geëindigd is door mat. Anderen menen dat de uitslag remise moet zijn. De tafelleider bepaalt dat het liggende paard een dame is. Hij vervangt het liggende paard door een dame. En beslist dat de partij zo verder gespeeld moet worden. Dat doen de spelers, zij het de ene met enig gemor. En ook van de kant van de omstanders. Een overzicht van de paragrafen. 1. De toren die een dame blijft 2. NK Rapid voor de jeugd 2005 3. De opvatting van Henk Geilvoet 4. De procedure regels van Geurt Gijssen 5. De beslissing van het bestuur van de SGS 6. De omgekeerde toren in Amerika 7. Das Reinheitsgebot 8. De verschillen in de (schaak)wereld 9. Een Mens-erger-je-niet-voorschrift 10. Niet elke wens of gedachte is afdwingbaar 11. Een omgekeerde toren is bruikbaar 12. Een voorstel voor de algemene ledenvergadering van de HSB 1. De toren die een dame blijft Na afloop van het HSB-basisscholenkampioenschap vertelt John Pouwels dat hij vele jaren geleden heeft meegemaakt dat hij op een jeugdtoernooi een scheidsrechter eigenmachtig heeft zien ingrijpen: 'Een omgekeerde toren is een toren,' beslist de scheidsrechter en zet de toren rechtop. Vervolgens spelen de jeugdspelers verder. Echter, de toren gaat horizontaal en diago- naal. Voor de spelers is de rechtop staande toren een dame. En tijdens het verdere spel weten de spelers nauwgezet dat die ene toren een dame is. Het voorval doet me denken aan het artikel van Tim Krabbé 'Een dame is een dame': 'Over de status van een omgekeerde toren is niets op die web- site (van de FIDE, PdeG) te vinden. Dat daarin wel degelijk de ziel van een dame kan huizen, werd mij duidelijk gemaakt door mijn zoon, toen hij vijf was. In een partijtje, kort nadat ik hem de zetten had geleerd, liet ik hem een dame halen en omdat hij zijn gewone dame nog had, zetten we een to- ren op z'n kop. Toen ik die wat later sloeg, vond hij dat niet erg, maar toen ik hem naast het bord zette, protesteerde hij; daar moest die toren óók om- gekeerd staan - een dame was een dame,' aldus Tim Krabbé, 8 april 2006. Lees verder Kinderen hebben nog het oorspronkelijke gevoel van sportiviteit. Dat is hen bijgebracht door hun vader, moeder, opa, oma of wie het ook was die hen heeft leren schaken. Als ze later ouder worden, zullen ze ontdekken dat de FIDE en scheidsrechters hun schaakspel hebben gejuridiseerd met onbruik- bare regels en onbruikbare interpretaties. 2. NK Rapid voor de jeugd 2005 Op het Nederlands Kampioenschap Rapid voor de jeugd van 2 oktober 2005 haalt een speler een tweede dame. Uit het verslag: 'Na de promotie zet de speler een omgekeerde toren op het promotieveld, zoals dat toch wel gebruikelijk is. Er was niets aan de hand totdat een wed- strijdleider kwam langslopen die de omgekeerde toren verving door een dame. De tegenstander protesteert tegen deze gang van zaken. Tegenstan- der KA tegen K en twee dames weigert verder te spelen. Hoofdwedstrijdlei- der geeft scheidsrechter op zijn kop dat hij zich niet had moeten bemoeien met het spel.' 3. De opvatting van Henk Geilvoet In Schakend Nederland 1980, bladzijde 378, schenkt Henk Geilvoet - in de serie 'spelregels in de praktijk' - aandacht aan de promotieregels. Geilvoet: 'Bij snelschaken mag het een omgekeerde toren zijn, waarvan men de waarde duidelijk aankondigt (i.v.m. de minorpromotie mag niet voetstoots aangenomen worden dat het om een dame gaat). Bij het gewo- ne schaken dient de pion echter persé door het juiste stuk vervangen te worden! In de bondscompetitie zie ik veelal dat de pion in vliegende tijdnood naar de achterste rij geschoven wordt en dat onder het uitroepen van de kreet 'dame' de klok ingedrukt wordt. Steeds werd de pion er meteen afgeslagen en de partij zonder onderbreking voortgezet. Zulks is weliswaar niet correct, maar als wedstrijdleider zou je wel gek zijn als je het duel onderbrak en erop stond, dat het gewenste stuk op de plaats van de pion kwam. Het zou een zinloze verstoring van de concentratie van beide spelers zijn,' aldus Geilvoet. 4. De procedure regels van Geurt Gijssen Gijssen heeft andere waarden en normen dan Geilvoet. Gijssen heeft proce- dureregels opgesteld hoe bij een promotie een dame op het bord geplaatst moet worden, zie mijn artikel 'de omgekeerde toren' paragraaf 6. Deze lui- den als volgt: 1. de speler zet de pion op het laatste veld en, als het gevraagde stuk niet aanwezig is, stopt hij de klokken; 2. hij roept de scheidsrechter en informeert hem welke stuk hij nodig heeft; 3. de scheidsrechter geeft het stuk aan de speler en de speler zelf plaatst het stuk op het bord; 4. de scheidsrechter start de klok. Gijssen vindt het belangrijk deze regels aan 'jonge kinderen vanaf het begin' bij te brengen. Gijssen hanteert deze regels in alle gevallen. Scheidsrechters maken met de procedureregels nogal eens fouten. Veel- voorkomend is een scheidsrechter die bij een dreigende promotiezet alvast een tweede nieuwe dame naast het bord legt. Fout! Dat is voorzeggen! Want, de speler had ook een paard kunnen vragen. Gijssen schrijft dan ook voor dat de scheidsrechter het schaakstuk in zijn broekzak stopt of in zijn handpalmen ongezien verbergt en deze pas geeft als de speler hem dat stuk vraagt. Collega scheidsrechters reageren smalend op zo'n domme scheids- rechter die dit voorschrift niet weet. Indien iemand meer informatie wil over hoe het precies hoort bij de uitvoe- ring van de procedure regels van Gijssen bij promotie, verwijs ik naar zijn columns. 5. De beslissing van het bestuur van de SGS Op 25 oktober 2005 doet in de promotieklasse van de Sticht-Gooise Schaak- bond (SGS) wit op 38. c7-c8. Wit plaatst een omgekeerde toren (TO) en roept: 'Dame'. Zwart schrijft op zijn notatieformulier: 'c7-c8D'. Hij protes- teert niet tegen de omgekeerde toren. Na 43. TOc8-c3 ontstaat de volgende stelling. Zwart doet 43. ... d5-d4. Vervolgens ruilt wit af en doet 44. TOc3xd4. Op dat moment claimt zwart een onreglementaire zet: de omgekeerde toren is een toren, dus is volgens hem Tc3xd4 niet mogelijk. De wedstrijdleider wijst de claim af. Wit wint de partij. Zwart tekent protest aan, en eist dat 44. TOc3xd4 wordt teruggenomen. Uiteindelijk komt deze kwestie voor de com- missie van beroep van de SGS. In die bond is dat het bestuur van die bond. Het bestuur oordeelt op 9 januari 2006: '(...) de deskundigen (zijn) van me- ning dat een omgekeerde Toren geen schaakstuk is. Er had na zet 38 niet verder gespeeld kunnen worden. De wedstrijdleider had tijdens de wedstrijd de situatie terug moeten brengen naar zet 38 de promotie, waarna verder gespeeld had moeten worden. De grote meerderheid van de arbiters geeft aan dat er een dame geplaatst moet worden, aangezien de (wit)speler duidelijk heeft aangegeven een Da- me op veld C8 als promotiezet te willen plaatsen. Dit heeft hij medegedeeld en is niet betwist op dat moment door de (zwart)speler. De partij had in dat geval op zet 38 hervat moeten worden met de zet c7-c8 D en er had een Dame op c8 geplaatst moeten worden,' aldus het bestuur. In het geval van het HSB basisschoolkampioenschap heeft de tafelleider deze beslissing toegepast. 6. De omgekeerde toren in Amerika De Amerikanen zijn in 1952 afgeweken van de FIDE-regels. Zij vonden de FIDE-regels onbruikbaar voor scheidsrechters en voor schakers. Daarom hebben ze eigen 'U.S. Chess Federation's Official Rules of Chess' (USCF-rules) gemaakt. De laatste twee volzinnen van artikel 8F7 van de USCF-rules luiden: 'It is common practice, however, to play using an upside-down rook for a second queen. In the absence of the player's announcement to the contrary, an upside-down rook shall be considered a queen.' (vertaling: Echter, het is algemeen aanvaard met een omgekeerde toren te spelen als tweede dame. Tenzij een speler anders heeft aangekondigd, wordt een omgekeerde toren als een dame beschouwd.) Amerikanen zijn meer gericht op doelmatige en praktische oplossingen. Op- lossingen die conflictopwekkend zijn, kosten namelijk tijd en geld, en daar zijn Amerikanen niet van gediend. Amerikanen begrijpen dan ook wel wat een omgekeerde toren betekent. Vergelijk 'Chess players understand that an upside-down rook represents a second queen.' Lees verder Of 'if no queen is available, an upside-down rook is often used to designate a queen', zie de Wikipedi schaakenceclopedie. En van de volgende twee sites kunnen jeugdleiders veel leren. Het gaat om Amerikaanse kinderen die al in de eerste lessen de fundamentele regels van schaken wordt bijgebracht: 'If there is not a spare queen, a rook turned up- side down (or any other suitable object) is place on the board to represent a queen'. Zo wordt Amerikaanse kinderen meer plezier bijgebracht in het schaken. Chess corner How to play chess 7. Das Reinheitsgebot Even over iets anders dan schaken. Tot 1987 was het verboden om Heineken, Palm, Butt of een ander buiten- lands biermerk te verkopen in Duitsland. In dat land gold een stokoude wet, het zgn. Reinheitsgebot dat Hertog Wilhelm IV van Beieren in 1516 heeft uitgevaardigd. Alleen bier dat op een bepaalde manier is gebrouwen, mocht in Duitsland 'om redenen van volksgezondheid' verkocht worden. Zo kon buitenlands bier niet in Duitsland geïmporteerd worden. Zo werd de Duitse biermarkt beschermd tegen import bier. Dit verbod oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen 12 maart 1987, Nederlandse Jurisprudentie 1988, 367, in strijd met Europese regelgeving. Het hof maakt een vergelijking tussen Duitse bierdrinkers en bierdrinkers in de rest van de wereld. Door dat te doen oordeelt het hof dat het Reinheitsgebot ongeoorloofd is om buitenlandse merken te weren op de Duitse markt. Vandaar dat sinds 1987 ook Heineken en andere bieren in Duitsland verkocht mogen worden. En nu weer terug naar schaken. 8. De verschillen in de (schaak)wereld Mr. F.C. Kollen schrijft: 'Bij elke tak van sport zijn die spelregels historisch bepaald', Verenigingsrechtelijke aspecten van de tuchtrecht in de sport, 1997 voor de Vereniging Sport en Recht, blz. 4. En zo is het maar net. Niet alleen in Amerika maar overal in de wereld kennen honderden miljoe- nen huisschakers de betekenis van een omgekeerde toren, van een liggend paard of van twee pionnen op een veld. Deze betekenis kent een historische traditie - al vanaf de tijd van Greco. Het is de overlevering van kennis en ervaring van generaties op generaties. Een betekenis die maatschappelijk is aanvaard. Zelfs vele niet-schakers kennen de betekenis. Wereldwijd zijn er misschien wel één of meer miljard mensen die zonder problemen een ander merk bier dan een Duits merk drinken. Dan is het on- zin om te menen dat buitenlands bier schadelijker is voor de Duitse volks- gezondheid dan bier gebrouwen volgens het Reinheitsgebot, aldus het Hof van Justitie. Zo zijn er wereldwijd honderden miljoenen huisschakers en vijf miljoen clubschakers die de betekenis kennen van een omgekeerde toren als dame, en die van een liggend paard of twee pionnen. Dan is het onzin indien voor slechts enkele duizenden schakers dat schaakstuk een toren of een paard betekent. Deze kleine groep verloochent de traditie. En legt zijn afwijkende wil op aan de anderen. Dit nu is niet alleen flauw en onzin, het is ook gemeen en onsportief. Het brengt het schaakspel in diskrediet als be- doeld in artikel 12.1 van de FIDE-regels. 9. Een mens-erger-je-niet voorschrift Dr. Ernst Hirsch Ballin, minister van Justitie, in een interview toen hij voor- zitter was van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: 'Procedureregels moeten er zijn om bescherming te bieden aan bepaalde belangen en niet om mens-erger-je-niet te spelen. Als je in het oog houdt dat regels geen doel in zichzelf zijn, maar ergens toe dienen om een mens- waardige, welgeordende en rechtvaardige samenleving te bewerkstelligen, dan heb je een referentiekader wanneer je bijvoorbeeld de regels gaat her- zien,' Ars Aequi 2005, bladzijde 636. Dit was het referentiekader toen Hirsch Ballin als minister van Justitie van 1989 tot 1994 verantwoordelijk was voor het wetgevingsbeleid. Het is nog steeds zijn referentiekader. Het procedurevoorschrift van de promotieregel van Gijssen is een voorbeeld van een mens-erger-je-niet voorschrift. Zijn voorschrift is namelijk een doel op zich geworden. 10. Niet elke wens of gedachte is afdwingbaar De FIDE-regels gelden wereldwijd, zij zijn internationale regels. Van topwed- strijden tot wedstrijden in de vierde klasse van een regionale bond. Van wedstrijden in rijke plaatsen tot in de sloppenwijken van New York. Schaken is een individuele sport. Waar overal de spanning soms hoog kan oplopen. En overal de belangen soms groot kunnen zijn, zoals de eer, de promotie, degradatie, kampioen of verliezer. Zodoende bestaat er een kans op conflicten. Om die te beslechten moeten de mogelijke botsingen worden gekanaliseerd, moeten belangen worden afgewogen en moet de orde wor- den geschapen. Indien een speler beweert hinder te hebben van een omgekeerde toren rijst de vraag of daar tegen opgetreden moet worden. Niet elke wens en niet iedere gedachte hoeft in juridisch afdwingbare vorm te worden neergelegd. Zo moet men zich bijvoorbeeld realiseren dat een geschil op een toptoernooi niet dezelfde waarde heeft als die bij een amateur toernooi. Wellicht komt een dergelijk geschil op een amateur toernooi helemaal niet voor. Daarom is het belangrijk dat de regelgever zich telkens weer de vraag stelt of regelgeving werkelijk nodig is. En datzelfde geldt bij de uitleg van de re- gels: men moet dat verschil voor ogen houden. Men moet oppassen voor het overvragen van waarden en normen voor schakers en scheidsrechters. Hoe meer voorschriften, hoe groter namelijk de kans op conflicten. In mijn artikel 'de omgekeerde toren' heb ik in de paragrafen 8 en volgende meer bezwaren gegeven tegen het verbod van het gebruik van de omge- keerde toren. Ik zou wel meer bezwaren kunnen aanvoeren, maar daar zie ik voorlopig van af. Zie ook de schaakrechtsvragen van september 2005. 11. Een omgekeerde toren is bruikbaar In Den Haag vindt op 9 december 2006 het Nederlands Kampioenschap Snelschaken voor clubteams plaats. De hoofdscheidsrechter, dr. Louis Wulffers, kondigt in het begin aan dat op dit toernooi het is toegestaan een omgekeerde toren te gebruiken als dame. 'Aan het eind van de vierde ronde zie ik de eerste bordspeler van Meppel 1 in een zinderend eindspel. De speler van Meppel heeft tien seconden be- denktijd en zijn tegenstander vijftien. De speler van Meppel staat behoorlijk voor. Razendsnel doen de spelers een aantal zetten, de speler van Meppel die nog een dame op het bord heeft, laat een pion promoveren, grijpt in fracties van seconden een toren die naast het bord staat, zet die op zijn kop en plaatst die op het promotieveld en zo gaat het spel verder. Door de haast vallen zo nu en dan stukken om, worden weer rechtop gezet, vallen weer, worden rechtop gezet. Daarop doet de speler van Meppel met nog vier seconden bedenktijd een snelle zet met de dame waardoor deze van het bord op de grond valt. Ik mag op grond van de FIDE-regels niets doen, maar een omstander naast mij bukt zich snel en raapt de dame op. Ondertussen zie ik heeft de speler van Meppel een andere toren omgekeerd op het veld gezet waar de dame stond. Nu heeft hij twee omgekeerde torens op het bord! Twee zetten later valt zijn vlag.' Wat een reflexen toonde de speler van Meppel. En beide spelers begrepen de betekenis van de omgekeerde toren. Wat jammer, dat het slot van deze partij niet op video is opgenomen. Want als die op You Tube was geplaatst, had iedereen kunnen zien hoe bruikbaar een omgekeerde toren is. We moe- ten er niet aan denken dat de partij stilgezet had moeten worden. Niet stil- leggen, maar tempo. Daar gaat het om in het schaakspel. 12. Een voorstel voor de algemene ledenvergadering van de HSB Gelijke gevallen moet een scheidsrechter gelijk behandelen, en ongelijke gevallen naar de mate van het verschil. Moet de omgekeerde toren van een amateur schaker op dezelfde wijze worden behandeld als die van een pro- fessionele schaker op een toptoernooi? We moeten ophouden de waarden en normen toe te passen die gelden voor toptoernooien. We moeten ophouden de waarden en normen die gelden voor topscheidsrechters voor te schrijven voor amateur scheidsrechters. Zie de voorbeelden van Henk Geilvoet bij promotie. We moeten ophouden het schaakspel voor amateur schakers en amateur scheidsrechters te juri-diseren. Door de beslissing van het bestuur van de SGS zijn gelukkig de ergste kantjes weggenomen van de onbruikbare leer van Gijssen. Toch blijf ik met een vraag zitten. Als in het geval van de SGS-zaak een scheidsrechter op de 44ste zet beslist dat teruggegaan moet worden naar de stelling op de 38ste zet, mogen de spelers daarna nieuwe zetten doen, of zijn ze verplicht de zetten te doen die ze al hebben gespeeld? Wat beslist een amateur scheidsrechter die plotseling met zo'n geval wordt geconfron- teerd? Dit soort juridische kwesties kan vermeden worden door het schaken een- voudig te houden. Organisatoren van een toernooi kunnen 'een omgekeerde toren is een dame bepaling' opnemen in hun toernooireglement. Ik hoop dat de HSB zo'n regel opneemt in haar competitiereglement. Ik doe hierbij een suggestie. Na artikel 25, tweede lid, van het HSB-compe- titiereglement een nieuw derde lid invoegen: 'Het is algemeen aanvaard na een promotie met een omgekeerde toren te spelen als tweede dame. Tenzij een speler anders heeft aangekondigd, wordt een omgekeerde toren of een liggend paard als een dame beschouwd.' Zoals ik in mijn artikel 'de omgekeerde toren' schreef: 'Het aanvaarden van de omgekeerde toren als dame is het eindpunt van het probleem. Het niet aanvaarden is het beginpunt van vele nieuwe problemen.' Dat laatste nu is een voorbeeld van het juridiseren van het schaakspel. We moeten het schaakspel terug geven aan de amateur schakers en de a- mateur scheidsrechters. We moeten het schaken voor schakers en scheids- rechters weer leuker maken door conflictopwekkende interpretaties te ver- vangen door een hanteerbare aanpak en werkbare, praktijkgerichte oplos- singen. We moeten minder juridiseren. Kortom, bruikbare regels. © 2008 Pieter de Groot |
WILT U REAGEREN? |
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen. Pieter de Groot |