HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
WAARDEN EN NORMEN, HOOFDSTUK 7
De Ethische Code van de Amerikaanse schaakbond

Dit hoofdstuk bevat de volgende paragrafen
1. Inleiding
2. De Ethische Code van de Amerikaanse schaakbond
3. The Code of Ethics of the United States Chess Federation


1. Inleiding

In Amerika gelden niet de FIDE-regels. De Amerikaanse schaakbond, the United States Chess Federation (USCF) heeft eigen USCF-rules opgesteld. Soms wijken die behoorlijk af van die van de FIDE-regels. Zo is het bijvoor-
beeld in Amerika toegestaan bij promotie een omgekeerde toren in te zetten die daarna fungeert als dame. Ook is de rol van de scheidsrechter anders dan die in de FIDE-regels. Zo mag tijdens een wedstrijd waar de USCF-rules gelden een scheidsrechter slechts in enkele gevallen eigenmachtig ingrijpen.

Naast de USCF-rules bestaat een Ethische Code. Die code geldt voor ieder-
een (schakers, scheidsrechters, organisatoren) die betrokken is bij een USCF wedstrijd.

Artikel 6 bevat de gedragsnormen. Het gaat om:
a. de gedragingen en handelingen van betrokkenen
b. de procedure van de behandeling van de klacht
c. de straffen die opgelegd kunnen worden.

Het gedrag van betrokkene moet voldoen aan twee beginselen. Het moet in overeenstemming zijn met:
1. de regels en reglementen
2. de beginselen van eerlijk spel, sportiviteit, integriteit en respect voor de rechten van anderen.

De Code bevat in artikel 6 slechts voorbeelden van onethisch gedrag.
In Amerika staan 'de beginselen van eerlijk spel, sportiviteit, integriteit en respect voor de rechten van anderen' hoog in het vaandel. De Code bevat slechts voorbeelden van onethisch gedrag. De gedragingen zijn niet uitput-
tend opgesomd. De Code is verder een open norm.

In artikel 7 wordt de procedure beschreven. De Ethische Commissie legt geen straffen op, maar geeft een aanbeveling om iemand te straffen. Die aanbeveling wordt gestuurd naar de Raad van Bestuur van de USCF. Als de beroepstermijn onbenut is verstreken is de aanbeveling automatisch omge-
zet in de straf.

De Canadese Ethische Code is nagenoeg identiek aan de Amerikaanse.
Lees verder  

In paragraaf 2 heb ik een eigen vertaling gegeven van de Ethische Code.

In paragraaf 3 heb ik de Engelse versie opgenomen zoals deze staat op de website US chess.


top  


2. De Ethische Code van de Amerikaanse schaakbond

Eigen vertaling.


De Ethische Code van de Amerikaanse schaakbond,
zoals gewijzigd september 2004.


DOEL EN REIKWIJDTE

1. Het doel van deze ethische code is normen op te stellen waarmee in overeenstemming moet zijn het gedrag van spelers, toernooiendirecteuren, sponsors, en andere individuen en instanties die deelnemen aan evenemen-
ten van de Schaakbond van de Verenigde Staten (USCF), met inbegrip van toernooien en andere activiteiten die gesponsord zijn of goedgekeurd zijn door USCF. En om de procedures aan te geven; om sancties te specificeren voor gedrag dat niet met dergelijke normen in overeenstemming is; en om de procedures te specificeren waarbij de vermeende schendingen worden onderzocht en, indien nodig, de aangewezen opgelegde sancties.

2. De normen, procedures, en straffen die in deze ethische code staan ge-
noemd zijn niet gelijk aan die genoemd in het Wetboek van strafrecht en strafvordering. In het bijzonder behoren zij tot de rechten en bevoegdheden van het lidmaatschap van de USCF, inclusief - maar niet beperkt tot - de bevoegdheid om deel te nemen aan toernooien, schaakevenementen, of andere activiteiten als lid van het USCF.

3. De normen, procedures en straffen genoemd in deze ethische code zijn uitsluitend van toepassing op handelingen en gedragingen van:

a. leden van de USCF die hebben plaatsgevonden in verband met toernooien of andere activiteiten onder auspiciën van de USCF;

b. en individuen en instanties die handelen in een officiële hoedanigheid als functionaris of vertegenwoordiger van de USCF. Deze code is niet van toepassing op handelingen of gedragingen van medewerkers van USCF in de hoedanigheid van hun werk. Het beoordelen van dergelijke handelingen behoort tot de taak van de Raad van Bestuur.

4. Elk lid van de USCF en elke deelnemer aan een activiteit van de USCF is gebonden aan deze Ethische code.


DE USCF ETHISCHE COMMISSIE

5. De USCF Ethische Commissie wordt benoemd overeenkomstig de regle-
menten van de USCF. De taak van de commissie is beschuldigingen te be-
oordelen van onethisch gedrag tijdens of in verband met evenementen on-
der auspiciën van de USCF, en van beschuldigingen van onethisch gedrag die te maken hebben met de USCF en haar activiteiten, overeenkomstig de normen en procedures genoemd in deze code. De commissie zal alle andere taken uitoefenen die haar opgelegd kunnen worden bij reglement van de USCF of bij een besluit van de USCF Raad van vertegenwoordigers.


GEDRAGSNORMEN

6. De handelingen en gedragingen van individuen die deelnemen aan acti-
viteiten van de USCF, of aan schaakevenementen onder auspiciën van de USCF moeten geoorloofd zijn en in overeenstemming met alle USCF regels en reglementen en ze moeten verenigbaar met de beginselen van eerlijk spel, sportiviteit, integriteit en respect voor de rechten van anderen.

Het volgende is een opsomming van voorbeelden van handelingen en ge-
dragingen die als onethisch worden beschouwd. Deze opsomming is niet be-
doeld uitputtend te zijn, en enige handeling of gedraging die ongeoorloofd is of in strijd met de USCF regels en reglementen, of die onverenigbaar is met de beginselen van eerlijk spel, sportiviteit, integriteit en respect voor de rechten van anderen, wordt beschouwd te vallen binnen de werkingssfeer van deze ethische code.

a. Opzettelijke schendingen van toernooireglementen, of van enig ander reglement van de USCF over activiteiten en doelstellingen, in het bijzonder na een waarschuwing.

b. Vals spelen in een schaakpartij door op ongeoorloofde wijze advies te geven, te ontvangen, aan te bieden, te vragen of door gebruik te maken
van schriftelijke bronnen, of door te knoeien met klokken, of door op enig andere manier vals te spelen.

c. Doelbewust een partij verliezen tegen betaling, of om de rating te verla-
gen, of om elke andere reden; of om de andere speler proberen te verleiden zo te handelen. Doelbewust afzien zijn best te doen om te spelen op een manier die onverenigbaar is met de beginselen van sportiviteit, integriteit en eerlijk spel.

d. Doelbewust een verkeerde voorstelling geven van de speelsterkte van de speler om zo mee te doen in een toernooi of competitie van spelers van een lagere sterkte. Van spelers met een buitenlandse rating wordt verwacht dat zij hun rating meedelen.

e. Deelnemen aan een toernooi onder een valse naam of onder overlegging van een vervalste ratingrapport.

f. Deelnemen aan een toernooi terwijl de speler is geschorst.

g. Opzettelijk onjuiste informatie geven om op deze wijze een regel of re-
glement of een doelstelling van de USCF te ontduiken of te schenden.

h. Proberen zich te bemoeien met het recht van een ander lid van de USCF, door bijvoorbeeld om persoonlijke redenen iemand tegen te houden mee te doen aan een USCF toernooi. In het algemeen mag niemand zonder passen-
de rechtsmiddelen belemmerd worden deel te nemen aan een USCF schaak-
evenement, waarvoor hij of zij voldoet aan de vereiste kwalificaties. Belemmering is toegestaan bij ongeoorloofd gedrag wegens de beginselen van deze code en/of de regels van het schaakspel. Indien een straf is opge-
legd om deel te nemen aan toekomstige wedstrijden moet de speler deze straf worden meegedeeld voordat hij probeert te verschijnen op een toe-
komstig schaakevenement.

i. Handelen in strijd met een federale, statelijke, of plaatselijke regel door deel te nemen aan activiteiten onder auspiciën van de USCF.


top  


PROCEDURES

7. Elk lid van de USCF mag op grond van deze ethische code een procedure starten door tijdig een klacht in te dienen bij de USCF Ethische Commissie. Een griffie recht van US$ 25 moet gestort zijn door de klager. Dit bedrag wordt teruggegeven tenzij de Commissie beslist dat de klacht lichtvaardig is ingediend. De Commissie kan beslissen dat het bedrag wordt teruggestort voordat het beslist over de ontvankelijkheid van de klacht en de inhoud van de klacht. De Commissie kan ook, met twee-derde stemmen, de klacht van de klager aanvaarden zonder dat deze US$ 25 heeft betaald. Indien een beschuldiging niet duidelijk valt onder de 'Gedragsnormen' zoals hierboven genoemd, heeft de Ethische Commissie de bevoegdheid te beslissen of het beschuldigde gedrag valt binnen de werkingssfeer van de ethische code. Indien in beide gevallen de schending valt binnen de werkingssfeer van de ethische code, worden de volgende stappen tijdig worden genomen:

a. Een feiten onderzoek moet verricht worden door de Ethische Commissie, die indien nodig daarbij geholpen wordt door de USCF staf. Eerdere bevin-
dingen van de Ethische Commissie of een ander USCF orgaan kunnen naar het oordeel van de Ethische Commissie betrokken worden bij het bewijs, indien dit van belang is voor de omstandigheden van het voorgelegde geval. Als een deel van zo'n onderzoek heeft elke persoon die beschuldigd wordt van onethisch gedrag het recht het bewijs tegen hem of haar te onderzoe-
ken, het recht te reageren op de beschuldiging, en het recht in zijn of haar naam schriftelijk (tegen)bewijs over te leggen.

b. De passende straf wordt eventueel aanbevolen door de Ethische Commis-
sie aan de Raad van Bestuur. In de aanbevolen straf kan de Ethische Com-
missie meewegen een eerdere beslissing of bevinding van de Ethische Com-
misie, of van een ander USCF orgaan, dat over de klager in een eerdere zaak heeft beslist. In de aanbevolen straf moet de persoon aan wie de straf wordt opgelegd op de hoogte worden gesteld van dit feit. Elke persoon tegen wie een straf wordt aanbevolen wordt daarvan direct op de hoogte gesteld.

c. Tenzij artikel 7 onder e van toepassing is wordt de straf aanbevolen aan de Raad van Bestuur geacht definitief te zijn, tenzij beroep is aangetekend bij de Raad van Bestuur door de persoon aan wie de straf is opgelegd, of op initiatief van een lid van de Raad van Bestuur. Dat beroep moet binnen der-
tig dagen worden gedaan na de datum van bekendmaking van de opgelegde straf, tenzij de Raad van Bestuur de uiterste termijn voor het indienen van beroep uitstelt indien naar zijn oordeel een onvermijdelijke vertraging in de communicatie of een andere geldige reden aanwezig is om tijdig beroep aan te tekenen. Indien voor de uiterste termijn geen beroep is aangetekend heeft de aanbevolen straf directe werking.

d. Indien beroep wordt aangetekend, wordt het overzicht van de feiten en
de juistheid van de aanbevolen straf onderzocht door de Raad van Bestuur. De persoon tegen wie een straf worden voorgedragen en de persoon die de klacht heeft ingediend, ontvangen bericht van de plaats en het tijdstip waar-
op de Raad van Bestuur de zaak zal onderzoeken. De persoon tegen wie een straf is aanbevolen heeft het recht voor de Raad te verschijnen en (te-
gen)bewijs aan te bieden. Indien beroep wordt aangetekend wordt de aan-
bevolen straf opgelegd door de Ethische Commissie hangende de procedure geschorst. De aanbevolen straf wordt of bevestigd, of gewijzigd, of herroe-
pen door de Raad van Bestuur.

e. Indien de persoon over wie een straf is aanbevolen lid is van de USCF Raad van Bestuur, is hij of zij niet bevoegd beroep tegen zijn of haar straf in te dienen bij de Raad van Bestuur, mag kan hij of zij beroep aantekenen bij de USCF Raad van afgevaardigden bij diens eerstvolgende vergadering.

f. Indien een lid van de Ethische Commissie of van de USCF Raad van Be-
stuur in een conflict van belangen geraakt of in een situatie geraakt die objectieve deelname aan de beraadslagingen uitsluit, is die persoon niet bevoegd de zaak te behandelen in zijn of haar hoedanigheid als lid van de commissie of die van de raad.


STRAFFEN

8. Het volgende bevat enkele straffen die opgelegd kunnen worden als re-
sultaat van de bovengenoemde procedures. In bijzondere gevallen kunnen andere gepaste straffen worden opgelegd, of deze straffen kunnen afwisse-
lend of gecombineerd worden opgelegd.

a. Berisping. Een maatregel dat een lid onbehoorlijk heeft gehandeld, is een disciplinaire straf een kwestie van verslaglegging, maar tegelijkertijd kan geen verdere straf worden opgelegd. Een berisping bevat automatisch een proeftijd van minstens drie maanden, of langer indien aangegeven. Indien het lid tijdens de proeftijd schuldig wordt verklaard voor een andere onbe-
hoorlijkheid wordt hij of zij vatbaar voor nadere straffen voor beide ver-
grijpen.

b. Waarschuwing. Een maatregel dat een lid ernstig onbehoorlijk heeft ge-
handeld, is een disciplinaire straf een kwestie van verslaglegging, maar tegelijkertijd kan geen verdere straf worden opgelegd. Een waarschuwing bevat automatisch een proeftijd van minstens een jaar, of langer indien aangegeven. Indien het lid tijdens de proeftijd schuldig wordt verklaard voor een andere onbehoorlijkheid wordt hij of zij vatbaar voor nadere straffen voor beide vergrijpen.

c. Een beslissing met een proeftijd die de beslissing opschort. De maatregel houdt in dat het lid disciplinair onbehoorlijk heeft gehandeld. Indien de disci-
plinaire straf wordt opgelegd wordt de uitvoering daarvan opgeschort. Die opschorting bedraagt een proeftijd die zes maanden langer duurt dan de opgelegde disciplinaire straf. Indien het lid veroordeeld wordt voor een an-
dere onbehoorlijkheid gedurende deze periode wordt de oorspronkelijke disciplinaire straf toegevoegd aan de nieuwe straf, tenzij anders is beslist.

d. Schorsing. Schorsing is een maatregel waarbij het lid een onbehoorlijk-
heid heeft begaan waardoor voor een bepaalde tijdsperiode al zijn rechten en privileges worden ontnomen.

e. Schrapping. Schrapping is een maatregel waarbij het lid een onbehoorlijk-
heid heeft begaan waardoor al zijn of haar rechten en privileges worden ontnomen. Een lid dat geschrapt is kan uitsluitend door de USCF Raad van Bestuur of door de USCF Raad van Afgevaardigden opnieuw worden toege-
laten als lid.

f. Uitsluiting van schaakevenementen. Dit is een meer selectieve maatregel dat een lid een onbehoorlijkheid heeft begaan waardoor het recht om deel te nemen aan bepaalde gespecificeerde evenementen of activiteiten is inge-
trokken.

9. Indien de persoon die gestraft wordt lid is van de USCF Raad van Bestuur kan de Ethische Commissie de Raad van Bestuur aanbevelen geen straf op te leggen behalve die van berisping en waarschuwing, echter, aan de Raad van Afgevaardigden kan hij ook andere acties aanbevelen.

10. Indien een straf opschorting of schrapping inhoudt, kan een lid geen functie uitoefenen in de USCF of in een hoedanigheid deelnemen aan een schaakevenement of een activiteit onder auspiciën van de USCF.

11. Het USCF kantoor wordt schriftelijk ingelicht van alle officiële beslissin-
gen van de Ethische Commissie, en registreert alle aanbevelingen van alle straffen. Het USCF kantoor licht de Raad van Bestuur in indien straffen wor-
den aanbevolen.


top  


3. The Ethics Code

PURPOSE AND SCOPE

1. The purpose of this code of ethics is to set forth standards to which the conduct of players, tournament directors, sponsors, and other individuals and entities participating in the affairs of the United States Chess Federation (USCF), including tournaments and other activities sponsored by or sanctio-
ned by the USCF, should conform; to specify sanctions for conduct that does not conform to such standards; and to specify the procedures by which alle-
ged violations are to be investigated and, if necessary, the appropriate sanc-
tions imposed.

2. The standards, procedures, and sanctions set forth in this code of ethics are not equivalent to criminal laws and procedures. Rather, they concern the rights and privileges of USCF membership, including, but not limited to, the privilege of participating in tournaments, events, or other activities as a member of the USCF.

3. The standards, procedures, and sanctions set forth in this code of ethics shall apply only to actions and behavior by:

(A) members of the USCF, that occur in connection with tournaments or other activities sponsored by or sanctioned by the USCF; and

(B) individuals and entities acting in an official capacity as officers or repre-
sentatives of the USCF. This code shall not apply to actions or behavior by employees of USCF acting in the scope of their duties. Such actions fall in-
stead under the province of the Executive Board.

4. Each member of the USCF and each participant in a USCF activity shall be bound by this code of ethics.


THE USCF ETHICS COMMITTEE

5. The USCF Ethics Committee is appointed in accordance with procedures consistent with the bylaws of the USCF. The committee exists to consider allegations of unethical conduct at or in connection with events sanctioned by the USCF, and allegations of unethical conduct involving the USCF and its activities, in accordance with the standards and procedures contained in this code. The committee will exercise all other duties as may be assigned by the Bylaws or by action of the USCF Board of Delegates.


STANDARDS OF CONDUCT

6. The actions and behavior of individuals participating in USCF activities, or in events sponsored by or sanctioned by the USCF, shall be lawful and in accordance with all USCF rules and regulations, and consistent with the prin-
ciples of fair play, good sportsmanship, honesty, and respect for the rights of others. The following is a list of examples of actions and behavior that are considered unethical. The list is not intended to be exhaustive, and any ac-
tion or behavior that is unlawful or violates USCF rules and regulations, or is inconsistent with the principles of fair play, good sportsmanship, honesty, and respect for the rights of others, may be considered to fall within the scope of this code of ethics.

(a) Intentional violations of tournament regulations, or of any other regula-
tions pertaining to USCF activities and goals, particularly after being warned.

(b) Cheating in a game of chess by illegally giving, receiving, offering, or soliciting advice; or by consulting written sources; or by tampering with clocks; or in any other manner.

(c) Deliberately losing a game for payment, or to lower one's rating, or for any other reason; or attempting to induce another player to do so. Delibe-
rately failing to play at one's best in a game, in any manner inconsistent with the principles of good sportsmanship, honesty, or fair play.

(d) Deliberately misrepresenting one's playing ability in order to compete in a tournament or division of a tournament intended for players of lesser ability; players with foreign ratings are expected to disclose those ratings.

(e) Participating in a tournament under a false name or submitting a falsified rating report.

(f) Participating in a tournament while under suspension.

(g) Purposely giving false information in order to circumvent or violate any rule or regulation or goal recognized by the USCF.

(h) Attempting to interfere with the rights of any USCF member, such as by barring someone from entering a USCF-sanctioned event for personal rea-
sons. Generally, no individual should be barred from a USCF-sanctioned event for which he or she meets the advertised qualifications, without ap-
propriate due process, and then only for behavior inconsistent with the principles of this code and/or the rules of chess. If a ban on future parti-
cipation is imposed, the individual should be notified of the ban prior to his attempting to appear at future events.

(i) Violating federal, state, or local laws while participating in activities that are associated with the USCF.


top  


PROCUDURES

7. Any USCF member may initiate procedures under this code of ethics by filing a complaint in a timely manner with the USCF Ethics Committee.
A good-faith deposit of US$ 25 must be submitted by the complainant. The deposit shall be returned unless the Committee rules that the case is frivo-
lous. The Committee may determine whether to return the deposit even before it determines jurisdictional and merit questions. The Committee may also, by a two-thirds vote, accept complaints submitted without the US$ 25 deposit. In the case of any accusation that does not fall clearly under the 'Standards of Conduct' above, the Ethics Committee shall have the authority to decide whether the alleged conduct is within the scope of the code of ethics. In the case of each alleged violation that is within the scope of the code of ethics, the following steps shall occur in a timely manner:

(a) A factual inquiry shall be made by the Ethics Committee, assisted as ne-
cessary by the USCF staff. Previous findings of the Ethics Committee or other USCF entities may be included among the evidence considered by the Ethics Committee, if relevant to the circumstances of the present case. As a part of such an inquiry, any person accused of unethical conduct shall have the right to examine the evidence against him or her, the right to respond to the accusation, and the right to produce written evidence in his or her behalf.

(b) Appropriate sanctions, if any, shall be recommended to the Executive Board by the Ethics Committee. In recommending sanctions, the Ethics Com-
mittee may consider any previous ruling or finding of the Ethics Committee, or other USCF entity, pertaining to the past conduct of the person being sanctioned. In recommending sanctions, the person being recommended for sanctions must be informed of this fact. Any person against whom sanctions have been recommended shall be promptly notified.

(c) Except as specified in 7(e) sanctions recommended to the Executive Board shall be deemed final unless appealed to the Executive Board by the person or persons upon whom the sanctions have been imposed, or upon the initiative of any member of the Executive Board. Such an appeal must
be made within thirty days of the date that notification of recommended sanctions occurred, except that the Executive Board may extend the dead-
line for appeal if in its judgment an unavoidable delay in communications or other valid cause prevented a timely appeal. If an appeal has not been filed by the deadline the recommended sanctions shall be placed into effect.

(d) Upon appeal, a review of the facts and the appropriateness of the recom-
mended sanction shall be undertaken by the Executive Board. The person against whom the sanction has been recommended, as well as the person filing the initial complaint, shall be given notice of the time and place the Executive Board will review the case. The person against whom the sancti-
ons have been recommended shall have the right to appear before the Board and present evidence. In all appeals the recommended sanctions im-
posed by the Ethics Committee shall not be in effect until the appeal hearing is completed. The recommended sanctions shall be either confirmed, modi-
fied, or revoked by the Executive Board.

(e) If the person against whom sanctions have been recommended is a member of the USCF Executive Board, he or she may not appeal the sanc-
tions to the Executive Board, but may appeal to the USCF Board of Delega-
tes at its next scheduled meeting.

(f) If any member of the Ethics Committee or of the USCF Executive Board has a conflict of interest of any kind that might preclude objective participa-
tion in the consideration of any case, that person may not act in the capacity of a committee or board member on the case.


SANCTIONS

8. The following are some of the sanctions that may be imposed as a result of the procedures specified above. In unusual cases, other appropriate sanctions may be imposed, or these sanctions may be varied or combined.

(a) Reprimand. A determination that a member has committed an offense warranting discipline becomes a matter of record, but no further sanction is imposed at the time. A reprimand automatically carries a probation of at least three months, or longer if so specified. If the member is judged guilty of another offense during the probation, he or she is then liable to further sanctions for both offenses.

(b) Censure. A determination that a member has committed a serious offen-
se warranting discipline becomes a matter of record, but no further sanction is imposed at the time. Censure automatically carries a probation of at least one year, or longer if so specified. If the member is judged guilty of another offense during the probationary period, he or she is then liable to further sanctions for both offenses.

(c) Suspended sentence with probation. A determination is made that the member has committed an offense warranting discipline. When the discipline is imposed and execution thereof suspended, such suspension shall include probation for at least six months longer than the discipline imposed. If the member is judged guilty of another offense during this period, unless other-
wise decreed, the original discipline shall be added to such new discipline as may be imposed for the new offense.

(d) Suspension. Suspension is a determination that the member has commit-
ted an offense warranting abrogation, for a specified period of time, of all membership rights and privileges.

(e) Expulsion. Expulsion is a determination that a member has committed an offense warranting permanent abrogation of all membership rights and pri-
vileges. An expelled member may be readmitted to membership only by the USCF Executive Board or by the USCF Board of Delegates.

(f) Exclusion from events. This is a more selective determination that a member has committed an offense warranting abrogation of the right to participate in certain specified events or activities.

9. If the person being sanctioned is a member of the USCF Executive Board, the Ethics Committee may recommend to the Executive Board no sanctions other than censure or reprimand, but may also recommend to the Board of Delegates other actions.

10. In the case of every sanction that involves suspension or expulsion, a member may not hold any office in the USCF or participate in any capacity
in any event or activity sponsored by or sanctioned by the USCF.

11. The USCF Business Office shall be informed in writing of all official deter-
minations by the Ethics Committee, and shall record any recommendations of any sanctions. The USCF Business Office shall inform the Executive Board of any sanctions recommended.


© 2007  Pieter de Groot

Wordt vervolgd

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
WAARDEN EN NORMEN
Artikelenreeks 'Waar-
den en normen' door Pieter de Groot.

Hoofdstuk 1  
Hoofdstuk 2  
Hoofdstuk 3  
Hoofdstuk 4  
Hoofdstuk 5  
Hoofdstuk 6  
Hoofdstuk 7  
Hoofdstuk 8  
Hoofdstuk 9  

WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot