HOME     SCHAAKSCHOLING LES 13
LIEVER 'FRITZ' DAN DE 'DARK ROOM' VAN BOTWINNIK
Het bestuur van Botwinnik heeft er bij mij op aangedrongen om snel weer wat lessen te maken. Dat is nodig. Botwinnik 1 heeft dit seizoen teleurstel-
lend gepresteerd en Botwinnik 2 is kansloos gedegradeerd. Alleen het vier-
de team presteerde goed door kampioen te worden, maar dat was met de hakken over de sloot. Het niveau van de vereniging daalt en daar moet wat aan gebeuren.

Welnu, hierbij dan een nieuwe les. Een probaat middel om aan je niveau te werken is het gebruik van een schaakcomputer. Dertig jaar geleden was een schaakcomputer nog iets voor de uitvinders. De schaakwereld waande zich onbedreigd voor het rekenmonster. Machines die schaken? Ja, de Turk, die kennen we wel, die kon schaken, maar verder zal het nooit komen.

In mei 1997 werd het sprookje van de programmeurs werkelijkheid. Deep Blue versloeg Kasparov in een historische match. De laatste vijftien jaar heeft de schaakwereld de dominantie van de computer geleidelijk geaccep-
teerd. Inmiddels is het zover dat de meeste clubspelers over een schaak-
programma beschikken dat sterker is dan zijzelf.

En dat is mooi! Want daardoor heeft ook vrijwel ieder lid van Botwinnik vierentwintig uur per dag de beschikking over een sterke trainingspartner. De kunst is nu nog om deze partner op een goede manier te gebruiken. Ik ga daar bij helpen.


top  


Ik begin met te waarschuwen voor een nadeel van de computer. Je kunt er lui van worden. Denklui. Ik herinner me nog goed dat ik in mijn jonge jaren partijen intensief analyseerde, soms samen met anderen, maar vaak zelf. Bijzondere uitdaging vormden de afgebroken partijen. Met een afgebroken stelling was je soms de hele week bezig. Zelf richtingen bedenken, varianten uitpluizen. Harde arbeid.

Tegenwoordig - ik heb daar al eerder over geklaagd - is de 'post mortem' vaak maar een kort leven beschoren. 'Ik haal hem straks wel even door Fritz heen', is het dan. Jammer, want het is leerzaam om na afloop van een partij uit te wisselen hoe je de partij beleefd hebt, welke alternatieven je hebt overwogen en waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt. Samen nog even zoeken naar de 'waarheid', soms nog een beetje bekvechten over de partij .... Als je het op waarde weet te schatten, kan dat best leuk zijn. Op bezoek bij dorpsgenoot Promotie valt me altijd op dat daar nog driftig geanalyseerd wordt. Ik vind dat positief.

Je kunt ook lui worden als je de mening van de computer te snel accepteert. De analysemodus van een schaakcomputer geeft steeds een oordeel over de stelling. Bij plus 1 (1.0) sta je goed, bij plus 2 al zo'n beetje gewonnen. Maar het is heel belangrijk om dat stellingsoordeel kritisch te bekijken. Het overkomt me vaak dat de computer zijn mening flink moet bijstellen als ik een of twee zetten toevoeg. En met sommige stellingen kunnen computers niet goed omgaan.

Bij het aangenomen Damegambiet (1. d4 d5 2. c4 dxc4) of het Catalaans (1. d4 d5 2. c4 e6 3. Pf3 dxc4 4. g3) vindt de computer steevast dat zwart beter staat. Blijkbaar snapt hij het concept van een 'positioneel pionoffer' niet goed. De meeste schakers begrijpen dat overwicht in het centrum (aange-
nomen Damegambiet) of ruimte voor de witte loper op g2 (Catalaans) op lange termijn voordelig is, maar voor de computer is dat lastig te snappen.


top  


De eerste tip is dus: een computer moet je voeden. Je moet hem helpen.
In de opening, maar ook later. Als je dat doet, krijg je er veel voor terug.
Dat begint al bij de opening. Openingsboeken geven vaak alleen de hoofd-
varianten. Veel schakers hebben tien zetten Spaans uit hun hoofd geleerd, zonder te begrijpen waarom die tien zetten nu zulke goede zetten zijn.

Mijn advies is om niet meer dan een stuk of vijf zetten theorie te bestuderen én om te proberen die zetten te begrijpen. Met behulp van de computer kun je heel eenvoudig allerlei alternatieve zetten testen en een paar varianten doorlopen om te kijken wat de voor- en nadelen daarvan zijn. Je zult zien dat er buiten die hoofdvarianten nog heel wat te beleven valt.

Begin maar heel simpel. 1. e2 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 (Spaans) en waarom nu eigenlijk dat rare 3. ... a6 wat iedereen speelt? Dat verzint toch niemand zelf? Probeer eens 3. ... Pge7 of 3. ... d6, dat ziet er veel logischer uit. Of 3. ... Pf6. En als je het Damegambiet bekijkt (1. d4 d5 2. c4) speel dan eens 2. ... dxc4 en probeer die pion te verdedigen met b5 of Le6. Kijk eens wat de computer daarvan vindt. Dat levert je meer begrip op van de betrokken opening en verschaft je mogelijkheden om zonder schade af te wijken van de hoofdvarianten.

Ook in het middenspel of in het eindspel is de computer een handige trainer, die je kan demonstreren hoeveel 'spel' er nog mogelijk is, ook al denk je dat een stelling potremise is of totaal verloren. Het mooie van de computer is dat het schaakspel erdoor verrijkt is, eigenlijk tegen de verwachting in.

De schaakwereld was bang dat de computerprogramma's het spel zouden doodanalyseren, maar die angst is ongegrond gebleken. Het tegendeel is gebeurd: er zijn steeds meer mogelijkheden zichtbaar geworden, nieuwe verdedigingsmogelijkheden, nieuwe aanvalsvariaties, nieuwe eindspel-
technieken.

top  


Kunnen we daar als eenvoudige onderbond-spelers wat mee? Ja, dat kan, onder één voorwaarde. Laat je door de computer uit de droom helpen. Dat is tip twee. Onze familieleden denken dat we goed kunnen schaken. Ik zie geen reden om hen uit die droom te helpen, maar laten we onszelf niet voor de gek houden. In iedere partij maken we fouten; vaak heel veel en hele grote fouten. Dat is niet erg.

Schaken is ongelofelijk moeilijk en het is een wonder als je tijdens een partij een paar goede zetten doet. Schrik dus niet als bij de computer-analyse blijkt dat je veel gemist hebt en als blijkt dat de zetten die je zelf zo goed vond helemaal niet goed waren. Dat is normaal en het is heel leerzaam om dat te constateren.

Maar de derde tip is: laat je niet gek maken. De computer heeft ervoor ge-
zorgd dat schaken steeds meer een 'sport' geworden is, waarbij het niet om perfectie gaat, maar om strijd en om schoonheid. Het is heel goed mogelijk dat een stelling die een computer als gelijk beoordeelt in de praktijk gemak-
kelijk te winnen is en andersom.

Mensen denken in aangeleerde patronen, een computer rekent de 'domste' varianten door en ziet daardoor mogelijkheden die een mens nooit zal zien. Wetenschappelijk is dat leuk, maar in de sport is het niet altijd interessant.

Zou de beroemde voetballer Panenka tegen een robot-doelman ooit een penalty gescoord hebben? Ik denk het niet. Een robot trapt daar niet in, een penalty door het midden. Maar het voetbal zou zonder dat soort schijnbe-
wegingen en trucages een kaal gebeuren zijn.

Zo is het ook met schaken. Het is gebleken dat Topalov en Anand varianten gespeeld hebben, waar ze zelf de weerlegging van kenden, maar die zo ingewikkeld waren dat ze toch het proberen waard waren. Tal, de tovenaar van Riga, deed dat al voor hen, zonder computer. Het schaken is daar niet minder van geworden.


top  


Ik ga een partij laten zien om het voorgaande te demonstreren. Een partij die ik kort geleden speelde tegen Willem Broekman van Promotie. Direct na de partij was ik heel tevreden met mijn spel, maar de volgende dag kwam de confrontatie met de computer ...

Wit: Jan Willem Duijzer
Zwart: Willem Broekman
HSB-bekerfinale
1 mei 2011

1.   Pf3 e6
2.   c4 d5
3.   g3 c6
4.   Lg2 f5
5.   0-0 Pf6
6.   d3 Ld6
7.   Pc3 0-0
      Willem en ik zijn al helemaal uit de theorie'. Leuk.
8.   e4?! dxe4
9.   dxe4 Lb4!
      De beste zet. Na 9. ... fxe4 10. Pg5 staat wit beter.
10. e5 Lxc3
11. bxc3 Pe4
12. Pd2?




top  


Na lang nadenken gespeeld, maar niet goed. Ik dacht dat 12. ... Pxc3 13. Df3 Pa4 14. La3! mij een actieve stelling zou opleveren en dat klopt ook wel, maar zwart kan in plaats van 13. ... Pa4 met 13. ... Dd4! in het voordeel komen; hij heeft dan de vervelende dreiging 14. ... Pe2+ en torenwinst.
De computer ziet dat feilloos. Interessant was 12. Pg5 Dxd1 13. Txd1 Pxc3 14. Td6. Een prachtige 'computervariant' is nu 14. ... Pe2+ 15. Kf1 Pxc1 16. Txc1 Te8 17. Tcd1 h6 18. Td8 Kf8 19. Txc8! Txc8 20. Pxe6+ en wit krijgt met een kwaliteit achter toch een duidelijke plus van 'Fritz'. Zie het diagram na 20. Pxe6+.




Dat is het leuke van analyseren met een computer. Een kwaliteitsoffer als 19. Txc8 zul je als mens niet zo snel spelen, maar als je de stelling goed tot je laat doordringen zie je dat de witte positie zo goed is dat het ruim een kwaliteit waard is. Ik geef een variant als voorbeeld. 20. ... Kf7 21. Pd8+ Ke7 22. Pxb7 a5 23. f4 Ta7 24. Pd6 Tf8 25. Tb1 g6 26. a4 en wit staat veel beter.


top  


12. ... Pxd2?
13. Dxd2 Dxd2
14. Lxd2 Pd7
15. f4 Pb6
16. Le3 Pxc4
17. Lc5 Te8
18. Tfd1 Kf7
19. a4 Pb6
20. a5 Pd5
21. c4 Pe7
22. Td2 g6
23. Kf2 h6
Er is iets helemaal misgegaan met zwart. Hij staat muurvast.




24. Lf3 Tg8
25. Tad1 Te8
26. h3 Tg8
27. Td8 Te8
28. T1d2 h5
29. Ke3??


top  


Daar komt-ie.




Ik weet nog goed dat ik dacht: 'Jan Willem, niet doen'. Het is immers nooit goed om je koning onnodig in het schootsveld van een zwart stuk te plaat-
sen. Daarvoor geef ik het eerste vraagteken. Het tweede vraagteken is omdat de zet, juist nu de witte toren op d8 staat, fout is. Zwart kan met 29. ... Pd5+! profiteren. Wit moet dan met 30. T8xd5 de kwaliteit geven en is een groot deel van zijn voordeel kwijt.

29. ... b6?

Nu herneemt de partij de door mij gewenste koers. Misschien goed om te vermelden dat na 29. ... a6 zwart helemaal vast staat. Wit kan dan met zijn koning via b6 naar c7 wandelen en vanaf die positie de partij beslissen. 'Niets' doen is geen optie voor zwart, omdat wit met een zet als a6 de stel-
ling beslissend kan openen.

30. Lxe7 Txe7
31. Lxc6 Tb8
32. Th8 Kg7
33. Tdd8 bxa5
34. Txc8
En opgegeven. Wit wint.




top  


Wat is de moraal van dit verhaal? Schaakcomputers zijn leuk. Ze verrijken het schaken, ook het schaken van eenvoudige spelers. Maar laat de schaak-computer geen excuus zijn om zelf niet meer te analyseren. Nogmaals over Promotie. Waarom wordt er bij Promotie meer geanalyseerd? Soms is het leven simpel.

Ik denk dat de clubruimte aan de Voorweg, met een gescheiden ruimte om wedstrijden te spelen en een bar met veel plek om te analyseren, een ideale setting is om de gespeelde partijen nog even te bekijken. Botwinnik mist dat.

De bar van het Bridgehome is na de verbouwing een soort 'dark room' ge-
worden. Heel geschikt voor familie-dansfeesten, waarbij het belangrijk is dat je elkaar niet goed ziet, maar ongeschikt voor schakers. Een tip voor het bestuur van Botwinnik is om een paar klein formaat analyseborden aan te schaffen, met verlichting, dan kunnen we tussen de in de bar aanwezige silhouetten onze partijen nog even bekijken.

Ten slotte. Ik ga het de volgende keer over schaken en sex hebben. Maar wees gewaarschuwd. Het wordt geen vrolijke les. Schaken en sex dat zijn namelijk twee verschillende dingen. Maar meer daarover de volgende keer.


© 2011  Jan Willem Duijzer


Inleiding  

Schaakles 1  
Schaakles 2  
Schaakles 3  
Schaakles 4  
Schaakles 5  
Schaakles 6  
Schaakles 7  
Schaakles 8  
Schaakles 9  
Schaakles 10  
Schaakles 11  
Schaakles 12  
Schaakles 13
Schaakles 14  
Schaakles 15  
Schaakles 16  
WIL JE REAGEREN?
Jan Willem Duijzer stelt een inhoudelijk reactie op de artikelen zeer op prijs.

Natuurlijk kunt je hem ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailJan Willem Duijzer