HOME     SCHAAKSCHOLING LES 6
CAPABLANCA, BOTWINNIK EN FISCHER
Rond de Kerstdagen plaatste ik een paar eindejaarsopgaven op de site,
door Hans Pijpers verfraaid met een diagram per opgave. Hier volgen de antwoorden.


De eerste opgave

Capablanca - Menchik, 1929. De luie kampioen Capablanca.

Capablanca start met een eerste misser: 1. Td7? Mevrouw Menchik is alert met 1. ... Ta8! (ook 1. ... Ta1 is goed voor remise).

Capablanca, die vermoedelijk 2. Ke7 van plan was, realiseert zich dat na 2. ... Kg6 3. f7 Kg7! de stelling potremise is. Hij probeert weer terug te gaan naar de beginstelling met 2. Te7. Menchik trapt er in en speelt 2. ... Ta6? (het is remise na Ta1 of zelfs Kh6).

Wit doet het nu goed met 3. Kf8+ Kg6 4. f7 Ta8+ 5. Te8 Ta7 6. Te6+ Kh7, maar juist op dit punt gaat Capablanca weer in de fout met 7. Ke8? Simpel winnend is 7. Te1 of Tf6. Nu kan Menchik weer remise maken.

Ze begint goed: 7. ... Ta8+ 8. Ke7 Ta7+? O nee, ook zij begrijpt het niet. 8. ... Kg7 zou simpel remise zijn. Nu kan Capablanca het niet meer fout doen. 8. Kf6 en zwart gaf op.

Gebrekkige basistechniek van deze grote kampioen. Hij had het blijkbaar niet nodig in die dagen.


De tweede opgave

Botwinnik - Aljechin, 1938. De ijverige kampioen Botwinnik.

Met het woord "ijverig" doe ik Botwinnik eigenlijk tekort, zeker in deze par-
tij, een van de allerbeste partijen ooit gespeeld. Wie deze partij naspeelt, bestudeert, begrijpt en uit zijn hoofd leert zal daar zijn hele schaakleven plezier van hebben.

Na een ogenschijnlijk kleine positionele fout van Aljechin heeft Botwinnik een beter eindspel bereikt. Hij speelt in de diagramstelling 1. h4! Doel van deze zet is het creëren van ruimte voor het witte paard.

Ik geef een paar mogelijkheden.
1. ... gxh4 4. Pf3 h3 5. gxh3 en zwart heeft teveel zwakke plekken.
1. ... g4 2. Pd3 en er volgt 3. Pf4 en wit staat superieur.
1. ... Kf7 2. Pf3 g4 3. Pe1 Ke6 4. Pd3 Kf5 5. g3 en weer gaat het witte paard naar het veld f4.
1. ... Kf7 2. Pf3 Kg6 3. hxg5 fxg5 4. Pe5+ en ook van hieruit domineert het witte paard de stelling.

Aljechin is inventief en vindt een actieve verdediging, maar ook dat blijkt niet genoeg. Ik geef het vervolg van deze partij.

1. ... Pd7 2. Tc7 Tf7 3. Pf3 g4 4. Pe1 f5 5. Pd3 f4 6. f3! gxf3 7. gxf3 a5 8. a4 Kf8 9. Tc6 Ke7 10. Kf2 Tf5 11. b3 Kd8 12. Ke2 Pb8 13. Tg6 Kc7 14. Pe5 Pa6 15. Tg7+ Kc8 16. Pc6 Tf6 17. Pe7+ Kb8 18. Pxd5 Td6 19. Tg5 Pb4 20. Pxb4 axb4 21. Txh5 Tc6 22. Tb5 Kc7 23. Txb4 Th6 24. Tb5 Txh4 25. Kd3 en Aljechin gaf op.


De derde opgave

Fischer - Benko, 1963. De geniale kampioen Fischer.

Verleidelijk is 1. e5. Maar dan redt zwart zich met 1. ... f5! Winnend is 1. Tf6! In de partij volgde 1. ... Kg8 2. e5 h6 3. Pe2 en zwart gaf op.

Na bijvoorbeeld 3. ... c5 4. Txd6 is hij kansloos, zeker tegen Fischer. Ik denk dat Fischer deze combinatie al lang van tevoren had gepland.


De opgaven waren niet gemakkelijk! Ze zijn, zeker de eerste twee, toch zeer de moeite waard om te bestuderen. De uitdaging om de drie "kampioe-
nen" te raden was te hoog gegrepen. Alleen Willem van Dalen waagde zich eraan. Hij raadde Botwinnik; dat kon ook eigenlijk niet missen! Voor hem heb ik als prijs de illustere puzzel van Jan van Haastrecht, "de schaakclub", uitgekozen.

De beste wensen voor 2010!


© 2010  Jan Willem Duijzer

top  


Inleiding  

Schaakles 1  
Schaakles 2  
Schaakles 3  
Schaakles 4  
Schaakles 5  
Schaakles 6
Schaakles 7  
Schaakles 8  
Schaakles 9  
Schaakles 10  
Schaakles 11  
Schaakles 12  
Schaakles 13  
Schaakles 14  
Schaakles 15  
Schaakles 16  
WIL JE REAGEREN?
Jan Willem Duijzer stelt een inhoudelijk reactie op de artikelen zeer op prijs.

Natuurlijk kunt je hem ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailJan Willem Duijzer