HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
DRAMATISCHE VOORVALLEN IN AMERIKA. DEEL 4
Je kunt dezelfde dingen anders zien




Overzicht van paragrafen:

A.   Inleiding

B.   Het artikel van Tom Braunlich

1.   Analyse van de nieuwe moderne tijdnood -
      en hoe jezelf te beschermen tegen chaotische toestanden
2.   De Nieuwe Tijdnood
3.   Vage termen
4.   Gebrekkig
5.   Het schematisch overzicht
6.   Achter elkaar zetten - de kwestie van de grote onopgeloste regel
7.   De verschillende opvattingen
8.   Wat de deskundigen menen
      8.1 Bill Goichberg
      8.2 John Hillary
      8.3 Frank Berry
      8.4 Mike Atkins
      8.5 Ernie Schlich
      8.6 Stewart Reuben
      8.7 John Hillary
9.   Conclusies
      9.1 Aanbevelingen voor de leden van de regelscommissie
      9.2 Aanbevelingen voor organisatoren
      9.3 Hoe jezelf te verdedigen - praktische adviezen voor spelers
10. Verdedigend spelen - mogelijke regels die je kunt gebruiken
      10.1 Gebruik Regel 11d tegen ongeoorloofde zetten
      10.2 Een andere erg belangrijke regel bij tijdnood is USCF regel 11d1


A. Inleiding

Op de website van de Amerikaanse schaakbond heeft Tom Braunlich op 16 september 2008 een uitgebreid artikel geschreven over de zaak-Irina Krush. Het gaat over de vraag wanneer een speler een zet mag doen.
Zie de Engelse versie  

Om de lezer zelf in staat te stellen zelf een mening te vormen heb ik het artikel vertaald.

Wat scheidsrechters doen, is belangrijk. Zij zijn normatief bezig. Zij geven aan wat hoort te gebeuren. Wat 'mag' en wat 'niet mag'. En dat wil nog wel eens problemen geven. Dat nu hoort bij het vak van scheidsrechter.

Schaakrecht is geen wiskunde, recht is geen schaken. Recht is niet 'zwart - wit', of 'ik doe een zet - jij doet een zet'. Recht is argumenteren, discussië-
ren en motiveren. Illustratief is het artikel van Tom Braunlich. Dezelfde zet-
ten van beide spelers worden verschillend gezien en beoordeeld. Bekende scheidsrechters met verschillende opvattingen. Het is net de wereld om ons heen.

En het is de scheidsrechter die in een voorkomend geval de knoop moet doorhakken. Hij moet beslissen. Ook al weet de scheidsrechter het niet, hij mag niet weigeren te beslissen. Hij kiest. En uiteindelijk oordeelt eventueel een commissie van beroep.

Scheidsrechters in Nederland zullen op enkele punten vreemd opkijken hoe verschillend wereldwijd topscheidsrechters denken over de FIDE-regels. Je kunt dezelfde dingen anders zien.


B. Het artikel van Tom Braunlich

1. Analyse van de nieuwe moderne tijdnood -
    en hoe jezelf te beschermen tegen chaotische toestanden


Stukken van het ene veld naar het andere verplaatsen is zo wezenlijk aan het schaken dat spelers vaak houtjesschuivers worden genoemd. Echter, vreemd genoeg als het gaat over wedstrijdschaak zijn de FIDE-regels ver-
ontrustend onduidelijk hoe de verplaatsing van stukken in feite in zijn werk gaat!

Kort na de uitvinding van de schaakklok was er de vondst van de tijdnood
... en plotseling bezwijkt het eens zo kalme en ordelijk verloop van het om beurten zetten onder de druk van het snel doen van zetten. En dit laatste wordt van doorslaggevend belang.

De recente video's van hevige tijdnood in belangrijke playoff wedstrijden hebben een probleem over een regel aan het licht gebracht dat in wezen onopgelost is gebleven. De regels geven niet duidelijk aan wat 'om beurten' is, met als gevolg dat niemand precies weet wanneer het zijn beurt is.
Bij gewoon schaak geeft zoiets niet, maar bij tijdnood wordt het kritiek en kan het gevolgen hebben voor de uitslag. Een recent voorbeeld is het voor-
val op het Wereldkampioenschap voor vrouwen in Nalchik.

  • Mag je beginnen een zet te doen voordat de tegenstander zijn klok heeft ingedrukt?
  • Wat is eigenlijk precies de juiste manier van zetten?
  • Wat moet ik doen om 'mijzelf te verdedigen' bij moderne, vreselijke tijdnood?
  • Wat kunnen organisatoren en scheidsrechters doen om de chaos bij tijddruk te verminderen?
  • Wat is de opvatting van toernooi directeuren van toptoernooien?
Deze vragen worden hieronder behandeld - informatie die schakers moeten weten die deelnemen aan toernooien.


top  


2. De Nieuwe Tijdnood

Chaotische tijdnoodgevallen zijn niet een nieuw verschijnsel, en deze komen niet alleen voor bij vijf minuten snelschaakpartijen. Elke partij die zonder een delay of een add-on op de klok wordt gespeeld (zoals alle partijen wer-
den gespeeld voordat de 'Fischer klok' populair werd) kan uitmonden in een ernstige tijdnood waar het overtreden van de regels pijnlijk voor de hand ligt.

Vroeger kwam tijdnood ook voor, maar zij leek kort te zijn omdat de tijd-
controles geen 'sudden death' waren en een speler slechts een aantal zetten in een bepaald tijdsbestek hoefde te doen, zoals 40 zetten in twee uren. Vaak hoefde een speler slechts snel een paar zetten te doen om de tijdcon-
trole te halen, zodat de tijdnood zelden uit de hand liep. (Maar dan nog, spelers als Walter Browne waren berucht om zich in een situatie te brengen om vijftien of meer zetten te doen in slechts één minuut!) De Fischer klok-
ken waren oorspronkelijk ontworpen om tijdnood aan het einde van zulke tijdcontroles te voorkomen.

Echter, de situatie is de afgelopen jaren veranderd. In de eerste plaats is er door de komst van sterke computer programma's behoefte aan sudden-death time controle zodat de partij in één keer kan worden gespeeld (zonder een afbreking van de partij). In de tweede plaats dwingt de poging om het spel aantrekkelijker te maken ertoe dat organisatoren een sneller spel wen-
sen.

Zodoende hebben we de komst van sudden death time controles gezien, en deze zullen zeker blijven. Een belangrijk gevolg hiervan is de 'tijdnood' uit te breiden van enkele zetten naar vele, waardoor gevallen van tijdnood vaker voorkomen die gewoner en veel langer duren dan vroeger. Voeg daaraan toe de recente mogelijkheid om deze gevallen van tijdnood langzaam afge-
speeld op You Tube te zien, en dit sluimerende probleem is nu voor iedereen duidelijk geworden.

Dit onopgeloste probleem in de regels kan niet langer worden aanvaard. Ik had de afgelopen twintig jaar als beroep het ontwerpen van spellen en heb voor alle grote Amerikaanse bedrijven van spellen gewerkt. Mijn specialiteit was het schrijven van regels. (Zie voor een bespreking van mijn boek, 'De kunst van het Spel en het ontwerpen van speelgoed', het boek is uitver-
kocht). Regels zijn lastig omdat men deze niet alleen als een advocaat moet schrijven (nauwkeurig alle gaten dichten en alle mogelijkheden afdekken), maar ook op een duidelijke wijze in gewone bewoordingen de regels moet uitleggen zodat ze eenvoudig geleerd en begrepen kunnen worden.

Helaas zijn de FIDE-regels voor toernooipartijen griezelig onduidelijk als het gaat om het doen van zetten. Misschien is dit niet verrassend, omdat deze regels ingewikkeld zijn en zijn opgesteld door een commissie. Als de sport verandert, moeten de regels evolueren. Indien de regels regelmatig worden onderzocht en gewijzigd, zou men verwachten dat er minder problemen ko-
men. Maar zelfs dan bestaat er de dubbelzinnigheid in een van de wezenlijke aspecten van het spel: het doen van een zet.


3. Vage termen

Het eerste ernstige probleem over de verwarring van de huidige 'regels over het zetten' zijn de vage termen. De term 'zet' wordt op verschillende manieren gebruikt: als een werkwoord en voor verschillenden soorten van een naamwoord. Zie voor de verschillende betekenissen van 'zet' bij schaken:
  • stukken zetten en spelers zetten
  • een 'zet' kan betekenen:
    - 'het verplaatsen van een stuk van het ene veld naar het andere ...', of
    - het technische deel van een zet als de speler dat doet,
    of
    - het geheel van de beurt van een speler.
  • een speler kan 'aan zet' zijn (bijvoorbeeld als zijn klok loopt)
  • een 'zet' kan ook betekenen wat de computerprogrammeurs noemen 'twee ply' (een zettenpaar van de speler en de tegenstander, zodat in feite een '40 zetten partij' eigenlijk 80 zetten heeft)
  • een speler kan onder de huidige regels 'een zet doen' zonder dat zijn zet is 'gedaan' (bijvoorbeeld zijn 'zet' (beurt) is 'voltooid' door de klok in te drukken)
  • er zijn ook definities voor 'aanraken is zetten', 'het voltooid zijn van een zet', etc.
Er zou werkelijk een duidelijker terminologie moeten worden gehanteerd voor deze verschillende begrippen (zie hierna).


4. Gebrekkig

Ook bevatten de huidige regels over het zetten een leemte. Ze behandelen niet op duidelijke wijze het vraagstuk van 'het achter elkaar zetten'. Achter elkaar zetten is een wezenlijk concept in elke sport en moet nauwgezet zijn geregeld of je krijgt chaos. De schaakregels behandelen betrekkelijk goed (hoewel hinderlijk over verschillende plaatsen verspreid) wat je kunt doen als je aan de beurt bent, maar niet wat de tegenstander kan doen. 'Aan zet zijn' betekent niet dat de tegenstander niets kan doen tot hij aan de beurt is.

Er zijn verschillende dingen die hij kan doen (zoals het roepen van 'vlag'), maar ze zijn niet opgesomd. Dit is kwalijk omdat een van meest belangrijke vraagstukken in de schaakregels - of de tegenstander al of niet mag begin-
nen met een zet voordat je jouw zet hebt geëindigd door het indrukken van de klok - onbesproken is gelaten.

In het algemeen overheerst tijdens een schaakpartij het gezonde verstand. De spelers zijn aan beurt en doen hun zetten zonder problemen. Maar tijd-
nood laat het belang van deze gedetailleerde beschrijving zien.

Voordat we de kern van de zaak behandelen - het achter elkaar zetten - eerst een kort overzicht van de regels wat iemand kan doen die aan de beurt is. Zo krijgt men een beeld van de theorie over het zetten.


top  


5. Het schematisch overzicht



Ik hoop dat ik niets ben vergeten! Maar het zou me niets verbazen als dat wel het geval is; het is ingewikkeld. Bedenk dat er hierover enige bijzondere regels zijn, zoals de rokade (eerst de koning zetten!), hoe op juiste wijze een pion te promoveren, etc.



top  


6. Achter elkaar zetten -
    de kwestie van de grote onopgeloste regel


Bij tijdnood hebben spelers de neiging hun zet in de zet van de tegenstander te 'overlappen', om zo hun klok zo snel mogelijk stop te zetten nadat die in gang is gezet en het verstrijken van de tijd tegen te houden. Het is niet on-
gebruikelijk voor ervaren spelers om vier of vijf zetten in minder dan één seconde op deze manier af te rammelen, vooral als ze een goed ritme te pakken hebben. Wat vervolgens de zetten zijn die worden gedaan is niet be-
langrijk. Het gaat om de klok.

Veel spelers zetten een stuk heen en weer dat het dichtst bij de klok is, om zo de tijd van de beweging met de hand te verminderen. Soms kan het erg opwindend worden, maar helaas kan het spoedig daarna in een chaos ont-
aarden als stukken omvallen en op komische manier wegrollen. Spelers blijven zetten doen, vaak ongeoorloofde. Het zou allemaal erg grappig zijn als er niet zoveel op het spel staat voor zowel de spelers als voor hun fans.

Indien men de video beelden langzaam afdraait kan men zien wat er ge-
beurt. Als speler A een stuk verplaatst en zijn hand naar de klok reikt, be-
gint speler B al aan zijn volgende beurt en doet een zet, etc. Speler A doet precies hetzelfde. De partij draait nu om het laten zien dat men handig is met de handen. Hoewel deze soort van tijdnood normaal gebeurt als er sudden death is en er geen bijtellen van de tijd op de klok bestaat, kan het ook gebeuren dat het bijtellen van extra bedenktijd zo weinig is dat de spe-
lers dezelfde tijdsdruk ervaren.

Het is belangrijk om zich te realiseren dat deze chaos in feite een natuurlijk gevolg is van de sudden death tijd controle, de bestaande regels, en de situatie waarin de spelers verkeren. De spelers doen niets schandaligs of geniepigs om vals te willen spelen. De omstandigheden dwingen hen zo snel mogelijk te spelen. In wezen zijn de spelers dan op hetzelfde moment aan de beurt. Daardoor overlappen de zetten elkaar.

De regels geven niet aan of dit geoorloofd is. De enige regel die van toe-
passing lijkt te zijn is artikel 6.8.

Artikel 6.8a van de FIDE-regels luidt:

'Tijdens de partij moet elke speler die zijn zet op het schaakbord heeft gedaan, zijn eigen klok stil- en de klok van zijn tegenstander aanzetten.
Een speler moet altijd de kans krijgen zijn klok stil te zetten. Zijn zet wordt niet als voltooid beschouwd als hij zijn klok niet heeft stilgezet, tenzij de gedane zet de partij beëindigt (zie artikelen 5.1 en 5.2).
De tijd tussen enerzijds het doen van de zet op het schaakbord en ander-
zijds het stilzetten van de eigen klok en het aanzetten van de klok van de tegenstander wordt beschouwd als deel van de bedenktijd die de speler is toegewezen.'


Verrassend genoeg is dit de enige regel die duidelijk het om beurten doen van een zet behandelt. Het enige dat zij regelt is dat de zetten moeten zijn 'voltooid' in een samenhang (door de klok in te drukken). Voorts dat je de tegenstander niet kunt verhinderen zijn zet af te maken door hem tegen te houden zijn klok in te drukken. Of tot slot door zo snel te zetten dat hij nooit de kans krijgt zijn klok in te drukken omdat je zelf al hebt gedrukt als reac-
tie op zijn zet.


7. De verschillende opvattingen

De twee groepen kijken op een verschillende manier naar artikel 6.8a. Zij die menen dat het geoorloofd is zetten te 'overlappen' verwijzen vaak naar deze regel om hun stelling kracht bij te zetten, omdat de regel anders over-
bodig is. Zo zegt bijvoorbeeld, Geurt Gijssen (een van de meest gerespec-
teerde FIDE scheidsrechters in de wereld) in een recent artikel in Chess-
Cafe:

'Volgens mij heeft dit deel van artikel 6.8 slechts betekenis indien een
speler een zet doet voordat zijn tegenstander zijn klok heeft ingedrukt.
Het betekent dat zelfs als een speler niet aan zet is, hij in de gegeven situatie zijn klok mag indrukken.'


Maar deze opvatting is erg omstreden. Zij die daar anders over denken - de 'anti-overlappers' - gebruiken de laatste zin (dat de tijd nadat de zet is ge-
daan voordat de klok is ingedrukt behoort 'tot de tijd die is toegewezen aan de speler,') om te betogen dat het logisch is en het gezond verstand met zich meebrengt ervan uit te gaan dat de tegenstander niet mag zetten tij-
dens de bedenktijd van de speler.

Op overeenkomstige wijze hebben anti-overlappers verklaard dat het idee om 'aan zet' te zijn (USCF regel 6B, vergelijkbaar met artikel 1.1. van de FIDE-regels) lijkt in te houden dat je slechts aan zet kunt zijn als je 'aan zet' bent (dat is als je klok loopt). Het luidt: 'Men zegt dat een speler 'aan zet is', wanneer de zet van zijn tegenstander is gedaan.' Dus hoe kun je geoorloofd beginnen met je zet voordat je 'aan zet' bent?


top  


8. Wat de deskundigen menen

Dit zijn niet de enige argumenten. Om het vraagstuk te begrijpen heb ik in deze kwestie aan een aantal topscheidsrechters en toernooidirecteuren (FIDE en USCF) hun opvatting gevraagd. Onder meer die van bekende directeuren zoals Bill Goichberg, Frank Berry, John Hillary, Ernie Schlich, en Mike Atkins, eveneens Stewart Reuben uit Engeland, (voorzitter van de FIDE Organisatoren commissie en auteur van 'The Chess Organizer's handbook'). Ieder van hen heeft jarenlange ervaring met het leiden van toernooien op topniveau.

Ik ben begonnen met een e-mail discussie onder deze deskundigen door hen de twee opvattingen als volgt voor te leggen:
  • Geurt Gijssen, Mike Atkins, en anderen hebben verklaard dat het niet ongeoorloofd is om te beginnen met de zet voordat de tegenstander de klok heeft ingedrukt, zolang je de tegenstander niet belet aan het eind van zijn zet de klok in te drukken. De regels behandelen de kwestie niet direct. De kern van het argument van Gijssen is dat de bijzondere regel over het niet mogen beletten van de tegenstander zijn klok in te drukken (artikel 6.8 van de FIDE-regels) niet nodig was geweest (of betekenis zou hebben) indien je moet wachten totdat de tegenstander de klok heeft ingedrukt voordat er zelfs een stuk is aangeraakt; en daarom moeten de regels zo niet worden uitgelegd.

  • Aan de andere kant hebben anderen verklaard dat de gedachte van 'aan zet' zijn (USCF regel 6B, vergelijkbaar met artikel 1.1. van de FIDE-regels) lijkt in te houden dat je alleen een zet kunt doen als je 'aan zet' bent. Dus, kun je wettelijk met een zet beginnen voordat je 'aan zet' bent?

Hierna volgen de reacties van deze deskundigen, die ik kort heb samenge-
vat om zo een bijdrage te kunnen geven aan de discussie.


8.1 Bill Goichberg

'Ik ben het eens met Gijssen. Het is duidelijk dat je kunt beginnen met je zet voordat je tegenstander de klok heeft ingedrukt, omdat dit algemeen voor-
komt en is toegestaan. En het bovendien moeilijk is er iets tegen te doen. Indien een speler vergeet de klok in te drukken, vervolgens de tegenstander een zet doet en het stuk los laat, denk ik niet dat er veel scheidsrechters zijn die de tegenstander toestemming geven een andere zet te doen.

Echter, er is meer aan de hand. Indien een speler zet en nog niet de klok heeft ingedrukt, terwijl de tegenstander mag zetten, mag de tegenstander geen andere dingen doen die te maken hebben met het aan zet zijn. Bijvoorbeeld, een claim wegens driemaal dezelfde stelling vereist het aan zet zijn, en de speler die een stuk heeft losgelaten maar nog niet de klok heeft ingedrukt mag nog beslissen de claim in te dienen. Als in dat geval de claim is gedaan, heeft de 'zet' van de tegenstander niet plaatsgevonden, omdat hij nog niet aan zet is. Met andere woorden, terwijl je niet aan zet bent, kun je vaststellen dat een zet is gedaan. Maar je kunt niet een zet voltooien als je niet aan zet bent.'


8.2 John Hillary

'Ik blijf geloven dat een zet doen voordat iemands klok is ingedrukt onge-
oorloofd is. Alleen de 'speler' mag een zet doen, de 'tegenstander' wordt niet 'speler' totdat de zet is voltooid. De zet is niet voltooid totdat de klok is stil gezet (het is 'bepaald' en niet: voltooid'). Ik ben het er mee eens dat dit lastig is om bij tijdnood toe te passen, maar dat geldt voor zoveel dingen. Het is geen reden het te ontkennen.'


8.3 Frank Berry

'Nergens is deze kwestie geregeld in de regels... (Als men mij vraagt een beslissing te moeten nemen) geef ik de speler de regels en vraag hem me te laten zien welke regel is overtreden.'


8.4 Mike Atkins

'Ik denk dat als je te technisch omgaat met woorden en te juridisch in de uitleg daarmee omgaat, je het risico loopt het spel in sommige gevallen on-
speelbaar te maken. Bijvoorbeeld, in de klassieke situatie waarin een speler een zet heeft gedaan en is vergeten zijn klok in te drukken. Bij een van de interpretaties hier zou het ongeoorloofd zijn als ik een zet doe omdat ik nog steeds 'de tegenstander' ben en niet de speler, wanneer ik in werkelijkheid de speler ben en iemand eenvoudigweg vergeten is zijn klok in te drukken.

Zou het ook voor mij ongeoorloofd zijn de speler te storen of te hinderen en hem te zeggen dat hij is vergeten de klok in te drukken opdat ik kan zetten? Een aantal jaren geleden had ik eens een speler op een toernooi die zijn he-
le arsenaal gebruikte om met zijn tegenstanders 'pestkop' te spelen.
Hij deed een zet, drukte niet zijn klok in, en als de tegenstander eventueel begon met een zet te doen, zei hij 'nah nah nah, ik ben nog steeds aan zet, ja mag nog niet zetten ...' Toen hij dit de tweede keer deed vertelde ik hem dat hij de partij verliest als hij dit nog eens doet. Hij hield ermee op. Welnu, begrijpt u het probleem als men te juridisch wordt?'


8.5 Ernie Schlich

'Ik geloof dat het niet netjes is te zetten voordat je klok in beweging is ge-
zet. Vroeger heb ik geleerd (van mijn vrouw Joan) dat de speler aan zet -
de gehele tijd dat zijn klok loopt - bezit heeft van het bord. De tegenstander mag geen stukken rechtzetten, mag niet de klok aanraken, mag niet praten behalve als er een probleem is, en mag niet op een andere wijze zijn tegen-
stander storen.

In aanvulling op de eerdere schets, zetten voordat de klok is begonnen is onethisch ... Te menen dat het alleen maar fatsoenlijk is om te zetten als de klok is ingedrukt, houdt geen rekening met de verkregen tijdswinst en het leidt er ook toe dat het spel een ernstig aspect verliest.


8.6 Stewart Reuben

'Ik denk dat de meeste scheidsrechters (inclusief ikzelf) het erover eens zijn, dat het vereiste dat een speler niet mag zetten voordat de tegenstander de klok heeft ingedrukt een aanzienlijke wijziging zou betekenen voor de bestaande praktijk, vooral bij snelschaak. Het is erg moeilijk dit vereiste te handhaven.'

'Artikel 6.8a regelt onder meer dat het een speler altijd toegestaan moet worden zijn klok stil te zetten. Dus maakt het feit dat de tegenstander zijn volgende zet heeft gedaan geen verschil. Het doet er niet toe of de speler nog steeds het recht heeft zijn klok in te drukken. Inderdaad is dit belangrijk bij een cumulatieve of delay methode. Anders wordt de speler beroofd van zijn bedenktijd waarop hij recht heeft.'

'Artikel 4.6 van de FIDE-regels regelt wanneer een zet is gedaan. De klok speelt hier geen rol. De tegenstander is dan vrij om te zetten. Wanneer de klok een rol speelt, in artikel 6.8, verwijst zij naar de zet als gedaan. Er is een onderscheidend verschil tussen 'een zet hebben gedaan' en 'een zet hebben voltooid'. Dus doet de speler een zet op het bord, maar drukt niet de klok in. Hij kan verliezen op tijd zelfs wanneer iedereen het ziet en er bewijs is op videoband dat hij de zet heeft gedaan binnen de overeengekomen tijd.'


8.7 John Hillary

'Alleen de 'speler' mag rechtens een zet doen (artikel 1.1 van de FIDE-re-
gels: 'Men zegt dat een speler 'aan zet is', wanneer de zet van zijn tegen-
stander is 'gedaan'.) Iemand wordt niet de 'speler' totdat de tegenstander zijn zet heeft 'gedaan'. De vraag is, wat betekent 'de zet is gedaan', en is
dit hetzelfde als: 'voltooid'? (Artikel 4.6 van de FIDE-regels: 'De zet wordt beschouwd als te zijn gedaan, als aan alle relevante vereisten van artikel 3 is voldaan.')

'Als je alleen let op artikelen 1.1 en 4.6 is het mogelijk te stellen dat de zet is 'gedaan' wanneer de hand van de speler het stuk op het veld loslaat. Echter, dat deel van de FIDE-regels gaat niet over het gebruik van de klok. Dat is behandeld in artikel 6.
De zin 'Zijn zet wordt niet als voltooid beschouwd als hij zijn klok niet heeft stilgezet' regelt, dat de zet niet is voltooid totdat de speler zijn klok heeft stilgezet en die van de tegenstander in beweging heeft gezet.

Om dit zo te lezen dat het betekent dat de 'tegenstander' (die nog niet de 'speler' is) zijn zet mag doen op het bord zodra het stuk is losgelaten lijkt de regels geweld aan te doen. Het is zeker mogelijk te stellen dat deze lezing bij snel/rapid schaak ongewenst is (of onuitvoerbaar, of niet handhaafbaar), maar dan spreekt men over hoe de regels zouden moeten luiden, niet zoals deze zijn. Wat kunnen de anderen opmaken uit deze discussie? Misschien dat we kunnen concluderen dat het 'onduidelijk' is.


Tot slot, was er ook veel discussie met deze deskundigen over een ander onderwerp dat hiermee verband houdt, zoals 'Als er bij tijdnood een onge-
oorloofde zet wordt gedaan, moet dan de scheidsrechter eigenmachtig ingrijpen?' Hierover bestond ook verschil van mening!


top  


9. Conclusies

9.1 Aanbevelingen voor de leden van de regelscommissie

Het enige wat duidelijk is, is dat het onderwerp verwarrend is, schadelijk voor het spel, en waar hoognodig behoefte bestaat aan verduidelijking. Zowel de commissies van de FIDE- als de USCF-regels moeten dit aspect van het spel onderzoeken. Zij moeten proberen dit te regelen bij de komen-
de mogelijkheid tot wijziging van de regels (dat kan zoals ik heb begrepen op zijn vroegst eind volgend jaar). Dan is er voldoende tijd om erover te discussiëren. En dat hebben ze nodig omdat het onderwerp zeker contro-
versieel is. Ze zouden kunnen beginnen met het opschonen van de dubbel-
zinnige terminologie zoals hierboven beschreven. (Ik stel voor de term 'beurt' bijvoorbeeld te gebruiken).

Totdat de herziening van de regels is voltooid, kan het Voorwoord van de regels in gedachte worden genomen, dat begint: 'De FIDE-regels kunnen niet alle mogelijke situaties, die tijdens een partij voorkomen, dekken. Evenmin kunnen ze alle bestuurlijke kwesties regelen.'

Echter, ik het een ander voorstel.

De regelgever zou zich moeten realiseren dat de kans bestaat dat er geen bruikbare manier is om dit onderwerp op bevredigende wijze alleen op te lossen op grond van de regels.

Het overlappen van zetten is waarschijnlijk een onvermijdelijk aspect van toernooischaak als de spelers in tijdnood zijn, en te proberen dit met regels uit te bannen zal waarschijnlijk nooit echt werken. U droomt als u denkt dat zelfs een scheidsrechter die elke tijdnood ziet dit probleem kan oplossen.

Krijgen we echt een scheidsrechter die kan beslissen of een grootmeester al of niet de zet een tiende van een seconde eerder heeft gedaan dan de klok is ingedrukt? Er is een onvermijdelijk probleem op de manier waarop scha-
ken werkt in verband met schaakklokken, in ieder geval bij het spelen aan een bord.

Misschien moeten inderdaad de regels dit erkennen. Zij moeten proberen het probleem te benaderen vanuit een andere invalshoek. Het overlappen van zetten komt alleen voor bij tijdnood. Daarom zal het verzachten van tijdnood de kwestie van het doen van een zet wegnemen. Ik stel de regel-
commissies dan ook voor dat zij voorschriften maken voor alle grote toer-
nooien (en playoffs) om een digitale klok te gebruiken met per zet een vol-
doende bedenktijd of add-on functie.

Voorts meen ik (met Bill Goichberg en anderen) dat de functie die bij deze klokken moet worden gebruikt een 'delay' en niet een 'add-on' moet zijn. Delay is een functie die het beste werkt om tijdnood chaos tegen te houden. Met delay word je aangemoedigd langzaam te zetten en je volledige delay tijd te gebruiken voor je zet (anders ben je die tijd kwijt), die zodoende zorgt voor een ordelijk verloop van het om beurten zetten. Echter, met add-on word je nog steeds aangemoedigd zo snel mogelijk op de klok te meppen om zo later over meer tijd te beschikken.

Veel topspelers hebben een voorkeur voor add-on, omdat zij de mogelijk-
heid van het optellen van bedenktijd prettig vinden. Echter, logisch gezien is dit een twijfelachtig aspect om toe te staan op toernooien. Time manage-
ment zou een aspect moeten zijn van toernooi schaak. Om een speler toe te staan zijn tijd te laten verstrijken tot één seconde omdat hij weet dat hij deze later weer kan opbouwen met veel zetherhalingen en zinloos heen en weer gaan, is niet in het algemeen belang van de sport. Geen andere sport laat zo'n geval van misbruik van het mechanisme van kloktijd toe.

Bill Goichberg is een grote voorstander van alleen het gebruik van de delay. Zijn ruime ervaring op grote toernooien zoals zijn World Open steunen die opvatting. Hij zegt:

'Vijf seconden delay werkt goed en is genoeg om de hevige tijdnood te voorkomen die we gewoonlijk zagen met stukken en klokken die rondvlie-
gen en daardoor andere spelers storen. Het is vreemd dat kort nadat de vijf seconden delay in de US werd geïntroduceerd FIDE de add-on begon te gebruiken zonder zelfs proberen na te gaan of wat hier gebeurde werkte (misschien omdat toen dit werd besloten op een FIDE-bijeenkomst er geen vertegenwoordiger van de US aanwezig was).'

Het antwoord van Stewart Reuben hierop (gezien uit het gezichtspunt van Europa) was dat de vijf seconden delay misschien 'te snel voor kneuzen' was en hij stelde voorlopig een minimum voor van tien seconden (dat volgens Goichberg ook goed is), dan wel de FIDE tijdcontrole te gebruiken op dertig seconden, dat steeds populairder wordt.

Op ons groot nationaal toernooi in Oklahoma dat ik dit jaar organiseerde (het FKB U.S. Championship, het FKB U.S. Championship Qualifier, en het Okie Chess Festival), gebruikten we het G/90 + 30 systeem. De reacties die ik ontving over de lange tijdbijtelling ('increment') was in het algemeen erg positief, omdat het inderdaad tijdsdruktoestanden smoort. Mensen voelen steeds de tijdsdruk en maken blunders - maar er zijn geen toestanden met ongeoorloofde zetten, etc. We mochten zowel 'delay' en 'add-on' gebruiken voor increment. Ik zie geen enkel probleem om uitsluitend delay te gebrui-
ken.

Een aspect van lang delay zoals dertig seconden is dat spelers verplicht zijn hun zetten te noteren (en inderdaad is dat verplicht, en dat is ook gemakke-
lijk te doen) waardoor ongeregeldheden in de toekomst kleiner worden om-
dat men een driemaal dezelfde stelling en een claim wegens 50-zetten kan bewijzen, etc. Zodoende gaan er door het noteren minder partijen verloren dank zij het voorkomen van tijdnood. Dit is goed voor de sport Want nu worden toeschouwers niet bedrogen door het einde van een interessante partij te missen.

Het gebruik op toernooien van een verplichte delay (of het nu vijf, tien of dertig seconden is, doet er niet toe, het is maar wat de organisatoren be-
slissen) zou ook helpen andere vreemde verschijnselen van de moderne schaakregels te verminderen, zoals de afschuwelijke en onnatuurlijke claims wegens 'onvoldoende verlieskansen'. Een regel die in dit geval gemakkelijk kan worden verbeterd en kan worden afgeschaft.

Bedenk dat Mike Atkins (die waarschijnlijk de meest ervaren directeur is in de wereld) voor snelschaaktoernooien vurig bezwaar maakt tegen het ge-
bruik van increment bij pure snelschaaktoernooien. Het tijdselement is daar een wezenlijk deel van het spel, evenals de tijdnood, en er bestaan aanvul-
lende regels daarover. Echter, let wel dat voor gewone toernooi playoff partijen die uitmonden in rapid of snelschaak of snelschaak/Armageddon spel, ik in een eerder artikel heb aanbevolen dat zij worden gespeeld met een delay op de klok van in ieder geval drie seconden om zo tijdnood chaos te helpen voorkomen in zulke belangrijke partijen.


9.2 Aanbevelingen voor organisatoren

Totdat er nieuwe richtlijnen op dit punt komen van USCF/FIDE wil ik alle organisatoren aanbevelen zich te behelpen met een ruime delay-only tijd-
controle, zoals G/2+10 of G/90+30. Voor sommige toernooien zal dit pro-
blemen geven in verband met onvoldoende aanwezige delay-klokken. Maar zulke problemen bestaan nu ook. En er zijn verschillende bekende wegen om zo op belangrijke toernooien een situatie te krijgen dat analoge klokken geleidelijk worden vervangen.


9.3 Hoe jezelf te verdedigen - praktische adviezen voor spelers

(N.b. Om het volgende te begrijpen moet het volgende worden bedacht. In Amerika is het op toernooien gebruikelijk dat de spelers hun eigen schaak-
bord, -stukken en -klok meenemen, PdeG).


Je kunt er als speler veel aan doen om je te beschermen tegen het bloot-
stellen aan tijdnood chaos. In de eerste plaats koop een goede digitale schaakklok. Weet hoe die in te stellen, en breng deze mee naar het toer-
nooi. Indien je een analoge klok moet gebruiken en daardoor in een chao-
tische tijdnood komt, moet je dat alleen jezelf aanrekenen. Bedenk dat het een beetje dom is een moderne sudden death tijdcontrole te spelen op een oude, analoge klok. Dat is vragen om moeilijkheden. Vraag ook de scheids-
rechter voordat je gaat spelen wat zijn beleid is bij kwesties als tijdnood.


top  


10. Verdedigend spelen - mogelijke regels die je kunt gebruiken

Veel spelers maken geen gebruik van de mogelijkheden waarover zij kun-
nen beschikken bij tijdnood. Je hoeft niet te zijn overgeleverd aan de gena-
de van de klok! Er zijn dingen die je kunt doen om jezelf te verdedigen, of zelfs om voordeel te trekken uit de situatie.


10.1 Gebruik Regel 11d tegen ongeoorloofde zetten

Weet hoe elke klok waarmee je speelt te stoppen (pauze), en wees er op voorbereid deze te gebruiken! Als je tegenstander in tijdnood een ongeoor-
loofde zet doet, roep 'Ongeoorloofde zet!!' stop de klok en roep de tussen-
komst in van de scheidsrechter. Als de scheidsrechter je claim honoreert ontvang je op grond van regel 11d twee minuten extra bedenktijd!

Een van de meest algemeen ongeoorloofde zetten in tijdnood is de schen-
ding van regel 11c: 'Als, gedurende de loop van een zet, een speler per ongeluk een of meer stukken omgooit, moet de speler niet de klok indruk-
ken totdat hij de stelling weer heeft hersteld ...' Dus, als dit gebeurt maak er gebruik van: stop de klok en roep de tussenkomst in van de scheidsrechter en je krijgt twee minuten compensatie die kan leiden tot het keren van de kansen (Daar staat tegenover, dat je ook je tegenstander niet het voordeel moet geven om zelf stukken om te gooien!).


10.2 Een andere erg belangrijke regel bij tijdnood is USCF regel 11d1

'Een scheidsrechter moet niet eigenmachtig ingrijpen bij ongeoorloofde zetten bij tijdnood. Indien elke speler minder dan vijf minuten bedenktijd heeft en de ongeoorloofde zet niet is verbeterd:
  • (a.) voordat de tegenstander of de speler die de ongeoorloofde zet twee zetten voltooit, of
  • (b.) voordat een speler opgeeft, of
  • (c.) voordat een speler met een geoorloofde zet is matgezet, of
  • (d.) voordat een speler met een geoorloofde zet is pat gezet
blijft de ongeoorloofde zet in stand en is er geen bijstelling van de tijd en gaat de partij verder.'

Dit betekent dat je twee zetten hebt om 'Ongeoorloofde zet' te roepen om je twee minuten bonus in ontvangst te nemen. Anders verspeel je die bevoegd-
heid en gaat het spel verder. Dit is belangrijk omdat het kan zijn dat je zo snel zet dat je hersenen geen tijd hebben te registreren dat je tegenstander een ongeoorloofde zet heeft gedaan voordat je jouw klok hebt ingedrukt als antwoord - maar je kunt nog steeds een claim indienen als je het maar doet voordat je jouw tweede, volgende zet hebt voltooid.

(Dit is regel 11d1 van de USCF-rules. Volgens mij wijkt deze regel af van de FIDE-regels. De FIDE-regels gaan ervan uit dat er meer scheidsrechters op een toernooi aanwezig zijn dat wij normaal hebben op een weekendtoernooi in de Verenigde Staten. De FIDE-regels geven de scheidsrechter meer speelruimte.)

Spelers moeten zich ook beter verdedigen door een goed begrip te hebben van de 'Onvoldoende verlies kansen' regel (14H), die je kunt redden als je in tijdnood komt met een analoge klok. (Je zou bijvoorbeeld een klok kunnen pakken met een delay voor je partij.)
Deze regels zijn ingewikkeld en scheidsrechters hebben de neiging deze blindelings te handhaven. Ik meen dat er voor hen ook veel veranderingen in de maak zijn die nog niet zijn gepubliceerd.

Ken op dezelfde wijze de regel van 'Versneld beëindigen' (14D en 14 E), maar wees je ervan bewust de er grote verschillen bestaan tussen de bena-
dering van de USCF en de FIDE, waardoor je je gemakkelijk kunt vergissen, vraag het maar aan Josh Friedel.

Dit brengt me op een ander punt. Het is misschien een goed idee de scheids-
rechter aan het begin van het toernooi (of om hem dit te laten afkondigen) of het een toernooi is waar de USCF- of de FIDE-regels gelden. Het is mijn ervaring dat Amerikaanse toernooien de USCF-rules kunnen gebruiken ook al gelden op het toernooi FIDE ratingen (en inderdaad is het toegestaan de USCF-rules te gebruiken tenzij anders aangegeven).
Maar het kan geen kwaad daar duidelijkheid over te vragen. En zo geldt ook dat als je te maken krijgt met een snelschaak playoff je van tevoren vraagt of het wordt gespeeld onder de normale toernooi regels (die ik je kan aan-
bevelen) of onder de USCF 'snelschaakregels'.

De 50-zetten regel is ook in de praktijk voor de speler in tijdnood belangrijk om te weten. Veel van de ergste tijdnood gevallen wordt gekenmerkt als een speler probeert te winnen met bijvoorbeeld K+T tegen K+P, een theo-
retische remise die eeuwig door kan gaan als de 50-zetten regel er niet was. Regel 14F4 staat de speler ook bij 'tijdnood' toe ' ... beide klokken stil te zetten, de tussenkomst van de scheidsrechter in te roepen en hem te ver-
tellen de 50-zetten regel te willen inroepen als dat mogelijk is en om hem te vragen naar bijstand bij het tellen van de zetten. ...' Wanneer je dat doet, bestaan er voor de scheidsrechter verschillende mogelijkheden waaruit hij kan kiezen, inclusief een assistent aan te wijzen die de zetten telt, of een klok met een zettenteller neer te zetten. Ik geloof dat hij zelfs kan weigeren iets te doen. Er kleven veel aspecten aan deze regel. Dus maak je er in ieder geval vertrouwd mee.

Een ervaren scheidsrechter op een toernooi kan waarschijnlijk enige val-
kuilen aanwijzen als je deze strategie van 'verdedigings' regels gebruikt.
Of, enige andere regels die een speler in tijdnoodsituaties voordeel zouden kunnen geven. Maar de gevallen die ik hier heb opgesomd lijken de basis tactieken te zijn die beschikbaar zijn. Tijd dus om het boek van de regels aan te schaffen en opnieuw de regels te leren (USCF en FIDE!).

Of, als je dit allemaal wilt voorkomen, kom niet in tijdnoodgevaar!


Tom Braunlich is de 2008 USCF Organisator van het jaar. Hij heeft ook
een artikel geschreven over de Playoff Theory, een grondige studie over
de juiste manier voor een tiebreak.

Less verder  


© 2008  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
DRAMATISCHE VOOR-
VALLEN IN AMERIKA
De artikelenreeks 'Dra-
matische voorvallen in America' door Pieter de Groot.

Deel 1  
Deel 2  
Deel 3  
Deel 4  

ARMAGEDDON SCHAAK
Artikel/verslag van Ste-
wart Reuben, vertaald door Pieter de Groot.

Lees verder  

WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot

schaakrechtrubriek Geurt Gijssen op ChessCafe.com