HET SCHANDAAL OP HET WERELDKAMPIOENSCHAP VOOR VROUWEN |
Op het wereldkampioenschap voor vrouwen eindigt een Armageddon-partij in K+P tegen K+P. De hoofdscheidsrechter beslist dat de partij remise is. In beroep wordt de uitslag gewijzigd in verlies voor de speler die door de vlag ging en winst voor de tegenstander. In dit artikel wordt deze zaak bespro- ken. Anders dan de heersende opvatting is de mening van de auteur dat de partij remise had moeten worden verklaard op grond van artikel 12.1. In paragraaf 10 geeft Eric Roosendaal zijn reactie. De inhoud van dit artikel ziet er als volgt uit: 1. Het slechtst mogelijke tegenspel bij het voetballen 2. Het slechtst mogelijke tegenspel in de HSB-competitie 3. Het slechtst mogelijke tegenspel bij Caïssa 3 4. De tegenstrijdige opvattingen van Gijssen 5. Het slechtst mogelijke tegenspel op het Wereldkampioenschap voor vrouwen 2008 6. Enkele bijzonder commentaren 7. Mijn mening 8. Twee kale koningen 9. De totstandkoming van artikelen 6.10 en 9.6 10. De opvatting van Eric Roosendaal 11. Topalov - Sasikiran 12. Lugo - Ginsburg 13. Een partij in de KNSB-comptetie 14. Aber ich spiel nicht sehr, sehr schlecht 1. Het slechtst mogelijke tegenspel bij het voetballen In het Caribische gebied is in het seizoen 1993-1994 geëxperimenteerd om het voetballen aantrekkelijker te maken. Daartoe is de volgende regel in- gevoerd. 'Als na de normale speeltijd de wedstrijd onbeslist is, wordt de wedstrijd verlengd met maximaal dertig minuten. Indien in de verlenging een doelpunt valt is de wedstrijd onmiddellijk beëindigd, 'sudden death' genaamd. Omdat een team belang kan hebben bij een uitslag van twee doelpunten verschil zou die verlenging geen zin hebben. Om de verlenging spannend te maken is de regel ingevoerd dat het doelpunt voor twee punten telt. Dat doelpunt heet: 'de gouden goal'. En nu komt de gekste voetbalwedstrijd aller tijden. Op 27 januari 1994 speelt Barbados tegen Grenada. Barbados moet met twee doelpunten verschil winnen om zich te kwalificeren voor de finale. Gebeurt dat niet gaat Grenada door. Al snel in de wedstrijd staat het 2-0 voor Barbados. Op de 83e minuut wordt het 2-1. Grenada verdedigt zich sterk. Zeven minuten is te weinig voor Barbados om nog een doelpunt te scoren. Om de verlenging toch te bereiken schiet één speler van Barbados opzettelijk in eigen doel. Nu is de stand 2-2. Als dit de stand blijft tot de negentigste minuut volgt verlenging met nieuwe kansen voor Barbados. Op zijn beurt probeert Grenada de verlenging te voorkomen. Zij probeert ook in eigen doel te schieten. Barbados heeft dat door en wil dat voorko- men. De zotte situatie ontstaat dat alle spelers van Barbados of in eigen doel staan of in dat van Grenada. Zelfs de keeper van Grenada probeert de bal in eigen doel te gooien. Deze opzet mislukt. Tot de negentigste minuut wordt er niet meer gescoord. In de verlenging schiet Barbados in de 94e minuut alsnog de gouden goal. Eindstand 4-2. Barbados gaat naar de finale. Bekijk het filmpje Iedereen had natuurlijk vanwege het verrassende effect deze komische wedstrijd graag mee willen maken. Maar, een tweede keer is de lol er al snel af (de keeper loopt bijvoorbeeld met de bal in zijn hand zijn eigen doel in, ik noem maar wat). Een derde keer doet het pijn aan de ogen en vindt men deze manier van voetballen het spel in diskrediet brengen. Anders dan bij het voetbal is het in het schaakspel heel gewoon dat een schaker in een bepaalde stelling wordt gedwongen zich zelf mat laten zet- ten: het verzelfmoordmat. Verzelfmoord is een combinatie van zelfmoord en vermoorden. In films komt zoiets voor. De slechterik wil de andere niet vermoorden, maar de ander dwingen tot zelfmoord. 2. Het slechtst mogelijke tegenspel in de HSB-competitie In de HSB-competitie van 22 november 2005, tweede klasse, komt de vol- gende eindstelling. De vlag valt van zwart, een speler van Promotie. De scheidsrechter ver- klaart de partij voor wit gewonnen. Op de site van Promotie van 23 november 2005: 'Oei, zwart vergeet zijn laatste pion weg te geven. Hij ging door zijn vlag, waarna hij koning plus pion tegen koning plus loper overhield. Die pion kan een paard worden en dan kunnen koning en paard zo worden opgesteld dat de tegenstander mat kan geven. In de praktijk zal dat nooit en te nimmer voorkomen, maar in theorie zat er nog matpotentieel in de stelling. Zwart verloor dus. Het enige dat zwart hoeft te doen is 1. ... Kd1 2. ... e2 3 ... e1. Ergens op deze route zal wit de pion moeten slaan. Maar zwart heeft schaakgenen en nog maar 10 seconden op de klok. Hij denkt: ik moet die pion blijven dek- ken en speelt 1. ... Ke2, en blijft om de pion cirkelen,' aldus de site. Ter illustratie, het matbeeld. De pion had ook kunnen promoveren tot een witte loper. Dan zijn er twee ongelijke lopers. Ook dan is mat te construeren. Zoals Barbados in eigen doel moet schieten zo moet ook in de HSB-compe- titie van 22 november 2005 zwart zijn tegenstander helpen door zijn pion op e3 weg te geven, en vervolgens 'verzelfmoordschaak' te spelen. In een andere wedstrijd in de HSB-competitie heeft zich een soortgelijk voorval voorgedaan. De scheidsrechter verklaarde de partij gewonnen voor de speler wiens vlag niet was gevallen. De tegenstander was daarover zo boos dat hij de scheidsrechter dreigde iets te zullen doen. 3. Het slechtst mogelijke tegenspel bij Caïssa 3 'Slecht begin voor Caïssa 3. Caïssa 3 leek op weg naar een overwinning totdat in de tijdnood fase opeens van alles misging. Vooral de nederlaag van een speler op bord 8 was hartverscheurend. Deze meende dat hij zonder risico op winst kon spelen omdat zijn tegenstander met enkel een koning en een loper geen matpotentieel meer had. De regels zijn echter anders: Wanneer je door je vlag gaat en er is nog een helpmat mogelijk dan verlies je. Zo'n helpmat was geen enkel probleem want toen de vlag uiteindelijk viel had hij naast zijn koning nog 2 stukken en een pion. Dat wordt weer een inhaalrace dit seizoen,' aldus Robert Jan Scha- per. 4. De tegenstrijdige opvattingen van Gijssen Bij herhaling heeft Gijssen geschreven dat K+P tegen K+P geen remise is, vergelijk mijn artikel 'de half dode stelling'. Lees het artikel Zie onder meer ook:
thiek. Helmut Froeyman uit België stelt de vraag hoe te handelen bij snelschaak indien de stelling bestaat uit K + P tegen K + P en de spelers maar door blijven spelen (omdat ze meer dan drie minuten bedenktijd hebben). Ze doen wel 300 zetten. Aan het eind werd een speler wat vermoeid en claimde verschillende malen remise. Maar de scheidsrechter liet hen door- spelen. Ik denk dat als dit schaken is, ik stop met snelschaak. Dit heeft niets meer met schaken te maken maar met het feit hoe snel je arm kan bewe- gen om te voorkomen dat je tegenstander direct een zet doet. Gijssen: 'Ik ben het met u eens dat er gevallen zijn die niets met schaken te maken hebben. En in het bijzonder bij snelschaak gebeuren er twijfelachtige gevallen. In veel van deze dubieuze voorvallen voorzien de FIDE-regels niet. En precies voor dit soort gevallen hebben we sterke scheidsrechters nodig. Helaas (maar misschien ook wel niet) bestaat er niet bij het schaken een vorm, waarin de scheidsrechter zo weinig bevoegdheden heeft. In feite in bijna alle gevallen moet hij afwachten tot de speler claimt dat de tegenstan- der iets verkeerd heeft gedaan of dat de bedenktijd is overschreden etc. Maar u heeft gelijk als u wijst dat we afgezien van het Voorwoord, artikel 12 van de FIDE-regels hebben. 'De spelers dienen zich te onthouden van handelingen waardoor het schaak- spel in diskrediet wordt gebracht.' Met dit artikel heeft de scheidsrechter een wapen in een geval te handelen zoals u heeft beschreven in uw vraag. Indien beide koningen staat in het midden en de speler die remise wenst, de scheidsrechter uitlegt dat hij nooit naar een van de hoeken van het bord gaat en beide spelers nog drie minu- ten hebben is het absoluut redelijk de partij voor remise te verklaren. En natuurlijk, in de opvatting van de tegenstander heeft de scheidsrechter ongelijk. Maar dit is het lot van de scheidsrechter die beslist: 50% van de spelers is het bij een geschil met elke beslissing van de scheidsrechter on- eens,'aldus Gijssen, april 2002, Leave the king alone! 5. Het slechtst mogelijke tegenspel op het Wereldkampioenschap voor vrouwen 2008 Wit: Monika Socko (IM 2473, Polen), zes minuten bedenktijd Zwart: Sabina-Fransesca Foisor (WGM 2337, Roemenië), vijf minuten bedenktijd Wereldkampioenschap voor vrouwen Nalchik (Kaukasus, Kabardino-Balkar Republiek) 31 augustus 2008, tweede ronde Armageddon schaak Hoofdscheidsrechter: Zsuzsanna Veroci, Hongarije, tevens WGM Plv. hoofdscheidsrechter: Mikko Markkula, Finland, tevens voorzitter van de FIDE kwalificatiecommissie Verslag: www.chessdom.com Bekijk het fimpje De eindstelling is: Uit de discussie tussen de hoofdscheidsrechter Zsuzsa Veroci en Monika Socko blijkt dat mat in deze stelling op theoretische wijze kan worden uit- gevoerd. 1. Pd3 Pb6+ 2. Kb5 Kc7 3. Pc5 Kb8 4. Kc6 Ka8 5. Kc7 Ka7 6. Pd7 Ka8 7. Kd8 Pc8 8. Kc7 Pa7 9. Pb6 mat. In het filmpje op youtube discussieert Socko met de plaatsvervangd hoofdscheidsrechter Mikko Markkula die zegt dat deze mat alleen mogelijk is met behulp van zwart. Markkula wordt boos en zegt dat het gaat om het binnen één zet mat zetten na de vlagval. 17:20 uur, Centraal Europese tijd. Drama in Socko - Foisor! Zwart haar vlag valt, maar op het bord staat K+P tegen K+P. De scheidsrechters verklaren de partij voor remise. Bij die uit- slag gaat Foisor naar de volgende ronde. De Poolse spelers voeren druk overleg. 17:35 uur Sabina Foisor legt aan de tolken uit dat zij remise heeft geclaimd voordat haar vlag viel, maar de scheidsrechters hebben hun beslissing uitgesteld. Ze hebben het recht de uitslag vast te stellen zodra een vlag valt. 18:05 uur Monica Socko tekent beroep aan bij de commissie van beroep. De commis- sie is nu in beraad. De voorzitter van de commissie zal later de uitslag op de persconferentie bekend maken. 18:40 uur Het lijkt erop dat de commissie van beroep haar beslissing gereed heeft. De persconferentie kan elk moment beginnen. Eerder hebben de scheidsrech- ters aan de persvoorlichters gevraagd om een uitdraai van het FIDE Hand- boek. 18:45 uur We moeten nog wat langer wachten. De commissie van beroep is zojuist naar een andere kamer gegaan! Elizabeth Paehtz had gevraagd of er al wat besloten was. Elizabeth spreekt goed Russisch. Ze zegt dat ze uiteindelijk dat had moeten leren omdat ze zoveel toernooien in dat land speelt. 19:20 uur De persconferentie met Elizabeth Paehtz is zojuist afgelopen. Enkele nieuwe details over de partij Socko - Foisor zijn bekend gemaakt. Tijdens de tijd- nood, terwijl de stukken in het rond vlogen, slaagde niemand er in alle zet- ten te noteren. De scheidsrechters kunnen alleen een globaal beeld geven (alle stukken in het midden), omdat het bord werd opgeruimd voordat de stelling was genoteerd. 20:15 uur De commissie van beroep verklaart het beroep van Monica Socko gegrond en verklaart haar tot winnaar! Zij gaat naar de volgende ronde. Er zal over dit onderwerp geen persconferentie volgen. Zsuzsanna Veroci en Mikko Markkula, rechts met bril De beslissing van de commissie van beroep. 'Vandaag 31 augustus 2008 om 20.00 uur is de commissie van beroep bijeen geweest om het beroepschrift te behandelen van mevrouw Monika Socko over haar partij met Sabina-Francesca Foisor. De indiener van het beroep- schrift heeft voldaan aan de voorwaarden om $ 500 waarborgsom te beta- len. Het beroepschrift is behandeld onder de voorziening van artikel 3.17, lid 3. 17,1 sub a) en d) van het Reglement voor het wereldkampioenschap bij de vrouwen. Het beroepschrift betreft de sudden death partij tussen mevrouw Monika Socko (wit) en mevrouw Sabina-Francesca Foisor (zwart) waar in de slot- stelling beide spelers elk een koning en een toren hadden. De vlag van de zwartspeler viel als teken dat de partij was verloren op tijd. Echter, de hoofdscheidsrechter besliste dat de partij remise was op grond van artikel 9.6 van de FIDE-regels. De hoofdscheidsrechter gaf aan dat om een stelling te bereiken waar wit zwart op de volgende zet met mat dreigt, het nodig is dat zwart de bedoeling heeft zijn koning en toren zo te plaatsen dat wit op de volgende zet mat kan zetten. (wit: Kc7, Pb6 en zwart Ka8, Pa7). Artikel 9.6 luidt, citaat: 'De partij is remise als een stelling is bereikt waarin mat niet mogelijk is door welke reeks reglementaire zetten dan ook, zelfs bij het slechtst mogelijke tegenspel. Dit beëindigt de partij onmiddellijk, mits de zet waardoor deze stelling tot stand kwam reglementair was.' Als beroepsgrond gaf Monika Socko aan dat zij de partij heeft gewonnen op grond van het feit dat de vlag van haar tegenstander was gevallen. Gelet op de gronden van de speler in haar beroepschrift en de beslissing van de hoofdscheidsrechter zal de commissie van beroep beslissen dat het inder- daad op grond van de bepalingen van artikel 9.6 mogelijk is de partij te spe- len bij het slechtst mogelijke tegenspel. Dit kan leiden tot een stelling die de hoofdscheidsrechter heeft aangegeven en die kan leiden tot mat. Daarom beslist de commissie van beroep dat de partij voor wit is gewonnen. Georgios Makropoulos, voorzitter (Griekenland, tevens vicepresident van de FIDE) Lewis Ncube, lid (Zambia, zone president 4.3) Lakhdar Mazouz, lid (Algerije) 6. Enkele bijzondere commentaren Het schandaal op het wereldkampioenschap geeft wereldwijd vele reacties op forums. Simpel gezegd vinden nagenoeg alle scheidsrechters de beslis- sing van de commissie van beroep juist. De Australiër Shaun Press, tevens lid van de regelscommissie van de FIDE, schrijft op zijn site Chessexpress: 'Nu heb ik altijd gedacht dat dit een vre- selijk geformuleerde regel is, precies om voorvallen als deze. Indien ik als scheidsrechter met dergelijke gevallen te maken krijg (bijvoorbeeld als wit in K+P tegen K+D+3 pionnen de winst claimt en stelt dat de tegenstander in een mindere kwaliteit mag promoveren om zo zelfmat te construeren) ga ik gewoonlijk met mijn ogen rollen, verklaar de partij voor remise, maar geef de speler mee dat hij tegen de uitslag bezwaar mag aantekenen 'als hij op zo'n slechte manier wil winnen.' 'Het is duidelijk dat Socko op deze slechte manier wilde winnen, echter door het absurde te laten zien door met de paarden heen en weer te gaan om te wachten tot de vlag valt is geen winst om trots op te zijn. Maar was de be- slissing van de commissie van bezwaar onjuist? Duidelijk niet volgens de regels. Moeten de regels worden herschreven? In ieder geval wel, maar in ieder geval niet op het komende FIDE-congres, omdat er over deze regel geen wijzigingsvoorstel is gedaan. En tot slot een vraag. Wat zou er zijn gebeurd als de scheidsrechter de partij remise had verklaard voordat de vlag was gevallen?' aldus Shaun Press. Ian Rout: 'Het is niet onsportief om bij snelschaak te winnen op tijd. Veel snelschaakpartijen worden gewonnen door een speler die een stelling heeft die voor hem niet is te winnen, of die hij zeker zou verliezen als er meer bedenktijd was geweest. Het doel van de totstandkoming van de regel (6.10 of 9.6) is een duidelijke markering aan te geven wanneer een partij remise is. Het is voor de scheidsrechter niet uitvoerbaar te beslissen op grond van een regel van artikel 10.2 (het niet mogelijk is om op een normale manier te winnen), of om de klok een aantal minuten stil te zetten om na te denken over een beslissing.' Kevin Bonham: 'Ik denk dat het erg prijzenswaardig is en sportief van Socko om de partij te verliezen wegens remise en daardoor zichzelf voor de vol- gende ronde uit te schakelen. Geen enkele speler die zoiets doet verdient het om kritiek te krijgen door niet alle kansen te hebben gegrepen. Dat ge- zegd hebbende vind ik het moeilijk te zeggen dat haar gebrek om dat te doen 'onsportief' was, vooral niet omdat zij aanzienlijk meer bedenktijd over had, dat het aanvaarden van remise leidt tot uitschakeling, en dat Foisor zelfs niet de klok heeft stilgezet om remise te claimen.' Bill Gletsos vindt het zorgelijk dat zowel de hoofdscheidsrechter als de plaatsvervangend hoofdscheidsrechter menen dat artikel 9.6 zo uitgelegd moet worden dat het niet gaat om het slechtst mogelijke tegenspel, maar om de vraag of mat gedwongen volgt. Een anoniem iemand. 'Monika had het morele recht K+P tegen K+P verder te spelen omdat Sabina ongelooflijk gemeen was geweest. Zij liet niet alleen stukken omgooien en deze niet in haar eigen tijd rechtzetten, maar zij deed ook iets voordat de videofilm begon en dat in het Russisch op de video wordt gezegd. Ik kon alleen niet begrijpen wat het was. Nadat ik het verslag van Odessky heb gelezen werd het me duidelijk wat er is gebeurd. Halverwege de partij gooide Sabine een paard om. Toen ze dit stuk rechtzette, zette ze het op een ander veld terug. Toen Monika haar probeerde uit te leggen wat er was gebeurd, wuifde Sabina dat met een bot gebaar van haar hand weg. Monika was geschokt en wist niet hoe te reageren. Daardoor werd de partij vervolgd met een ongeoorloofde zet.' Volgens John Saunders het verloop van de partij vanuit de stelling in para- graaf 5 als volgt geweest. Daarbij heeft hij ontdekt dat zwart remise had kunnen maken. 1. Pd3 Ke6 2. Pc5+ Kf5 3. Pd3 Ke4 4. Pb4?? Dit is volgens Saunders verbazingwekkend, omdat zwart het witte paard had moeten slaan met 4. ... Pxb4 dat direct leidt tot remise. Echter, zwart zet voort met 4. ... Kd4?? 5. Pc6+ Kc5 6. Pe5 Kd6 7. Pd3 Pf6 8. Pf4 Pd5 en op dat moment valt de vlag van zwart. Saunders houdt nog wel een slag om de arm omdat de partij op de videofilm lastig te volgen is. 'Ik hoop dat Sabine Foisor niet naar de video kijkt omdat ze zich dan voor het hoofd kan slaan omdat ze een 'remise in één zet' heeft gemist. Natuurlijk hoeft ze zich niets te verwijten. Het is bijna onvermijdelijk om in een partij zonder een increment in zo'n gekkenhuis te komen. Indien beide spelers nog maar enkele seconden bedenktijd hebben gaat het meer om timmeren op de klok dan naar het bord kijken en om over zetten na te denken. De schaak- regels vliegen door het raam, stukken vallen om op het bord of worden op de hoek van een veld geplaatst, armen zijn overal, de spelers kunnen nau- welijks het bord zien ... natuurlijk kan van een scheidsrechter niet worden verwacht iets aan deze heksenketel te doen omdat het volkomen onmogelijk is te beoordelen wat er aan de gang is,' aldus Saunders. 7. Mijn mening Als minister-president Balkenende (of noem een andere minister) ooit ver- klaart dat K+P tegen K+P geen remise is, zou iedereen er vreselijk om lachen. Er zouden kritische, spottende, geestige artikelen verschijnen in de krant. Echter, het is opmerkelijk hoe slaafs scheidsrechters de absurde interpre- tatie van beleidsmakers opvolgen. En ook hoe schakers vervolgens in die leer gaan geloven. Zelf nadenken is er niet bij. Het filmpje van de partij Socko - Foisor bevat schokkende beelden. Direct na de vlagval claimt wit de winst van de partij en doet een beroep op artikel 9.6. Dan moet een topscheidsrechter niet aarzelen.
rechter waarneemt is een duidelijke remisestelling. Haar emoties wijzen haar de weg naar een remise beslissing. Vervolgens kan zij die niet in juri- dische termen onder woorden brengen waarom dat zo is. Intuïtief 'ziet' zij de beslissing, en kan slechts motiveren dat een winst 'is not a fair decision'. Het zoeken naar de juiste woorden komt dagelijks veel voor. Recht is een kwestie van taal, recht is taal, het komt altijd op woorden aan. Scheidsrechters kunnen onder invloed van beleidsmakers in de schaakwe- reld niet meer normaal doen (ik heb er in mijn artikelen meer voorbeelden van gegeven). Op cursussen worden cursisten onderwezen in opvattingen dat K+P tegen K+P geen remise is. Cursisten worden hierin zelfs geëxami- neerd. Zo is er een wereld van scheidsrechters gekomen die zich heeft vervreemd van schakers. In plaats van dat de schakers de scheidsrechter uitlachen, hebben ze respect voor zijn wijsheid. Terwijl ik niemand op het niveau van stap 2 en hoger de leer kan uitleggen, zonder mezelf belachelijk te maken. Hoewel de te vergaande consequentie van de regel van artikel 6.10 absurd is, gaat het bij normaal schaak te ver om te stellen dat de regel het schaak- spel in het diskrediet brengt. Dat komt omdat de speler tijdig remise kan aanbieden en desnoods remise kan claimen op grond van artikel 10.2. Er is dus een andere voorziening die het geval corrigeert. Zo wordt artikel 6.10 in bepaalde gevallen verbeterd of opzij gezet door artikel 10.2. Het vereist alleen juridisch, lenig denkwerk van een speler om tijdig te kunnen omschakelen. En het anti-schaak toepassen kunnen de meeste schakers op dat moment niet. Maar, bij snelschaak ligt het anders. Daar geldt artikel 10.2 niet. Nu is dat geen ramp. Omdat artikel 10.2 een uitwerking is van artikel 12.1. Zodat bij snelschaak artikel 6.10 opzij gezet kan worden door artikel 12.1. De FIDE-regels moeten dan ook begrepen worden in verband met artikel 12.1. Dat artikel luidde vroeger: aan het gedrag van spelers worden hoge eisen gesteld. Na 2001 luidt het artikel: 'De spelers dienen zich te onthouden van handelingen waardoor het schaakspel in diskrediet wordt gebracht.' In Amerika geldt een ander artikel, maar komt op hetzelfde neer: 'Players shall participate in the spirit of fair play and good sportmanship, and must obser- ve the USCF Code of Ethics.' De FIDE-regels geven dus uitdrukkelijk de ruimte voor de toepassing van de sportiviteit in het spel. Echter, die ruimte wordt door de beleidsmakers weg- geëcarteerd door een voorschrift dat niet te doen. Dat nu is een zorgelijke ontwikkeling. Zo verdwijnt de sportiviteit om juridische reden uit het schaak- spel. Laten we hopen dat over een aantal jaren men het hoofd schudt dat er een tijd is geweest dat de huidige opvattingen hebben bestaan. Ter illustratie een stelling met het toppunt van scheidsrechterlijke dwaasheid. 8. Twee kale koningen Radjabov - Topalov 2008. Remise? 'De enige vraag die dan bij het vallen van de vlag gesteld hoeft te worden, luidt: 'Is het vereiste aantal zetten gespeeld?' Zo ja, dan was er geen tijds- overschrijding. Verder gaan! Zo nee, dan is de partij verloren voor de spe- ler, wiens vlag gevallen is, al waren er maar twee kale koningen op het bord. Bij dit laatste zullen er velen zijn, die vreemd opkijken, maar het is heus waar,' aldus Henk Geilvoet, Schakend Nederland 1981, blz. 341. Toen schakers dit artikel lazen, kwam het inderdaad voor dat partijen ein- digden in twee kale koningen. De winnaar was degene wiens vlag niet was gevallen. Prof. dr. Jaap van den Herik, o.a. schaakcomputerdeskundige in Tilburg en Leiden, vertelde mij eens dat hij zoiets in de jaren '70 of '80 van de vorige eeuw had meegemaakt. De betrokken scheidsrechter had de partij remise verklaard. In bezwaar had de competitieleider de uitslag gewijzigd in verlies voor de speler wiens vlag was gevallen. Misschien is de beslissing nog wel terug te vinden in het archief in Amsterdam. In dit geval is de competitieleider verworden tot een karikatuur. Een letter- knecht, zonder enig rechtvaardigheidsgevoel en enig besef van schaken. Wit: Teimour Radjabov (2744) Zwart: Veselin Topalov (2777) Grand Slam Final Bilbao, 2 september 2008 Eerste ronde 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pxc6 bxc6 6. e5 De7 7. De2 Pd5 8. Pd2 a5 9. c4 Pb6 10. De4 d5 11. exd6 cxd6 12. Le2 Dxe4 13. Pxe4 Le6 14. c5 dxc5 15. Le3 Pd5 16. Lxc5 Pf4 17. Lxf8 Kxf8 18. g3 Pxe2 19. Kxe2 Te8 20. f3 Ld5 21. Kf2 Lxe4 22. fxe4 Txe4 23. Tac1 Ke7 24. Txc6 Td8 25. Tc2 Td5 26. Thc1 Tf5+ 27. Kg2 h5 28. Tc7+ Kf6 29. T1c6+ Te6 30. b3 g5 31. Txe6+ fxe6 32. Tc2 Ke7 33. Td2 g4 34. h3 gxh3+ 35. Kxh3 Kf6 36. g4 hxg4+ 37. Kxg4 Tb5 38. Kf4 a4 39. bxa4 Ta5 40. Ke3 Txa4 41. Tb2 Kf5 42. Tf2+ Ke5 43. Kd3 Kd5 44. Tb2 Ta3+ 45. Tb3 Txb3+ 46. axb3 Kc5 47. Ke4 Kb4 48. Ke5 48. ... Kxb3 49. Kxe6 ½ - ½ Op het FIDE Grand Slam geldt namelijk de regel van de zgn. 'Sofia rules'. Op grond van het toernooireglement wordt afgeweken van de FIDE-regels. Voor remise is de toestemming nodig van de technische scheidsrechter, Javier Moreno. Ik weet niet op welke zet en welke speler toestemming heeft gevraagd aan de scheidsrechter de partij remise te verklaren. In ieder geval heeft de scheidsrechter tijdens de partij geen toestemming gegeven voor remise. De spelers blijven doorschaken tot KA tegen KA. 9. De totstandkoming van artikel 6.10 en 9.6 1955 De voorloper van het huidige artikel 6.10 luidde in 1955: 'Een partij is ver- loren voor de speler die niet het voorgeschreven aantal zetten in de hem toegestane bedenktijd heeft gedaan'. Tot iemand ontdekte dat op grond van die regel de tegenstander die slechts over een KA beschikt de partij toch kan winnen, vgl. Henk Geilvoet. Incapabele scheidsrechters namen die tekst letterlijk. 1985 Als in 1985 de regelgever uitsluitend het geval van de KA had willen regelen had hij simpel aan de oorspronkelijke regel een zin kunnen toevoegen met een uitzonderingsclausule. Bijvoorbeeld: 'Indien de tegenstander alleen een koning heeft, is de partij remise.' Maar dat deed de regelgever niet. De FIDE wilde de mogelijkheid van remise in meer gevallen dan alleen bij KA. In 1985 werden de FIDE-regels gewijzigd. Nieuw is artikel 10.7 dat luidde: 'De partij is remise wanneer een der volgende eindspelen op het bord ver- schijnt, waarin het duidelijk is dat de mogelijkheid van winst is uitgesloten: a. koning tegen koning b. koning tegen koning met loper of paard c. koning en loper tegen koning en loper, met beide lopers op diagonalen van dezelfde kleur.' N.b. let op de formulering 'het duidelijk is dat de mogelijkheid van winst is uitgesloten'. 1989 In 1989 worden aan artikel 10.7 twee volzinnen toegevoegd. 'Een speler met uitsluitend een koning kan de partij niet winnen. De partij moet remise verklaard worden als de tegenstander van een speler met alleen een koning de bedenktijd overschrijdt (artikel 10.11/10.12) of als deze een onreglementaire zet heeft afgegeven.' 1992 In 1992 wordt na de opsomming van c. in de regel ingevoegd: 'Dit beëindigt de partij onmiddellijk.' 1997 In 1997 worden de regels ingrijpend gewijzigd. Dan wordt het huidige artikel 6.10 en 9.6 geïntroduceerd. 10. De opvatting van Eric Roosendaal Een concept van dit artikel heb ik voorgelegd aan Eric Roosendaal. Zijn reactie heb ik zeer op prijs gesteld. Hij geeft een verduidelijking van de problematiek. 'Over dit geval wil ik toch nog wel een paar opmerkingen maken, want ik denk dat je ergens iets verkeerd interpreteert. Om te beginnen dit: snelschaken is een variant waarbij er van uitgegaan wordt dat we a) haast hebben qua organisatie en b) er veel meer deelne- mers dan arbiters zijn. Dat heeft geleid tot een reglement zonder remise- claims omdat die praktisch onuitvoerbaar zijn. In plaats daarvan geldt stomweg 'vlag is vlag'. Denk nu niet (en daar zit m.i. bij jou een misverstand) dat arbiters en de FIDE gelukkig zijn met de uitkomsten die dit soms geeft. De afgelopen jaren zie je hoe commissies proberen de uitslagen steeds redelijker te maken. Eerst heeft men K-K en KL-K en KP-K tot ogenblikkelijke remises verklaard. Ook is de regel erbij gekomen dat je niet kunt winnen als het onmogelijk is om nog op het bord te kunnen winnen, bv bij Koning-alleen, maar er zijn ook burchten mogelijk waarbij dit van toepassing is. Daarna kwam de regel dat mat op de laatste zet 'afdwingbaar' moest zijn. Toen was KPP-K dus remise. Die regel bleek echter een boel gevallen op te leveren waar ook experts niet snel uitkwamen - daarom is dat weer inge- trokken, zij het met enige spijt. Er gaan al jaren stemmen op om te voorkomen dat je in potremise-standen toch kunt verliezen. KP-KP is slechts een voorbeeld. Kh1+ pion h2 tegen Kh8 is een ander voorbeeld. Je hoeft met zwart alleen maar Kh8-ergens gevolgd door opnieuw Kh8 te doen en het is remise, ook tegen Kasparov. En zo kun je er wel honderd verzinnen. Het enorme probleem is dat er geen scheiding valt te maken tussen potre- mise, makkelijk remise en misschien remise en alle grijze gebieden ertus- sen. Bij een rapidpartij is er regel 10.2, die niet alles oplost, maar wel voor- komt dat je een totale remisestand verliest. Bij vluggeren is er geen 10.2, en dus kan de FIDE amper anders dan te stellen dat louter onverliesbare standen ook echt remise zijn. In informele kring heb ik wel eens voorgesteld dat partijen die uitsluitend te verliezen zijn via een minorpromotie ook remi- se zouden moeten zijn - dat loper-tegen-pion geval zou dan remise worden. Probleem is ook hier dat een hele waslijst aan condities waarbij het toch nog net remise is onhanteerbaar wordt. Als er een redelijke regel te verzinnen zou zijn om potremise te onderschei- den van 'mogelijk remise' dan stond die al lang in het FIDE-reglement. Maar zo'n regel valt niet te verzinnen. En om de materie nog complexer te maken: wat op ratingniveau 2400 potremise is wordt op niveau 1400 soms soepeltjes verloren. De huidige regel is zeer imperfect - maar niemand weet een betere. Onwil speelt hier geen rol. De interpretatiefout die je m.i. ook maakt is dat je denkt dat arbiters denken dat regels heilig zijn. Nee, dat zijn ze niet. Maar de regels zijn er wel. Een arbiter die beslist dat KP-KP remise is (omdat dat redelijk is) wordt terug- gefloten door de beroepscommissie. En, hoe pijnlijk ook, terecht. De regels zijn er nu eenmaal, en ergens moet je een grens trekken. Als de Hongaarse wit zou hebben gehad zou ze net zo hard het punt geclaimd hebben. Als je als arbiter in een partijdige situatie (dat is erg belangrijk, als beide spelers het met je beslissing eens zijn krijg je geen problemen) ineens de regels negeert is het einde zoek. De tegenpartij voelt zich terecht benadeeld en gaat in beroep. En krijgt gelijk. En 'dus' had de arbiter bij het WK het punt direct aan wit moeten geven. Bij twijfel volg je de regels. Als zwart het er niet mee eens is, dan moet 'zij' maar protesteren. Misschien heeft ze een punt - een neutrale beroepscommissie kan daar even rustig over denken. Het is ook oneerlijk dat je bij voetbal verliest als je thuis met 3-2 wint en uit met 2-1 verliest. Uitgescoorde goals tellen dan dubbel. Dat is een matige regel, die er voor zorgt dat de thuisspelende ploeg met de rem erop speelt. Er zit ook geen logica achter (waarom is 2-1 beter dan 3-2?). Toch is die regel er nu eenmaal - en het is beter dan een muntje opgooien, zoals men 45 jaar geleden nog deed. Je weet vooraf dat die regel er is. De scheids- rechter die na 90 minuten zegt "nou, het is eigenlijk 4-4, dus we gaan toch verlengen, want dat is een stuk eerlijker" heeft zijn laatste wedstrijd geflo- ten. En terecht. Als arbiter ga je akkoord met de regels, anders blijf je maar thuis. Het probleem ligt in feite niet bij de regels en ook niet bij de arbiters, maar bij de spelvorm. Snelschaken is aantrekkelijk, vlot en vooral erg informeel. Je kunt het bijna niet echt regelen. Wat je dan ook niet en nooit moet doen is 'echt' belangrijke beslissingen via een vluggertje willen beslissen. Waarom, bijvoorbeeld, werden er niet meer series van twee partijen ge- speeld (van 5 minuten plus 2 seconden bv)? Bijna alle vluggertjes in het kampioenschap eindigden in winst, dus een lange reeks van 1-1 is onwaar- schijnlijk. Wordt het dan toch 5-5, speel dan desnoods een laatste partij, maar doe opnieuw 5+2 of zoiets. Dat voorkomt dit soort ellende. De organisatie heeft hier een te simpele oplossing willen bieden voor een niet al te groot probleem. Op een normale dag spelen de dames soms een uur of vijf. Na twee rapidpartijen van elk een uur is er dus nog enorm veel tijd voor snelschaken. Het ontgaat mij waarom die Armageddon (stomme naam trouwens) er nu ineens achteraan moet na amper vier potjes. Punt is uiteindelijk - van een schaakpartij weet je nooit hoe lang die duurt. Dat heeft de regels al sinds het begin van de schaakhistorie achtervolgd. Speel 16 zetten per uur (zoals tot ongeveer 1980 gebruikelijk was) en je krijgt af en toe partijen die vier maal worden afgebroken en alle schema's door de war gooien. Speel zonder afbreken en je speelt soms tot drie uur in de nacht (zoals bij een Olympiade-voorronde gebeurde, ik was er bij. Na 14 uur non-stop spel beging de Oostenrijker toch nog de fatale fout en won Israël). Speel versneld uit en je krijgt oneerlijke uitslagen. Fischer- of Bronstein- tempo's lossen een groot deel op - maar je moet ze dan wel gebruiken. Dat de organisatie dat bij de beslissingspartijen niet deed, dat ze in plaats daarvan kozen voor een makkelijke maar zeer slecht reglementeerbare vorm van schaken, dat nu is het meest kwalijke in deze zaak. Hopelijk hebben we er iets van geleerd,' aldus Eric. En 'Het probleem is natuurlijk dat als KP tegen KP remise is, waar ligt dan de grens? - K + h-pion tegen K? Natuurlijk, potremise. - K + e-pion tegen K? Eh, nou, je moet wel even weten dat je met de K recht naar achter moet. Nou, vooruit. - KT+pion tegen KT. Dat is doorgaans remise. Maar al tweemaal heb ik dat bij zeer normaal tempo in de KNSB gewonnen doordat de tegenstander geen idee had. Persoonlijk zie ik geen mogelijkheid om een grens te trekken die werkbaar is. De grens moet tenslotte per se objectief en simpel zijn. En hier ben ik het dus wel met je oneens. Tenzij iemand een absoluut super- geniaal idee heeft ben ik niet voor een wijziging - het resultaat zal namelijk niet beter werken dan de huidige regels. Vluggeren is gewoon niet bevredigend reglementeerbaar - dat is in feite het standpunt van vrijwel elke schaker die ik ken. Het is m.i. niet anders,' aldus Eric. 11. Topalov - Sasikiran Wit: Veselin Topalov, 25 jaar (2707) Zwart: Krishnan Sasikiran, 19 jaar (2573) 34e Olympiade, Istanbul 11 april 2000 stelling na 75e zet van wit Zie hele partij In de volgende partij heeft zwart de opdracht van zijn teamleider gekregen altijd door te blijven spelen. De teamleider is daarna vertrokken. Zwart kan dus geen remise aanbieden noch aanvaarden. 75. ... Pxh6. Vervolgens wordt nog doorgespeeld. Normaal gesproken is de partij remise. Op de 94e zet van zwart eindigt de partij in pat. Bij e-mail van 2 mei 2006 bevestigt Stewart Reuben mij dat hij de toekij- kende scheidsrechter was. 'Very few people noticed this nonsense,' aldus Reuben. Indien deze partij gespeeld was 'in Hastings zou hij de negentien jarige zwartspeler terzijde hebben genomen en hem erop aangesproken hebben akkoord te gaan met remise'. 'Had it been in a private tournament, I would have taken Sasi to one side and told him not to be stupid,' mailt hij mij. Echter, nu het gaat om een partij op een Olympiade acht hij zich onbe- voegd dit te doen. Reactie Eric Roosendaal. 'Ik denk dat Reuben bij Topalov - Sasi correct handelde. Inderdaad kun je als wedstrijdleider soms problemen voorkomen door de speler (of nog lie- ver: de teamleider) even apart te nemen. Maar bij een Olympiade zou ik dat ook niet doen,' aldus Eric. Het gedrag van Sasi is absurd. 'Maar als Topalov door zijn vlag gaat in een totale remisestelling zonder dat hij remise heeft geclaimd (wat hij binnen 0.1 seconde krijgt) is dat ook heel erg stupid. Als zwart een belachelijke winst- poging doet en wit doet net zo belachelijk een verliespoging dan is de be- slissing 'zwart wint' al minder 'stupid', aldus Eric. 12. Lugo - Ginsburg Wit: Blas Lugo (2412) Zwart: Mark Ginsburg (2367) Amerikaans Kampioenschap 2006 San Diego USA vierde ronde, 6 maart 2006 Zie hele partij Zojuist heeft zwart 55. ... K x pion op g4 gedaan. De partij vervolgt: 56. Pe3+ Kf4 57. Kd4 Kg5 58. Ke5 Kg6 59. Pc3 Kg5 60. Pe4+ Kg6 61. Ke6 Kg7 62. Pd5 Kg6 63. Pf4+ Kg7 64. Ke7 Kh7 65. Kf8 Kh6 66. Kf7 Kh7 67. Pg5+ Kh6 68. Pge6 Kh7 69. Pg7 Kh6 70. Pfe6 Kh7 71. Pf5 Kh8 72. Pe7 Kh7 73. Pg8 Kh8 74. Pf4 Kh7 75. Pf6+ Kh6. De spelers komen remise overeen. De eindstelling. 13. Een partij in de KNSB-comptetie Om te laten zien dat het een ingewikkelde materie is. Eric Roosendaal heeft het volgende geval meegemaakt. 'Wit kan in deze stelling vlot matzetten: 1. Pd4 b5 2. Pe2 b4 3. Pe4 b3 4. Pf2 mat. De extra zwarte pion zorgt voor de witte winst,' aldus Eric. 'Komt zoiets voor? Niet vaak nee. Maar een paar jaar geleden wikkelde een teamgenoot van mij in de KNSB af naar dit eindspel (met de paarden). Wij dachten dat hij gek was, want in de praktijk is het bijna niet te winnen. De tegenstander ging er ook van uit dat dit remise zou worden. Maar de tegen- stander werd vervolgens keurig matgezet. Dat mijn teamgenoot wist hoe dit moest was wel verrassend - hij bleek het ooit eens nagekeken te hebben. Nu leverde het in de praktijk een half punt extra op,' aldus Eric. 14. Aber ich spiel nicht sehr, sehr schlecht Wit: Dick de Graaf, En Passant Zwart: Esgoo3 Bunschoten Johan Hut, utrechtschaak, 4 november 2007, 16.26 uur Indien wit de volgende partij remise speelt, heeft zijn team de twee match- punten verdiend. Johan Hut: 'Maar Dick heeft geen zin om remise aan te bieden. Waarom zou hij? Met wit heeft hij de volgende stelling op het bord.' 'Uiteraard kan wit de g-pion winnen als hij zijn eigen b-pion geeft. Dan komt de volgende stelling op het bord.' 'Hier dacht ik dat wit kon winnen door het paard naar f5 te spelen, maar Ph4 wordt met Lh7 beantwoord, waarna Kg7 weer met Lc2 wordt beantwoord. Dick ziet dat eerder dan ik en blijft eindeloos, doch ook vruchteloos op de damevleugel pielen. Hij gaat zijn laatste vijf minuten in en noteert niet meer. Zijn tegenstander, die nog een half uur heeft, blijft rustig zetten en noteren. Dan komt de 50-zettenregel in zicht en besluit Dick zijn b-pion een veld op te schuiven. Ook gaat hij zijn laatste minuut in. Als zijn klok naar de tien seconden loopt, biedt hij eindelijk remise aan. De tegenstander, een Duitser, kijkt even naar zijn teamgenoten en ziet die driftig de hoofden schudden. Heeft Dick dan een probleem? Nee, hij hoeft alleen maar de g-pion te slaan en kan dan op basis van artikel 10.2 remise claimen. Maar Richard Vedder en ik hebben het sterke vermoeden dat Dick geen flauw idee heeft wat 10.2 is. Richard zegt: "Als Dick door zijn vlag gaat, zeg ik mijn lidmaatschap op." Inmiddels staat het zo.' 'De Duitser (zwart!), die nog meer dan een kwartier heeft, doet nog twee zetten en kijkt dan wanhopig om zich heen. Hij weet wel dat hij niet zal ver- liezen, maar wordt hij geacht zijn tegenstander, die nu minder dan tien se- conden heeft, door de vlag te stampen? Zijn teamgenoten blijven hun hoofd schudden, laat Dick maar claimen en als hij dat niet snapt, heeft hij pech gehad. Dan hakt de Duitser de knoop door: wel remise. Een zeer sportief gebaar. Zijn team verliest daarmee de wedstrijd. Direct buigt een andere Duitse Esgoo'er zich over het bord, zet Dick zijn koning in de hoek en zijn paard ernaast en zegt dat als Dick "sehr sehr schlecht spielt", hij nog kan verliezen. Waarop Dick met een vette grijns zegt: "Ja, aber ich spiel nicht sehr, sehr schlecht." Die uitspraak mogen ze van mij bij Eppie op een tegeltje zetten en boven de bar hangen, maar voor de meeste omstanders was het daarmee ook duidelijk dat Dick niet alle spelregels kent. Richard blijft gewoon lid van En Passant,' aldus Johan Hut. © 2008 Pieter de Groot |
WILT U REAGEREN? |
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen. Pieter de Groot |