WERELDKAMPIOENSCHAP 2006 TOPALOV-KRAMNIK. DEEL 3. |
Deel 3: De commentaren Inleiding Na de vierde ronde werd het Wereldkampioenschap 2006 bijna opgeblazen. Velen voorspelden dat het kampioenschap voortijdig zou aflopen. Een voor- tijdige beëindiging had verwoestende gevolgen kunnen hebben voor de schaakwereld, zo meent Seirawan. Hieronder volgt een aantal reacties. Zij dragen bij om een beeld te krijgen. Deze reacties zijn waardevol, omdat uit deze dramatische gebeurtenissen lessen getrokken kunnen worden. Voorkomen moet worden dat iets derge- lijks zich herhaalt. Maar, vooral scheidsrechters kunnen veel leren van deze zaak. Zij kunnen daar profijt van hebben wanneer zij onverhoopt zelf voor zo'n situatie ko- men te staan. Hoe door een onnozel probleem een wereldkampioenschap door een onjuiste toepassing van het schaakrecht bijna desastreus afloopt. Het kan elke scheidsrechter overkomen. Wat ook van belang is te letten op de rollen die de commissie van beroep en de hoofdscheidsrechter vervullen. En bij welke besprekingen zij aanwezig zijn. Mag bijvoorbeeld een scheidsrechter aanwezig zijn bij een bespreking waarbij een van de twee spelers afwezig is? Seirawan meent dat een commissie in het leven geroepen moet worden om lessen te kunnen trekken voor de toekomst, opdat herhaling wordt voorko- men. Voor de leesbaarheid van de te verschijnen hoofdstukken - hoofdstuk 4 'De commissie van beroep' en hoofdstuk 5 'De beslissing van de hoofdscheids- rechter' - worden in dit hoofdstuk enkele commentaren vermeld. De verta- ling van die documenten is van mij; het kan dus fouten bevatten. Vandaar dat ik uitdrukkelijk wil verwijzen naar de Engelse teksten op ChessBase. De inhoud van dit hoofdstuk ziet er als volgt uit: 3.1 Enkele commentaren 3.2 Eerste reactie Seirawan 3.3 John Nunn 3.4 David Levy 3.5 Bessel Kok 3.6 De opvattingen van grootmeesters 3.7 Karpov 3.8 Kasparov 3.9 Tweede reactie Seirawan 3.10 Susan Polgar 3.11 Korchnoi 3.12 Verklaring van Georgios Makropoulos 3.13 Spassky 3.14 Verklaring Valery Bovaev 3.15 Raymond Keene 3.16 Ligterink 3.17 Gijssen 3.18 Derde reactie Seirawan 3.19 Interview met Topalov 3.20 Interview met Danailov 3.21 Carsten Hensel 3.1. Enkele commentaren Voor een deel heb ik de lijn gevolgd van de ontwikkelingen in de tijd, voor het kleuren van de tijdgeest. De opvattingen van John Nunn zijn interessant, voorts is de opvatting van Gijssen van belang en die van Seirawan. Ik heb de derde reactie van Seirawan uitvoerig weergegeven omdat in zijn artikel interessante aspecten aan de orde komen. Er zijn wel meer reacties verschenen, maar die kan ik niet allemaal opnemen. 3.2. Eerste reactie Seirawan Seirawan heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van de 'herenigingwedstrijd'. Samen met de president van de FIDE, Bessel Kok, Kasparov en Kramnik ondertekende hij op 6 mei 2002 de 'Praagse akkoor- den' om te komen tot een herenigingwedstrijd. Ook nadien hield hij zich actief bezig met de totstandkoming van deze wedstrijd. Op 29 september schrijft hij een open brief aan de president van de FIDE. Hij schrijft onder meer: Voor het begin van de wedstrijd hebben beide partijen een contract onder- tekend. Verder hebben beide spelers voordat een partij begon, de speelzaal, de afzonderlijke rustkamers en de afzonderlijke toiletten geïnspecteerd. Dat waren de voorwaarden waarmee beide spelers overeenstemden voordat het kampioenschap begon. Daarna vereist elke verandering in deze voorwaar- den de gezamenlijke overeenstemming van beide spelers. Het is daarom verkeerd van de commissie van beroep om eenzijdig voor Vladimir Kramnik de voorwaarden opzij te zetten waarover overeenstemming was bereikt, namelijk het gebruik van de afzonderlijke rustkamers en toilet.' 'Verontwaardigd over de beslissing van de commissie van beroep, die in strijd is met de overeenkomst van het kampioenschap, heeft Vladimir Kram- nik verklaard dat hij de commissie van beroep bevooroordeeld acht en heeft hij gevraagd om de leden van de commissie te vervangen.' 'Deze situatie die buitengewoon snel kan escaleren roept om een compro- mis voor beide spelers, en daarom stel ik de volgende oplossing voor: - In de eerste plaats moeten de afzonderlijke toiletten met onmiddellijke ingang worden hersteld, nu beide spelers hierover overeen hebben gestemd. - In de tweede plaats moeten de toiletten tijdens de partij een bewaker hebben, om zo verdachtmakingen over oneerlijk spel weg te nemen. - In de derde plaats moet de vijfde partij morgen, zaterdag, 30 september 2006 op het gebruikelijke tijdstip, herschikt en gespeeld worden.' 'Tot slot moet de commissie van beroep blijven bestaan nu zij op grond van de huidige regels als commissie in het leven is geroepen. Echter, de com- missie heeft zich vergist in haar beslissing en zou die moeten herzien. Veselin Topalov heeft de juiste weg bewandeld om een klacht in te dienen, en zijn klacht werd gegrond verklaard. Het was de commissie van beroep die een overreactie gaf, haar bevoegdheden te buiten ging en faalde in haar respect voor de overeenkomst getekend door de FIDE,' aldus Seirawan op ChessBase, 29 september 2006. 3.3. John Nunn Op 30 september schrijft John Nunn: 'De volgende stap was het 'toilet protest' van het team van Topalov. Bedenk, dat er geen bewijs is dat Kramnik iets verkeerd heeft gedaan, er is zelfs geen enkel spoor van een bewijs dat hij zoiets heeft gedaan. Het enige wat hij kennelijk heeft gedaan, is rondlopen in en uit zijn badkamer - een bad- kamer die, ter herinnering, voor inspectie open was elk moment vooraf- gaand aan de partij.' 'Echter, dit weerhoudt de commissie van beroep er niet van om te beslissen dat de badkamer van Kramnik op slot moet. Dit mag dan lijken dat het om niet een ernstige zaak gaat, maar bij schaken op het hoogste niveau gaat het meer om de psychologie en de zware druk je wil op te leggen op je tegenstander. Deze manier om buiten het schaakbord resultaat te bereiken, kan gemakkelijk de eerste stap zijn hetzelfde te bereiken op het schaakbord zelf.' 'De organisatoren hebben verklaard dat zij zich niet konden voorstellen dat Kramnik vals speelt; in dat geval, waar is de logica om Kramnik te straffen door een beslissing te nemen die duidelijk in het voordeel is van Topalov? Bovendien heeft Topalov verklaard dat hij de hand niet wil schudden van Kramnik. Er bestaat geen bepaling in de FIDE-regels dat spelers elkaar de hand moeten schudden, maar om dat niet te doen is een wezenlijke belediging.' 'Het is moeilijk de indruk te vermijden dat het team van Topalov zich reali- seerde dat het een zware strijd wordt om in acht partijen twee wedstrijden te winnen (en tegen een speler die 15 partijen tegen Garry Kasparov heeft gespeeld zonder te verliezen!) en daarom besloten tot het afvuren van een psychologische aanval. Zulke tactieken zijn verre van onbekend op top- schaak niveau, maar zij worden veelal gedwarsboomd door eerlijke wed- strijdleiders die hun gezond verstand gebruiken, een aanpak die duidelijk afwezig was in Elista.' 'Niet alleen was de beslissing van de commissie van beroep onjuist, het was ook onjuist de vijfde partij te beginnen zonder enige spoor van overeen- komst tussen de spelers. Het gevolg was dat het hele kampioenschap in een crisis werd gestort, vanaf het moment waarop Topalov de vijfde partij regle- mentair heeft gewonnen, is het moeilijk de voortgang van het kampioen- schap voor te stellen,' aldus Nunn op ChessBase, 30 september 2006. 3.4. David Levy, Londen Reacties van lezers op ChessBase, 30 september. David Levy, een ervaren mede organisator van wereldkampioenschappen en gedurende vele jaren afgevaardigde van Engeland in de FIDE, reageert als volgt. 'Op het moment waarop ik dit schrijf ziet het ernaar uit dat het kampioen- schap in Elista waarschijnlijk naar een voortijdig en rampzalig einde gaat. Als dit gebeurt, is naar mijn mening de commissie van beroep daarvoor verantwoordelijk. Wat een betrekkelijk kleine crisis leek, is ernstig ver- slechterd door de uitspraak dat de toiletten van beide spelers gesloten moeten worden en dat de spelers een toilet met elkaar moeten delen. Voor velen buiten de wereld van het topschaak lijkt dit een overdreven sterke beschuldiging van mijn kant, maar ik ben ervan overtuigd dat deze juist is.' 'Tussen het zetten door vindt Kramnik het prettig om te lopen in de ruimte die tot zijn beschikking staat, iets dat onmiskenbaar zijn recht is. Hij heeft daartoe het recht zelfs als het lopen om medische redenen niet nodig is. Er is op zichzelf genomen niets verkeerd met wat Kramnik doet. Het probleem is dat er enkele bekende gevallen bestaan van schaakpartijen waarbij fraude is gepleegd met behulp van computers. Het team van Topalov heeft gesuggereerd dat de organisatoren onvoldoende controle hebben uitgevoerd om te verzekeren dat niemand gerechtvaardigd argwaan kan hebben voor iets ongunstigs over de vele bezoeken van Kramnik naar het toilet.' 'Het zou krankzinnig zijn te menen dat een van de spelers tijdens dit kam- pioenschap gebruik zou proberen te maken van computers. Maar daar gaat het niet om. Feit is dat Kramnik's veelvuldige gebruik van het toilet Topalov lijkt te hebben gehinderd. Dat team heeft het recht uitgeoefend om bezwaar te maken, omdat een van de gouden regels van wedstrijdschaak is dat het verboden is de tegenstander op wat voor manier dan ook te hinderen. Maar dat recht om bezwaar te maken brengt niet met zich mee een automatisch recht om het bezwaar te steunen, wat in feite de commissie van bezwaar in Elista heeft gedaan. Het was het recht van de commissie een beslissing te nemen die zij passend vond, en zij oefende dat recht uit alsof zij daartoe bevoegd was, maar de manier waarop zij dat deed was absoluut krank- zinnig.' 'Het is al lang geleden geregeld dat voor wereldkampioenschappen elke speler een eigen rustkamer en een eigen toilet heeft. In Londen, in 1986, voor de eerste helft van de wedstrijd Kasparov-Karpov, hebben we zelfs maatregelen getroffen voor routes voor de twee spelers om hun eigen toilet te kunnen bereiken zonder dat zij elkaar onderweg tegen zouden komen, zo was het met de vijandschap tussen de spelers gesteld.' 'De voorzieningen voor de wedstrijd in Elista hielden de standaard toilet voorzieningen in, waarover beide zijden overeenstemming hadden bereikt. Maar toen het team van Topalov protesteerde over het veelvuldige gebruik van Kramnik van zijn toilet, faalde de commissie van beroep in haar taak te zorgen voor de soepele voortzetting van de wedstrijd.' 'Wat zij volgens mij had moeten doen, is ervoor te zorgen dat beide toiletten enkele minuten voor het begin van elke partij uitgeveegd hadden moeten worden naar de aanwezigheid van elektronische instrumenten. Het team van Topalov had zo geadviseerd moeten worden dat zij dit een voldoende maat- regel achtte als antwoord op het protest. Zo had de wedstrijd normaal ver- der kunnen gaan. Er bestaat een precedent voor een elektronische schoon- maak - de organisatoren in IJsland onderzochten de stoel van Spassky tij- dens de wedstrijd in 1972, nadat Fischer die stoel had verdacht iets ongun- stigs te bevatten.' 'Maar in plaats daarvan besliste de commissie van beroep de voorwaarden van de wedstrijd te veranderen en door dat te doen maakte zij inbreuk op datgene waarover beide partijen voorafgaand aan het begin van de wed- strijd overeenstemming hadden bereikt.' 'Het is het recht van de regelgevers de Regels opzij te zetten als zij dat passend acht, en de commissie van beroep oefende dit recht uit, met desastreuze gevolgen.' 'Toen de commissie van beroep haar beslissing had genomen was het bui- tengewoon moeilijk te zien hoe de wedstrijd op de rails kon blijven. Kram- nik, dat is begrijpelijk, was niet bereid onder voorwaarden te spelen die niet overkwamen met die waarover zij overeenstemming hadden bereikt. En hij zou voor het innemen van dit standpunt niet bekritiseerd moeten worden. De hoofdscheidsrechter had geen keuze dan de klokken in te drukken en de partij voor Kramnik verloren te verklaren. Topalov zou niet bekritiseerd moeten worden dat hij die partij had gewonnen, net zo min als dat Spassky bekritiseerd is voor de reglementaire winst van de tweede partij in Reykja- vik. Zo zien we dat, door gevolg te geven aan de gekheid van de commissie van beroep, de gevolgde varianten in Elista gedwongen waren.' 'Hoe nu verder? Kirsan Ilyumzhinov doet zijn best deze schaaktragedie op lossen, maar om dat te kunnen doen, heeft hij eerst en dat is het belang- rijkst een edelmoedig gebaar nodig van een van de spelers over de score van de wedstrijd. Of Topalov geeft het punt op dat hij reglementair heeft gewonnen over de vijfde partij, waarvoor hij geen goede reden heeft om dat te doen, of Kramnik accepteert de beslissing van de commissie van beroep voorafgaand aan de vijfde partij die, idioot als die was, nageleefd moet worden omdat het de Regel is op dat moment.' 'Opnieuw bestaat er een precedent uit de Reykjavik wedstrijd in 1972 toen Fischer zijn reglementair verlies accepteerde en verder ging met de wed- strijd met een score van 0-2, om vervolgens het kampioenschap in briljante stijl te winnen. En als Kramnik het voorbeeld van Fischer volgt en het regle- mentaire verlies accepteert, zal hij ongetwijfeld in staat zijn van de wed- strijdorganisatoren een voorziening te bewerkstelligen voor de toiletten die ook het team van Topalov tevreden stelt.' Schaakliefhebbers in de wereld willen dat dit kampioenschap verder gaat. Maar edelmoedige gebaren zijn niet de norm op Wereldkampioenschappen. Is er een weg die kan leiden tot de voortzetting van het toernooi? Misschien is die er. Als president Poetin een geluksbericht stuurt waarin staat dat Rus- land hoopt en verwacht dat hij het kampioenschap gaat winnen, dan zien we misschien het edelmoedige gebaar van Kramnik en betere toilet voorzie- ningen dan die voorgeschreven door de commissie van beroep,' aldus David Levy. 3.5. Bessel Kok Op 1 oktober reageert Bessel Kok: 'De commissie van beroep blunderde door het beroep te aanvaarden waarin niet meer stond dan een verdenking voor een mogelijke fraude. Deze be- slissing was simpelweg verkeerd. De commissie had het beroep onmiddellijk moeten verwerpen, daarbij verklarend dat er geen enkel bewijs daarvoor is overgelegd. In plaats daarvan, aanvaardden zij de klacht van de manager van Topalov, Silvio Danailov, vertoonden zij de privé videobeelden van de rustkamer van Kramnik, en veranderden zij de voorwaarden voor de wed-strijd waarmee voorafgaand aan de partijen beide grootmeesters en hun delegaties toiletten overeenstemming hadden bereikt,' aldus Kok op Chess- Base 1 oktober 2006. 3.6. De opvattingen van grootmeesters De volgende grootmeesters menen dat Kramnik een groot onrecht ('gross injustice') is aangedaan: Jonathan Rowson (Schotland), Peter Heine Nielsen (Denemarken), Magnus Carlsen (Noorwegen), Jan Gustafsson (Duitsland), Tomi Nyback (Finland), Luke McShane (Engeland), Loek Van Wely (Nederland). Ook zijn er de volgende steunbetuigingen van grootmeesters: Ram Soffer (Israël), Victor Mikhalevski (Israël), Susan Polgar (USA). De volgende grootmeesters of internationaal meesters menen dat Kramnik oneerlijk is behandeld: Joel Lautier (Frankrijk), Almira Skripchenko (Frankrijk), Viktor Korchnoi, Laurent Fressinet, Nigel Short, Alexandra Kosteniuk, Pavel Tregubov, Pentala Harikrishna, Yannick Pelletier, Sophie Milliet, Lev Alburt, Anna Hahn, Rustam Dautov, Yasser Seirawan, Emanuel Berg, Helmut Pfleger, Olena Boytsun, Vladimir Barksij, Bartlomiej Macieja, Maxim Notkin, Alexander Baburin, Tony Kosten, Alexander Khalifman (Rusland), Ilias Kourkounakis (Griekenland), Natalia Zhukova (Oekraïne), Konstantin Landa (Rusland), Michal Krasenkow (Polen), Boris Gelfand (Israël), Alexander Huzman (Israël). Evgeny Bareev en Peter Svidler verklaren het volgende: 'De twee leden van de commissie van beroep, de heer Makropoulos en de heer Azmaiparashvili, die op grond van hun functie verplicht waren op neutrale wijze de regels toe te passen, namen een moreel verwerpelijke actie door de videobanden van de rustkamer van Kramnik aan het team van de tegenstander te overhan- digen. Daarna veranderden zij op verzoek van Danailov, in strijd met de wet de speelvoorwaarden van het kampioenschap door geen aandacht te schenken aan het feit dat dat uitdrukkelijk verboden is, niet alleen op grond van de door beide spelers ondertekende contracten, maar ook op grond van de eigen reglementen van de organisatie van het FIDE Wereldkampioenschap (artikel 3.18.3). Het is nodig te herhalen dat zowel Makropoulos en Azmaiparashvili beiden vice-president zijn van de FIDE, en het is duidelijk dat zulke onprofessionele en bevooroordeelde mensen geen bestuursfunctie horen uit te oefenen in de Internationale Schaakbond,' aldus Bareev en Svidler in een open brief van 5 oktober op ChessBase. 3.7. Karpov Karpov reageert op 2 oktober in het Russische schaakmagazine '64': 'Ik zou niet verder zijn gegaan met het kampioenschap', 'De Bulgaren heb- ben op ongeoorloofde wijze een punt ontvangen' en 'Het is misschien moei- lijk om hierover te procederen, hoewel ik denk dat het wel mogelijk is dat op succesvolle wijze te doen, als je bedenkt dat Ilyumzhinov, als president, de bevoegdheid heeft de beslissing van de commissie van beroep te herroepen. Als hij hun eerste beslissing kan herroepen, en hen kan ontslaan, dan bete- kent dat het ook de vervolgbeslissing kan herroepen. Als hun eerste beslis- sing ongeoorloofd is, betekent dat dat ook geldt voor de tweede,' vergelijk ChessBase 2 oktober 2006. 3.8. Kasparov Kasparov reageert op 2 oktober in de Wall Street Journal: 'Ze hadden het bezwaar van de Bulgaren onmiddellijk moeten verwerpen.' In The Times van 2 oktober haalt Keene een uitspraak aan van Kasparov. 'Garry Kasparov in zijn analyses over de roemruchte Fischer - Spassky, Reykjavik Kampioenschap van 1972, waarschuwde dat als een speler eens begint toe te geven aan zijn tegenstander - zelfs over de geringste wijzigin- gen in de regels - hij op een hellend vlak komt dat kan leiden tot psycholo- gische onderwerping. Beter is het, zo adviseert Kasparov, van begin af aan de poot stijf te houden. Als een goede leerling van Kasparov volgt Vladimir Kramnik nu het advies van zijn meester!' aldus Keene. 3.9. Tweede reactie Seirawan Yasser Seirawan levert op 4 oktober onder de titel 'Amateuristische leiding op het wereldkampioenschap'een zeer kritisch commentaar. Enkele passa- ges. 'Nu volgt de eerste fout. De voorzitter van de commissie van beroep, Geor- gios Makropoulos, ging ermee akkoord de klacht in behandeling te nemen. Nu de klacht van Danailov geen betrekking had op een beslissing van de hoofdscheidsrechter, had Makropoulos niets anders moeten doen dan de zaak verwijzen naar de toernooidirecteur. Van wat ik het beste kan waar- nemen is dat Valery Bovaev. Op de officiële website staat hij genoemd als voorzitter van het uitvoerend comité van het Wereldkampioenschap 2006 (of hij enige ervaring heeft met een wereldkampioenschap is een andere vraag).' 'Als hij de klacht van Danailov had ontvangen, had Bovaev, of zou hij moe- ten doen, onmiddellijk moeten raadplegen de overeenkomst van het kampi- oenschap. Hij zou hebben geweten dat de speelvoorwaarden zijn aanvaard en toegepast in de eerste vier partijen. Hij zou dan hebben kunnen voor- stellen dat de toiletten van de spelers vanaf dat moment een bewaker zou- den krijgen. Een dergelijk verandering zou de goedkeuring van Kramnik en zijn team moeten krijgen, dan zou de hele zaak eenvoudig en op vriende- lijke wijze zijn geregeld.' (De beste stuurlui/juristen aan de wal hebben beschreven dat de klacht van Topalov/Danailov ongegrond is omdat dit meer dan twee uur nadat de vier- de partij is geëindigd is ingediend, maar deze rust op een verder misver- stand. De klacht gaat niet over een beslissing van de hoofdscheidsrechter, maar over het gedrag van de tegenstander van Topalov. Een dergelijke klacht kan op elk moment worden ingediend.) 'Nadat de eerste fout is gemaakt door de klacht te ontvangen, maakte de commissie van beroep een tweede fout door te bepalen dat het toilet van Kramnik gesloten moet worden. Op deze manier veranderde de commissie van beroep eenzijdig de wedstrijdvoorwaarden, dat een schending oplevert van het contract van het kampioenschap, omdat Kramnik met deze veran- dering niet heeft ingestemd,' aldus Seirawan op ChessBase 4 oktober. 3.10. Susan Polgar Op chesscafe 4 oktober 2006, 'Chaos in Elista', schrijft Susan Polgar: 'Dit is opnieuw een treurige episode voor het schaken. Ik denk dat Topalov het recht had te protesteren, hoewel ik geen waardering heb voor de toon en de taal van de brief van Danailov. Het schilderde Topalov af als slecht, vooral met een score van 3 - 1 in het voordeel van Kramnik. Echter, FIDE maakte een fout door drie van zijn functionarissen te benoemen tot de com- missie van beroep. Het was beter en verstandiger geweest drie personen te benoemen die niet direct verbonden waren met FIDE om enige toespeling op vriendjespolitiek te voorkomen.' 3.11. Korchnoi De reactie van Korchnoi: 'Als ik Kramnik was geweest, was ik weggelopen,' 7 oktober 2006 op ChessBase. 3.12. Verklaring van Georgios Makropoulos Makropoulos, plaatsvervangend-president van de FIDE, was ook lid van de commissie van beroep, en werd na de uitspraak van de commissie door de president van de FIDE vervangen. Hieronder zijn verklaring gegeven aan journalisten, geplaatst op ChessBase 7 oktober. 'Ik wil u graag informeren over de beslissing van de commissie van beroep en de inspanningen die de Organisatoren en de FIDE hebben ondernomen om voor ideale omstandigheden voor beide teams te zorgen.' 'Voorafgaand aan het kampioenschap hadden we lange onderhandelingen met de heren Hensel en Danailov. We dachten dat we erin geslaagd waren voor de beste omstandigheden te zorgen. Na aankomst van de deelnemers, werden nieuwe voorwaarden op tafel gelegd, die we naar tevredenheid van beide deelnemers hebben uitgevoerd. Beide partijen hebben aanzienlijk veel pogingen gedaan om elke mogelijkheid uit te sluiten van gebruik van hulp van buitenaf voor de spelers.' 'Ik wil graag verklaren dat de FIDE de kans niet aanwezig acht dat er tijdens het kampioenschap gebruik wordt gemaakt van hulp van buitenaf, maar on- ze mening hier is niet van belang - we zouden de spelers halverwege tege- moet komen om ervoor te zorgen dat zij zich prettig voelen aan het bord en zich geen zorgen hoeven te maken over eerlijk spel.' 'Dit was precies de reden waarom op verzoek van de heer Hensel een gla- zen wand verscheen op het podium. Het is niet opgenomen in het contract, maar we voldeden aan het verzoek van de heer Hensel. Het is mogelijk dat de tegenstander dit bezwaarlijk vond, maar geen beslissing van de FIDE kon beide teams voor 100% tevreden stellen.' 'Toen de wedstrijd begon, ontvingen we een verklaring van het team van Topalov met het verzoek om in kennis gesteld te worden van de videoban- den van de rustkamers. De Organisatoren zorgden voor het materiaal, en op grond daarvan diende het team van Topalov een beroep in waarin zij opmerkten dat Kramnik het toilet in zijn rustkamer ongewoon vaak bezocht.' 'Ze verzochten de toiletten en rustkamers te sluiten en ook vroegen ze om de geaccrediteerde journalisten de videobanden te geven. Tijdens de be- raadslagingen van de commissie van beroep bekeken we de videobeelden. Alleen de derde schaakpartij was in zijn geheel opgenomen. Er waren beelden van anderhalf uur van de eerste en de tweede partij, en van de vierde partij waren er blanke beelden van anderhalf uur. We ontdekten dat het team van Topalov het aantal bezoeken van Kramnik aan zijn toilet had overdreven.' 'Echter, het aantal is nog steeds ongebruikelijk hoog. Tijdens de vierde partij bezocht Kramnik het toilet 25 maal, tijdens de derde partij 18 maal, en de eerste twee partijen 11 of 12 maal.' 'Ik wil graag herhalen dat we geen verband hebben gezien tussen het aantal bezoeken aan het toilet en het mogelijke gebruik van enige hulp van bui- tenaf. We hebben de heer Hensel gevraagd om te reageren op deze getallen waarbij we een verklaring hebben ontvangen in de trant van dat Vladimir het toilet gebruikt als ruimte om in te wandelen. Volgens de commissie van beroep is deze verklaring onbevredigend, omdat Kramnik elke keer 1 of 2 minuten op het toilet verbleef. Opnieuw herhaal ik, dat voor ons het aller- belangrijkste gegeven is dat beide spelers beveiligd zijn tegen het gebruik van hulp van buitenaf. Voor de eerste keer werden we geconfronteerd met sterke vermoedens van beide kanten. Ik denk dat er een gedeeltelijke schuld ligt bij de journalisten die actief op dit thema speculeerden voordat het wereldkampioenschap begon. Natuurlijk als je als algemene maatstaf neemt dat het zo gemakkelijk is om vals te spelen, word je ook ongerust.' 'We spraken president Kirsan Ilyumzhinov hierop aan voordat we op het beroep van het team van Topalov beslisten. En de president van de FIDE zelf stelde voor de toiletten in de rustkamers te sluiten. We verwierpen de andere punten in het beroep van de heer Topalov. We beslisten om niet de rustkamers te sluiten - zij zijn uitgerust met een video camera en de beelden worden goed in de gaten gehouden door de hoofdscheidsrechter. We zijn niet bevoegd de journalisten de videobeelden toe te kennen, omdat we meenden dat dit in strijd is met het privacyrecht van de spelers.' 'Verder ontvingen we open brieven van beide partijen. Ik wil hierover graag mijn mening met u delen. Volgens het contract moet de FIDE beide spelers voorzien van een rustkamer en een toilet. Het is voor ons duidelijk dat het contract ons niet bindt om te zorgen voor een toilet in de rustkamer, anders had er moeten staan: een rustkamer met een toilet. Daarom was het beroep van de heer Hensel op dit punt van het contract ongegrond.' 'Ik denk dat het een vreselijke fout is als dit kampioenschap in de sportge- schiedenis ingaat als het kampioenschap dat door de toiletten werd beëin- digd ... Het is slecht voor de FIDE, slecht voor Kalmukkië, slecht voor de Russische Schaakbond en voor zijn president de heer Zhukov die gepro- beerd heeft dit grootse kampioenschap te organiseren, en het is gewoon verschrikkelijk voor het schaken. Ik verzoek hierbij ten zeerste beide spe- lers met het kampioenschap door te gaan.' 3.13. Spassky Opvatting van Spassky, ChessBase 9 oktober. Tijdens zijn toespraak voor het grote publiek sprak Boris over het Kramnik-Topalov kampioenschap en vergeleek de schandalen van deze gebeurtenis met de incidenten in andere wereldkampioenschappen. Hij maakte het erg duidelijk dat de handelingen van Bobby Fischer in Reykjavik op geen enkele wijze te vergelijken zijn met wat er in Elista gebeurt. Hij beklemtoonde dat Bobby meningsverschillen had met de organisator, nooit met zijn tegen- stander, anders dan de aanvallen van Topalov die zijn gericht tegen de tegenstander op het bord. Spassky maakte het ondubbelzinnig duidelijk dat hij zijn steun geeft aan Kramnik, en dat hij de handelingen van Topalov als onfatsoenlijk beschouwt, aldus een verslag van een toespraak van Spassky, ChessBase 9 oktober 2006. 3.14. Verklaring Valery Bovaev Verklaring van Valery Bovaev. 'In mijn hoedanigheid van Voorzitter van het Uitvoerend Comité van het Wereldkampioenschap Topalov-Kramnik dat plaatsvindt in Elista van 21 september tot 13 oktober 2006, en in verband met de gebeurtenissen voorafgaande en rond de vijfde partij van het kampioenschap, wil ik graag het volgende verklaren.' 'In overeenstemming met het mondelinge verzoek van de commissie van beroep (de leden de heren Makropoulos, Azmaiparashvili) werd het onder- zoek naar de videobeelden van de rustkamers tijdens de eerste twee par- tijen uitgevoerd in de verblijfplaats van Veselin Topalov op 25 september. Aan het onderzoek naar de videobeelden namen de volgende personen deel: de vertegenwoordigers van het Uitvoerend Comité: Gennady Namsi- nov (hoofd van de afdeling over data informatie), Mingian Bazyrov (plaats- vervangend hoofd van die afdeling); deskundigen van de Bulgaarse dele- gatie onder leiding van de manager van Topalov de heer Silvio Danailov. De leden van de commissie van beroep namen geen deel aan het onderzoek naar de videobeelden.' 'De heren Makropoulos, Azmaiparashvili en Vega namen het initiatief om een tweede onderzoek te houden dat plaatsvond op 27 september 2006. De drie leden van de commissie van beroep bekeken de beelden samen met de hoofdscheidsrechter, de heer Gijssen, en de plaatsvervangend scheidsrech- ter de heer Nikolopoulos, die eveneens werden uitgenodigd. Namens het Uitvoerend Comité waren aanwezig de heren Namsinov and Bazyrov. Het derde onderzoek naar de video beelden werd uitgevoerd op 28 september, met de hoofdscheidsrechter, de heer Gijssen, en zijn plaatsvervanger de heer Nikolopoulos en ook met de deelnemers van Bulgaarse deskundigen en de vertegenwoordigers van het Uitvoerend Comité, de heren Namsinov and Bazyrov.' 'De twee laatste (de tweede en de derde) onderzoeken naar de videobeel- den vonden plaats in het Bureau van de Voorzitter van het Uitvoerend Comi- té van het Wereldkampioenschap. Na het terugtreden van de commissie van beroep nam ik de beslissing om ermee te stoppen vertegenwoordigers van het Bulgaarse team te voorzien van verdere videobeelden. Elista, 9 oktober 2006,' aldus Valery Bovaev, ChessBase 28 oktober 2006. 3.15. Raymond Keene In The Times van 14 oktober reageert Raymond Keene op de verklaring van Makropoulos. 'Het is uitgelekt dat Makropoulos, de vice-president van de FIDE, de daad van de wereldbond heeft gerechtvaardigd door te bevestigen dat de vijfde partij voor Kramnik verloren is verklaard, door te verzekeren dat Kramnik is beloofd een rustkamer 'en' een toilet, niet een rustkamer 'met' een toilet.' Dat mist de kern volslagen, terwijl het een nieuw dieptepunt bereikt in de semantische uitleg volgens Clintoniaanse lijn. In dit geval om de betekenis van 'met' en 'en'. Makropoulos ontkent het hart van de zaak, dat inhoudt dat Kramnik zich terecht in zijn eer en goede naam aangetast acht, na ten on- rechte te zijn beschuldigd van vals spelen met behulp van een computer, dat overduidelijk niet het geval was,' aldus Keene. 3.16. Ligterink 'Het was geen scène uit Lord of the Rings, maar een ouderwetse WK-match met alles erop en eraan: een psychologische oorlogsvoering, onzinnige ver- dachtmakingen en ordinaire schelmenstreken. Natuurlijk gebeurden er din- gen die volstrekt ontoelaatbaar waren, maar dat was alleen maar mogelijk omdat de wedstrijdleiding zwijgend toekeek en een volstrekt incompetente commissie van beroep niet corrigerend optrad,' aldus Ligterink op de website van Corus 18 oktober 2006. 3.17. Opvatting Gijssen In zijn column van oktober 2006, Elista, geeft Gijssen zijn mening weer: 'Al mijn beslissingen zijn gebaseerd op de volgende twee documenten: - de FIDE-regels die gelden sinds 1 juli 2005 - de regels en reglementen voor het Wereldkampioenschap Veselin Topalov (Bul) - Vladimir Kramnik (Rus) 2006.' 'Ik werd op de hoogte gesteld van het schriftelijke beroep van het team van Topalov en de beslissing van de commissie van beroep. De commissie van beroep was bevoegd op grond van artikel 3.17.2 van de Wedstrijdregels te beslissen, waarvan onderdeel f) van belang is: De commissie mag beslissen in de volgende zaken: a) een beroep tegen een beslissing van de arbiter, b) een protest tegen het gedrag van een speler, c) een klacht over een beschuldiging van een onjuiste interpretatie van de regels, d) een verzoek om een uitleg van een bijzondere regel, e) een protest of bezwaar tegen een deelnemer, of f) alle andere zaken die de commissie belangrijk beschouwt.' 'Artikel 3.17 regelt verder (cursief):'Het schriftelijke besluit van de Commissie van Beroep op grond van deze regels is definitief.' 'Het is mijn persoonlijke mening dat het niet overgelaten is aan het oordeel van de hoofdscheidsrechter de beslissing van de commissie van beroep te beoordelen, en dat is de reden waarom ik de (vijfde) partij heb laten beginnen.' 'Ik heb de partij uitgesteld omdat ik wachtte op een brief van de president van de FIDE. Het was mogelijk dat de heer Kramnik op basis van die brief van mening zou veranderen. Bijvoorbeeld, artikel 3.23.1 van het reglement van het Wereldkampioenschap geeft de president het recht in bijzondere gevallen te handelen: 'Indien er op elk moment tijdens de geldigheidsduur van de toepassing van deze regels, een kwestie speelt die niet is geregeld of er een onvoorziene gebeurtenis is, wordt deze voorgelegd aan de Raad van de President, of aan de President van de FIDE, voor een definitieve beslis- sing.' 'Een wezenlijke paragraaf in de brief aan de heer Kramnik was: 'Ik heb zorgvuldig uw open brief gelezen die u aan mij heeft gericht, en hierbij deel ik u mee dat ik volledig vertrouwen heb in de leden van de commissie van beroep en in hun laatste beslissing genomen op het beroep van het team van Topalov van 28 september 2006. 'Ik hoop oprecht dat dit mijn beslissing verduidelijkt. Zoals ik eerder heb gezegd, waren er enkele beslissende punten: Volgens de aanvaarde reglementen had de commissie van beroep het recht te beslissen, en was deze beslissing definitief. Of de beslissing fout is of goed, is niet van belang. Het feit dat een speler weigert te spelen is geen reden om een partij uit te stellen. Natuurlijk begrijp ik zijn beslissing, maar de beslissing van de commissie van beroep is definitief. Daarom moeten alle spelers deze aanvaarden.' 'De FIDE-regels en de reglementen van het wereldkampioenschap zijn de enige documenten die voor een scheidsrechter gelden. De scheidsrechter heeft niets te maken met overeenkomsten tussen spelers en de FIDE.' (...) 'Voorzover ik weet hebben beide teams de reglementen van het wereldkam- pioenschap aanvaard. Verder wil ik erop wijzen dat de beslissing van de commissie van beroep, of die nu fout is of goed, definitief is. Geen beroep is mogelijk tegen elke beslissing van de commissie van beroep. De gedachte dat de president van de FIDE elke beslissing van de commissie kan over- rulen, is natuurlijk nonsens. In de eerste plaats staat dat niet in reglemen- ten, en in de tweede plaats verbieden de regels het dat de president van de FIDE voorzitter kan zijn van de commissie van beroep: Een lid van de com- missie van beroep kan niet zijn afkomstig van de bond van een speler,' aldus Gijssen. (...) 3.18. Derde reactie Seirawan Seirawan heeft mij toestemming gegeven de Nederlandse vertaling van het volledige artikel te plaatsen. Zie voor het originele artikel van Seirawan in het Engels. Lees verder Op 21 oktober schrijft Seirawan: 'Zowel de inhoud als de toon van het artikel van Gijssen over de gebeur- tenissen in Elista is aanmerkelijk verrassend. Hij moet, zo denk ik, ervoor bedankt worden dat hij een poging heeft gedaan zijn visie te geven op zijn doorslaggevende rol als hoofdscheidsrechter op het Wereldschaakkampioen- schap, en voordat ik reageer op zijn verschillende beweringen zal ik kort duidelijk maken: hij was een deelnemer in Elista die uit eerste hand veruit meer weet over de feiten en details die over het kampioenschap de ronde deden dan de rest van ons die van ver de verschillende artikelen, nieuws- berichten en verklaringen op Internet lazen. Helaas voor de heer Gijssen betekent dat niet dat zijn beslissingen (op dat moment of na afloop) juist waren of dat hij een behoorlijk, uitvoerig verslag van de gebeurtenissen heeft gegeven.' 'Hij levert een mooi werkstuk af door de regels aan te halen van de FIDE-regels om zich zo persoonlijk proberen vrij te pleiten voor elke blaam van wat er in Elista is gebeurd. Zijn artikel doet me denken aan de Franse in- specteur in Victor Hugo's klassieke, 'Les Misérables', De inspecteur zou uit- roepen: 'De wet is de wet. Goed of fout doet er niet toe.' Daarom is mijn eerste meningsverschil met het artikel van de heer Gijssen over dit begin- sel: ja, goed en fout zijn verschillend. We moeten met zijn allen proberen te streven naar het goede. Wanneer onrecht is aangedaan, moeten we ons inspannen dat recht te zetten.' 'Het is typerend dat nergens in het artikel van Gijssen hij de vinger wijst om iemand aan te wijzen wie blaam treft, maar dat hij vooral uitlegt dat hij on- schuldig was en goed handelde, en dat ervaren wedstrijdleiders onberispe- lijke, fantastische, hartelijke mensen waren. Het moet echt prachtig zijn in een wereld te leven waar slechte dingen niet gebeuren en iedereen zonder fouten is. De heer Gijssen lijkt te vergeten dat de herenigingwedstrijd, de meest belangrijke gebeurtenis van de FIDE sinds 1993, bijna werd opge- blazen, met verwoestende gevolgen voor de schaakwereld. Ik benijd hem om zijn verrukkelijk bestaan.' 'De heer Gijssen schrijft het volgende: "Voorzover ik weet hebben beide teams de reglementen van het wereld- kampioenschap aanvaard. Verder wil ik erop wijzen dat de beslissing van de commissie van beroep, of die nu fout is of goed, definitief is. Geen beroep is mogelijk tegen elke beslissing van de commissie van beroep. De gedachte dat de president van de FIDE elke beslissing van de commissie kan over- rulen, is natuurlijk nonsens. In de eerste plaats staat dat niet in reglemen- ten, en in de tweede plaats verbieden de regels het dat de president van de FIDE voorzitter kan zijn van de commissie van beroep." 'Dat is nogal een citaat. Het doet mij perplex staan en ik vraag me zelfs af of de heer Gijssen wel wakker was in Elista. Zoals we zullen zien, werd niet alleen de FIDE president Kirsan Ilyumzhinov voorzitter van de commissie van beroep, voor een tijd was de FIDE president de gehele commissie. Ook, zou ik eraan toe willen voegen is er zoiets als een FIDE congres, de hoogste FIDE autoriteit.' 'De heer Gijssen verklaart verschillende malen dat de beslissingen van de commissie van beroep 'definitief' zijn. Echter, de reglementen werden niet gevolgd, en wedstrijdleiders faalden persoonlijk in hun taken en verantwoor- delijkheden. In het bijzonder verklaart het artikel van Gijssen de beperkt- heden van de bevoegdheden van de FIDE president. Het woord in de hier- voor geciteerde regel 'nonsens' is werkelijk opvallend.' 'In het artikel op ChessBase 'Ilyumzhinov: "U speelt voor de hele wereld!" staat het volgende opschrift: 'De president van de FIDE keert terug naar Elista na een ontmoeting met president Poetin in Sochi. Om middernacht heeft hij een ontmoeting gehad met Vladimir Kramnik, en de volgende dag heeft hij gesproken met de tweede man van het team van Silvio Danailov. Zij kwamen overeen de partij voor zaterdag uit te stellen en de partij te vervolgen op zondag.' 'In dit artikel gaf de president van de FIDE het eerste signaal dat zijn idee van definitief en het 'definitief' van de wereld van Gijssen niet een en de- zelfde zijn. De president van de FIDE verklaarde: 'Kramnik heeft zijn nota- tieformulier niet getekend. Als er een politieke beslissing voor beide partijen genomen moet worden, dan kan het reglementaire verlies van Kramnik worden herroepen.' 'Laten we hierover eens even nadenken. Een crisis in het kampioenschap vlamt op, en Ilyumzhinov stelt openlijk ter discussie het herroepen van de reglementaire nul voor Kramnik. Ik vraag me af of de heer Gijssen de pre- sident van de FIDE heeft verteld zich niet te mengen in 'nonsens' zaken of dat hij beter zijn mond kan houden.' 'De president van de FIDE roept de spelers op in goed vertrouwen en met welwillendheid. Laten we ons voor een moment voorstellen dat Topalov toegeeft, een held wordt en zegt: 'Oké, laten we de vijfde partij overspelen.' Het is niet denkbaar dat de heer Gijssen dan opspringt en zegt: 'Nee! Een dergelijk compromis, overeengekomen met de spelers en de president van de FIDE is in strijd met de regels. De beslissing van de commissie van be- roep is definitief!' 'Wat de heer Gijssen moet begrijpen is dat de reglementen niet zijn geschre- ven in stenen. Ze zijn geen Heilige Tekst om blindelings vereerd te worden. Als de spelers in staat zijn tot een overeenstemming te ko- men hoe verder te spelen, prachtig, laten ze hun gang gaan. Als ze daartoe niet in staat zijn, dan komen de reglementen van het kampioenschap en de overeenkomst van het kampioenschap in de plaats om te helpen tot een beslissing te komen. Helaas is het de spelers niet gelukt om in de gerezen crisis tot een compromis te komen. Het afgelasten van het toernooi leek onvermijdelijk.' 'Na het verlies van de vijfde partij voor Kramnik vertelde men ons, dat er verschillende ronden van onderhandelingen zijn geweest tussen de twee kampen van de spelers en de president van de FIDE. Op de website van de FIDE lezen we: 'De president van de FIDE heeft verschillende voorstellen gedaan om voort te gaan met het kampioenschap, die helaas niet zijn aan- genomen.' 'Het is duidelijk dat de president van de FIDE denkt dat hij bevoegd is ver- schillende compromissen voor te kunnen stellen. Wat zijn deze? Daarover gaan geruchten. Volgens een niet bevestigd Russisch verslag deed de pre- sident van de FIDE het mogelijke voorstel: Als Kramnik verlenging van het kampioenschap met vier partijen aanvaard, naar in totaal 16 in plaats van 12, zal de president van de FIDE de uitslag verbeteren in 3:1 en opdracht geven de vijfde partij opnieuw te spelen. Hij zou met andere woorden het reglementaire verlies voor Kramnik vernietigen. (Dit mogelijke compromis stond op de website van Susan Polgar, en ik zou erg blij zijn als dit voorstel bevestigd kon worden).' 'Was de president van de FIDE betrokken in 'nonsens' en verdeed hij zijn tijd? Dit is onze eerste tegenstrijdigheid over de rol van de president van de FIDE en zijn bevoegdheid volgens de reglementen: als hij een compromis aanbiedt door de uitslag te wijzigen in 3 - 1 door het kampioenschap te verlengen met vier partijen zou hij duidelijk de reglementaire nul hebben herroepen. Kramnik wees het voorstel af, maar zou hij het hebben kunnen aannemen als het voorstel was gedaan?' 'De heer Gijssen roemt de president van de FIDE om zijn diplomatieke gaven, maar hij kan het niet op twee manieren hebben. Als de beslissing van de commissie van beroep definitief was, kan hij niet onderhandelen.' 'Onze tweede duidelijke tegenstrijdigheid in het artikel van Gijssen is de vraag waarom de brief van de president van de FIDE eigenlijk nodig was. Als de beslissing van de commissie van beroep definitief is, waarop de heer Gijssen aandringt, waarom zou de president van de FIDE dan de brief schrij- ven om zijn beslissing te bevestigen. Hebben de leden van de commissie van beroep een schouderklopje nodig voor de taak die zij hebben verricht?' 'Tegenstrijdigheid nummer drie betreft de verklaring van Georgios Makro- poulos, de voorzitter van de commissie van beroep, op de persconferentie gehouden omstreeks het tijdstip van de vijfde partij. Uit zijn verklaring zoals gepubliceerd op de website van ChessBase haal ik het volgende aan: 'We spraken met president Kirsan Ilyumzhinov voordat we een besluit namen op het beroep van het team van Topalov en de president van de FIDE zelf stelde voor de toiletten in de rustkamers te sluiten.' 'Dus, worden we verteld dat het de president van de FIDE was die 'voor- stelde' de toiletten te verzegelen. De voorzitter van de commissie van be- roep, de heer Makropoulos (vice-president van de FIDE), ging akkoord met het voorstel van de president van de FIDE in de beraadslagingen van de commissie van beroep en handelde in overeenstemming met zijn wensen.' 'De heer Gijssen schreef, 'Geen lid van de commissie van beroep kan zijn afkomstig uit de bond van een speler.' Toch was het 'voorstel' van de pre- sident van de FIDE dat de commissie van beroep ertoe bracht het toilet van de heer Kramnik te sluiten. Het is duidelijk dat de president van de FIDE, een Rus, zich bemoeid heeft met de beraadslagingen in de commissie van beroep en heeft de commissie voorgesteld hoe te beslissen. Hier is een duidelijke vraag: heeft de president van de FIDE gehandeld in strijd met de reglementen door de commissie van beroep voor te stellen hoe te beslissen? Men kan zich zelfs afvragen of het een 'voorstel' was of een bevel. Bedenk dat elk lid van de commissie van beroep zijn persoonlijke benoeming tot lid van de commissie van beroep verschuldigd is aan de president van de FIDE. Onder zulke omstandigheden is het moeilijk voor te stellen dat de commissie van beroep het voorstel van de president zou afwijzen.' 'Op de website van de FIDE staat een brief gedateerd 29 september 2006 van de president van de FIDE. Ik citeer: 'Hierbij informeer ik u dat ik mijn volledig vertrouwen heb ik de leden van de commissie van beroep van het wereldkampioenschap en hun jongste beslissing genomen op het beroep van het team van Topalov gedateerd 28 september 2006.' 'Het is niet vreemd dat de leden van de commissie van beroep het vertrou- wen hadden van de president van de FIDE. Per slot van rekening dansten ze naar zijn pijpen.' 'Echter, het vertrouwen duurde niet erg lang. Kort nadat de heer Makropou- los zijn persverklaring gaf ontsloeg de president van de FIDE de leden van de commissie van beroep dan wel aanvaardde hij hun aftreden. In ieder geval, trok hij hun verantwoordelijkheden naar zichzelf toe. Hij werd, in feite en met hun machtiging, de commissie van beroep totdat hij passende ver- vanging had gevonden. Was het als Rus voor de president van de FIDE mo- gelijk voorzitter te zijn? Kan een persoon handelen in zijn geheel als com- missie van beroep? Ik vraag me af of de heer Gijssen doordringend de president heeft verteld dat zijn handelingen onrechtmatig zijn en tegen de reglementen. Ik durf de voor de hand liggende suggestie aan: als de pre- sident van de FIDE zichzelf kan benoemen als commissie van beroep, kan hij in ieder geval ook haar beslissingen herroepen.' 'Wat vervolgens gebeurde is dat de president van de FIDE het omgekeerde deed wat de commissie van beroep had besloten en beval het toilet van Kramnik te heropenen. Neem me niet kwalijk dat ik op het volgende de nadruk leg: de president van de FIDE overrulede de commissie van beroep. De heer Makropoulos ontdekte plotseling dat hij slechts een 'FIDE Waarnemer' was, wat dat ook moge zijn.' 'Ik moet eerlijk bekennen dat ik de allerlaatste FIDE reglementen niet ken- de. Ik baseerde mijn artikel ''Amateuristische leiding op het wereldkam- pioenschap' op mijn ervaringen met het kampioenschap Karpov tegen Korchnoi 1981 en die van Karpov tegen Timman 1993. Tijdens het termijn van Florencio Campomanes als president van de FIDE beschikte hij over de bevoegdheden zoals ik die heb schreven in mijn artikel. Daarbij konden de spelers hun voorkeur laten horen over het benoemen van de functionarissen bij het kampioenschap. Mijn wetenschap werd later als juist bevestigd in het interview met Anatoly Karpov maar het was, helaas, verouderd. Ik erkende dit onmiddellijk na de publicatie van het artikel van Bartlomiej Macieja op ChessBase, door middel van een mededeling van verbetering op dezelfde bladzijde.' 'Dit is, zij het een bijkomstigheid, van groot belang het oude en het nieuwe systeem met elkaar te vergelijken. Campomanes, zoals we weten, brak het Wereldkampioenschap 1984/1985 af. Ik beoordeel niet of dit in deze bui- tengewoon ingewikkelde zaak goed of fout was; het leverde zoveel tegen- strijdige bewijzen op, dat de enige eerlijke conclusie is agnosticisme (de leer dat men de eerste oorzaak der dingen - God, het absolute - niet kan ken- nen, PdeG). Zodat Campomanes al of niet gelijk had de wedstrijd te beëin- digen. Echter, hier is het belangrijkste punt dat de beslissing van Campoma- nes definitief was. Waren de reglementen van 2005 een poging om de rol van de president van de FIDE te beperken? Als dat zo is, is dat erbarmelijk mislukt. Hij leidt de FIDE als een top down pilaar. Hij is president, sponsor, toernooidirecteur, voorzitter van de commissie van beroep en diplomaat, en ook een vriendelijke, gastvrije gastheer. Maar misschien zal zelfs de heer Gijssen eens bemerken dat ja, schokkend, de president van de FIDE zijn bevoegdheden overschreed. Als dat niet zo is, zal de heer Gijssen de schaakwereld een dienst bewijzen door aan te geven op grond van welke bepalingen de president van de FIDE bevoegd was te handelen zoals hij heeft gedaan.' 'Zoals ik al eerder heb opgemerkt, speelde de president van de FIDE een belangrijke rol zowel achter de schermen als openlijk in de raad. De heer Gijssen schreef: 'De gedachte dat de president van de FIDE een beslissing kan overrulen is natuurlijk nonsens.' 'Als de heer Gijssen zich wat minder zorgen had gemaakt om zichzelf van alle blaam te zuiveren en een dramatische witwas operatie op te voeren over de gebeurtenissen in Elista zou hij misschien in staat zijn geweest op te schrijven wat bijna iedereen weet: 'De gedachte dat de president van de FIDE een beslissing kan overrulen is natuurlijk voor de hand liggend.' 'In Elista zijn de zaken vreselijk slecht aangepakt en hebben bijna geleid tot het afbreken van deze belangrijke herenigingwedstrijd. Iemand moet hier- voor verantwoordelijk en aansprakelijk zijn. Waarom mogen we niet weten wie dat is? Waarom zouden we niet openlijk mogen praten over de fouten die zijn gemaakt, opdat maatregelen genomen kunnen worden om ervoor te zorgen dat een herhaling wordt voorkomen? En verder, de heer Gijssen kan het niet op twee manieren krijgen: of hij vervulde een positie dat hij verant- woordelijk en aansprakelijk was of hij was het niet. Naar mijn mening ver- vult de hoofdscheidsrechter een erg belangrijke positie en hij moet ervoor zorgen dat de reglementen en de FIDE-regels nauwgezet worden nageleefd. Als de commissie van beroep onjuist beslist dat een van de spelers schokt en een wijziging veroorzaakt in de speelvoorwaarden, was het tijd voor de hoofdscheidsrechter in te grijpen en maatregelen te treffen. Hij wordt niet verondersteld een bureaucratische toekijker te zijn.' 'Op die fatale dag van de vijfde partij, verlangde de heer Gijssen een uitstel van 22 minuten. Het is duidelijk dat hij dat ook had kunnen uitbreiden tot een officiële time-out. Misschien zou hij daarvoor zwaar zijn gestraft. Of misschien zou hij daarvoor zijn geprezen ervoor te hebben gezorgd dat de juiste speelvoorwaarden die golden voor de eerste vier partijen zouden zijn hersteld. We zullen het nooit weten.' 'De heer Gijssen is van mening dat dat ik hem mijn verontschuldigingen moet aanbieden; dat is kinderachtig. Zoals we hebben gezien, eindigden de gebeurtenissen in Elista bijna in een catastrofe. Het was uitsluitend toe te rekenen aan de moedige beslissing van Kramnik om met het kampioenschap door te gaan, ondanks de oneerlijke beslissing hem toegedaan de vijfde partij voor hem verloren te verklaren, dat een bijna-ramp voor de schaak- wereld was voorkomen. Als de heer Gijssen meent in staat te zijn voor zich te overtuigen dat hij onschuldig is, is dat een zaak voor zijn eigen geweten. Ik blijf bij mijn kritiek die ik mijn oorspronkelijk artikel heb gegeven: de scheidsrechter had het indrukken van de klok moeten uitstellen, of hij had een officiële time-out moeten uitroepen in het geval een onmiddellijke overeenstemming onmogelijk was. De beslissing van de scheidsrechter om de klok in de vijfde partij in te drukken was slechts de laatste stap in een serie van misstappen in gang gezet door het protest van Topalov over het veelvuldige bezoek van zijn tegenstander naar het toilet. Als de heer Gijssen nog steeds geloofd, zelfs achteraf, dat hij geen keuze had, zij dat zo. Voortaan, kan een niet-denkende robot scheidsrechter zijn. Natuurlijk zou de niet-denkende robot de vijfde partij niet met 22 minuten hebben uitgesteld.' 'Voordat FIDE-officials en wedstrijdleiders het voorbeeld van Gijssen volgen en zich bezig houden met lofuitingen en hartelijke schouderkloppingen en beloningen en aanhalen van een uitstekend gedaan karwei, zou ik adviseren dat een onderzoekscommissie in het leven wordt geroepen om te onder- zoeken wat er precies verkeerd is gegaan in Elista en wie daarvoor verant- woordelijk was. Hun bevindingen zouden gepubliceerd moeten worden en verbeterende maatregelen zouden getroffen moeten worden.' 'Over de meer algemene uitgangspunten is mijn eigen mening dat het dui- delijk is waar de fout echt ligt: de vice-president van de FIDE, de heer Ma- kropoulos, veranderde de reglementen door 'zijn' commissie van beroep en de commissie voor het wereldkampioenschap bevoegdheden te geven om af te wijken van regels. Hij en de vice-president van de FIDE, Zurab Azmaipa- rashvili, speculeerden met hun functie als FIDE-official voor een karwei waarvoor betaald werd. De president van de Amerikaanse bond, Jorge Vega, ontving zijn baan als lid van de commissie van beroep als beloning voor zijn politieke steun in Turijn aan de overwinning voor de herbenoeming van Ilyumzhinov. Deze politieke benoemingen zorgden voor het 'Peter Prin- ciple' in volle omvang. Dat is gebruikelijk bij de FIDE.' 'De commissie van beroep was niet een onafhankelijk lichaam. Het werd eerder door de president van de FIDE gecontroleerd, die zich met de be- raadslagingen in de commissie bemoeide en uiteindelijk de voorzitter van de commissie vertelde hoe op het beroep te beslissen.' 'De toernooidirecteur die zich bereidwillig achter de brede schouders van de commissie van beroep verbergt, bestendigt de geldende reglementen over het verloop van de partijen.' 'De heer Gijssen beschrijft dit gedrag als 'onberispelijk' en zelfs 'hoogst gewaardeerd'.' 'De president van de FIDE aanvaardde het aftreden van twee van de leden van de commissie van beroep en benoemde zichzelf tot commissie van beroep, dat duidelijk in strijd is met de reglementen van het kampioenschap. Waarom het aftreden van de heer Vega niet is aanvaard, is een afwijking van de regel die tot nu toe niet verklaard is.' 'De beslissing van de commissie van beroep veranderde de speelvoorwaar- den die golden voor de eerste vier partijen van de wedstrijd. Deze eenzij- dige wijziging maakte Kramnik boos, die protesteerde bij de hoofdscheids- rechter door de vijfde partij niet te willen spelen. Kramnik noemde de ver- anderde speelvoorwaarden als een schending van de overeenkomst van het kampioenschap. De hoofdscheidsrechter faalde in het beschermen van de speelvoorwaarden van de spelers door blindelings de onjuiste beslissing te volgen omdat hij 'geen andere keuze' had. Hij faalde in zijn taak te verze- keren dat de speelvoorwaarden voor alle partijen steeds dezelfde zouden blijven.' 'De president van de FIDE overrulede de oorspronkelijke beslissing van de commissie van beroep en heropende het toilet van Kramnik, daarbij her- stelde hij de speelvoorwaarden voor de zesde partij zoals die golden voor de eerste vier partijen. De nieuwe commissie van beroep ingesteld door de president van de FIDE weigerde de beslissing over de vijfde partij te her- overwegen.' 'Zoals we weten, vervolgde Kramnik de wedstrijd en verdiende de bewonde- ring van de schaakfans voor zijn bereidheid tijdelijk onder bezwaar een onjuiste beslissing te aanvaarden. Hij maakte het duidelijk dat hij als dat nodig zou zijn, juridische stappen zou ondernemen tegen de FIDE, en het was uitsluitend door zijn overwinning in de rapidpartijen dat de rampzalige patstelling werd voorkomen. De heer Gijssen zou er goed aan doen zich te realiseren dat een dergelijke patstelling ertoe zou hebben geleid dat hij en andere wedstrijdofficials, opgeroepen zouden zijn hun gedrag uit leggen in de rechtszaal,' aldus Seirawan. 3.19. Interview met Topalov Gert Ligterink interviewt Topalov. Enkele passages uit 'Elista spookt nog steeds door mijn hoofd'. 'Of ik misschien beter niet had kunnen komen? Het is geen moment bij me opgekomen. Nog nooit heb ik een ondertekend contract gebroken. Ik ben Kramnik niet. Hoe vaak heeft die zich niet teruggetrokken met vage klachten over vermoeidheid? Dit voorjaar nog meldde hij zich onmiddellijk af voor het toernooi in Monaco, nadat hij voor de match met mij had getekend.' De naam van Kramnik werkt op Topalov als een rode lap op een stier. In de eerste dagen na de match is hij terughoudend geweest, maar onderhand vindt hij het de hoogste tijd zijn kant van het verhaal te vertellen: 'Uit de artikelen die ik heb gelezen, begrijp ik dat de buitenstaanders Kramnik zien als een martelaar die tegen de verdrukking in heeft gewonnen. Voor hen ben ik de gebeten hond en is mijn manager Silvio Danailov de verpersoon- lijking van Het Kwaad. 'Het is een voorstelling van zaken die kant noch wal raakt. Ons door ieder- een zo streng veroordeelde protest tegen het gedrag van Kramnik was geen provocatie, maar een uiting van oprechte bezorgdheid. Tijdens de eerste twee lange partijen bracht Kramnik tweeënhalf uur door in zijn rustkamer achter het podium. Dat kan toch niet? Als je een faire match speelt, verstop je je niet, maar bewerkstellig je dat het publiek je op het podium kan zien.' 'Na de vierde partij heeft mijn manager de banden van de beveiligingsdienst opgevraagd om eens te kijken hoe mijn tegenstander de tijd doorbracht in zijn rustkamer.' 'Toen hij zag dat Kramnik buitensporig vaak het toilet bezocht, begonnen we argwaan te krijgen. Natuurlijk is dat verdacht gedrag. Het toilet was de enige ruimte die niet door camera's beveiligd was.' 'Toen de commissie van beroep het met ons eens bleek te zijn en opdracht gaf de toiletten in de rustkamers te sluiten, reageerde Kramnik als de ver- moorde onschuld. Contract dit en contract dat, hoe durven ze mij zo te be- ledigen. Het is altijd hetzelfde met hem. Zelf breekt hij de regels voortdu- rend, maar o wee als aan zijn rechten wordt getornd.' 'Dat Kramnik niet kwam opdagen voor de vijfde partij, was zijn eigen schuld. Hij dacht dat hij met alles kon wegkomen. Liever had ik die partij wel ge- speeld en gezien dat ons protest volledig was gehonoreerd. In plaats daar- van kreeg ik een gratis punt, maar kreeg Kramnik op alle andere punten zijn zin. Hij mocht weer doen wat hij wilde in zijn rustkamer en de protestcom- missie werd ontslagen.' 'Het gevolg was dat ik vanaf de zesde partij niet meer wist tegen wie ik speelde. Kramnik was het afgelopen jaar kwetsbaar, maar in deze match maakte hij nauwelijks tactische fouten. Ik begon te twijfelen. Was Kramnik mijn tegenstander of was het Kramnik, geassisteerd door een computer? Om hem zo veel mogelijk aan het bord te houden, begon ik met opzet snel te spelen. Te snel soms. De blunder waardoor ik de negende partij verloor, was het gevolg van een te snel genomen beslissing.' 'Ik accepteer dat ik de match verloren heb. Maar de taferelen in Elista spo- ken nog steeds door mijn hoofd. 's Nachts droom ik van Kramnik. Ik droom dat hij het aanbod van een revanchematch in Sofia heeft geaccepteerd. Of dat ik een lange wandeling met hem maak in Moskou, waarna we samen een chique nachtclub bezoeken. Het vreemde is alleen dat wij de enige twee bezoekers zijn,' De Volkskrant van 26 oktober 2006. 3.20. Interview met Danailov Uit interview Pieter de Vries met Silvio Danailov, NRC van 28 oktober 2006, 'Toiletgate achtervolgt Topalov': 'Nee, het was geen psychologische oorlogsvoering. 'Ik slaap goed. Wij hadden het recht een klacht in te dienen. Ons protest werd gesteund door de beroepscommissie na het bekijken van de videobanden. Er was gerede twijfel. Als Kramnik terugkeerde aan de speeltafel, deed hij meteen - vaak een tactisch juiste - zet. Nu zijn wij de bad guys en is degene die tijdens een partij twee uur op het toilet zit de good guy'. 'Dat de beroepscommissie omstreden was en volgens sommigen op de hand van het Topalov-kamp, vertelt Danailov er niet bij. Wel is hij kritisch over de rol van FIDE-president Kirsan Iljoemzjinov, die de beslissing van de beroepscommissie over de toiletten terugdraaide. 'Iljoemzjinov is een Rus, Kramnik is een Rus ... Moet ik nog meer zeggen?' Danailov beperkt zich tot één voorbeeld: 'Het Bulgaarse regeringsvliegtuig dat ons zou ophalen kreeg van de autoriteiten vier dagen lang geen toestemming om te landen. Toen Kramnik de tiebreak had gewonnen, mocht het opeens wel.' 3.21. Carsten Hensel Op 29 oktober reageert de manager van Kramnik, Carsten Hensel, op het interview van Topalov in De Volkskrant. 'De heer Topalov is ons nog steeds een reactie verschuldigd om nauwkeurig aan te geven welke regels Vladimir Kramnik zou hebben overtreden. Wat er gebeurd is, is het tegenovergestelde. Omdat de commissie van beroep van de FIDE de voorwaarden heeft geschonden, is de vijfde partij in juridische zin nooit gespeeld. Dus is de uitslag van het klassieke schaakkampioenschap 6:5 in het voordeel van Vladimir Kramnik.' 'De twijfels die de heer Topalov uitdrukkelijk kenbaar maakt zijn niets anders dan een zielig excuus in verband met zijn grote sportieve nederlaag. Het is in het bijzonder inconsequent als men bedenkt dat alle maatregelen om enig mogelijke beïnvloeding tegen te gaan genomen zijn op initiatief van het team van Kramnik (de glazen wand en het lichte gordijn, het voorkomen van elke mogelijkheid van elektronische signalen in de speelzaal, de rustkamers en de toiletten, het onderzoeken aan de spelers en van alle kamers voor het begin van elke partij).' 'Voor het begin van de eerste partij deed het team van Topalov praktisch niets om deze soort van beveiliging te verzekeren. Het is in feite de organisatie die van begin af aan alle noodzakelijke maatregelen heeft genomen om elke vorm van beïnvloeding tegen te gaan. De verdere verhogingen van de controlemaatregelen tijdens het kampioenschap werden door Kramnik verwelkomd en in een aantal gevallen door hem verzocht. In Elista zijn er nieuwe standaarden genomen die beschouwd kunnen worden als een voorbeeld voor professioneel schaak in de toekomst.' 'Het feit dat het team van Topalov zich heeft laten meeslepen en hun erg nauwe banden met hoog geplaatste FIDE officials heeft gebruikt om Vladimir Kramnik te beschadigen is een daad van onsportief gedrag van het soort dat zich nog nooit eerder heeft voorgedaan in de schaakwereld. Dit alles is waar in verband met het openbaarmaken van de videobanden over Kramnik die een schending zijn van zijn rechten, het onreglementaire verlies van de vijfde partij nadat de FIDE zijn contract had geschonden, en de indirecte beschuldigingen en beschuldigingen van vals spel en de logisch daaruit voortvloeiende beschadiging van de eer en goede naam van Vladimir Kramnik.' 'De public relations ramp die daarop voor het team van Topalov volgde was het resultaat van onprofessioneel bedrag en een onderschatting van de intelligentie van het publiek, net zoals zijn duidelijke sportieve nederlaag.' 'Dit kan alleen gezien worden als een overwinning van de gerechtigheid. Het aanvaarden van zijn verlies door de heer Topalov is volgens mij, de enige verstandige zin in zijn interview,' aldus Hensel. Dortmund, Duitsland, 28 oktober 2006, ChessBase 28 oktober 2006. (wordt vervolgd) © 2006 Pieter de Groot |
TOPALOV - KRAMNIK |
Artikelenreeks 'Wereld- kampioenschap 2006 Topalov-Kramnik' door Pieter de Groot. Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4 |
|
SCHAAKRECHTSVRAAG |
De schaakrechtsvraag van oktober 2006: Versneld beëndigen. Met onder meer een vraag over de 11e partij Topalov-Kramnik. Lees verder |
WILT U REAGEREN? |
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen. Pieter de Groot |