DE SCHEIDSRECHTER EN DE REMISECLAIM IN MOSKOU |
Samenvattig In Moskou vergist de scheidsrechter zich bij het beoordelen van een remise- claim op grond van driemaal dezelfde stelling. Het gaat om de voorwaarde dat driemaal dezelfde speler aan zet moet zijn. Dat is in dat geval niet zo. Twee keer was het de speler, een keer de tegenstander. In plaats van de claim in te willigen had deze afgewezen moeten worden. In dit artikel wordt deze voorwaarde besproken. Aangegeven wordt hoe een scheidsrechter op een praktische manier de claim kan toetsen, opdat herha- ling van fouten wordt voorkomen. Want, in feite is het beoordelen van een dergelijke claim eenvoudig. Verder wordt de vraag gesteld of de straf bruik- baar is. Tot slot volgt een praktisch voorbeeld. De inhoud van dit hoofdstuk ziet er als volgt uit: 1. Driemaal dezelfde stelling in Moskou 2. De verklaringen van de hoofdscheidsrechter 3. De remiseclaim 4. Dezelfde speler moet telkens aan zet zijn 5. De achterliggende gedachte 6. Een remiseclaim is een aanbod 7. De taak van de scheidsrechter: voorlichting 8. De taak van de scheidsrechter: direct toezichthouder 9. Verifiëren van de claim 10. Ferrer - Sunnucks 11. Afwijzen van de claim 12. Tijden noteren 13. Bruikbare straf 14. Wijziging uitslag door de scheidsrechter 15. Ten onrechte claim afwijzen 16. Adams - Morozevich 17. Short - Carlsen 1. Driemaal dezelfde stelling in Moskou Wit: Alexander Morozevich (2747) Zwart: Magnus Carlsen (2698) Moskou, Tal Memorial Tweede ronde, 7 november 2006 1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 e5 6. Pdb5 d6 7. Lg5 a6 8. Pa3 b5 9. Pd5 Le7 10. Pxe7 Pxe7 11. Ld3 Pd7 12. c4 b4 13. Pc2 a5 14. Pe3 f6 15. Lh4 0-0 16. 0-0 Pc5 17. f3 Le6 18. Te1 Db8 19. Lf1 Kh8 20. Te2 Tc8 21. Td2 Ta6 22. Tc1 Tac6 23. Lf2 Lf7 24. Pd5 Pxd5 25. cxd5 T6c7 26. Tdc2 Le8 27. b3 L7 28. g4 Kg8 29. De2 Pb7 30. Txc7 Txc7 31. Txc7 Dxc7 32. Da6 Pc5 33. Da8+ Kf7 34. h4 h6 35. Lc4 Be8 36. Le3 Ke7 37. g5 hxg5 38. hxg5 Kf7 39. Kg2 Dit is de eerste keer dat deze stelling op het bord verschijnt met zwart aan zet. 39. ... Ke7 40. Kg3 Kf7 41. Kg4 Ke7 42. Kh4 Kf7 43. Kh3 Ke7 44. Kg2 Kf7. De tweede maal, nu met wit aan zet. 45. Ld2 Db6 46. Le3. Op dat moment gaat zwart naar de plaatsvervangend scheidsrechter, Eduard Dubov, en kondigt aan dat hij van plan is 46. ... Dc7 te spelen waardoor driemaal dezelfde stelling op het bord verschijnt. De hoofdscheidsrechter, Geurt Gijssen, wordt erbij gehaald. Zie zijn hierna volgend verslag. Scheidsrechters Geurt Gijssen (links) and Eduard Dubov (rechts) bespreken de werking van een digitale schaakklok met GM Genna Sosonko (foto: organisatie Tal Memorial toernooi). 2. De verklaringen van de hoofdscheidsrechter Uit het verslag van de hoofdscheidsrechter van 7 november 2006, geplaatst op de toernooisite. De toernooisite 'Vanavond riep tijdens de partij Morozevich - Carlsen de heer Carlsen de tussenkomst in van de heer Dubov en zei dat hij van plan was om 46. ... Dc7 te spelen, waarna drie keer dezelfde stelling zal ontstaan. De heer Du- bov riep mij. En met de heer Carlsen ging ik naar de analyseruimte. Daarna zag ik de heer Morozevich en stelde hem op de hoogte van de claim van de heer Carlsen. Ik nodigde hem uit om de notatieformulieren na te kijken. De heer Morozevich deelde me mee dat hij deze controle niet wilde bijwonen en dat hij de beslissing aan mij overliet.' 'De heer Carlsen en ik speelden de partij na en kwamen tot de conclusie dat dezelfde stelling inderdaad drie keer dezelfde was. De spelers tekenden de notatieformulieren. Even later begon ik te twijfelen aan de juistheid van mijn beslissing en onderzocht ik uit eigen beweging opnieuw de partij. Mijn con- clusie was dat dezelfde stelling inderdaad drie keer op het bord is, maar niet met dezelfde speler die aan zet is. Dit betekent dat de claim onterecht was en dat mijn beslissing onjuist is.' 'Vervolgens stelde ik de heer Carlsen hiervan op de hoogte en hij stond onmiddellijk klaar de partij verder te spelen. De organisatoren probeerden de heer Morozevich te bereiken, maar die was onvindbaar. De heer Kuzmin, zijn coach, vertelde de organisatoren dat volgens hem de remise uitslag ongewijzigd moet blijven. De hele tijd heeft de heer Carlsen gewacht om de partij verder te spelen en heeft de eindstelling niet geanalyseerd,' aldus het verslag van de hoofdscheidsrechter.' Tweede verklaring hoofdscheidsrechter, 8 november 2006. 'Vandaag had ik de gelegenheid met GM Morozevich te spreken over mijn onjuiste beslissing gisteren in zijn partij tegen Carlsen. Ik heb hem mijn excuses aangeboden, die hij heeft aangenomen.' 3. De remiseclaim De remiseclaim wegens driemaal dezelfde stelling is geregeld in artikel 9.2 van de FIDE-regels. Dat artikel luidt: 'De partij is remise, als een aan zet zijnde speler terecht claimt dat dezelfde stelling voor minstens de derde keer (niet noodzakelijkerwijs door opeen- volgende herhaling van zetten) a. tot stand gaat komen, als hij eerst zijn zet op zijn notatieformulier noteert en de arbiter meedeelt dat hij deze zet gaat spelen, of b. zojuist tot stand is gekomen, en de speler die remise claimt aan zet is. Stellingen bedoeld onder (a) en (b) worden geacht dezelfde te zijn, als de- zelfde speler aan zet is, stukken van dezelfde soort en kleur dezelfde vel- den bezetten, en de zetmogelijkheden van alle stukken van beide spelers dezelfde zijn. Stellingen zijn niet dezelfde als een pion die en passant had kunnen worden geslagen niet langer op deze wijze kan worden geslagen of als het recht om te rokeren, tijdelijk of blijvend is veranderd.' De voorwaarden voor het inwilligen van een remiseclaim. De stellingen zijn dezelfde als voldaan is aan de volgende voorwaarden: - dezelfde speler aan zet is - stukken van dezelfde soort en kleur dezelfde velden bezetten - en de zetmogelijkheden van alle stukken van beide spelers dezelfde zijn. De stellingen zijn niet dezelfde - als een pion die en passant had kunnen worden geslagen niet langer op deze wijze kan worden geslagen - als het recht om te rokeren, tijdelijk of blijvend is veranderd. 4. Dezelfde speler moet telkens aan zet zijn Een voorbeeld. Wit: Milko Bobotsov Zwart: Alexander Tsvetkov Boidar M. Kaic, The Chess Competitor's handbook, bladzijde 104: Vanuit deze stelling begint wit. 41. Le2 Lb7 42. Lf1 Lc8 43. Ld3. Dezelfde stelling, maar nu is zwart aan zet. 43. ... Lb7 44. Dd2 Lc8 45. Kg2 Lb7 46. De1 Lc8 47. Kf3 Lb7 48. Kf2 Lc8. Dezelfde stelling, maar deze keer is wit aan zet. De scheidsrechter wijst de remiseclaim af. 5. De achterliggende gedachte In oktober 1960 gaf de FIDE de volgende interpretatie: 'Een partij kan niet remise worden verklaard als niet alle drie keer nadat dezelfde stelling op het bord is verschenen, dezelfde speler aan zet was.' De regelgever heeft deze interpretatie in 1971 vastgelegd in de FIDE-regels. De verklaring van Eric Roosendaal Eric Roosendaal aan wie ik een concept van dit artikel liet lezen, geeft de volgende achterliggende gedachte van de regel: 'Natuurlijk is de stelling niet dezelfde met een andere speler aan zet. Als een andere speler aan zet is zijn de mogelijkheden compleet anders. Stellingen zijn soms gewonnen met wit aan zet, maar remise met zwart aan zet.' Bijvoorbeeld: Zwart dekt het mat via 1. ... Dg8. Na 2. Dg4 Df8 3. Dg6 is dezelfde stelling ontstaan. Het gaat verder met 3. ... Dg8 4. Dh5 Df8 5. Dg4 De7. Wit speelt 6. Dg6 en dreigt opnieuw mat. Zwart kan dit nu niet dekken met Dg8. Indien de regelgever het anders had geregeld en had bepaald dat stellingen dezelfde zijn ongeacht de speler wie aan zet is, kan de partij remise worden geclaimd indien zwart 6. ... Df8 speelt. Terwijl wit op de volgende zet 7. Dh7 mat kan spelen. Volgens Eric komen dit soort gevallen vaak voor, bijvoorbeeld in eindspelen waar een speler een tempo moet verliezen om te winnen. De regel voorziet dus in een behoefte. Een voorbeeld van Tim Dickinson Het voorbeeld van Eric Roosendaal doet me denken aan dat van Tim Dickin- son uit Oxford: Wit heeft de oppositie, maar een directe poging om te winnen leidt tot niets: 1. Kd5 Kc8 2. Kd6 Kd8 3. c7+ Kc8 4. Kc6 is pat. Integendeel, hij bemerkt dat met zwart aan zet de stelling gewonnen is, omdat zwart de koning moet ver- plaatsen en wit moet toelaten tot b6. Dus maakt wit een driehoekje om een tempo te verliezen. 1. Kd5 Kc8 2. Kc4 Kd8 3. Kd4 Kc8 4. Kd5 Kc7 5. Kc5 en wint. De stelling op de vijfde zet is precies dezelfde als die op de eerste zet, maar met een belangrijk verschil: zwart is nu aan zet, in plaats van wit. Dit is dus geen herhaling van dezelfde stelling. 6. Een remiseclaim is een aanbod In juli 2001 is in artikel 9.1 een nieuw subartikel c ingevoegd: 'Een remiseclaim overeenkomstig de artikelen 9.2, 9.3 of 10.2 wordt als een remiseaanbod beschouwd.' De tegenstander kan de claim in de betekenis van aanbod aanvaarden. Doet hij dat is het spel op grond van artikel 5.2 onder c onmiddellijk beëindigd. Een remiseclaim wegens driemaal dezelfde stelling is daardoor in de eerste plaats een zaak voor de betrokken spelers zelf. Bij aanvaarding van het aanbod is de tussenkomst van de scheidsrechter niet meer nodig. Pas bij een afwijzing van het aanbod krijgt de scheidsrechter een taak. De scheidsrechter komt dus op de tweede plaats, hij heeft een aanvullende functie. Overigens is artikel 9.1 sub c strikt genomen overbodig. In de betekenis van het woord 'claimen' zit al tegenspraak. Het slaat op een geschil. Deze ter- men gebruikt een wetgever - als het goed is - alleen in een context waar het gaat om een procedure op tegenspraak. Er is een speler die iets wil, en een tegenstander die dat niet wil. Dat is de reden dat een eis wordt ingesteld. Vandaar dat een scheidsrechter moet verifiëren of de tegenstander weigert akkoord te gaan met remise. In mijn artikel Scheidsrechterlijke dwalingen in Moskou en Den Haag heb ik daarop gewezen bij artikel C3 bij snelschaak. Lees het hele artikel Artikel 9.1 sub c bevestigt dus nog eens dat het moet gaan om tegenspraak. Dezelfde gedachte geldt ook voor een remiseclaim bij de vijftig zetten regel en de uitvluggerregel van artikel 10.2. Een remiseclaim bestaat dus uit twee elementen, het is: a. een claim en b. een aanbod Verder is een aanvullende taak weggelegd voor: c. de scheidsrechter. 7. De taak van de scheidsrechter: voorlichting De eerste stap die de scheidsrechter doet is na te gaan of de tegenstander zich realiseert dat er een remiseaanbod is gedaan. De scheidsrechter atten- deert de tegenstander daarop. Hij kan bijvoorbeeld tegen de speler te zeg- gen: 'Ik begrijp dat u remise wilt claimen. Een dergelijke claim wordt op grond van de FIDE-regels als een remiseaanbod beschouwd. Ik vraag uw tegenstander of hij/zij dat aanbod aanneemt.' De scheidsrechter wendt zich tot de tegenstander: 'Accepteert u het remiseaanbod?' In Moskou had de scheidsrechter dus aan Morozevich moeten vragen of hij het remiseaanbod aanneemt. Morozevich is inmiddels op de hoogte van de remiseclaim op grond van driemaal dezelfde stelling, zie punt 16 hierna, de partij van Adams - Morozevich. 8. De taak van de scheidsrechter: direct toezichthouder Indien de tegenstander het aanbod weigert, neemt de scheidsrechter de remiseclaim in behandeling. Vanaf dat moment is niet meer de eerste volzin van artikel 13.3 van toepassing, dat voorschrijft: 'De arbiter houdt de par- tijen in het oog, zeker als de spelers weinig tijd hebben.' Maar geldt de regel dat de tussenkomst van de scheidsrechter is ingeroepen en dat hij het geschil moet beslechten. Het inroepen van de tussenkomst om remise te claimen is dan ook geen vrijblijvende handeling. Er zijn rechtsgevolgen aan verbonden: - de eisende speler zit vast aan zijn remiseclaim, hij kan de claim niet in- trekken; - de scheidsrechter moet om het geschil op te lossen zich strikt aan de FIDE-regels houden. 9. Verifiëren van de claim Indien een speler geen remise claimt, mag een scheidsrechter niet eigen- machtig ingrijpen als dezelfde stelling vele malen op het bord is geweest. De scheidsrechter wacht de claim af. De scheidsrechter treedt op op verzoek van een speler. En als er geclaimd wordt rust het bewijs op de claimende speler. De scheidsrechter verifieert de juistheid daarvan. Zie mijn artikel Driemaal dezelfde stelling. Lees het hele artikel Schaakrechtsvraag van de maand mei 2005 en mijn antwoord daarop. Lees het hele artikel 10. Ferrer - Sunnucks In de literatuur zijn gevallen bekend waarin scheidsrechters onjuiste beslis- singen hebben genomen, vgl. paragraaf 20 van mijn artikel over driemaal dezelfde stelling. Ter illustratie: De driemaal dezelfde stelling in het dameszonetoernooi in Bad Neuenahr in de partij tussen Ferrer (Spanje) en Sunnucks (Engeland). Sunnucks kondigt een zet aan, waardoor driemaal dezelfde stelling ontstaat. Ferrer ontkent en stelt dat de stelling tweemaal verschijnt. De scheidsrechter Fohl moet be- slissen. 'Hij ziet zich gesteld voor twee notatiebiljetten, het ene in het Spaanse, het andere in de Engelse notatie. Dat is hem te machtig, daar komt hij niet uit. Hulp van Barcza en Langeweg bij dit werk wijst hij af. Hij beslist: doorspelen. Sunnucks, discipline gewend, gehoorzaamt, speelt en ...verliest! Na afloop spelen de dames haar partij door. Nu blijkt het: Sunnucks had gelijk,' Schakend Nederland 1964, bladzijdelz. 110. Als de scheidsrechter zich beperkt tot het verifiëren of de eisende speler is geslaagd in zijn bewijs kan hij zich beter concentreren op de voorwaarden die gelden voor een remiseclaim. Een scheidsrechter moet niet mee willen schaken. Hij moet in ieder geval niet puzzelen op welke zet eventueel de- zelfde stelling is geweest, en hij moet vooral niet menen dat hij beter kan schaken dan de spelers. Als hij dat denkt, kan hij beter iets anders doen, bijvoorbeeld zelf gaan schaken. Door zich strikt aan de FIDE-regels en aan zijn taakopdracht te houden kan voorkomen worden dat de scheidsrechter fouten maakt. Indien hij zo op- treedt, is het eenvoudig om een remiseclaim wegens driemaal dezelfde stelling te beoordelen. 11. Afwijzen van de claim Indien de scheidsrechter de claim afwijst, geldt artikel 9.5 onder b. Dat luidt: 'Als blijkt dat de claim onterecht is, dan moet de arbiter drie minuten toe- voegen aan de bedenktijd van de tegenstander. Daarnaast dient de arbiter wanneer de claimende speler meer dan twee minuten op zijn klok heeft, de helft van de resterende tijd van de claimende speler af te trekken tot een maximum van drie minuten. Als de claimende speler meer dan een minuut maar minder dan twee minuten over heeft, wordt zijn resterende tijd een minuut. Als de claimende speler minder dan een minuut heeft, dient de arbiter de klok van de claimende speler niet te corrigeren. Daarna gaat de partij verder en moet de meegedeelde zet worden gedaan.' Dus: 1. De tegenstander ontvangt een bonus: - drie minuten extra bedenktijd. 2. De claimende speler ontvangt de volgende straf: - indien hij meer dan twee minuten op zijn klok heeft, wordt de helft van de resterende tijd afgetrokken tot een maximum van drie minuten. - indien hij meer dan één minuut maar minder dan twee minuten over heeft, wordt zijn resterende tijd een minuut. - indien hij minder dan een minuut heeft, volgt geen straf. 12. Tijden noteren Voordat de scheidsrechter de klokken gaat bijstellen, noteert hij eerst de tijden. Hij laat deze notatie aan de spelers zien. Mocht er iets mis gaan met het bijtellen of verminderen van de kloktijden heeft hij in ieder geval het bewijs van de oorspronkelijke bedenktijden. Zeker bij die moderne klokken kan het gemakkelijk voorkomen dat een scheidsrechter per ongeluk te vaak of op een verkeerd knopje drukt. 13. Bruikbare straf De vraag rijst of de straf een bruikbare straf is. De voorgeschreven straf kan snel leiden tot fouten van scheidsrechters. De regelgever had het een- voudig moeten houden en aansluiting moeten zoeken bij andere straffen, door bijvoorbeeld alleen de tegenstander twee minuten extra bedenktijd toe te kennen, en geen vermindering van bedenktijd voor de speler te bepalen. Een straf die ook wordt toegekend bij het afwijzen van een remiseclaim op grond van artikel 10.2 of bij een ongeoorloofde zet. 14. Wijziging uitslag door de scheidsrechter De vraag rijst of de scheidsrechter een uitslag kan wijzigen indien beide spelers het notatieformulier hebben getekend. Artikel 8.7 luidt: 'Aan het eind van de partij dienen beide spelers beide notatieformulieren te ondertekenen, waarbij de uitslag van de partij wordt aangegeven. Zelfs als dit incorrect is, blijft deze uitslag gehandhaafd tenzij de arbiter anders beslist.' Op grond van 'de tenzij-clausule' is de scheidsrechter bevoegd de uitslag te wijzigen. In zijn column van november 2003, Kallithea!, formuleert Gijssen een algemene regel. 'Er is de volgende algemene regel: als het zich voor- doet op een rating toernooi, moet de juiste uitslag worden gezonden naar de FIDE. Verder hangt het ervan af wanneer de vergissing is ontdekt. Als het ontdekt is voordat de indeling van de volgende ronde op een Zwitsers toernooi is gepubliceerd, moet de uitslag worden verbeterd. Als de fout na het begin van de volgende ronde is ontdekt, zou ik de indeling niet hebben veranderd. Of ik de uitslag voor de volgende ronde al of niet verbeter hangt af van vele factoren, bijvoorbeeld het aantal resterende ronden, de ratings van de beide spelers die betrokken zijn bij het voorval etc.,' aldus Gijssen. In het Moskouse geval gaat het om de rechtsgevolgen van een onjuiste scheidsrechterlijke beslissing. Het is de scheidsrechter zelf die probeert die schadelijke gevolgen zo snel mogelijk te verbeteren. Artikel 8.7 gaat over het wijzigen van de uitslag, of daaronder ook verstaan wordt het hervatten van de partij betwijfel ik. Commentaar van Eric Roosendaal: 'Dat de scheidsrechter na zijn fout daad- werkelijk probeert de partij te laten verder spelen vind ik onbegrijpelijk. Ik kan alleen maar denken dat de paniek totaal is toegeslagen toen hij zich realiseerde wat hij gedaan had. Maar verder spelen na voor de uitslag gete- kend te hebben is ongehoord. Nog nooit meegemaakt. Als ik Morozevich was zou ik dat ook niet willen. Na de partij is je concentratie weg. Misschien had hij inmiddels een pilsje op, een bad genomen zoiets. Als de partij beëindigd is kun je nooit meer doorspelen. Nooit. Staat gewoon in de regels,' aldus Eric. 15. Ten onrechte claim afwijzen Het omgekeerde kan ook. Ten onrechte de remiseclaim afwijzen. Zie daar- voor het voorbeeld Ferrer - Sunnucks, punt 10 hiervoor. Toen Sunnucks na afloop ontdekte dat de stelling wel degelijk driemaal dezelfde was geweest, tekende zij beroep aan bij de commissie van beroep. Slavenkoorde, Schakend Nederland 1964, blz. 110, staat stil bij de gevolgen van een onjuiste scheidsrechterlijke beslissing. Indien een scheidsrechter ten onrechte de claim afwijst en gelast verder te spelen moet hij eigenmach- tig zijn beslissing verbeteren indien hij nadien ontdekt dat zijn beslissing onjuist was. Slavenkoorde: 'Naar mijn mening verliest een speler of speel- ster zijn recht niet als de wedstrijdleider afwijzend beslist en later blijkt dat hij ongelijk heeft. Hoeveel later? Me dunkt: hier moet de redelijkheid be- slissen. 'Onmiddellijk na afloop van de partij' lijkt mij nog wel tijdig genoeg,' aldus Slavenkoorde. Slavenkoorde vervolgt: 'Het geval werd in handen gegeven van een com- missie van drie personen, maar deze commissie 'kwam er niet uit'. Hetgeen ons zeer verbaast. Wij zullen maar geen verder commentaar geven, dachten we zo. Later, toen vaststond dat Ferrer geen kans meer had op de vierde plaats, gaf ze deze partij vrijwillig alsnog remise. Een beetje laat, menen wij,' aldus Slavenkoorde. Onder commissie van drie bedoelt Slavenkoorde, de commissie van beroep van het toernooi bestaande uit drie spelers. Of de opvatting van Slavenkoor- de al of niet juist is, is een onderwerp voor een afzonderlijk artikel. Bijvoorbeeld, kan een scheidsrechter die een doelpunt ten onrechte heeft afgekeurd, na afloop van de partij het doelpunt alsnog goedkeuren? 16. Adams - Morozevich Wit: Michael Adams (2752) Zwart: Alexander Morozevich (2716) Wereldkampioenschap kandidaten toernooi Dortmund Sparkassen Schaaktoernooi 2002 De toernooisite Vervolg: 43. Ta7 Te4 44. Tb7 Te8 45. Ta7 Lf6 46. Ta5 Ld4. Op dat moment noteert wit 47. Ta7, zet de klokken stil roept de tussenkomst in van de scheidsrechter en claimt remise. Hij legt uit dat de stelling op de 43e, 45e en 47e dezelfde zijn. 'Morozevich, met stomheid geslagen, zakte bijna in elkaar en stamelde fluisterend woorden in het Russisch. Dit is de eerste keer dat dit Morozevich is overkomen. Onder de extreme druk waar de spelers bloot aan staan, is zo'n misser goed begrijpelijk,' aldus het verslag op de toernooisite. 17. Short - Carlsen Tot slot een driemaal dezelfde stellingclaim van Carlsen. Wit: Nigel Short (2687) Zwart: Magnus Carlsen (2581) Hoogeveen, Essenttoernooi 22 oktober 2004, vijfde ronde De uitgetrokken schoenen partij, of het eten tijdens de partij. Schaakrechtsvraag van de maand november 2004. Lees het hele artikel 1. e4 c5 2. Pc3 Pc6 3. g3 g6 4. Lg2 Lg7 5. d3 d6 6. Lg5 Pf6 7. Pge2 Tb8 8. 0-0 b5 9. a3 Ld7 10. h3 0-0 11. Kh2 a5 12. Dd2 b4 13. axb4 axb4 14. Pd5 Pxd5 15. exd5 Pd4 16. Pxd4 Lxd4 17. c3 bxc3 18. bxc3 Lf6 19. Lxf6 exf6 20. Ta7 Te8 21. Tfa1 Lf5 22. g4 Lc8 23. c4 Kg7 24. d4 cxd4 25. Dxd4 Te2 26. Lf1 Tc2 27. Te1 Tb7 28. Kg1 Txa7 29. Dxa7 Ld7 30. Dd4 h6 31. Kg2 Ta2 32. Te3 Kg8 33. Ld3 Kg7 34. h4 g5 35. h5 Ta3 36. Kg3 Tb3 37. Tf3 De7 38. Te3 Dd8 39. Kg2 Ta3 40. Tf3 De7 41.Te3 En nu noteert zwart 41. ... Dd8, zet de klokken stil en roept de tussenkomst van de scheidsrechter in. Hij kondigt aan dat als hij de genoteerde zet uitvoert de stelling voor de derde maal verschijnt. Stelling na 41. ... Dd8: Vraag Wat moet de scheidsrechter beslissen? Bekijk het antwoord Uit het toernooiverslag: 'Nigel Short liet zijn tegenstander Magnus Carlsen ontsnappen met remise. In een stelling die volgens de Engelsman duidelijk beter voor hem was, herhaalde hij een keer te vaak de stelling. Een opgeluchte Carlsen claimde op grond daarvan op de 41ste zet het halfje. © 2006 Pieter de Groot |
Tal Memorial 2006 Lees verder |
WILT U REAGEREN? |
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen. Pieter de Groot |