HET OVERSPELEN VAN EEN PARTIJ. DEEL 1 |
'Aan de andere kant zijn er tendensen die leiden tot een grotere juridisering (alles vastleggen in spelregels tot en met het sneller recht willen halen als instanties nalatig zijn) en materialisering en wordt het steeds moeilijker om vrijwilligers bij de sportorganisatie betrokken te houden.' Code goed sportbestuur, opgesteld door de commissie onder voorzitter- schap van mr. Jan Loorbach (tegenwoordig landelijk deken van de Neder- landse orde van advocaten). Als een scheidsrechter tijdens de partij een fout heeft gemaakt, dan rijst de vraag of na afloop kan worden geclaimd dat de partij moet worden overge- speeld. Om deze vraag te beantwoorden wordt eerst onderzocht hoe in de voetbalsport deze vraag wordt beantwoord. De commissie van beroep van de HSB heeft in een geval geoordeeld dat een partij moet worden overgespeeld. In deel 2 bespreek ik deze uitspraak. Het overspelen van een partij is een zorgelijke ontwikkeling. Andere regionale bonden kunnen leren van deze ervaring in de HSB. Overzicht van paragrafen: 1. Het overspelen van een voetbalwedstrijd 2. Scheidsrechterlijke fouten in het algemeen 3. Twee typen scheidsrechters 4. Het overspelen van de schaakpartij 1. Het overspelen van een voetbalwedstrijd Bij het voetballen komt het veel voor dat een scheidsrechter een foute be- slissing neemt. Op 18 november 2009 in de verlenging van het WK-kwalifi- catieduel Ierland - Frankrijk houdt Thierry Henry in het doelschopterrein een bal met de hand in het veld. Hij speelt de bal naar William Gallas die vervol- gens voor Frankrijk scoort. Direct protesteren de Ieren. Echter, de scheidsrechter, Martin Hansson, heeft de handsbal niet gezien en keurt het doelpunt goed. Frankrijk plaatst zich voor het wereldkampioen- schap in Zuid-Afrika in 2010. Wereldwijd is de opschudding over de handsbal van Henry zeer groot. Ieren protesteren onmiddellijk als Gallas scoort na een handsbal van Henry Na afloop wordt de Franse president Sarkozy meteen geïnterviewd en begint met excuses aan te bieden aan de Ieren. 'Het spijt me echt dat ze zijn uitgeschakeld, want ze speelden vanavond fantastisch. Ik heb echt met hen te doen. Ik ben blij dat Frankrijk naar het Wereldkampioenschap gaat, maar op dit moment denk ik toch vooral aan de Ieren.' De Franse minister van Financiën, Christine Lagarde, is natuurlijk blij dat de Fransen zich hebben gekwalificeerd, maar vindt het jammer dat dat is gebeurd met vals spel. 'De FIFA zou goed naar de regels moeten kijken, en misschien, in dit geval de wedstrijd laten overspelen. En als de regels dit niet toelaten, moet die bond de regels wijzigen,' zo meent de minister. In het Ierse parlement wordt de zaak uitvoerig besproken. De Ierse minister van Justitie Dermot Ahern wil dat de wedstrijd wordt overgespeeld. 'Ze zul- len waarschijnlijk niet naar ons luisteren omdat we een kleine vis in de voet- balwereld zijn, maar de FIFA moet ingrijpen. Als de situatie zo blijft, ver- sterkt het de gedachte dat je wint als je bedriegt,' aldus Ahern. De reacties van de Franse minister van Financiën en de Ierse minister van Justitie zijn opmerkelijk, omdat zij commentaar geven op een scheidsrech- terlijke beslissing. Dat is ongepast. De reactie van Sarkozy is beter. Hij biedt tijdens de Europese top in Brussel op 19 november de Ierse premier Cowen zijn excuses aan. Verder onthoudt hij zich van commentaar: 'Vraag me niet op de stoel van de scheidsrechter plaats te nemen, of op die van de voet- balautoriteiten. Laat me daarbuiten,' aldus de president. Zo hoort het. De Ierse voetbalbond spreekt van 'een beschamende beslissing van de scheidsrechter die de integriteit van de sport beschadigt'. Die bond dient een verzoek in bij de wereldvoetbalbond, de FIFA, om de wedstrijd over te spe- len. Al de volgende dag laat de FIFA weten 'dat het resultaat van de wed- strijd niet kan worden veranderd en de wedstrijd niet kan worden overge- speeld. Beslissingen worden genomen door de scheidsrechter en deze zijn onomkeerbaar'. De FIFA: 'Er bestaat geen mogelijkheid de wedstrijd over te spelen. Als dat wel zo zou zijn zou dit leiden tot een absolute chaos in het voetballen. Als de wedstrijd wordt overgespeeld zou in de toekomst elke wedstrijd telkens na een misser van de scheidsrechter op een incident, voorwerp worden voor het inroepen van het overspelen. De regels van de FIFA zijn absoluut helder. Artikel 5 luidt dat een beslissing of een gedraging van de scheidsrechter definitief is. Dan is het afgelopen. Men kan de wedstrijd niet overspelen op basis hiervan. Men moet een regel hebben dat luidt dat het oordeel van de scheidsrechter altijd juist is. Uit de totstandkoming van artikel 5 van de regel blijkt: 'Beslissend zijn de beslissingen van de scheidsrechter over feiten die met het spel te maken hebben, inclusief de vraag of er al of niet een doelpunt is gemaakt en de uitslag van de wedstrijd. De scheidsrechter mag alleen een beslissing wij- zigen wanneer hij zich realiseert dat deze onjuist is, of , naar zijn oordeel, op grond van het advies van een assistent scheidsrechter of de vierde offi- cial, aangenomen dat hij de wedstrijd nog niet heeft hervat of de wedstrijd al is geëindigd. De Ierse voetbalbond heeft geclaimd dat er een precedent is geweest omdat de FIFA in 2005 heeft beslist dat de kwalificatiewedstrijd voor het wereld- kampioenschap tussen Oezbekistan en Bahrein moet worden overgespeeld omdat de scheidsrechter een 'technische fout' heeft gemaakt nadat een penalty was toegekend. Echter, in dat geval maakte de scheidsrechter zich eerder schuldig aan het verkeerd toepassen van de regels dan aan het niet-bestraffen van een over- treding. Hij kende namelijk een indirect vrije trap toe tegen Oezbekistan toen een van hun spelers het strafschopgebied binnnenliep voordat Oezbe- kistan met succes een penalty had benut. De juiste uitleg in dat geval was geweest dat de penalty opnieuw genomen moest worden. De handsbal van Henry zou bijna zeker zijn waargenomen door een extra assistent-scheidsrechter achter elk doel - het systeem dat afkomstig is van de president van de EUFA, Michel Planini, dat dit systeem dit seizoen uit- probeert in de Europese competitie,' aldus de FIFA. Hierna geef ik aan de hand van het voorval van Thierry Henry drie voor- beelden ter illustratie: a. de scheidsrechter heeft de handsbal niet gezien, en dus geen penalty. b. de scheidsrechter heeft de handsbal wel gezien en waardeert deze als geen opzet (aangeschoten) en dus geen penalty. c. de scheidsrechter heeft de handsbal wel gezien, geen de juiste waardering, namelijk dat sprake is van opzet, maar geeft geen penalty. Het gaat dus niet alleen om de vraag of de scheidsrechter het feit heeft ge- zien, maar het gaat ook om een juiste waardering daarvan. Een onjuiste waardering leidt niet tot het overspelen. Als de scheidsrechter abusievelijk denkt dat Henry de bal kreeg aangeschoten, is er geen sprake van opzet, en kent hij dus geen penalty toe. Alleen een juiste waardering met een onjuiste beslissing leidt tot het overspelen van de wedstrijd. Vandaar dat alleen het geval c kan worden overgespeeld. Het spreekt voor zich dat dit een tamelijk lastige materie is. Men moet niet redeneren met de wetenschap achteraf, maar met de wetenschap op het moment van het voorval. Voorts moet men redeneren vanuit de betrokken scheidsrechter. Daarbij is de moeilijkheid dat niemand in het hoofd van de scheidsrechter kan kijken. Het is dus nagenoeg feitelijk onbegonnen werk het bewijs te leveren dat de scheidsrechter de regels verkeerd heeft toe- gepast. Vandaar dat er slechts enkele voorbeelden bestaan van het overspelen van een wedstrijd (met dank aan Arno Wiersma, competitieleider HSB, die mij hierop wees).
Bijzondere voorvallen:
Een bijzondere vorm van overspelen bij het voetballen zijn de weersom- standigheden. 'Indien een wedstrijd door de scheidsrechter wordt gestaakt tengevolge van weersomstandigheden, wordt de wedstrijd in zijn geheel op- nieuw vastgesteld, tenzij het bestuur betaald voetbal beslist, dat de op het moment van staken bereikte stand als einduitslag wordt aangemerkt.' Ajax - Liverpool, Amsterdam, 7 december 1966. De Engelse keeper kan niet eens de helft van het veld zien. En dan de beroemde wedstrijd die niet werd gestaakt: Ajax - Liverpool 1966. Het was in Amsterdam overdag al flink mistig, maar niet zo erg als 's a- vonds. Iedereen dacht dat de mist wel zou optrekken. Maar dat was niet zo: het werd alleen maar erger. Toch zijn de belangen te groot dat iedereen - beide teams, het uitverkochte stadion, de televisie - wil dat de wedstrijd doorgaat. Later zal de Engelse coach Bill Shankly verklaren dat hij tijdens de wedstrijd zelfs even het veld is opgelopen om aanwijzingen te geven. 'Je zag geen steek voor ogen, de scheidsrechter heeft me niet eens gezien.' En vlak voor rust hoort Sjaak Swart een fluitje. Hij denkt dat het rust is. Swart: 'Ik dacht dat de scheidsrechter had afgefloten. Bij de ingang naar de kleedkamers werd ik tegengehouden door het bestuurslid Jaap Hordijk.' Hordijk maakt hem duidelijk dat het nog geen rust is en dat hij snel terug moet naar het veld. Swart: 'Hij zei: Sjaak, wat doe je nou?' Ik ben toen snel weer terug- gelopen, het veld in. Ik kreeg de bal, zette voor, en het was een doelpunt.' Wel zijn de spelers in de rust bang dat de scheidsrechter alsnog besluit de wedstrijd af te gelasten en over te spelen. Maar dat gebeurt niet en Ajax wint met 5 - 1. 2. Scheidsrechterlijke fouten in het algemeen We kunnen door middel van regels wel verplichtingen opleggen aan scheids- rechters, maar we kunnen niet voorkomen dat zij fouten maken. Scheids- rechters zijn mensen en mogen dus fouten maken. Het leven zou namelijk ondraaglijk worden als dat verboden is. Vandaar dat het er niet toe doet of een scheidsrechter een fout heeft gemaakt, maar hoe hij daarmee is omge- gaan. Wat heeft hij gedaan, of wat heeft hij kunnen doen om het gevolg van de fout zoveel mogelijk te verzachten? En vaak - misschien zelfs wel altijd - kan een scheidsrechter zijn fout niet meer herstellen. Zo gaat dat nu een- maal in de sport. Hele generaties liefhebbers van voetbal weten dat. Het hoort erbij. We mogen scheidsrechters aanspreken op hun scheidsrechterlijke fouten. Maar het moet niet ontaarden in gezeur over overspelen of aansprakelijk- heid. Scheidsrechters mogen erkennen dat ze een feit tijdens de wedstrijd niet hebben gezien, en ze mogen ook erkennen dat ze in de hectiek een onjuiste beslissing hebben genomen. Desnoods zeggen ze: 'Sorry, voortaan probeer ik het beter te doen'. Maar dat is dan ook alles. Scheidsrechter Pieter Vink leidt op 31 januari 2010 de wedstrijd Feyenoord - Ajax, uitslag 1 - 1. Al tien minuten na afloop bekijkt hij de wedstrijdbeelden van Studio Sport. En 'terwijl tienduizenden bloeddorstige Rotterdammers zich nog op reukafstand bevonden' geeft hij toe dat hij Ajax ten onrechte geen penalty heeft toegekend. 'Ik zie potverdomme na de wedstrijd dat ik Suarez een strafschop mee had moeten geven,' aldus Vink. En er is niemand die vervolgens eist dat de wedstrijd moet worden overgespeeld. Bekijk het filmpje 3. Twee typen scheidsrechters Wat voor een voetbalwedstrijd geldt, geldt ook voor schaakpartij. Voorko- men moet worden dat na afloop een discussie oplaait om een partij over te spelen. En dan komt er een theorie die alleen voorkomt in het schaakspel. Het is het leerstuk van het eigenmachtig ingrijpen van de scheidsrechter, en de gevol- gen daarvan bij niet ingrijpen. Die leer houdt in dat op grond van artikel 13.1 van de FIDE-regels een scheidsrechter erop moet toezien dat de FIDE-regels strikt worden nageleefd. Een soortgelijke regel komt ook voor in andere sporten. Maar het bijzondere bij het schaakspel is natuurlijk dat een schaakscheidsrechter niet zoveel heeft te doen. Toch worden scheidsrechters met deze last opgezadeld: ze moeten opletten. Vooral Gijssen maakt scheidsrechters wijs dat zij goed moeten opletten. En helaas heeft hij op dit punt vele volgelingen. Arme arbiters. Chanty-Mansiejsk, november/december 2009, een oplettende arbiter Ik heb geen flauw idee wat die oplettende arbiter zit te doen. Volgens mij is het window dressing, geheimzinnigheid, doen alsof, indruk maken op het pu- bliek en op de organisatie opdat deze denken dat het zijn van arbiter veel voorstelt, om er zo voor te zorgen dat hij volgend jaar weer wordt ge- vraagd. Zo las ik op utrechtschaak forum iets opmerkelijks dat zich op 6 februari 2010 had voorgedaan in de tweede klasse van de KNSB-competitie. Een speler verdenkt zijn tegenstander van fraude wegens gebruik van een com- puter en meldt dit de scheidsrechter. Echter, deze 'heeft het te druk' en kan deze beschuldiging niet onderzoeken. Waar die arbiter het zo druk mee heeft is mij een raadsel. Gelukkig volgt niet iedereen de leer van Gijssen. Dat zijn scheidsrechters die tijdens een wedstrijd eigen bezigheden verrichten, zoals het lezen van een boek. Het zijn zgn. niet-oplettende scheidsrechters. Corus 2010, Alex Roose, scheidsrechter voor de grootmeestergroep C, aan het werk. Hij is arts op Curaçao en tevens toernooiarts op Corus. Thomas van Beekum vertelde mij eens dat hij tijdens zijn Hoogovens/Corus-carrière minstens twee meter aan boeken heeft gelezen. Thomas: 'En bijna nooit schaakboeken, maar meestal literatuur, geschiedenis en boeken over Afrika. Het geeft ook leuke reacties, want spelers komen kijken wat je leest, en knikken soms waarderend en beginnen na de partij een discussie over dat boek of over het genre.' Ook ik ben een niet-oplettende scheidsrechter. Ik heb geen zin om op men- sen te passen die zelf groot genoeg zijn om op te letten, en waarvan de meesten beter kunnen schaken dan ik. Omdat ik tijdens een wedstrijd kan werken, ben ik bereid in mijn vrije tijd beschikbaar te zijn als scheidsrech- ter. Mijn taak beperkt zich tot het meehelpen van het opstellen van het materiaal - het instellen van de klokken laat ik graag over aan de handige schakers die dat veel sneller kunnen - het houden van een openingstoespraak, het eigenmachtig handhaven van de orde en rust, het beslechten van geschillen die mij worden voorgelegd, het aanwijzen van assistenten bij de tijdnood- fase, het opletten bij tijdnood, en het invullen van de formulieren. Dat is alles. Ik lees, ik schrijf, en ik loop zo nu en dan wat rond om de benen te strekken. Kijk wat naar partijen, maar ik let dan niet op. Zodoende kom ik tijdens een wedstrijd wat tot rust. De ideale schaakscheidsrechter Echter, ik zou de arbiters de kost niet willen geven die de leer van Gijssen aanhangen. Zij gaan gebukt onder de zogenoemde voortdurend dwingend- rechtelijk opgelegde plicht in te grijpen wanneer een speler een regel over- treedt. Dat kan van alles zijn, controleren of geoorloofde zetten worden ge- daan, controleren op noteren, regelmatig kloktijden noteren, zich aanstellen bij een omgekeerde toren en andere pietluttige zaken (hoe pietluttiger hoe belangrijker). En verder weet ik niet waar ze op letten. En dan komt het. Indien een scheidsrechter bij een overtreding niet ingrijpt, gedraagt hij zich onbehoorlijk. Dat gedrag houdt namelijk een doelbewuste incorrecte toepassing van de regels in en is een dermate grote inbreuk op de regels. Dat is niet mis. Om zo'n ernstige beschuldiging te voorkomen houden deze arme arbiters voortdurend toezicht, ze lopen voortdurend te speuren naar mogelijke overtredingen. De oplettende schaakarbiter Dan rijst de vraag wat er aan te doen is als er tijdens een partij iets is ge- beurd dat in strijd is met de FIDE-regels. Het bijzondere is dat 'de ideale schaakscheidsrechter' minder risico's loopt dan 'de oplettende schaakarbi- ter'. De eerste kan namelijk stellen dat hij niets heeft bemerkt. 'Spelers moeten zelf maar opletten.' En omdat hij volop tijd heeft kan hij aandacht schenken de beschuldiging over fraude te onderzoeken, hij kan dus een goede prioriteitstelling maken. Maar de tweede voelt zich ongemakkelijk: hij is overal mee bezig en dus met nergens. Hij moet uitleggen waarom hij niets doet aan een aangifte wegens fraude. 4. Het overspelen van de schaakpartij Van belang is het leerstuk van oorzaak en gevolg. Als de scheidsrechter wel had ingegrepen of een juiste beslissing had gegeven was de partij anders verlopen. Door dat niet te doen heeft de scheidsrechter actief bijgedragen aan een omstreden uitslag. Het niet-ingrijpen van de scheidsrechter of het geven van een foute beslissing heeft de wedstrijd een andere wending gege- ven. En in het schaakspel kan zoiets van doorslaggevende betekenis zijn. Daar kan een speler de dupe van zijn geworden. Dan is de vervolgstap ook snel gemaakt: het overspelen van de partij. Een voorbeeld daarvan is de zaak De Stukkenjagers - HWP Sas van Gent. Tijdens de wedstrijd vindt in Tilburg op het plein voor het gebouw waar de partijen worden gespeeld een kwartier lang een demonstratie plaats van trommelaars met aanzienlijk lawaai, en later een optreden van een half uur van harde popmuziek met slechte zang, terwijl de tijdnoodfase was aange- broken. In overleg met de scheidsrechter is besloten de wedstrijd onder protest verder te spelen. De competitieleider wijst de claim om de wedstrijd over te spelen af, omdat de organisator geen schuld treft. Ook de commissie van beroep weet met veel kunst en vliegwerk te voorkomen dat de wedstrijd moet worden over- gespeeld. Dat doet zij door het strafrecht te introduceren in het bestuurlijke begrip van orde en rust, de hinder. En ook zij stelt de schuldvraag. En, in mijn woorden, 'nu de verdachte geen schuld treft, gaat zij vrijuit, en wordt de wedstrijd niet overgespeeld', vlg. commissie van beroep van de KNSB van 18 juni 2009, zaaknummer 0809-4. Naar mijn mening zijn de overwegingen van de competitieleider en de com- missie onjuist. Onder protest of bezwaar verder spelen kan niet. Er kunnen tijdens een partij geen voorwaarden worden gesteld aan een schaakspel. Een schaker speelt of hij speelt niet, maar hij speelt niet onder voorwaar- den. Bij het spelen onder voorwaarden zijn de verhoudingen namelijk niet gelijk. De machtsverhoudingen tussen de onder voorwaarden spelende speler en de tegenstander zijn in onbalans. Zoals er geen voorwaarden kunnen worden gesteld aan een remiseaanbod, zo kunnen er geen voor- waarden worden gesteld aan het spel. Indien iemand onder voorwaarden wil verder spelen, zijn de voorwaarden van rechtswege niet van toepassing. Het gevolg is dat door de interpretaties van de competitieleider en de com- missie van beroep het begrip hinder in de zin van 'to disturb', is belast met de schuldvraag. Zo lijkt het wel alsof de wedstrijd Ajax - Liverpool niet had kunnen worden afgebroken omdat het niet de schuld is van Ajax dat het mistig is. Ik ken gerenommeerde scheidsrechters, onder wie ook internationaal scheidsrechters, die niet eigenmachtig ingrijpen indien bij hevige tijdnood een speler een ongeoorloofde zet doet, de speler na ontdekking deze direct verbetert, en beide spelers snel verder spelen. Deze scheidsrechters vinden het hinderen indien zij de partij stilzetten om de tegenstander van de over- treder twee minuten extra bedenktijd te geven. Uiteraard ben ik het eens met deze handelwijze. Echter, er zijn arbiters die daar anders over denken. Zij menen dat een scheidsrechter onder alle omstandigheden zich strikt aan de regels moet houden (uiteraard zoals zij denken dat deze moeten worden uitgelegd). Vraag: wat moet de competitieleider beslissen indien na afloop een speler eist dat de partij moet worden overgespeeld omdat de scheidsrechter ver- zuimd heeft eigenmachtig in te grijpen, en geen twee minuten zijn toege- kend voor een ongeloofde zet? Volgens de leer van de oplettende arbiters had de scheidsrechter eigen- machtig moeten ingrijpen. En een juiste waardering en een onjuiste beslis- sing leidt volgens de FIFA tot het overspelen van de partij. Zo kan een cal- culerende speler eisen dat de wedstrijd moet worden overgespeeld. Dit is niet de opvatting van Gijssen. Hij meent dat een speler tijdens de partij moet piepen, niet na afloop. Ik ben het op dit punt met Gijssen eens. Zie voor een bijzonderheid mijn antwoord op de schaakrechtsvraag van oktober 2004. Lees verder Kortom, volgens Gijssen wordt een partij niet overgespeeld. Ik ben het daar mee eens. En dan ziet men dus al een verschil tussen het schaken en het voetbal. Dat komt doordat elk spel zijn eigen regels en interpretaties kent. Een voorbeeld van een bijzonder geval waarin een schaakpartij wel werd overgespeeld is de zaak HMC Calder 2 - Sliedrecht. Tijdens die partij ging tijdens een partij een mobiele telefoon van een speler af. De scheidsrechter kende een reglementaire nul toe, hoewel hij de betrokken speler ontheffing had verleend. Dat nu vindt de commissie van beroep van de KNSB te gek. Als de scheidsrechter een speler toestemming geeft zijn mobiel aan te laten staan, moet hij bij het afgaan van dat mobiel geen reglementaire nul opleg- gen. De commissie beslist dat de partij in zijn geheel moet worden overge- speeld, vergelijk commissie van beroep KNSB van 12 februari 2004, zaak- nummer 0304-2. © 2010 Pieter de Groot Wordt vervolgd |
HET OVERSPELEN VAN EEN PARTIJ |
Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4 |
GERELATEERD ARTIKEL |
Pieter de Groot: Schaakrechtsvraag van oktober 2004. Lees verder |
WILT U REAGEREN? |
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen. Pieter de Groot |