HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING IN DE SCHAAKWERELD. DEEL 1.
'Domkop'

Samenvatting

De afgelopen maanden is in de pers het nodige verschenen over vrijheid van meningsuiting. Bepaalde politieke partijen willen op dit terrein meer vrijheid, op grond van het moderne adagium 'Ik zeg wat ik denk'. Ook in de schaakwereld is een zaak geweest over die vrijheid.

Tijdens het Corustoernooi 2008 wordt Danailov ervan beschuldigd door sig-
nalen hulp te hebben gegeven aan Topalov. Zie 'Het (vermeend) vals spelen met behulp van een computer, deel 2'.
Lees verder  

Kort daarna geeft Nigel Short een interview aan een Indiase krant. Short heeft harde kritiek op functionarissen van de FIDE. Zij doen volgens hem niets aan het tegengaan van fraude met behulp van een computer. Vervol-
gens maakt hij de functionarissen uit voor 'domkop'.

Dat nu accepteert een van hen niet en deze dient een klacht in bij de Ethi-
sche Commissie. De Commissie oordeelt dat op grond van de Ethische Code er in de schaakwereld het recht bestaat op vrijheid van meningsuiting en het recht op kritiek. Echter, het recht op kritiek kan nooit een rechtvaardiging zijn voor nodeloze beledigingen.

De woorden van een wereldwijd beroemde en gerespecteerde schaker, te-
vens functionaris van een schaakbond hebben een grote uitwerking in de FIDE wereld. Zo iemand heeft het recht, ja zelfs misschien de morele plicht, zijn mening en kritiek te uiten. Echter, hij heeft eveneens de verantwoorde-
lijkheid geen misbruik te maken van zijn positie, door woorden te gebruiken die de goede naam van andere mensen in diskrediet brengen. Voor de uit-
lating 'domkop' ontvangt Nigel Short een waarschuwing.


Een overzicht van paragrafen:
1.   Het interview met Nigel Short
2.   De reactie van Zurab Azmaiparashvili
3.   Het antwoord van Nigel Short
4.   De beslissing van de Ethische Commissie


top  


1. Het interview met Nigel Short



San Luis, oktober 2005, Nigel Short voor het meer en het hotel
waar het wereldkampioenschap plaatsvond.


DNA, Daily News and Analysis, 30 januari 2007

'Short stelt: Veselin Topalov kan hebben vals gespeeld

MUMBAI:
Heeft Veselin Topalov op Corus, in San Luis of elders vals gespeeld? Ja, als men gebruik mag maken van indirect bewijs. Het is verleidelijk om te con-
cluderen dat de Bulgaarse grootmeester hulp van buiten heeft ontvangen terwijl hij aan het strijden was met de topbrains van de wereld.

Tijdens het afgelopen Corus toernooi in Wijk aan Zee werd het gedrag van Topalov als verdacht aangemerkt. Het was niet de eerste keer dat Topalov met zulke beschuldigingen werd geconfronteerd. Onmiddellijk na het San Luis kampioenschap, rapporteerde een Bulgaarse website dat de oud-wereldkampioen hulp van buiten had ontvangen.

De meeste grootmeesters geloven dat Topalov zo nu en dan, als het niet voortdurend is geweest, non-verbale aanwijzingen van zijn manager Silvio Danailov heeft ontvangen. Alleen willen ze dat niet hardop zeggen. Maar, nu is er voor de eerste maal een grootmeester die dat wel doet.

Nigel Short, een oud-wereldkampioen finalist vertelt DNA dat Topalov hulp van buiten kan hebben ontvangen. 'Ik heb begrepen dat de meeste spelers in San Luis in vertrouwen geloven dat Topalov tijdens de partij signalen heeft ontvangen van Danailov. De kern van deze beschuldigingen die ik in Argentinië persoonlijk heb gehoord van ontevreden spelers op dat moment, was niet dat Topalov voortdurend, maar alleen op kritieke momenten hulp van een computer heeft gehad. Inderdaad, als iemand wil vals spelen, heeft een speler op het niveau van Topalov alleen maar twee of drie computer zetten per partij nodig om hem een doorslaggevend voordeel ten opzichte van zijn tegenstander te geven.

De Britse grootmeester zegt dat hij in San Luis iets verdachts heeft waar-
genomen, waar Topalov zijn tegenstanders verpletterde om te eindigen als ongeslagen winnaar. In feite had Topalov 6,5 uit zeven partijen dat is te vergelijken met 100 meter hardlopen in ongeveer negen seconden op dat niveau van de wedstrijd. 'In San Luis zag ik, en inderdaad was ik daarover erg verbaasd, dat Danailov lichamelijk dicht bij Topalov zat. Verder, dat zijn vaak in en uitgaan in de zaal een gemakkelijke gelegenheid was om van een derde persoon informatie te ontvangen. In feite is elke enigszins fatsoenlijke speler als hij de zaal binnenkomt met een laptop en een analyse apparaat vermoedelijk beter uitgerust voor de stelling, dan de grootmeesters die achter het bord zitten.

Short meende dat de Wereldschaakbond (FIDE) een onderzoek moet instel-
len. 'Ik geloof dat er een duidelijke zaak is om een onafhankelijke commis-
sie in het leven te roepen waarin nette, eerbiedwaardige personen zitten die de talloos veel uren televisiebeelden van San Luis gaan onderzoeken (het hele toernooi is opgenomen). Verder moeten zij ook elk bewijs onderzoeken dat beschikbaar is uit Mexico, Linares, Wijk aan Zee enz.

Short verwijt de FIDE-functionarissen ongeschiktheid. 'Plaatsvervangend FIDE-president Georgios Makropoulos en vicepresident Zurab Azmaiparash-
vili hebben in San Luis in hun hotel 16 kilometer vanaf de toernooiplaats meer tijd doorgebracht dan op het toernooi hoewel zij duizenden dollars hebben ontvangen, plus aanzienlijke onkostenvergoedingen om hun taak te verrichten in de commissie van beroep. Het verraste me absoluut niet dat deze domkoppen zakten voor de eerste de beste crisis die zich voordeed in Elista, de toiletgate. Ik zou er aan toe willen voegen dat Azmai uitzonderlijk ongeschikt is voor zo'n zware taak omdat hij heeft toegegeven het Europees kampioenschap 2003 met vals spelen te hebben gewonnen.'

Short die in Mumbai in november het Commonwealth schaakkampioenschap heeft gewonnen, vindt de beschuldigingen tegen Vladimir Kramnik een af-
leidingstactiek.

Mensen met een cynische geest kunnen denken dat de beschuldigingen van Danailov/Topalov over het vals spelen van Kramnik in Elista een teken is van 'waar rook is, is vuur' om zo een onderzoek af te leiden naar hun eigen gedragingen,' aldus de krant.


top  


2. De reactie van Zurab Azmaiparashvili



Zurab Azmaiparashvili, vicepresident van de FIDE


Aan Chessbase.com, schaak nieuws pagina.

Nadat u het grootste probleem van schaken in de 21ste eeuw heeft behan-
deld, namelijk tijdens een partij vals spelen met behulp van moderne tech-
nologie, heeft uw site passages gepubliceerd uit een interview met de En-
gelse grootmeester en de president Commonwealth Chess Association, de heer N. Short aan de Indiase krant 'DNA'.

Nadat ik kennis had genomen van de volledige tekst was ik verbaasd over de onjuiste interpretatie van de feiten. De omstandigheden worden weerge-
geven en daarbij op een manier verdraaid zonder dat deze zijn geverifieerd, zodat de lezers een indruk van de zaak krijgen dat de oorzaak van alle moeilijkheden door de FIDE moet worden onderzocht. In het bijzonder heeft hij aandacht geschonken aan twee namen - Mackropoulos en Azmaiparash-
vili. (Toelichting, de desbetreffende passages stonden in de Indiase krant DNA, maar stonden niet in de passages op ChessBase.com - red.).

De acht jaren dat ik me heb bezig gehouden met bestuurlijke zaken over schaken hebben me geleerd dat een schaker altijd gelijk heeft, en dat omdat de taken moeten worden uitgevoerd je verplicht bent elke belediging van de speler te tolereren. Ik heb waardering voor de heer Short als schaker, maar recent is Nigel een van de functionarissen van de FIDE, net zoals ik. Ik ga niet met hem in debat. Ontegenzeggelijk is hij een groot schaker, maar als persoon heeft hij enige negatieve trekken die algemeen bekend zijn in de schaakwereld. Ik heb hem deze waarheid enige malen recht in zijn gezegd - ik heb nooit getwijfeld hem te zeggen wat ik van hem denk!

Zoals ik heb genoemd beschouwt de heer Short de FIDE de oorzaak van alle problemen. Ik zal niet zeggen dat alles in onze organisatie ideaal is. Wat is gebeurd in verband met de problemen in de cyclus van het Wereldkampi-
oenschap (vele veranderingen in de reglementen, aanwijzingen van wed-
strijden en toernooien, het negeren van de nummer 1 in de schaakwereld, etc.) is de schuld van het slechte werk dat is verricht door het Comité van het Wereldkampioenschap.

Maar ook moet de verantwoordelijkheid daarvoor worden genomen door de heer Tegenstander! Nigel ontving maandelijks van de FIDE een tegemoet-
koming van € 500 voor adviezen aan het Comité van het Wereldkampioen-
schap. De lezers hebben er misschien belangstelling voor om te weten hoeveel voorstellen of projecten hij heeft aangeboden aan de FIDE tijdens deze samenwerking. Hoewel ik het antwoord daarop wel weet, geef ik er de voorkeur aan dat Nigel deze retorische vraag zelf beantwoordt. Het zou beter voor de heer Short zijn om actief met het bovengenoemde Comité samen te werken in plaats van brieven te schijven, zodat van onze beslis-
singen schakers als Anand, Kasparov, Ponomariov, Kasimdzhanov, Topalov en vele anderen geen last hebben. Ik hoop dat de huidige wereldkampioen Vladimir Kramnik hun lot niet zal delen.

De heer Short noemt San Luis en informeert de lezer: wij, de grootmees-
ters, verbleven in een afzonderlijk hotel, terwijl de leiders van de FIDE zich vermaakten 16 kilometer verderop! Nigel had het aan de organisatoren kunnen vragen en zou dan hebben geweten dat er geen kamers meer vrij waren in het hotel waar de deelnemers verbleven. Dit is het antwoord dat ik ontving toen wij besloten ons verblijf te veranderen en in te trekken in het hotel van de deelnemers. Om eerlijk te zijn, ik vond het niet prettig om dagelijks 30 - 40 kilometer te rijden en in een hotel te verblijven zonder zwembad, fitness faciliteiten en Internet etc.

Tijdens de partijen zaten wij, de leden van de commissie van beroep, in een afzonderlijke kamer. Vanaf het begin van de eerste partij tot het einde van de laatste partij. Op dat moment proefde Nigel de uitstekende Argentijnse wijn in de bar en schreef dagelijks op een blaadje een poëtisch commentaar dat weinig te maken had met schaken. Ter vergelijking zou ik u graaf willen vertellen dat mijn tegemoetkoming in San Luis was $ US 4.000, terwijl de heer short US $ 9.000 voor het bovengenoemde werk (14 blaadjes papier tijdens het toernooi) ...

Ik wil het opzettelijk niet hebben over Elista, omdat de presidentiële raad van de FIDE kort deze kwestie heeft besproken en beide commissie van beroep heeft bedankt. Aan de andere kant vind ik persoonlijk dat we gron-
diger de organisatie in Elista en de voorvallen hadden moeten bespreken.
En na afloop het werk van het Organisatie Comité, het team van scheids-
rechters en commissies van beroep, en de juistheid van hun beslissingen hadden moeten evalueren. Wat mijn bijdrage betreft wil ik mij niet aan mijn verantwoordelijkheid onttrekken. Ik ben bereid de juistheid van mijn beslis-
sing te verdedigen tegen mijn tegenstander.

Wat betreft mij uit te maken voor 'domkop' en het claimen van de winst van het Europees Kampioenschap door vals te spelen, zal ik de heer Short als een van de FIDE-functionarissen dagen voor de Ethische Commissie van de FIDE wegens het aantasten van mijn eer en goede naam als schaker. Ik heb al een verklaring opgeteld om het geschil te beginnen. Nigel zal zich niet kunnen voordoen dat hij geen Engels kan door te zeggen hij bedoelde een 'fout' in plaats van: vals spelen.

Ik ben trots op mijn beroep, en op schakers. Zolang ik werk heb ik steeds geprobeerd het voor hen naar de zin te maken. Ik denk dat 'het Calvia incident' voldoende bewijs is dat ik geef om de bescherming van hun belan-
gen en voor de reputatie van het schaken!

Ik behoor tot een van de leiders van de FIDE en ben een vriend, een teamlid van de president van de FIDE, de heer Kirsan Ilyumzhinov (die veel voor het schaken heeft gedaan), maar ik ben vrij in het nemen van mijn beslissingen. Het is belangrijk om een zuiver geweten te hebben. Zo heb ik tot nu toe ge-
handeld en ik zo zal ik in de toekomst handelen. Dit is mijn leidraad en ik hoop dat de gunstige vooruitgang die is gemaakt met 'Global Chess' ertoe zal leiden dat de beslissingen van de FIDE beter en effectief zullen zijn, en dat het werk zal veranderen in het belang van het schaken.

Voor zover het gaat om het urgente probleem waaraan uw webpagina recent aandacht aan heeft geschonken denk ik dat het gewenst is dat we gezamen-
lijk beslissen dat het een serieus probleem is. Als een lyrische uitweiding zou ik er graag aan willen toevoegen dat er veel plaatsen op de wereld zijn waar de mensen geen elektriciteit hebben, en om niet te vergeten geen internet en geen andere moderne technologie. Dus laten we de meest prestigieuze wereldwedstrijden in zulke plaatsen houden - zowel wij als de schakers zul-
len kalmeren! Iedereen zal weten dat ze tegen een menselijke tegenstander spelen en niet tegen een machine of een groep. Natuurlijk kan in dat geval geen sprake zijn van grote show, en worden er geen prijzen aangeboden, om te voorkomen de plaatselijke bevolking te beledigen. Maar toch - het doel heiligt de middelen!

GM Zurab Azmaiparashvili
Vicepresident van de FIDE


top  


3. Het antwoord van Nigel Short



Nigel Short als commentator in San Luis


Nigel Short antwoordt:

'ChessBase,

Ik was van plan een luchthartig antwoord te schrijven aan Zurab Azmaipa-
rashvili, maar ik kan helaas de overeenkomst niet zien tussen het onbe-
wuste plezier van een man die trots de kopstoot tegen een Spaanse veilig-
heidspersoon noemt en 'het voldoende bewijs dat ik geef voor de bescher-
ming van de belangen van schakers en voor de reputatie van het schaken!'

Zurab overtreft zichzelf echt in deze brief: zijn plan om zijn kneuterige klachten te richten tot de Ethische Commissie van de FIDE heeft de meeste lezers hartelijk doen lachen! Ik vertrouw erop dat de Commissie het proces zal beginnen met het zorgvuldig onderzoeken van zijn beroemde overwin-
ning in Strumica. En Zurab, als je dat nog niet wist, 'aanraken is zetten' is een van de grondbeginselen van het schaken. En als je dan zo onvoorzichtig bent om eerst je zetten op te schrijven en dan de tweede zet van die reeks te doen - pech gehad.

Zurab's laatste grote grap was zijn idee om het Wereldschaakkampioen-
schap te houden in plaatsen waar ze geen elektriciteit hebben! Ik weet zeker dat de schaakwereld erg dankbaar is dat hij zijn intellect heeft gebruikt voor het grootste probleem dat het schaken vandaag bedreigt om met zo'n bril-
jante oplossing te komen! En Kirsan, als toekomstige Wereldkampioenschap-
pen worden gehouden diep in het oerwoud of op de Noordpool, alsjeblieft, alsjeblieft, zorg ervoor dat Azmai en Makro in de Commissie van Beroep komen.'

Nigel Short


top  


4. De beslissing van de Ethische Commissie



De Ethische Commissie eind juli Athene van links naar rechts:
mevrouw Elli Sperdokli (secretariaat FIDE in Athene), Lawrence Ball
(Zuid-Afrika), Ian Wilkinson (Jamaica), Dirk J.A. De Ridder
(België), Roberto Rivello (Italië, voorzitter), Ralph Alt (Duitsland), Noureddine Tabbane (Tunesië).


De beslissing van de Ethische Commissie van de FIDE

De Ethische Commissie van de FIDE

Zaak 2/07

Beslissing
van de
Ethische Commissie van de FIDE
in de volgende samenstelling


voorzitter:
de heer Roberto Rivello
leden:
de heer Ralph Alt
de heer Laurence Ball
de heer Dirk J.A. De Ridder
de heer Noureddine Tabbane
de heer Ian Wilkinson

in de zaak

'De heer Nigel Short' (klacht van de heer Zurab Azmaiparashvili)

over de volgende feiten:

Door een interview te geven aan de Indiase journalist Vijay Tagore, gepu-
bliceerd op 30 januari 2007 in de krant 'DNA' heeft Short zich beledigend uitgelaten over de heer Zurab Azmaiparashvili en de heer Georgios Makro-
poulos door hun eer en goede naam te beschadigen en de goede naam van de FIDE door te zeggen dat: 'plaatsvervangend FIDE-president Georgios Makropoulos en vicepresident Zurab Azmaiparashvili in San Luis in hun hotel 16 kilometer vanaf de toernooiplaats meer tijd hebben doorgebracht dan op het toernooi hoewel zij duizenden dollars hebben ontvangen, plus aanzien-
lijke onkostenvergoedingen om hun taak te verrichten in de commissie van beroep. Het verraste me absoluut niet dat deze domkoppen zakten voor de eerste de beste crisis die zich voordeed in Elista, de toiletgate. Ik zou er aan toe willen voegen dat Azmai uitzonderlijk ongeschikt is voor zo'n zware taak omdat hij heeft toegegeven het Europees kampioenschap 2003 met vals spelen te hebben gewonnen.'

Feiten die een schending kunnen inhouden van de artikelen 2.2.10, 2.2.11 van de FIDE Ethische Code.


Procedure voor de Ethische Commissie

Op de 17de februari 2007 heeft de heer Zurab Azmaiparashvili, via het secretariaat van de FIDE, een klacht ingediend bij de Ethische Commissie van de FIDE (hierna 'EC' genoemd) tegen de heer Nigel Short over de bovengenoemde feiten.

In overeenstemming met artikel 1 van het Reglement werkwijze EC, werd de zaak ingeschreven in het zaaksregister als N. 2/2007 'De heer Nigel Short' (klacht van de heer Zurab Azmaiparashvili).

In overeenstemming met de artikelen 4, 6 en 7 van het Reglement werk-
wijze EC heeft de voorzitter van de EC op 23 april 2007 de heer Nigel Short op de hoogte gesteld van het bestaan van de zaak die tegen hem aanhangig is gemaakt, voorts heeft hij de heer Nigel Short ingelicht over zijn rechten en over de procesregels bij de EC, en heeft hij een termijn van twintig da-gen vastgesteld voor het overleggen van memories en documenten.

Op 26 april 2007 heeft de heer Nigel Short een verzoek ingediend om uitstel tot 15 juni 2007 voor het indienen van de memories en documenten.

Op 30 april 2007 heeft de voorzitter van de EC toestemming gegeven tot uitstel tot 15 juni 2007.

Op 30 april 2007 heeft de heer Nigel Short een reactie gegeven aan de EC, met enkele schriftelijke verklaringen van de heer Frederic Friedel, de heer Dirk Jan ten Geuzendam, de heer Ian Rogers en de heer Peter Svidler, en met enkele andere documenten (kopieën van een brief van de heer V. Tuk-
makov aan New in Chess, een interview met de heer Zurab Azmaiparashvili in New in Chess, een interview met Anatoly Karpov in Sport Express).

Op 12 juni 2007 heeft de heer Nigel Short aan de EC een aanvulling op zijn reactie gegeven. Deze bevatten een verklaring van de heer Suat Atalik en de heer Ivan Sokolov, en enkele andere documenten (kopieën van: een verklaring van de Organisatie van de Olympiade in Calvia, een open brief van mevrouw Anna Matnadze en mevrouw Lela Javakhishvili).

Op 8 mei 2007 hebben de heer Martin Regan en de heer Peter Sowray van de Schaakbond van het Verenigd Koninkrijk een brief aan de EC gestuurd met als onderwerp 'formele klacht' dat beschouwd mag worden als een ver-
klaring die de positie van de heer Nigel Short ondersteunt.

De heer Nigel Short heeft niet gevraagd te verschijnen op een hoorzitting voor de EC, noch heeft de EC het nodig gevonden een hoorzitting te houden om de zaak te bespreken.

De zaak werd behandeld en beslist tijdens de vergadering van de EC in Athene op 28 en 29 juli 2007.

Op 28 juli 2007 heeft de heer Ian Wilkinson, lid van de EC, gevraagd om verschoning in deze zaak vanwege zijn persoonlijke en beroepsmatige re-
latie met de heer Nigel Short. Het verzoek werd aanvaard voor het begin van de bespreking van de zaak.

Na de bespreking heeft de EC de zaak met unanimiteit van stemmen beslist (de heer Roberto Rivello, de heer Ralph Alt, de heer Laurence Ball, de heer Dirk J.A. De Ridder, de heer Noureddine Tabbane).

De heer Roberto Rivello werd belast met het opstellen van een concept van een besluit. Geen van de leden van de EC heeft gevraagd om een afwijken-
de mening bij het besluit te voegen.

Op grond van de artikelen 4.5 en 4.6 van de Ethische Code van de FIDE: 'kan tegen elke beslissing van de Ethische Commissie beroep worden aan-
getekend bij het Hof van Arbitrage voor Sport in Lausanne, Zwitserland', 'de beroepstermijn is eenentwintig dagen na de dag van bekendmaking van de beslissing op beroep. De bevoegdheid van de gewone rechter is uitgesloten.'


top  


Ontvankelijkheid en beoordeling

De zaak N. 2/07 is voortgekomen uit een klacht van de heer Zurab Azmai-
parashvili waarin staat dat de woorden die de heer Nigel Short heeft gebruikt de goede naam van de heer Zurab Azmaiparashvili in diskrediet brengen en hem beschadigen en eveneens de goede naam van de FIDE en die van zijn functionarissen.

In het interview van Nigel Short werd de naam van de heer Georgios Makro-
poulos genoemd, daarom zijn de beschuldigingen tegen de heer Nigel Short uitgebreid met een schending van de belangen van de FIDE en die van de heer Georgios Makropoulos.

Echter, geen orgaan van de FIDE heeft ooit over deze zaak een reactie ingeleverd bij de EC, noch heeft de heer Georgios Makropoulus een klacht ingediend.

Bovendien heeft de heer Zurab Azmaiparashvili zijn klacht als een individu-
eel persoon ingediend en niet als vicepresident van de FIDE. In ieder geval heeft een vicepresident van de FIDE geen bijzondere bevoegdheid in het onderwerp van deze zaak, dat anders ligt met de presidentiële raad van de FIDE.

Gelet op de uitleg van het statuut van de FIDE op dit punt zoals de EC deze heeft gegeven in de 'Handleiding voor de uitleg van de Ethische Code van de FIDE' (die beschouwd wordt deel uit te maken van deze beslissing en die als bijlage is bijgevoegd), indien een orgaan van de FIDE geen reactie geeft, maar slechts een verklaring, is de EC niet volledig bevoegd te oordelen over de beweerde feiten, maar is de bevoegdheid beperkt tot de relevante juri-
dische belangen van de klager.

Derhalve is het deel van de klacht dat betrekking heeft op de beweerdelijke schade aan goede naam van de FIDE en die van de heer Georgios Makro-
poulos, niet-ontvankelijk en kan zij niet worden behandeld. Daarom wordt de klacht over de schending van artikel 2.2.10 van de Ethische Code van de FIDE afgewezen.

Anderzijds is dat deel van de klacht dat betrekking heeft op de beweerde-
lijke schade aan de goede naam van de heer Zurab Azmaiparashvili, ont-
vankelijk en is de EC bevoegd te oordelen over de feiten.

De heer Nigel Short heeft in zijn schriftelijk antwoord aangegeven, dat de EC niet bevoegd is. Door het geven van een interview aan een journalist han-
delt hij niet als een speler, of als een functionaris van de FIDE, of als een lid van een aangesloten organisatie. Dus kan de Ethische Code van de FIDE niet van toepassing zijn.

Dit bezwaar kan niet worden aanvaard. De heer Nigel Short is een erg bel-
angrijke schaker die deelneemt aan veel toernooien van de FIDE, en hij is de president van de Commonwealth Schaakbond, een organisatie aange-
sloten bij de FIDE. Het 'exclusieve' interview dat hij aan de Indiase journa-
list Vijay Tagore gaf, ging over zijn mening over een aantal toernooien en activiteiten van de FIDE en dit werd hem juist gevraagd omdat hij een erg beroemde speler is en de president van de Commonwealth Schaakbond.
Op grond van artikel 1.4 van de Ethische Code van de FIDE is de EC be-
voegd in dit geval te beslissen.


top  


De feiten en het recht

De zaak betreft een interview dat de heer Nigel Short heeft gegeven aan de Indiase journalist Vijay Tagore, gepubliceerd in de krant 'DNA' van 30 janu-
ari 2007.

De heer Nigel Short heeft nooit bestreden of er twijfel over laten bestaan dat hij een interview heeft gegeven aan de journalist en dat die zijn woorden juist heeft weergegeven. Derhalve zijn de feiten duidelijk.

In het interview doet de heer Nigel Short enkele kritische uitlatingen over het werk van de klager als lid van de commissie van beroep van het we-
reldkampioenschap in San Luis in 2005 (' ... vicepresident Zurab Azmaipa-
rashvili bracht in San Luis meer tijd door in (zijn) hotel 16 kilometer vanaf de toernooiplaats dan op het toernooi hoewel hij duizenden dollars heeft ontvangen, plus aanzienlijke onkostenvergoedingen om zijn taak te verrich-
ten voor de commissie van beroep ...', 'Azmai is uitzonderlijk ongeschikt voor zo'n zware taak omdat hij heeft toegegeven het Europees kampioen-
schap 2003 met vals spelen te hebben gewonnen.')

Deze uitlatingen mogen worden aangemerkt als harde kritiek, maar in feite is het slechts kritiek, een uitdrukking van zijn mening over een zaak van algemeen belang. En kritiek over een publiek persoon - zoals een vicepre-
sident van de FIDE - is gerechtvaardigd op grond van het recht van vrijheid van meningsuiting en het recht op kritiek. Deze overweging is gegrondvest op een algemeen rechtsbeginsel en moet in acht worden genomen, om daarbij toepassing te geven aan artikel 2.11 van de Ethische Code van de FIDE. De heer Nigel Short heeft, in het bijzonder als president van de Com-
monwealth Schaakbond, het recht het handelen van FIDE functionarissen te bekritiseren, maar dat recht geldt ook voor elke ander speler, arbiter, orga-
nisator of lid van de 'FIDE gemeenschap'.

Daarom moet dit deel van de klacht worden afgewezen, omdat met zijn kritiek tegen de heer Zurab Azmaiparashvili de beklaagde de Ethische Code van de FIDE niet heeft geschonden.

Maar natuurlijk brengt het algemeen belang met zich mee te garanderen dat het recht om kritiek te leveren in evenwicht moet zijn met het recht op het respect en de bescherming van de eer en de goede naam: de kritiek moet niet de grens overschrijden van wat nodig is. De kritiek moet redelijk zijn in de weergave van een mening of het vestigen van de aandacht op iets. Het recht op kritiek kan nooit een rechtvaardiging zijn voor nodeloze beledigingen.

In het interview omschreef de heer Nigel Short de heer Zurab Azmaiparshvili als een 'domkop'. De betekenis van het woord 'domkop' is: dom persoon. Dit was bedoeld als een belediging voor de heer Zurab Azmaiparashvili, en staat niet in verband met en is niet gerechtvaardigd op grond van het recht op kritiek.

De heer Nigel Short overlegt in zijn geschreven reactie dat 'de wet over belediging niet in alle rechtsstelsels hetzelfde is' en 'onder de Engelse wet iemand uitmaken voor 'domkop' wordt niet vatbaar geacht voor beroep omdat het wordt beschouwd als enkel ordinair schelden ('vulgar abuse')'.

Uiteraard is de wet over belediging verschillend in de verschillende wettelijke stelsels en het is zelfs mogelijk er aan toe te voegen dat in veel wettelijke stelsels er geen verschil bestaat tussen belediging en ordinair schelden, maar daar gaat het in dit geval niet om. De EC moet toepassing geven aan artikel 2.11 van de Ethische Code van de FIDE.

Het gebruik van het woord 'domkop' was een nodeloze belediging, dat deel uitmaakt van 'een gedrag dat aannemelijk is de goede naam van de klager in diskrediet te brengen' en is een schending van de Ethische Code van de FIDE.

De heer Nigel Short is wereldwijd een beroemde en gerespecteerde schaker en de president van de Commonwealth Schaakbond. Zijn woorden hebben een grote uitwerking in de FIDE wereld. Hij heeft het recht, zelfs misschien de morele plicht zijn mening en kritiek te uiten, maar hij heeft eveneens de verantwoordelijkheid geen misbruik te maken van zijn positie, door woorden te gebruiken die de goede naam van andere mensen in diskrediet brengen.

In ieder geval moet het gedrag van de heer Nigel Short worden beschouwd als een kleine overtreding van de Ethische Code van de FIDE: een waar-
schuwing is daarvoor een voldoende straf.


top  


Beslissing

de EC beslist dat:
  • het deel van de klacht van de heer Zurab Azmaiparashvili dat be-
    trekking heeft op de beweerdelijke schade aan de goede naam van de FIDE en aan die van de heer Georgios Makropoulos is niet-ont-
    vankelijk. De beschuldiging over schending van artikel 2.2.10 van
    de Ethische Code van de FIDE wordt afgewezen;

  • door kritiek te geven op de heer Zurab Azmaiparashvili in een interview, oefende de heer Nigel Short zijn recht op kritiek uit.
    En heeft hij niet de Ethische Code van de FIDE geschonden.
    Derhalve wordt dit deel van de klacht tegen hem afgewezen;

  • door het woord 'domkop' te gebruiken overschreed de heer Nigel Short zijn recht op vrijheid van meningsuiting. Hij maakte misbruik van het recht op kritiek en hij handelde om de goede naam van de heer Zurab Azmaiparshvili in diskrediet te brengen. Derhalve schending van artikel 2.2.11. van de Ethische Code van de FIDE;

  • de heer Nigel Short wordt gestraft met een waarschuwing.
Gegeven in Athene, 29 juli 2007.

De voorzitter van de Ethische Commissie van de FIDE
Roberto Rivello





Wordt vervolgd

© 2009  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING
Pieter de Groot:
'De vrijheid van meningsuiting in
de schaakwereld'.
Deel 1  
Deel 2  


GERELATEERD ARTIKEL
Pieter de Groot:
'Het (vermeend) vals spelen met behulp van een computer, deel 2'

Lees verder  

WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot