HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
DE SPELER DIE BLIJFT WEIGEREN TE NOTEREN
De zaken van Timo en Bob zijn nog niet afgelopen en krijgen een vervolg.
Zie: De niet noterende tegenstander  
Zie: De behulpzame teamleider  

Hun tegenstanders blijven weigeren te noteren. Timo, Bob en de scheids-
rechters laten dit toe. John Tan vindt dit verkeerd en stelt dat de scheids-
rechter moet ingrijpen. Nu het gaat om een structurele weigering ben ik het daar mee eens. Maar het is nogal lastig de ingreep van de scheidsrechter te motiveren. Een poging.

Het uitgangspunt is dat de FIDE-regels bewerkstelligen dat schakers hun verantwoordelijkheid nemen. En dat de scheidsrechter de verantwoordelijk-
heid van de spelers niet overneemt. Schakers moeten zelf opletten en de scheidsrechter roepen als er iets ongeregelds plaatsvindt.
Zie: De bevoegdheid van de scheidsrechter  

Indien de speler stelselmatig weigert te noteren schendt hij keer op keer de FIDE-regels, en voorts werkt hij niet mee aan het behoud van de schaak-
partij. Een partij mag onder geen enkel beding verloren gaan. Motivering:
Zie: De zaak van de niet noterende scheidsrechter  
Zie: De beslissing van de commissie van beroep in die zaak  

Zodra beide spelers in tijdnood zijn is de scheidsrechter verplicht te noteren. Het zou dan vreemd zijn indien een scheidsrechter moet noteren terwijl door het ontbreken van zetten niet meer het verloop van de partij is te achter-
halen.

Indien een scheidsrechter eigenmachtig ingrijpt moet hij zich terughouden-
der opstellen dan wanneer zijn tussenkomst wordt ingeroepen. Er komt dus een moment waarop een scheidsrechter eigenmachtig moet ingrijpen. Maar waar dat moment ligt, is moeilijk te zeggen. Na drie, vijf of nog meer zetten van niet noteren? Omdat de scheidsrechter de eigen verantwoordelijkheid van de spelers niet mag wegnemen, gaat mijn voorkeur uit naar ongeveer vijf zetten.

Het eigenmachtig optreden van de scheidsrechter is een ordemaatregel. Namelijk wat de speler(s) nu doet(n) is te gek. Door in één partij de regels stelselmatig te negeren en het verloop van de partij niet is te achterhalen, wordt het schaakspel in diskrediet gebracht, wat op grond van artikel 12.1 van de FIDE-regels niet mag. Overtreding hiervan moet gestraft worden op grond van artikel 12.6. De scheidsrechter moet dus straffen.

Maar het opleggen van de juiste straf gaat wel een beetje ingewikkeld in zijn werk. De straffen zijn in artikel 13.4 uitputtend opgesomd, zoals een waar-
schuwing geven, of een vermeerdering toekennen van de bedenktijd van de tegenstander of een vermindering opleggen van de bedenktijd van de in overtreding zijnde speler of de partij verloren verklaren.
Echter, de scheidsrechter mag niet zelf een straf verzinnen. Als straf staat niet genoemd dat de betrokkene zijn notatieformulier moet bijwerken. Uit artikel 12.7 blijkt dat een zware straf - het verlies van de partij - pas na een herhaaldelijke weigering mag gebeuren.

Daarom legt de scheidsrechter als ordemaatregel de betrokken speler bijvoorbeeld een waarschuwing op waarin hij meedeelt dat vanaf dat moment de speler moet noteren. Gedacht kan worden aan het volgende: 'Speler, op grond van artikel 8.1 van de FIDE-regels bent u verplicht te noteren. U doet dit al een tijdje niet meer. Ik gelast u vanaf nu te noteren. Ik wijs u erop dat scheidsrechterlijke beslissingen uitgevoerd moeten worden. Indien u dit niet doet, zal ik u een zwaardere straf opleggen.'

Indien de speler blijft weigeren te noteren, wordt niet alleen artikel 12.1 maar ook artikel 13.3 geschonden. Dat artikel regelt dat de scheidsrechter erop moet toezien dat zijn beslissingen worden uitgevoerd, zonodig met oplegging van straffen. Nu is op grond van artikel 13.3 de scheidsrechter eigenmachtig bevoegd een tweede straf toe te kennen, te weten eventueel opnieuw een waarschuwing of een vermeerdering toekennen van de bedenktijd van de tegenstander of een vermindering opleggen van bedenktijd van de in overtreding zijnde speler.

Als de overtreder na deze tweede straf nog steeds weigert zich aan de FIDE-regels te houden, is dat een herhaaldelijke weigering. Op grond van artikel 12.7 is de scheidsrechter dan verplicht de overtreder zonder aanzien des persoons te straffen met het verlies van de partij.

© 2003  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
BEVOEGDHEID VAN DE
SCHEIDSRECHTER
Artikel 'Bevoegdheid van de scheidsrechter' door Pieter de Groot.
Lees verder  

NIET NOTEREN DOOR
TEGENSTANDER
Artikel 'De niet note-
rende tegenstander' door Pieter de Groot.
Lees verder  

DE BEHULPZAME TEAMLEIDER
Artikel 'De behulpzame teamleider' door Pieter de Groot.
Lees verder  

NIET NOTEREN DOOR
SCHEIDSRECHTER
Artikel 'De zaak van de niet noterende scheids-
rechter' door Pieter de Groot.
Lees verder  

Artikel 'De beslissing van de commissie van beroep in de zaak van de niet noterende scheidsrechter' door Pieter de Groot.
Lees verder  

WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot