HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
DE NIET NOTERENDE TEGENSTANDER
Vervolg op 'De behulpzame scheidsrechter'.

In dezelfde column op de website van Promotie stelt John Tan een tweede schaakrechtsvraag aan de orde. In diezelfde wedstrijd gebeurt er nog wat in de partij van Timo Leenman. Als Timo in tijdnood is en hij op grond van artikel 8.4 van de FIDE-regels niet meer hoeft te noteren, noteert ook diens tegenstander niet meer, hoewel deze niet in tijdnood is.

Ook nu gebeurt er iets bijzonders. De scheidsrechter sommeert de tegenstander te noteren. John Tan en de meeste andere scheidsrechters vinden deze eerste sommatie van de scheidsrechter goed. Maar, met hun opvatting ben ik het niet eens. Volgens mij gaat het namelijk om de toepassing van de formule (vergelijk het artikel 'De bevoegdheid van de scheidsrechter, in het oog houden, niet ingrijpen'):

in het oog houden - niet ingrijpen -
tenzij specifieke regel - dan strikt naleven

De hoofdregel is namelijk dat een scheidsrechter niet ingrijpt in een partij. Nergens staat in de FIDE-regels dat een scheidsrechter een speler erop moet attenderen dat hij moet noteren, zodat ook de uitzonderingsbepaling niet van toepassing is. De scheidsrechter is dus onbevoegd.

Indien de tegenstander van Timo niet noteert, is het de verantwoordelijkheid van Timo daar al dan niet wat van te zeggen. Net als Polgár in haar partij tegen Kasparov en Malachov in zijn partij tegen Azmaiparasjvili.
Zie: De bevoegdheid van de scheidsrechter   

Timo kan zich wenden tot de scheidsrechter en hem meedelen dat zijn tegenstander niet noteert. Pas dan is de scheidsrechter bevoegd in te grijpen.

De scheidsrechter moet zorgen dat de FIDE-regels strikt worden nageleefd. Het niet noteren is in strijd met artikel 8.1 van de FIDE-regels. Daarom zal de scheidsrechter oordelen dat de tegenstander eerst zijn notatieformulier moet bijwerken en pas dan een zet mag doen als hij zijn vorige zetten en die van Timo heeft opgeschreven, 'op de juiste wijze, zet na zet, zo duidelijk en leesbaar mogelijk, in de algebraïsche notatie'. Als die tegenstander daarmee bezig is, kan in die tijd Timo nadenken. Het is zelfs mogelijk dat de tegenstander door de spanning er niet in slaagt zijn formulier bij te werken. Naar analogie van artikel 8.5 onder c eerste volzin moet hij dat toch blijven proberen, totdat hij zelf in tijdnood raakt.

Geurt Gijssen (augustus 2000, Flying Rooks, zie: www.chesscafe.com   )
vindt het niet tegen de regels dat een speler deze claim doet. Maar hij vraagt zich af of de claim wel een 'faire action' genoemd kan worden op het moment waarop de speler het recht heeft niet meer te hoeven noteren.

Ik begrijp deze opvatting van Gijssen niet. Er is niets onoorbaars aan de claim van de speler. Het gaat om het strikt naleven van de FIDE-regels.
En op grond van de FIDE-regels heeft iemand het recht deze claim te doen. De claim komt geheel voor rekening en risico van de niet-noterende speler. Overigens, lijkt het erop dat ook Gijssen vindt dat de scheidsrechter niet mag ingrijpen om de speler te sommeren te noteren.

Als spelers deze regel eenmaal kennen, hoeft een scheidsrechter zelden in te grijpen als spelers in tijdnood zijn. In de zaak van Timo heeft de scheids-
rechter zich niet objectief en boven de partijen opgesteld. Ook in dit geval is hij gaan meeschaken en heeft hij nu de belangen van Timo geschonden.

© 2003  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
BEVOEGDHEID VAN DE
SCHEIDSRECHTER
Artikel 'Bevoegdheid van de scheidsrechter' door Pieter de Groot.
Lees verder  

WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot

schaakrechtrubriek Geurt Gijssen op ChessCafe.com