HOME     SCHAAKSCHOLING LES 9
WOLF EN SCHAPEN; MATGEVEN MET LOPER EN PAARD
Wolf en schapen. Wie kent dat (dam-)spelletje nog? De bedoeling van deze oude spelvariant op het dambord is dat vijf witte schijven (de schapen) de zwarte schijf (de wolf) moeten insluiten. De wolf moet doorbreken. Er mag niet geslagen worden en alleen de wolf mag achteruit zetten. Bij goed spel winnen de schapen.

Zo is het ook bij het matzetten met loper en paard. Bij goed spel wint de speler met loper en paard. Maar dan moet je wel weten hoe dat gaat en dat gaan we in deze les leren.

Ik heb er ervaring mee in een partij tegen Stefan Buchly. Stefan is een clubgenoot met wie ik altijd moeite heb. Ik herinner me van de partijen te-
gen hem een paar overwinningen, een paar nederlagen, maar vooral veel moeizame remises. Op een of andere manier kom ik niet goed door hem heen.

In 2002 was het weer zover. Ik speelde op winst, kon het niet forceren en kwam in de problemen. Wat gebeurde er toen? Ik ben er niet trots op, maar ik kon ineens afwikkelen naar een eindspel van koning tegen koning, loper en paard (voor Stefan). U raadt het vervolg al. Stefan kon in tijdnood niet uitvinden hoe hij me mat moest zetten en berustte in remise. Ik blij? Nee.

Als ik er op terugkijk vind ik het geen hoogtepunt in mijn schaakloopbaan, eerder een laffe daad. Eigenlijk neem ik het Stefan kwalijk dat hij me niet gewoon mat zette. Dan had ik er vrede mee gehad en deze partij kunnen "opbergen". Nu blijft hij me achtervolgen.

Mat zetten met loper en paard dus. Ik beschouw dit als een soort "meester-
proef". Je hebt er niet veel aan, maar als je snapt hoe het moet, dan kun je wel een beetje schaken. Met ratingniveau heeft het niet veel te maken, meer met trots. Een clubschaker die trots is op zijn vaardigheid probeert dit basis-
mat onder de knie te krijgen.


top  


Ik geef eerst de hoofdlijn van de aanpak. Dan gaan we het bord er bij pak-
ken. Als je een computer hebt is het gemakkelijk oefenen, de meeste pro-
gramma's hebben een oefenmodule, waar dit basismat ook bijzit. Leuker is het natuurlijk om tegen iemand van vlees en bloed te oefenen.

Maar okay, nu de hoofdlijn. Die begint zoals altijd aan het eind: het matzet-
ten vindt plaats in de hoek van de kleur van de loper. Nu de weg daar naar toe. Voor het gemak ga ik er van uit dat de witspeler beschikt over loper en paard en dat de loper van de witte hoedanigheid is.

  • De eerste stap.
    Drijf de koning naar de rand, maar maak je niet druk in welke hoek. Bij het oefenen zul je merken dat dit vrij gemakkelijk is.

  • De tweede stap.
    Zet de koning vast op een paar velden aan de rand. Je stukken moe-
    ten daarbij als een soort troika opgesteld staan. Je paard op de 7e rij, je koning op de 6e rij en je loper op de 5e rij. Voor alle duidelijkheid: de vijandelijke koning staat op de 8e rij. Ik geef een voorbeeld.

    Wit: Koning f6, Lf5, Pf7. Zwart: Koning f8. De zwarte koning heeft nu drie velden tot zijn beschikking. Het bereiken van deze stelling vraagt het nodige aan praktische vaardigheden, maar een recept heb ik er niet voor. Het is gewoon een kwestie van oefenen. Voor de slotstel-
    ling van stap 2 zie het diagram. Wit is aan zet.




top  


  • De derde stap.
    Drijf de koning naar de goede hoek. Dit is de moeilijkste stap. Hierbij zijn er twee varianten. De variant van de gewillige koning (die aan de rand blijft) en de variant van de nukkige koning (die dreigt te ont-
    snappen). We beginnen met de makkelijke variant.

    • Lh7! (dwingt de zwarte koning naar de mathoek te gaan) Ke8 2. Pe5 (een zet om te onthouden, ik kom er straks nog op terug) Kf8 (straks, bij de moeilijke variant, kijken we naar Kd8!) 3. Pd7+! Ke8 4. Ke6 Kd8 5. Kd6 (dat gaat lekker zo) Ke8 6. Lg6+ Kd8 7. Lf7! Kc8 8. Pc5 (komt het u al bekend voor?) Kd8 9. Pb7+ Kc8 10. Kc6 Kb8 11. Kb6 Kc8 12. Le6+ Kb8 en de rest bewaar ik voor stap 4.

    • De nukkige koning. We beginnen weer bij de diagrampositie. 1. Lh7 Ke8 2. Pe5 Kd8! (de koning gaat ontsnappen van de 8e rij, wat nu?) 3. Ke6 Kc7 4. Pd7! (toch weer deze zet) Kc6 5. Ld3! (dat is fraai: loper en paard blokkeren samen de ont-
      snappingsroute van de zwarte koning) 5. ... Kc7 6. Le4 Kd8 (de koning moet weer terug in zijn hok) 7. Kd6 Ke8 8. Lg6+
      en met twee zetten vertraging zijn we in variant c1 terecht gekomen! Voor de oefening geef ik nu een iets ander vervolg. 8. ... Kd8 9. Lf7 Kc8 10. Pc5 Kb8 (dit is de afwijking) 11. Kc6 Ka7 12. Kc7 Ka8 en ook deze stelling bewaar ik voor de laatste stap.

  • De vierde stap.
    Mat zetten. Stap 3 eindigde met twee situaties. De eerste met Wit Kb6, Pb7, Le6. Zwart Kb8. Wit gaat verder met 1. Pc5 Ka8 2. Lc8 Kb8 3. La6 Ka8 4. Lb7+ Kb8 5. Pa6 mat. Als u het een zet sneller kunt, ook prima. Ik ben hier niet zo goed in. De tweede situatie. Wit Kb6, Lf7, Pc5. Zwart Ka8. Zie het diagram. Wat mij betreft mag u dit zelf uitzoeken. Dat moet toch lukken?




top  


De eerste twee stappen kunt u het beste zelf wat oefenen, dat is bijna niet
in varianten uit te drukken. De derde stap is ingewikkeld. Die moet je echt even goed bekijken. Cruciaal is de beweging van het paard! Die gaat van f7 naar e5 naar d7 naar c5 naar b7! Een W. Zie het diagram.




Dat was het voor deze keer. Er volgt nog een tiende les en dan zit het scho-
lingsseizoen er weer op. Of u wat opschiet met deze lessen weet ik niet, maar ik hoop dat u er plezier aan beleeft.


© 2010  Jan Willem Duijzer

top  


Inleiding  

Schaakles 1  
Schaakles 2  
Schaakles 3  
Schaakles 4  
Schaakles 5  
Schaakles 6  
Schaakles 7  
Schaakles 8  
Schaakles 9
Schaakles 10  
Schaakles 11  
Schaakles 12  
Schaakles 13  
Schaakles 14  
Schaakles 15  
Schaakles 16  
WIL JE REAGEREN?
Jan Willem Duijzer stelt een inhoudelijk reactie op de artikelen zeer op prijs.

Natuurlijk kunt je hem ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailJan Willem Duijzer