HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
HET VALLEN VAN DE VLAG IN MECHELEN
Als beide spelers in tijdnood zijn valt een vlag. De scheidsrechter die voor het eerst met zo'n geval te maken krijgt kijkt toe, aarzelt, weet niet wat te doen en grijpt niet in. De spelers spelen verder. Enkele zetten later komen de spelers remise overeen. Vervolgens grijpt de scheidsrechter alsnog ei-
genmachtig in en wijzigt de uitslag.

De vraag rijst of een scheidsrechter bevoegd is de remiseovereenkomst te wijzigen. Een Belgische internationaal arbiter meent dat dat kan. In dit arti-
kel wordt uiteengezet dat dat niet kan.

Overzicht van paragrafen:
1.   Het Stadskampioenschap Mechelen 2008
2.   Advies van een internationaal scheidsrechter
3.   Artikelen 6.9, 8.5, 8.7 en 9.1 in verband met 5.2 sub c
4.   Subjectief begrip
5.   Het waarnemen van de scheidsrechter
6.   Indien beide spelers in tijdnood zijn
7.   Het moment van claimen is van belang
8.   De remiseovereenkomst
9.   Wijzigen uitslag
10. De scheidsrechter
11. Het antwoord van Gijssen


1. Het Stadskampioenschap Mechelen 2008

De naam van de Belgische stad Mechelen verwijst naar vergaderplaats of gerechtsplaats. De heerlijkheid Mechelen behoorde vroeger tot een van de Zeventien Provincies. Vanaf de vijftiende eeuw tot de Franse Revolutie zetelde in Mechelen de Grote Raad der Nederlanden. Het was het hoogste rechtscollege in de Zeventien Verenigde Nederlanden. Zodat je kunt zeggen dat Den Haag - waar aan het Lange Voorhout de Hoge Raad der Nederlan-
den zetelt - het Mechelen is van Nederland.



Het kruis links boven is de vlag van de Zeventien Provinciën
(op argent, een knoestkruis van sinopel).


In Mechelen strijden de Technische School Mechelen (TSM) en de Koninklijke Mechelse Schaakclub (KMSK) om het individueel Stadskampioenschap Me-
chelen 2008. De bedenktijd op het toernooi bedraagt per persoon per partij twee uur voor 40 zetten en daarna een half uur voor de rest. Er is geen of-
ficiële scheidsrechter aanwezig. De toernooileider en assistent-toernooileider fungeren als respectievelijk scheidsrechter en assistent-scheidsrechter.

In de laatste ronde doet zich een probleem voor. Beide spelers hebben min-
der dan vijf minuten bedenktijd. De scheidsrechter en de assistent-scheids-
rechter staan bij het bord en volgen de gebeurtenissen, evenals vijf omstan-
ders. De scheidsrechter noteert de zetten.

De stelling na 33. Kg2 ziet er als volgt uit:




Na deze zet heeft zwart nog zestien seconden bedenktijd en wit iets minder dan vijf minuten. Zwart verbruikt zijn tijd in de volgende zetten.
33. ... c5 34. Df3 Tf6 35. Lxc5 Le5 36. De4 Lf4




Na deze zet valt de vlag van zwart, maar omdat de tijdsoverschrijding min-
der dan één seconde is duidt de digitale klok voor zwart nog 0:30 aan en om de verwarring bij de oudere witspeler compleet te maken duidt ook zijn klok 0:30 min. aan, omdat hij op dat ogenblik nog minder dan één minuut be-
denktijd over heeft. Het verschil tussen beide klokken is dus enkel het sym-
booltje van de zwarte vlag aan de kant van de zwartspeler, maar dat beseft de witspeler niet omdat hij niet vertrouwd is met de werking van de digitale klokken
37. Df3
Er bestaat twijfel tussen de hoofdwedstrijdleider en zijn assistent - die beide deelnemers zijn aan het toernooi - of zij moeten tussenbeide komen. Zwart speelt razendsnel in minder dan één seconde
37. ... Le5 zodat beide klokken blijven staan op 0:30.
38. De4.
Er zijn op dat moment ongeveer 30 tot 40 seconden verstreken na de vlagval.

De witspeler is zo in de war over de tijdsaanduiding van de digitale klokken - allebei 0:30 - dat hij aan alles twijfelt en zelfs bang is dat zijn klok eerst zal overslaan naar 0:29, want hij heeft nog steeds niet door dat de vlag van zwart gevallen is omdat hij het zwarte symbooltje van de gevallen vlag niet kent en opmerkt. Daarom kiest hij eieren voor zijn geld en biedt wit remise aan. Uiteraard aanvaardt zwart dit aanbod direct.

Kort daarna verklaart de scheidsrechter dat hij zich in die hoedanigheid (en niet in die van toernooileider) het recht voorbehoudt om de partij voor zwart verloren te verklaren wegens tijdsoverschrijding, ook al hebben de spelers onderling tot remise besloten.


top  


2. Advies van een internationaal scheidsrechter

De scheidsrechter wil weten of hij in deze zaak juist heeft gehandeld. Daar-
om legt de zaak voor advies voor aan een internationaal scheidsrechter. Zijn advies luidt als volgt:

'Ik heb je mail met veel aandacht gelezen en ziehier mijn zienswijze:

a) De situatie is niet aan te raden, daar je zowel arbiter als speler bent in dit tornooi, het gegeven dat je in een andere reeks speelt, doet niets af van het feit dat je eigenlijk te allen tijde ter beschikking moet zijn, wat doe je als je zelf in grote tijdnood zit en er problemen ontstaan in een van de andere reeksen? (of nog erger, in je eigen reeks?)

b) in het tornooireglement sta je vermeldt als wedstrijdleider, dus de spelers wisten dit op voorhand en moeten dit aannemen, ofwel voor de start van het tornooi hiertegen protesteren, ik neem aan dat dit niet gebeurd is.

c) na het vallen van de vlag moet je de partij stilzetten en controleren dat er 40 zetten gehaald zijn, dit is een van de belangrijkste taken van de arbiter, als pas afgestudeerde wedstrijdleider kan ik begrijpen dat je hier aarzelt, maar als je wat meer ervaring hebt, zal je dit punt beter en beter onder con-
trole krijgen. Als na de controle blijkt dat er geen 40 zetten gebeurd zijn, verliest de speler, van wie de vlag gevallen is, de partij. Het feit dat zijn te-
genstander het vallen niet opgemerkt heeft, doet niets ter zake aangezien jij het wel gemerkt hebt. Het vallen van een vlag moet door de speler geclaimd worden bij rapid en snelschaak, niet in een 'gewone' partij.

d) het nog verder spelen (en op ongeoorloofde manier, volgens je verslag) duidt eerder op onsportief gedrag (de speler zal waarschijnlijk zenuwen in-
roepen als verontschuldiging?).

e) tenslotte is volgens mij het remise aanbod niet geldig aangezien er een vlag gevallen is (het remise aanbod moet gebeuren tijdens de partij, en hier hebben we een onderbreking) en er eerst een controle van het aantal zetten moest gebeuren. Als er wel 40 of meer zetten gebeurd zijn mag er zelfs tij-
dens de reconstructie een remise afgesproken worden.

f) de uitslag van deze partij is dus een verlies voor de speler van wie de vlag gevallen is.

Tenslotte, na enkele ervaringen zal je situaties zoals deze beter kunnen be-
handelen, daar twijfel ik niet aan, maar je zult moeten kiezen tussen spelen en arbitreren, Soms is het moeilijk.

Wat ik ook mis in dit soort tornooien is het aanwezig zijn van een spelers-
comité, dat normaal bestaat uit drie spelers (ze moeten wel wedstrijdleider zijn) die, na een klacht over het optreden van een arbiter, of nadat een speler zich niet akkoord verklaart met een beslissing van de arbiter, hier-
over een oordeel kunnen vellen. Ik weet ook wel dat zulk een comité zelden opgericht wordt, in de Zuiderkempen werd bij het begin van het tornooi meegedeeld dat de voorzitters van de deelnemende clubs het comité vor-
men.

Hopende dat dit antwoord voor je voldoende is.'

Zonder mij het advies van de internationaal scheidsrechter toe te sturen stelt Peter Mangelschots uit Mechelen mij de volgende vragen:
- wat primeert: de remiseovereenkomst of de gevallen vlag?
- kan een toernooileider als scheidsrechter optreden in zo'n geval?


top  


3. Artikelen 6.9, 8.5, 8.7 en 9.1 in verband met 5.2 sub c

Voor de beantwoording van de vragen zijn vijf artikelen van belang.

Artikel 6.9
'Een vlag wordt beschouwd te zijn gevallen als de arbiter het feit waarneemt of als een der spelers dit terecht claimt.'

Artikel 8.5 sub a
'Als beide spelers volgens artikel 8.4 niet behoeven te noteren, dan moet de arbiter of een assistent proberen aanwezig te zijn en te noteren. In dit geval moet de arbiter de klokken, onmiddellijk na het vallen van een vlag, stilzet-
ten. Beide spelers moeten dan hun notatieformulier bijwerken, gebruikma-
kend van het formulier van de arbiter of van de tegenstander.'

Artikel 9.1, sub a
'Een speler, die remise wil aanbieden, dient dit te doen nadat hij zijn zet op het schaakbord heeft gedaan en voordat hij zijn klok tot stilstand brengt en de klok van zijn tegenstander in beweging zet. Een remiseaanbod op elk an-
der moment tijdens de partij is wel geldig, doch moet worden getoetst aan artikel 12.5. Aan het aanbod kunnen geen voorwaarden worden verbonden. In beide gevallen kan het aanbod niet worden ingetrokken en blijft het van kracht totdat de tegenstander het aanneemt, het mondeling afwijst, het af-
wijst door een stuk aan te raken met de bedoeling er een zet mee te doen of het te slaan, of de partij op andere wijze is beéindigd.'

Artikel 5.2, sub c
'De partij is remise als beide spelers dit tijdens de partij overeenkomen. Dit beëindigt de partij onmiddellijk (zie artikel 9.1).'

Artikel 8.7
'Aan het eind van de partij dienen beide spelers beide notatieformulieren te ondertekenen, waarbij de uitslag van de partij wordt aangegeven. Zelfs als dit incorrect is, blijft deze uitslag gehandhaafd tenzij de arbiter anders be-
slist.'

4. Subjectief begrip

Over het vallen van de vlag beschrijft artikel 6.9 twee situaties.
a. de scheidsrechter neemt het waar;
b. een van de spelers claimt dit terecht.

Als de vlag valt is de partij niet van rechtswege onmiddellijk beëindigd. Het is onbelangrijk het precieze moment te weten waarop de vlag is gevallen, vergelijk mijn artikel Mikado, de vlag en de matzet. Zodoende is de vlagval geen objectief begrip.
Lees verder  

De vlagval is een subjectief begrip. Van belang is het moment waarop de scheidsrechter of een van de spelers reageert. Als geen van hen reageert, mag de vlag feitelijk zijn gevallen, maar juridisch gezien niet. Er is geen onzichtbare hand die de uitslag noteert. Daarom gaat bij een niet gesigna-
leerde vlagval het spel op grond van de FIDE-regels gewoon verder alsof er niets is gebeurd. Het zwarte vlagsymbooltje heeft geen betekenis.

Een voorbeeld, waarbij slechts één speler in tijdnood is en de scheidsrechter afwezig is.

Als de omstanders (die op grond van artikel 13.7 hun mond moeten houden) hebben gezien dat de vlag feitelijk op de 37ste zet is gevallen, maar een of beide spelers reageert of reageren niet, gaat de partij ongestoord verder. Als een van de spelers pas op de 41ste zet claimt dat de vlag is gevallen, heeft deze claim geen terugwerkende kracht. De vlag is pas gevallen op het moment waarop een van de spelers dat heeft geclaimd, dat wil zeggen op de 41ste zet. En heeft de speler wiens vlag is gevallen de norm toch gehaald.


top  


5. Het waarnemen van de scheidsrechter

Laten we wel wezen, het is helemaal niet leuk om als scheidsrechter in te grijpen als een vlag valt. De meeste scheidsrechters die daar voor het eerst mee te maken krijgen, hebben daar moeite mee. Het druist in tegen hun gevoel, namelijk dat het de verantwoordelijkheid van de spelers zelf is om op de vlag te letten. De aarzeling van de Mechelse scheidsrechters is dan ook heel normaal.

Zo moeten amateur scheidsrechters maar begrijpen dat bij de vlagval de scheidsrechter direct eigenmachtig moet ingrijpen. Zij moeten maar weten dat 'waarnemen' in artikel 6.9 geen passieve betekenis heeft, maar een actieve: direct ingrijpen. Want het is natuurlijk verwarrend om een passief begrip op een actieve manier te interpreteren. Niemand kan in het hoofd van de scheidsrechter kijken. Er bestaat geen virtuele verbinding tussen het hoofd van de scheidsrechter en het uitslagenformulier.

Als het de bedoeling is dat een scheidsrechter actief moet optreden, was het beter geweest het artikel dan ook actief te formuleren, bijvoorbeeld: 'Indien een scheidsrechter ziet dat de vlag is gevallen deelt hij dat de spelers onver-
wijld mee, tenzij de spelers de vlagval zelf al hebben bemerkt.'

Ik denk dat er in de regelcommissie van de FIDE geen meerderheid was te vinden voor zo'n duidelijke regel. 'Kan men in gemoede verlangen dat bij het voltooien van de laatste zet van een serie aan elk bord een 'controleur' klaar staat om te constateren of zich al of niet het 'vallen van de vlag' voor-
doet?' vraagt de toenmalige voorzitter van de regelcommissie van de FIDE, Slavekoorde, zich af in Schakend Nederland 1964, blz. 143.

Vermoedelijk waren er in de regelcommissie van de FIDE leden die meen-
den dat een scheidsrechter eigenmachtig de vlagval moet meedelen als hij ziet dat de vlag is gevallen. Dat vonden andere leden weer te ver gaan. Zij wezen op de uitvoeringsproblemen, en op de risico's. Vandaar dat een com-
promis werd bereikt in de vorm van de huidige, onduidelijke regel. Zo kan iedereen zijn eigen interpretatie erin lezen.

Vervolgens wordt in Nederland op scheidsrechtercursussen geleerd dat een scheidsrechter direct eigenmachtig moet ingrijpen. Met als drogreden dat de FIDE-regels uitgaan van de aanwezigheid van minimaal één scheidsrechter per partij. Als in de jaren '80 van de vorige eeuw een andere docent een andere uitleg dan de huidige leer had gegeven, hadden tegenwoordig alle scheidsrechters het heel normaal gevonden dat een scheidsrechter niet eigenmachtig ingrijpt als slechts één speler in tijdnood is.

De heersende leer in Nederland is dat een scheidsrechter eigenmachtig moet ingrijpen als hij bij gewoon schaak ziet dat een vlag is gevallen. Gijssen noemt dat 'de jus van ons werk.' Zo is er een regel gekomen die niet in het belang is van schakers, maar in dat van scheidsrechters.

Het gevolg van de heersende leer is dat er twee kapiteins op één schip zijn. Tja, en dat is vragen om moeilijkheden.


6. Indien beide spelers in tijdnood zijn

Artikel 8.5 sub a is wel duidelijk geformuleerd. Op grond van dat artikel rust op de scheidsrechter een wettelijke plicht.

Als beide spelers niet hoeven te noteren, is de scheidsrechter dwingend-
rechtelijk verplicht:
a. het vervolg van de partij te noteren, en
b. onmiddellijk de klokken stil te zetten als een vlag valt.

Indien de scheidsrechter zelf deze plichten niet kan nakomen, omdat bij-
voorbeeld zijn aanwezigheid elders is gewenst, is hij verplicht:
c. een assistent aan te wijzen die de partij noteert.

Het vreemde is nu dat veel scheidsrechters in de praktijk de klokken niet stilzetten indien beide spelers in tijdnood zijn. Dat stilzetten is ook een beetje lastig, en hinderlijk. Een scheidsrechter die plotseling met zijn arm voor de hoofden van de spelers over het bord heen naar de klokken grijpt.

Als de scheidsrechter volgens de zogenaamde heersende leer toch al onmid-
dellijk de vlagval moet meedelen, waarom moet hij als beide spelers in tijd-
nood zijn dan ook nog de klokken onmiddellijk stilzetten? Dat kunnen de spelers zelf ook wel doen. Het voorschrift in dit artikel is een aanwijzing dat de heersende leer over artikel 6.9 onbegrijpelijk is.

Een scheidsrechter is gebonden aan zijn verplichtingen uit de FIDE-regels. Doet hij dat niet, verzaakt hij zijn plicht. Hij begaat in beginsel een onrecht-
matige daad. Schakers kunnen de scheidsrechter aanspreken op deze plich-
ten.

Kortom, in het Mechelse geval moet de scheidsrechter op de 36ste zet:
a. op grond van de heersende uitleg van artikel 6.9 na de waarneming direct ingrijpen
b. op grond van artikel 8.5a onmiddellijk de klokken stilzetten.

Ook bij artikel 8.5 geldt dat de uitslag niet van rechtswege tot stand komt.
Er is daarvoor een handeling nodig van de scheidsrechter.

De scheidsrechter, 'de ene kapitein', doet niet wat hij moet doen. En dan rijst de vraag hoe erg dat is en wat de rechtsgevolgen daarvan zijn.


top  


7. Het moment van claimen is van belang

Als een scheidsrechter niets doet zijn de eerste situatie van artikel 6.9 en het artikel 8.5 niet van toepassing. Afgezien van mogelijke aansprakelijk-
heidsacties is er wat het spel betreft niets aan de hand. Het spel gaat verder, en de spelers hebben 'als de andere kapitein' het roer overgenomen. In zo'n situatie is het tweede geval van artikel 6.9 van toepassing. De spelers moe-
ten de vlag in de gaten houden. Zolang de speler die het aangaat niet claimt, is juridisch gezien de vlag niet gevallen, en gaat het spel op grond van de FIDE-regels op geoorloofde wijze verder.

Het is de eigen verantwoordelijkheid van de spelers om al of niet de vlag in de gaten te houden. In het Mechelse geval reageert de speler niet. Het spel is niet van rechtswege beëindigd, en gaat dus gewoon door.


8. De remiseovereenkomst

Zolang de scheidsrechter niets doet, gaat de partij verder en is het mogelijk dat de partij eindigt door bijvoorbeeld mat of pat. Maar, het kan ook een remiseovereenkomst zijn.

Is dit nu vreemd? Nee, het is net schaken. De zetten voor een mataanval moeten bijvoorbeeld ook in de juiste volgorde worden gedaan. Doet de speler dat niet, loopt de aanval op niets uit.

En het is ook net het leven. Dagelijks maken we veel keuzen in de juiste volgorde. Bijvoorbeeld eerst snel naar de winkel gaan voordat die dicht is, dan pas etc. Zodra iemand die volgorde omkeert is de winkel gesloten en gaat het mis. Benjamin Franklin zei het al, 'het leven is een soort schaak-
spel'.

Wanneer in het Mechelse geval op geoorloofde wijze de partij aan de gang is, biedt de speler die het aangaat remise aan. Zolang de partij aan de gang is, kan op grond van artikel 9, eerste lid, sub a, een speler 'op elk moment' een remiseaanbod doen. Aan dat aanbod kunnen geen voorwaarden worden verbonden. De volgende voorwaarde is ongeoorloofd:'onder de voorwaarde dat de vlag van de tegenstander niet is gevallen bied ik remise aan'.

Zodra de tegenstander het remiseaanbod aanvaardt, is op grond van artikel 5.2 sub c de partij onmiddellijk beëindigd. De overeenkomst is geldig. De vraag rijst of de waarneming die geuit wordt na de overeenkomst, de overeenkomst teniet kan doen.

Dat lijkt me niet. In de gevallen genoemd in artikel 5.2 is geregeld dat 'mat', 'opgeven', 'pat', 'remise wegens dode stelling' en de 'remiseovereenkomst' de partij onmiddellijk doen beëindigen. Dat is niet het geval bij het waarne-
men van de vlagval door de scheidsrechter. De scheidsrechter zal voor de remiseovereenkomst een handeling moeten verrichten.

Als op grond van artikel 5.2 door de remiseovereenkomst de partij onmid-
dellijk is beëindigd, is de partij dood. De scheidsrechter kan veel, maar niet dat hij een partij weer tot leven kan wekken om datgene te doen wat hij eerder had moeten doen. De scheidsrechter kan niet met terugwerkende kracht ingrijpen en de partij verloren verklaren voor de speler wiens vlag is gevallen. De scheidsrechter kan de remiseovereenkomst niet vernietigen. Door zijn beurt voorbij te laten gaan, is hij te laat.


top  


9. Wijzigen uitslag

In artikel 8.7 is geregeld dat een scheidsrechter een zekere beleidsvrijheid heeft de uitslag te wijzigen. Die bevoegdheid is echter niet onbeperkt. Van-
daar dat de vraag rijst of op grond van dit artikel de scheidsrechter de uit-
slag in het Mechelse geval kan wijzigen in 1 - 0.

Naar mijn mening is dat ongewenst. Een scheidsrechter moet blijven binnen de FIDE-regels. En als een uitslag op grond van de FIDE-regels rechtsgeldig tot stand is gekomen, komt een scheidsrechter aan artikel 8.7 niet toe.

Indien in het Mechelse geval de scheidsrechter de uitslag wijzigt, zou dat een oneigenlijk middel zijn om datgene te doen wat hij eerder heeft nagelaten om te doen.


10. De scheidsrechter

Peter Mangelschots uit Mechelen vraagt ook nog of in dit geval een toer-
nooileider als scheidsrechter kan optreden. Hij voegt er aan toe: 'Oordeel niet te streng voor de scheidsrechters. Zij doen uiteindelijk maar hun uiter-
ste best om een toernooi zo goed mogelijk te laten verlopen en het gebeur-
de allemaal op enkele seconden tijd - uiteindelijk waren ook beide spelers bereid zich bij om het even welke beslissing neer te leggen.'

Hoewel het wel gewenst is - en ik het op dit punt eens ben met het advies van de internationaal scheidsrechter - is een organisatie niet verplicht een gediplomeerde scheidsrechter aan te wijzen voor een toernooi. Dat is maar goed ook. Anders zouden bepaalde wedstrijden niet kunnen worden gehou-
den wegens gebrek aan scheidsrechters.

Het is niet de auteur die hard oordeelt, het zijn de FIDE-regels die dat doen. Vandaar dat bij het opstellen van regels men rekening moet houden met de bruikbaarheid ervan. De Mechelse zaak laat zien hoe ongewenst het is scheidsrechters te belasten met de bevoegdheid eigenmachtig in te grijpen bij een vlagval. Die verantwoordelijkheid kan men gerust leggen bij de spelers zelf.

Voor alle sporten geldt de eigen verantwoordelijkheid van de speler. Om Susan Polgar te citeren: 'Schaken leert onafhankelijkheid. Je wordt gedwon-
gen belangrijke beslissingen te nemen ingegeven door je eigen oordeel en je wordt gedwongen de gevolgen van je handelingen te aanvaarden.' Dat is ook de kern van het schaken.

Alleen al in Nederland bestaat er op het terrein van de sport een tekort aan 50.000 scheidsrechters.
Lees verder  

In de schaakwereld zou dat tekort op grond van de huidige leer over artikel 6.9 en artikel 8.5 gigantisch moeten zijn. Mijn mening is dat de FIDE-regels ingrijpend moeten worden onderzocht op hun bruikbaarheid. Opdat proble-
men zoals in Mechelen tot het verleden behoren. In de tussenliggende tijd kunnen regionale bonden en toernooiorganisaties ook zelf het nodige doen.

Zij zouden het volgende kunnen opnemen in hun reglementen:
Artikel x:
Er wordt gespeeld volgens de FIDE-regels, met uitzondering in de volgende gevallen:
a. Artikel 6.9 komt te luiden als volgt: Een vlag wordt beschouwd te zijn gevallen als een der spelers dit terecht claimt.
b. In artikel 8.4 wordt '5 minuten' gewijzigd in: 1 minuut.
c. De tweede volzin van artikel 8.5 wordt geschrapt.

Door zo te handelen lopen scheidsrechters aanzienlijk minder risico aan-
sprakelijk gesteld te worden wegens fouten. De spelers moeten zelf de vlaggen in de gaten houden, en laat ze maar langer noteren.


11. Het antwoord van Gijssen

Naschrift

Willem Hajenius uit België heeft het Mechelse geval voorgelegd aan Gijssen. In zijn column van juni 2008, 'the arbiter is my opponent's mother', geeft Gijssen het volgende antwoord.

'De volgende artikelen van de FIDE-regels zijn van belang: artikelen 5.2 onder c, 6.9, 9.1 onder a en 13.6.

Er bestaat geen verschil van mening over de volgorde van de gebeurtenis-
sen: eerst was er een vlagval dat werd waargenomen door de scheidsrech-
ter, vervolgens ging de partij verder en was er een remiseovereenkomst. Artikel 13.6 luidt duidelijk dat de scheidsrechter tussenbeide moet komen 'wanneer ten minste één vlag is gevallen'. Daarom moet de partij verloren worden verklaard voor de speler die het vereiste aantal zetten niet heeft voltooid.

Ik wil er het feit aan toevoegen dat de spelers niet gewend waren te spelen met de DGT-klok. Als ze met een analoge klok hadden gespeeld, was het gemakkelijker geweest de vlagval te zien. Een van de verplichtingen van de scheidsrechter is de rechten van de spelers te beschermen. Niettemin blijft de vraag: is de remiseovereenkomst geldig? Naar mijn mening niet. De partij is beëindigd op het moment waarop een van de spelers zijn bedenktijd overschrijdt.'


© 2008  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
MIKADO, DE VLAG EN DE MATZET
Lees verder  
WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot