HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
HET VERBOD DE KONING TE SLAAN, HOOFDSTUK 3
3. Praktijkvoorbeelden

In dit hoofdstuk volgen enkele praktijkvoorbeelden. In hoofdstuk 4 geef ik een schematisch overzicht van de heersende leer, voor zover daarvan spra-
ke is. In hoofdstuk 5 geef ik mijn commentaar.


3.1 De grootmeester slaat de koning

Bob Jones uit Engeland maakt in oktober 2005 het volgende mee. Een inter-
nationaal meester doet een zet waardoor zijn koning schaak komt te staan. Zijn tegenstander, een grootmeester, denkt vijftien seconden na en slaat de koning. Direct daarop schudden beide spelers de hand en tekenen hun nota-
tieformulier waarbij de partij gewonnen is voor de grootmeester.
De scheidsrechter vraagt zich af of hij tussenbeide had moeten komen en de partij gewonnen had moeten verklaren voor de internationaal meester. Hij vraagt Gijssen voor advies.

Gijssen: 'Gelet op het feit dat beide spelers hun notatieformulier hebben ge-
tekend en ik neem aan dat beide formulieren dezelfde uitslag gaven, moet de scheidsrechter niets doen en de uitslag aanvaarden. Ik neem ook aan dat het gaat om gewoon schaak.'

'Als de spelers hun notatieformulieren niet hadden getekend, dan moet de scheidsrechter de stelling terugbrengen voor de onreglementaire zet. In dit geval de stelling waarin de internationaal meester zijn koning schaak liet staan. Vervolgens moet hij als dat kan een zet doen met het stuk dat hij heeft aangeraakt toen hij de koning schaak liet staan.'

'De enige vraag die overblijft is: moet de scheidsrechter een of beide spe-
lers straffen? Zoals u vermoedelijk weet, is de straf dat de tegenstander twee minuten extra bedenktijd ontvangt. Nu beide spelers een ongeoor-
loofde zet hebben gedaan, zou ik alleen de klokken bijstellen bij de stelling waarin de ongeoorloofde zetten werden gedaan. Dus:

- Bij een rapid partij moet de scheidsrechter wachten op het inroepen van zijn tussenkomst. Alleen dan kan de speler die de laatste ongeoorloofde zet heeft gedaan gestraft worden. Dus ontvangt de tegenstander twee minuten extra bedenktijd.

- Bij snelschaak wordt de partij verloren verklaard voor de speler die de laatste ongeoorloofde zet heeft voltooid,' aldus Gijssen, januari 2006, Rapid rule in Dubai.


3.2 Na het slaan van de koning valt de vlag

Marcus Evans uit Engeland heeft het volgende meegemaakt bij gewoon schaak. In een verloren stelling laat zwart zijn koning schaak staan en brengt de klok van de tegenstander in beweging. De witspeler slaat de koning en drukt de klok in. Daarop valt de vlag van de zwart speler. De scheidsrechter beslist dat de witspeler heeft gewonnen. Is deze beslissing juist?

Gijssen: 'Ik ben bang dat ik het niet eens ben met de beslissing.' Hij citeert artikel 7.3 en vervolgt: 'Hoewel de vlag van zwart is gevallen was de partij nog steeds aan de gang, wat betekent dat de ongeoorloofde zetten ontdekt zijn tijdens het spel.'

'Daarom moeten we teruggaan naar de stelling voordat de eerste ongeoor-
loofde zet werd gedaan en dan moeten we beslissen welke speler gestraft moet worden. Straffen we beide spelers of alleen degene die de eerste ongeoorloofde zet heeft gedaan? Volgens mij moeten beide spelers worden gestraft, dus ontvangt elke speler twee minuten extra bedenktijd, ook al wordt dit niet als een straf ervaren,' aldus Gijssen, juni 2006, Illegal moves.


3.3 De voortzetting van een republiklein (1)

Een anekdote. Tijdens de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783), waarbij dertien verenigde koloniën vechten tegen de Engelse koning, schaakt Benjamin Franklin tegen een Fransman. Zijn tegenstander zet hem schaak, maar Franklin negeert het schaak en beantwoordt met een onge-
oorloofde zet. De tegenstander wijst hem erop dat hij schaak staat. 'Ik zie dat hij schaak staat, maar ik zal hem niet verdedigen. Als hij een goede koning was geweest, zoals die van u, was hij het waard geweest verdedigd te worden door zijn onderdanen. Maar hij was een tiran die meer levens heeft gekost dan hij waard is. Sla hem, als u dat wilt. Ik kan zonder hem verder, en zal de strijd vervolgen als een republikein,' aldus Franklin.


top  


3.4 De voortzetting van een republikein (2)

Henrik Jegbjerg Hansen uit Denemarken stelt de volgende vraag over snel-
schaak: Wit laat zijn koning schaak staan, zwart slaat de koning en wit doet een zet. Geen van beide spelers claimt. Wat gebeurt er nu? Kan er verder gespeeld worden zonder de koning van wit? Moeten de regels gewijzigd worden?

Gijssen meent dat het geval niet duidelijk geregeld is in de FIDE-regels en verwijst naar het Voorwoord. Maar dat voorwoord geeft geen antwoord. Gijssen verwijst naar artikel B6. Daarin staat dat een scheidsrechter in een bepaald geval eigenmachtig kan ingrijpen. Als de scheidsrechter dat niet doen, kan de koning van wit niet mat worden gezet en kan wit alleen ver-
liezen als zijn vlag valt, april 2007, Unobserved illegal moves.

Daarop reageert Radboud de Roos uit Nederland en vraagt hoe het mogelijk is dat wit kan verliezen op tijd. Zwart is namelijk niet in staat wit mat te zetten en zodoende kan zwart niet winnen op tijd. Gijssen is het met Rad-
boud eens. Omdat de koning niet mat gezet kan worden is de partij remise op grond van artikelen C3 en 6.10, juni 2007, What are the correct laws of Chess?


3.5 Het slaan van de koning op een Grand Prix toernooi 1999

Op een Grand Prix toernooi 1999 in Sassenheim. 'De eerste ronde verliep vrij desastreus, vond ikzelf. Leonore van "Op Eigen Wieken" kon de Koning van haar tegenstander pakken. Alvorens ze dat deed vroeg ze toestemming bij de wedstrijdleider. Deze ging navraag doen en kwam met de verassende mededeling dat dit was toegestaan. Voordat iedereen het goed en wel doorhad, waren er twee borden geëindigd met het slaan van de Koning.

Dat leverde twee huilende verliezers op, die heel terecht vonden dat ze zo niet hadden mogen verliezen. Met vier of vijf ouders tegelijk werd de wed-
strijdleiding ingelicht dat dit toch wel een hele vreemde gang van zaken was. Je kan kinderen niet tijdens het spelen plots de snelschaakregels laten han-
teren tenslotte. Resultaat na enig overleg was dat de twee partijen moesten worden overgespeeld. Deze beslissing leverde twee huilende ex-winnaars op: Leonore en Tomer. Maar gelukkig wonnen zij beiden hun eerste partij nogmaals, zodat iedereen weer een beetje tevreden kon zijn. (...)

Voor volgend jaar, of wellicht voor de Grand Prix toernooien die nog volgen is het verstandig wat afspraken over de regels te maken tussen de toer-
nooien onderling. Per toernooi kan nu de tijd op de klok verschillen en niet alle wedstrijdleiders zijn even goed voorbereid, zoals mag blijken uit de oplossing over de vraag of de Koning wel of niet geslagen mag worden.
Juist kinderen hechten zo aan duidelijkheid.



3.6 Een massakamptoernooi in Almelo op 24 november 2006

'Opvallend was het verloop van de partij van George Henneberke (Almelo) tegen Menno Bennema Geerlings (Hardenberg). George zette zijn tegen-
stander schaak, wat Menno niet zag. Vervolgens sloeg George de zwarte koning waarna beide spelers bij de wedstrijdleiding meldden dat George gewonnen had. Jaap van Doorn (Hardenberg) wees er achteraf op dat het slaan van de koning niet is toegestaan in rapidpartijen (soms wel bij snel-
schaak) en dat je nooit hoeft te melden dat de tegenstander schaak staat. De correcte handelwijze zou zijn geweest dat George zijn tegenstander een andere zet had laten doen met het aangeraakte stuk. Uiteindelijk had Menno de partij op kunnen eisen, wat niet gebeurd is. Zo zie je maar weer dat je bij schaken altijd kunt bijleren.



3.7 De koning in Arnhem

'Naarmate het eind van de bedenktijd naderde kreeg Fokke steeds meer voordeel. Hij won een pion, later zelfs nog een stuk en terwijl hij de vijan-
delijke koning schaak zette, werd hij matgezet. Dat mag dus niet evenals het slaan van de koning, wat Fokke wel wilde doen. Dus de wedstrijdleider erbij, Fokke kreeg er twee minuten bij (wat ook tot opgave van zijn tegen-
stander had geleid) en zijn opponent moest met het stuk waarmee hij 'mat' zette het schaak opheffen hetgeen tot dameverlies zou leiden. Dit gebeurde allemaal niet. Hij deed een andere zet en toen kon Fokke 'gewoon' mat zetten. Hij had nog vier seconden over tegen zeventien voor Marcel ...,' uit het Wekelijks bulletin van de Arnhemsche schaakvereniging, 10 mei 2007, Fokke Jonkman - Marcel Kraaijkamp.


© 2007  Pieter de Groot

Wordt vervolgd

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
DE KONING SLAAN
Artikelenreeks 'Het ver-
bod de koning te slaan' door Pieter de Groot.

Hoofdstuk 1  
Hoofdstuk 2  
Hoofdstuk 3  
WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot


schaakrechtrubriek Geurt Gijssen op ChessCafe.com