HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
DRIE MAAL DEZELFDE STELLING EN HET RECHT OP ROKADE; EEN VERVOLG
Enkele mensen hebben mijn reactie gevraagd op de column van Gijssen, september 2005, Dresden 2005. Daarin bespreekt Gijssen een geval dat ik uitvoerig heb besproken in de schaakrechtsvraag van de maand mei 2005 en in mijn antwoord daarop. Hierbij mijn reactie.

I. De probleemstelling




De partij vervolgt met
1.   ...   Dg3+
2.   Kf1   Df4+
3.   Ke1   Dg3+
4.   Kf1   Df4+
5.   Ke1
En op dat moment claimt zwart remise omdat na 5. ... Dg3+ driemaal dezelfde stelling ontstaat.

Moet de claim worden ingewilligd? Hierover heeft in Dresden, tussen 17 tot 24 augustus 2005, de regel- en reglementencommissie van de FIDE, onder voorzitterschap van Gijssen, zeer uitgebreid gediscussieerd.

Gijssen:
'Het antwoord luidt: De scheidsrechter moet de claim afwijzen omdat de eerste keer dat de stelling op het bord verscheen, wit niet het recht om te rokeren heeft verloren. Hij verliest dit recht niet bij 1. ... Dg3+, maar bij 2. Kf1 wanneer hij zijn koning verplaatst.

De commissie formuleert (met 17 tegen 7 stemmen, PdG) een algemene regel: 'Een speler verliest zijn recht om te rokeren met zijn eigen zet en niet met die van zijn tegenstander. De commissie heeft dit voorstel gedaan aan de Executive Board van de FIDE,' aldus Gijssen september 2005, Dresden 2005. Zie ook het pdf-bestand Verslag 76e FIDE Congress  


II. Commentaar van Pieter de Groot

1. Het keuzevraagstuk

Gijssen heeft in Schakend Nederland 1987, nr. 1, blz. 24, dit probleem gesignaleerd. Dan schrijft hij nog dat het afwijzen van de remiseclaim 'een te verdedigen interpretatie is'. Echter, zo vervolgt hij 'men kan zich wel afvragen of deze interpretatie ook in de geest van de spelregels is'. Want, 'de redenering dat na 1. ... Dg3+ de rokade niet meer mogelijk is en zwarte stukken in de drie stellingen precies dezelfde mogelijkheden hebben, is eveneens te verdedigen,' aldus Gijssen. Hij concludeert dat 'een uitspraak van de Rules Commission van de FIDE dan ook noodzakelijk is'.

Meent Gijssen in 1987 nog dat met een beroep op de geest van de regels ('the spirit prevails over the rules,' zou hij later formuleren) het mogelijk is de claim in te willigen, in 2004, december 2004, Castling, ziet hij dat anders en stelt hij dat de claim afgewezen moet worden. Dan beroept hij zich op de letter van de regels. Hij voegt eraan toe dat internationaal daar weliswaar anders over wordt gedacht. Daarom vindt hij het belangrijk dat een com-
missie zich over de kwestie buigt. Nu blijkt dat hij daarmee heeft bedoeld de regel- en reglementencommissie van de FIDE.

In deze zaak gaat om een keuze tussen 'de letter van de regel' en: de geest van de regel. Maar beter is het te stellen tussen 'een strikt grammaticale uitleg' of: een doelgerichte uitleg.


2. Een beleidsoplossing

Een regel- en reglementencommissie is iets anders dan een commissie van beroep. Terwijl een commissie van beroep gebonden is aan de bestaande regels, heeft een regel- en reglementecommissie de bevoegdheid nieuwe oplossingen aan te dragen voor bestaande problemen.

De FIDE-regels zijn een instrument in handen van de FIDE om een schaakpartij - waar dan ook ter wereld - in het belang van bepaalde beleidsdoelen te ordenen. De regel- en reglementencommissie hoeft niet alleen juridisch te denken maar zij kan ook beleidskeuzes, een 'politieke keuze', maken. Zo kan zij op grond van beleidsafwegingen een gewenste richting geven aan de geldende FIDE-regels.

Bij regelgeving gaat het er meer om hoe de deelnemers in de commissie 'kijken' naar het schaakspel. Daarbij moet zij ook letten op de vraag of de voorgestelde oplossing in de praktijk werkt. Dat komt erop neer dat bij het opstellen van de regels niet de FIDE-regels als zodanig centraal moeten staan, maar de wijze waarop deze in de schaakwereld werken en daarin door scheidsrechters en schakers gebruikt worden. Want de kwaliteit van een regel hangt af van uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Regels die in de praktijk niet werken, deugen niet.


top  

3. Het voorstel

Het is jammer dat de commissie haar beslissing zo summier heeft gemoti-
veerd, terwijl zij er volgens Gijssen zeer uitgebreid over heeft gediscus-
sieerd. Als theoretisch vraagstuk was het een interessant probleem.
Het gaf weer hoe om te gaan met de uitleg van de FIDE-regels.

Nu heeft de regel- en reglementencommissie voorgesteld de regel te verduidelijken. Indien de FIDE dit voorstel overneemt (laten we hopen dat zij het afwijst) bestaat over de uitleg van de regel geen misverstand. Het is de uitdrukkelijke bedoeling van de regelgever dat een remiseclaim wordt afgewezen.

Het praktisch belang van de beslissing van de commissie bij een remiseclaim is nihil. Het geval doet zich namelijk in de praktijk toch niet voor. En mocht het wel zo zijn, zullen de betrokken spelers en de scheidsrechter de partij voor remise verklaren. Dat is namelijk de meest natuurlijke reactie.

Schakers en scheidsrechters voelen een beslissing aan en handelen zo.
De meeste schakers en scheidsrechters kennen het besluit van Dresden augustus 2005 trouwens toch niet, en zullen het ook nooit kennen. En als ze het ooit hebben gekend, zijn ze het vergeten op het moment waarop het geschil zich voordoet.

Regelgevers moeten bij het opstellen van regelgeving rekening houden met de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van hun voorstel. Of om Gijssen te attenderen op zijn antwoord op een vraag van Igor Vereshagin, februari 2003, Can I win after overstepping the time limit?:
'Het is erg gevaarlijk om nieuwe regels te maken voor alle situaties die zich bij het schaken kunnen voordoen. En ik vraag me echt af, hebben we een nieuw artikel in de FIDE-regels nodig voor deze gevallen? Ik heb in mijn praktijk als scheidsrechter nooit een zaak ontmoet zoals beschreven in uw vraag. Voordat ik een voorstel doe aan de regel- en reglementencommissie om een wijziging toe voegen aan een artikel voor een doel zoals u beschrijft, zou ik van u voorbeelden willen ontvangen die daadwerkelijk zijn voorge-
komen. Beschouw mijn antwoord als een uitdaging om me zulke partijen te laten zien. Succes,' aldus Gijssen.

Het is jammer dat Gijssen aan dit antwoord niet heeft gedacht bij het indienen van zijn eigen voorstel. De vraag rijst dan ook hoe het mogelijk is geweest dat de regel- en reglementencommissie zo'n wereldvreemde oplossing heeft gekozen. Wel geeft deze gang van zaken een kijk op het proces van totstandkoming van een wijziging van de FIDE-regels: vieren-
twintig personen ordenen in Dresden het schaakspel voor vijf miljoen schakers.

© 2005  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
SCHAAKRECHTSVRAAG
Schaakrechtsvraag van de maand mei 2005: 'Drie maal dezelfde stelling en de mogelijk-
heid van rokade'.
Lees verder  


EXTRA ARTIKEL
Op deze website staat een omvangrijk artikel over 'driemaal dezelfde stelling'.

Paragraaf 20 van dat artikel bevat vier voorvallen over het optreden van een scheidsrechter.

Bij het artikel hoort een overzicht met zeventien schaakpartijen dat dient als illustratiemateriaal.
Lees verder  

WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot


schaakrechtrubriek Geurt Gijssen op ChessCafe.com