HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
DE VRAAG AAN DE SCHEIDSRECHTER
'Ooh sometimes
the truth is harder
than the pain inside
Ooh sometimes
it's the broken heart
that decides'

(Sometimes, Erasure)


Wanneer beide spelers minder dan vijf minuten bedenktijd hebben, noteert de scheidsrechter de partij. De spelers vragen hem hoeveel zetten ze al hebben gedaan. De scheidsrechter trekt zijn schouders op en spreidt zijn onderarmen een beetje ten teken dat hij daar niets over mag vermelden.
Dit voorval beschrijft Jan van den Ende op www.schaaksite.nl, de website van Kees Schrijvers.

Het gedrag van de scheidsrechter berust op een onjuiste lezing van de FIDE-regels. Hij had moeten antwoorden dat hij niet mag vertellen hoeveel zetten de spelers hebben gedaan. Korchnoi heeft eens gevraagd aan de scheids-
rechter of hij mag rokeren. De scheidsrechter antwoordde bevestigend.

Ook die scheidsrechter had moeten antwoorden dat hij dat niet mag zeggen. Door hun manier van optreden bestaat er een kloof tussen scheidsrechters en schakers. Scheidsrechters moeten letten op hun gedrag. 'It ain't what you do, it's the way that you do it. And that's what gets results'.


Overzicht van paragrafen:

1. De lange rokade
2. Scheidsrechter, mag ik kort rokeren?
3. Geen juridische adviezen
4. Fischer - Spassky 1972
5. 'Wat sta je hier te doen dan??'
6. It ain't what you do, it's the way that you do it


top  


1. De lange rokade

Wit: Freuer
Zwart: Albéric O' Kelly de Galway
Belgisch kampioenschap
Luik, 1934
Een oud schaakrechtminiatuurtje

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 d6 5. Lxc6+ bxc6 6. d4 f6 7. Pc3 Tb8 8. Dd3 Pe7 9. Le3 Txb2 10. dxe5 fxe5 11. Pxe5 dxe5 12. Dxd8+ Kxd8.




Vraag: mag wit lang rokeren?

13. 0-0-0+ Daar had zwart niet aan gedacht. Een dubbele aanval: schaak en een aanval op de zwarte toren. Zwart kende de toenmalige FIDE-regels niet zo goed. Hij dacht dat wit niet mocht rokeren, omdat de zwarte toren het veld b1 aanvalt. Nu blijkt dat dat wel mag, geeft zwart op. Toch is het later met hem goed gekomen. Soms herhaalt de geschiedenis zich.


top  


2. Scheidsrechter, mag ik kort rokeren?



Moskou, 1974 v.l.n.r. Korchnoi en Karpov


De Belg Albéric O' Kelly de Galway (1911 - 1980) schaakjournalist, groot-
meester in 1956, wereldkampioen correspondentieschaak 1958 - 1962, au-
teur van vele schaakboeken, naar wie de O'Kelly-variant in het Siciliaans is vernoemd, is hoofdscheidsrechter op de wereldkampioenschappen tussen Tigran Petrosian en Boris Spassky in 1966 en 1969.

Wit: Victor Korchnoi
Zwart: Anatoly Karpov
Kandidatenfinale wereldkampioenschap
Moskou, 1974
21ste partij
Hoofdscheidsrechter: Albéric O' Kelly de Galway
Een schaakrechtminiatuurtje op een kandidatenfinale

1. d4 Pf6 2. Pf3 e6 3. g3 b6 4. Lg2 Lb7 5. c4 Le7 6. Pc3 0-0 7. Dc2 c5 8. d5 exd5 9. Pg5 Pc6 10. Pxd5 g6 11. Dd2 Pxd5 12. Lxd5 Tb8 13. Pxh7 Te8 14. Dh6 Pe5 15. Pg5 Lxg5 16. Lxg5 Dxg5 17. Dxg5 Lxd5

Korchnoi staat op en gaat naar de hoofdscheidsrechter. Hij vraagt of hij kort mag rokeren, hoewel zijn toren op h1 staat aangevallen. (Flash back. De scheidsrechter is terug in Luik 1934. Het trauma is er weer. Einde flash back.)

Het hart van de scheidsrechter krimpt ineen, zijn handen beven en zweet-
druppels staan ineens op zijn voorhoofd. Het is niet Korchnoi die hem de vraag stelt, maar het is Freuer. De hoofdscheidsrechter moet over zijn eigen partij oordelen! Met trillende stem fluistert hij: 'Ja, dat mag. U mag kort ro-
keren.' Korchnoi glimlacht, keert terug naar zijn bord en voert tevreden de rokadezet uit. Uitgeput gaat de hoofdscheidsrechter zitten: hij heeft zichzelf verslagen.




18. 0-0 Lxc4 (Zaitsev: 18. ... Lf3 19. De3 Lg4) 19. f4 Zwart geeft op.

Uiteindelijk wint Karpov de kandidatenfinale. Karpov daagt de heersende wereldkampioen Fischer uit. Fischer speelt niet, en Karpov wordt reglemen-
tair wereldkampioen. We zullen nooit weten of O' Kelly hoofdscheidsrechter zou zijn geworden op het wereldkampioenschap dat niet is door gegaan.


top  


3. Geen juridische adviezen

De vraag rijst of de hoofdscheidsrechter aan Korchnoi mag vertellen of hij wel of niet kort mag rokeren.

Het is nogal wat dat op wereldtopniveau een speler een stap 1 examenvraag van Rob Brunia en Cor van Wijgerden stelt aan een scheidsrechter. Is dit hinderen van de tegenstander? Daarvoor is opzet noodzakelijk.

Op de een of andere manier moet Korchnoi de wil hebben Karpov te willen pesten. We kunnen niet in het hoofd kijken van Korchnoi. In zijn boek 'Chess is my life' heeft Korchnoi een verklaring gegeven voor zijn gedrag, waardoor geen sprake is van hinderen.

Volgens Korchoi zijn de Sovjet schaakregels op het punt van rokade nogal onduidelijk, en is het in dat land onduidelijk of rokeren is toegestaan indien een toren staat aangevallen. Omdat dit is voor het eerst is dat hij met zo'n geval in een partij heeft te maken, heeft hij veiligheidshalve het oordeel gevraagd van de scheidsrechter.

Zoals ze in Amerika de FIDE-regels niet toepassen, zo kenden ze ook in de Sovjet-Unie eigen regels. Ik heb ergens gelezen dat nog steeds in Rusland eigen, van de FIDE-regels afwijkende schaakregels bestaan. Ik heb geen exemplaar daarvan.



Moskou, 1974, Karpov en Korchnoi.
Mag Karpov daar staan, is dat hinderen?


Maar er is iets anders aan de hand. Het is in strijd met de FIDE-regels indien een scheidsrechter tijdens een partij een speler een juridisch advies geeft. Dit is geregeld in artikel 12.3 sub a.

'Tijdens het spelen is het spelers verboden gebruik te maken van (...)
advies (...).'


En als de scheidsrechter afwezig is, mag ook een assistent-scheidsrechter geen advies geven etc.


top  


4. Fischer - Spassky 1972

Ter illustratie de volgende partij.

Wit: Robert James Fischer
Zwart: Boris Spassky
Wereldkampioenschap
Reykjavik 29 augustus 1972
20ste ronde
Hoofdscheidsrechter: Lothar Schmid



Eerste van links Efim Geller, grootmeester en secondant en trainer
van Spassky; tweede Nikolai Krogius, psycholoog, grootmeester en secondant en trainer van Spassky; derde Spassky; vierde Fischer.

Achter de tafel Lothar Schmid, hoofdscheidsrechter; Gudmundur
Arnlaugsson (?), assistent scheidsrechter. Midden ?; daarna William Lombardy, katholiek priester, grootmeester en secondant van Fischer; James Slater, Britse miljonair en geldscheieter; Max Euwe, president
van de FIDE, die Fischer wil kronen; ?; ?; Gudmundur Thorarinsson, voorzitter van de IJslandse schaakbond; Fridrik Olafsson, IJslands grootmeester; Henry Kissinger, nationaal veiligheidsadviseur
van de VS, zit met een mes in een zak geld te snijden.


1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 d6 6. Lg5 e6 7. Dd2 a6 8. 0-0-0 Ld7 9. f4 e7 10. Le2 0-0 11. Lf3 h6 12. Lh4 Pxe4 13. Lxe7 Pxd2 14. Lxd8 Pxf3 15. Pxf3 Tfxd8 16. Txd6 Kf8 17. Thd1 Ke7 18. Pa4 Le8 19. Txd8 Txd8 20. Pc5 Tb8 21. Td3 a5 22. Tb3 b5 23. a3 a4 24. Tc3 Td8 25. Pd3 f6 26. Tc5 Tb8 27. Tc3 g5 28. g3 Kd6 29. Pc5 g4 30. Pe4+ Ke7 31. Pe1 Td8 32. Pd3 Td4 33. Pef2 h5 34. Tc5 Td5 35. Tc3 Pd4 36. Tc7+ Td7 37. Txd7+ Lxd7 38. Pe1 e5 39. fxe5 fxe5 40. Kd2 Lf5 41. Pd1 Kd6 42. Pe3 Le6 43. Kd3 Lf7 44. Kc3 Kc6 45. Kd3 Kc5 46. Ke4 Kd6 47. Kd3 Lg6+ 48. Kc3




48. ... Kc5 49. Pd3+ Kd6 50. Pe1 (tweemaal) Kc6 51. Kd2 Kc5 52. Pd3+ Kd6 53. Pe1 Pe6 54. Kc3 Pd4 (driemaal).

Zie over het rechtskarakter van deze vorm van driemaal dezelfde stelling: De scheidsrechter en de remiseclaim in Moskou.
Lees verder  


top  


Stel nu dat Fischer twijfelt of deze stelling driemaal is verschenen op het bord. Hij weet dat als zijn claim wordt afgewezen hij een behoorlijke tijdstraf zal krijgen. Vooral nu hij nog maar weinig bedenktijd heeft. Dus wat doet hij? In plaats van te claimen, vraag hij het advies van de scheidsrechter. 'Scheidsrechter, mag ik u wat vragen, hoe vaak is deze stelling al voorge-
komen in deze partij?' Of, 'Scheidsrechter is dit remise wegens driemaal dezelfde stelling?'

En, wat had u geantwoord? In feite is dat wat Korchnoi vroeg aan O'Kelly.

Robert Byrne en Ivo Nie 'Both sides of the chessboard, an analysis of the Fischer/Spassky match', geven een verklaring wat de werkelijke reden is geweest van de remiseclaim van Fischer: 'Vanwege een een of ander ge-
bruik, een strategische of psychologische reden, wilde Fischer tijdens de partij geen remise aanbieden.

Het is opvallend hoe deze remise tot stand is gekomen. Geen van beide spelers wilde gebruik maken van de mogelijkheid remise aan te bieden. Bobby loste dit op door de tussenkomst in te roepen van de scheidsrechter Lothar Schmid en hem met een grijns op zijn gezicht te vragen: 'Wilt u na-
gaan of deze stelling driemaal is voorgekomen?' Hij wist natuurlijk dat dat niet zo was, en dat wist ook Spassky. Maar Boris begreep de boodschap en ging onmiddellijk akkoord met remise.' Zodoende hoefde de hoofdscheids-
rechter het verzoek niet af te wijzen.

Indien een scheidsrechter de vraag wel beantwoordt, en de speler zijn ad-
vies opvolgt, kan de tegenstander de tussenkomst van de scheidsrechter inroepen. Het gevolg is dat de scheidsrechter zijn eigen juridisch advies moet toetsen. Dit kan niet. Wat volgens mij een scheidsrechter moet doen, is de spelers een exemplaar van de FIDE-regels geven. Zo mogen de spe-
lers zelf de regels raadplegen. Dat is mede de reden waarom een scheids-
rechter in de KNSB-competitie en in een regionale competitie verplicht is de FIDE-regels en het competitieregelement ter inzage te leggen.

Mijn mening is dan ook dat O' Kelly ten onrechte Korchnoi heeft verteld dat hij kort mocht rokeren. De scheidsrechter had moeten zeggen: 'Op grond van artikel 12.3 sub a van de FIDE-regels is het mij dwingend rechtelijk verboden juridische adviezen te geven. Wat ik wel kan doen is u de FIDE-regels ter lezing aan bieden. Dan kun u zelf beoordelen wat u moet doen.'


top  


5. 'Wat sta je hier te doen dan??'

Op www.schaaksite.nl, de website van Kees Schrijvers, in zijn column met de titel 'Voordat er geschaakt gaat worden' maart 2010, geeft Jan van den Ende een prachtige inkijk in de taken en zorgen van een scheidsrechter.
Zo kan men zich nog eens bedenken wat een scheidsrechter doet in zijn kostbaar vrije tijd voor schakers opdat zij kunnen genieten van het spel. Aan het eind schrijft hij het volgende:

'Tijdens een ronde van de tienkampen staat een collega van mij bij een tijdnoodduel. Beide spelers noteren niet meer en moeten de veertig zetten zien te halen voordat er een vlag valt. De arbiter staat onopvallend naast de tafel en schrijft de gespeelde zetten op. Plots kijkt de ene speler de arbiter aan en vraagt of zij er al veertig gedaan hebben. Hij trekt zijn schouders op en spreidt zijn onderarmen een beetje ten teken dat hij daar niets over mag vermelden.

Even later krijgt hij hetzelfde verzoek van de andere speler. De spanning is inmiddels aardig opgelopen (net als bij het voor aanvang indelen in de arbi-
terskamer). Weer haalt de arbiter zijn schouders op en zegt niets. De speler trekt een geïrriteerd gezicht en stelt dan ongeduldig de in onze ogen hilari-
sche vraag: 'Wat sta je hier te doen dan??'

Tja, op zo'n vraag reken je niet, dan staan ook wij wel eens met de mond vol tanden. Maar ik weet nu al dat het onder de arbiters volgend jaar de meest gehoorde zin zal worden!' aldus Jan van den Ende.

Waarom trekt de scheidsrechter 'zijn schouders op en spreidt zijn onderar-
men een beetje ten teken dat hij daar niets over mag vermelden'? Het ge-
drag van de scheidsrechter heeft te maken met een breed verspreid mis-
verstand onder arbiters. Zij denken dat zij op grond van de FIDE-regels niets mogen zeggen. Maar dat is niet zo.

Artikel 13.6 luidt als volgt: 'De arbiter mag niet ingrijpen in een partij behal-
ve in gevallen, beschreven in de Regels voor het Schaakspel. De arbiter mag niet meedelen hoeveel zetten er zijn gedaan, behalve bij toepassing van artikel 8.5 als tenminste één vlag is gevallen. De arbiter mag een speler niet informeren dat zijn tegenstander een zet heeft voltooid of dat de speler zijn klok niet heeft ingedrukt.'

De FIDE-regel luidt niet 'Een scheidsrechter mag niets zeggen', maar: Een scheidsrechter mag niet zeggen hoeveel zetten er zijn gedaan. Dat is heel iets anders.

Als een speler de scheidsrechter een fatsoenlijke vraag stelt, moet de scheidsrechter zich behoorlijk gedragen door die vraag te beantwoorden. Dat doet hij door het verzoek gemotiveerd af te wijzen. Hij zwijgt niet, maar hij geeft antwoord. Ook al was het juist van de scheidsrechter om niet te zeggen hoeveel zetten de spelers hebben gedaan, de manier waarop hij dat deed was onbehoorlijk.

De scheidsrechter had bijvoorbeeld moeten zeggen (en als hij van plan is lang te gaan praten zet hij eerst de klokken stil): 'Spelers, als jullie minder dan vijf minuten bedenktijd hebben, ben ik dwingend rechtelijk verplicht de zetten te noteren. Door dat te doen gaat de partij niet verloren en weten we bovendien of jullie de norm hebben gehaald.

Echter, de FIDE is zo sadistisch geweest in de tweede volzin van artikel 13.6 van de FIDE-regels uitdrukkelijk te regelen dat het mij verboden is jullie te vertellen hoeveel zetten jullie hebben gedaan. Pas als een vlag valt, mag ik dat zeggen. En daarna weten we of jullie de norm hebben gehaald. Tot die tijd moeten jullie in onzekerheid leven. Zo wil de FIDE dat. Ik kan dat ook niet helpen. Kortom, ik mag jullie niet vertellen hoeveel zetten jullie hebben gedaan. En nu spelen jullie verder.' Waarop de scheidsrechter de klokken weer in beweging brengt.

Natuurlijk zijn de FIDE-regels op dit punt sadistisch. Enerzijds heeft een speler die minder dan vijf minuten bedenktijd heeft op grond van artikel 8.4 en 8.5 het recht niet te hoeven noteren, maar anderzijds mag hij niet weten hoeveel zetten hij heeft gedaan om te weten of hij de norm heeft gehaald. Ik begrijp deze nodeloze ingewikkeldheid niet, waardoor amateur scheids-
rechters fouten maken.


top  


6. It ain't what you do, it's the way that you do it

De reactie van de spelers 'Wat sta je hier dan te doen dan?' was volkomen terecht. Waar het om gaat is dat de een zich niet kan verplaatsen in de an-
der en omgekeerd. Er bestaat een communicatieprobleem. Er is wat wordt genoemd 'een kloof' tussen de schakers en de scheidsrechters. Over dit ver-
schijnsel is in de macro wereld al zoveel geschreven.

Na de eeuw van de Verlichting, de Rede, leven we tegenwoordig in 'de eeuw van het Gevoel'. Iedereen heeft emoties en wil zich gelukkig voelen door het winnen van de schaakpartij of anderszins.

Aan de ene kant staan de scheidsrechters. Ook zij hebben gevoel. Maar zij zijn koeler. Zij ogen gevoellozer, omdat zij kennis hebben van de FIDE-re-
gels, hun bevoegdheden, de heersende leer van de arbiters, de uitspraken van competitieleiders en commissies van beroep en wellicht de opvattingen van auteurs die over schaakrecht schrijven.

Het gevolg daarvan is dat de scheidsrechters de emoties van de schakers omzetten in taalconstructies gebaseerd op de FIDE-regels. En of die regels nu al of niet draconische straffen bevatten, is voor een scheidsrechter niet van belang. Hij voert de regels uit zoals we die democratisch hebben afge-
sproken. De scheidsrechters hebben dus geleerd zich bij conflicten vast te klampen aan de regels, waardoor zij hun emoties kunnen onderdrukken. Indien die mogelijkheid niet bestaat, zijn de problemen onoplosbaar.

Aan de andere kant staan de schakers. Zij kennen niet de veel te ingewik-
kelde en onbegrijpelijke FIDE-regels, en kunnen zich dus niet door die regels laten beteugelen. Daardoor kunnen de spelers hun emoties minder goed onderdrukken. Zo laten zij zich meer leiden door hun gevoel. En dat gevoel moet tegenwoordig het liefst in de overtreffende trap worden geuit (men is niet 'boos' maar: zeer boos of briesend, of woest), opdat het gevoel duidelijk overkomt.

Zie hier de kloof tussen de scheidsrechters en de schakers. En dan rijst de vraag of de scheidsrechters in staat zijn de de kloof te overbruggen.


top  


In het geval van het Corustoernooi is het enige wat de schaker ziet, dat hij een probleem heeft. Niet een gewoon probleem, nee een gerechtvaardigd probleem. Op grond van de FIDE-regels heeft de schaker het recht bij tijd-
nood niet te hoeven noteren. En dan staat daar een onbekende man die zich arbiter noemt, te noteren bij zijn bord. Wat ligt meer voor de hand dan dat hij antwoord geeft op de gerechtvaardigde vraag hoeveel zetten er zijn gedaan?

En de arbiter trekt zijn schouders op en beweegt slechts zijn onderarm! Stoïcijns houdt de man zijn mond. Wat is dat voor een vreemde, koele kik-
ker?

De schakers tonen hun emoties: 'Wat sta je hier te doen dan??' Deze zin heeft de betekenis van: 'Heb je soms je tong verloren?' Het is goed dat zij in zo'n geval hun emoties op beheerste wijze tonen. Het had tegenwoordig erger gekund tegen een gedragsdrager.

Daar staat tegenover dat de scheidsrechter zestien dagen lang hard op het Corustoernooi heeft gewerkt. Geen schaker die heeft gezien wat hij achter de schermen heeft verricht, of de stress gevoeld in de arbiterskamer om de indelingen op tijd gereed te krijgen. Allemaal vrijwilligerswerk voor het wel en wee van de schakers, opdat zij kunnen genieten van het schaakspel.

Echter, ook de scheidsrechter heeft zijn emoties. Maar die weet hij te onder-
drukken. Door zijn kennis van de FIDE-regels zoals hij denkt dat die luiden, het voorbeeldgedrag van andere arbiters en wellicht zijn eigen ervaring, handelt hij door te zwijgen. In de overtuiging dat het zo hoort. Of hij zich wel of niet kan verplaatsen in de gevoelens van de schakers, is niet zo van be-
lang. Want hij denkt dat hij niets mag zeggen. De vraag van de spelers is voor hem dan ook hilarisch. Volgend jaar kunnen ze in de arbiterskamer erover lachen. Daar wordt het de meest gehoorde zin.

Nou, als dit geen kloof is, weet ik het niet meer. Ieder van hen gaat naar huis. Ze hebben elkaar over en weer niet begrepen.

Scheidsrechters moeten zich realiseren dat er meer in de schaakwereld is dan de FIDE-regels. Zij moeten ook op hun gedrag letten. En hoe veel tijd scheidsrechters ook besteden aan vrijwilligerswerk en hoe goed dat ook is, schakers krijgen een ander beeld van een scheidsrechter indien deze zich in de ogen van een schaker onbehoorlijk gedraagt.

Zo gaat dat altijd in het leven. We zien zo vaak niet het vele, goede werk dat iemand stilzwijgend verricht, maar we rekenen hem af op het gedrag dat hij laat zien. Zoals een schaker een partij na uren uitstekend spelen, in één zet verknalt, zo kan ook een scheidsrechter al zijn goede vrijwilligerswerk door één gedraging teniet doen.



Moskou, 1974, Karpov en Korchnoi.
Mag Karpov daar staan, is dat hinderen?


Want in het leven gaat het om:

'It ain't what you do,
it's the way that you do it
And that's what gets results.'


© 2010  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
GERELATEERD ARTIKEL
Pieter de Groot:
'De scheidsrechter en de remiseclaim in Mos-
kou'.

Lees verder  


WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot