DE VERKEERDE OPSTELLING EN DE SCHAAKBLOEMPJES |
Inleiding Het bloempje van tsarina Catharina de Grote wordt vaak gebruikt als voor- beeld om kritisch te kijken naar ingesleten nutteloze gebruiken. In dit artikel geef ik daar drie voorbeelden van bij het schaken. Het eerste gaat over een bloempje dat op het punt staat te worden geplant, namelijk de wenselijkheid de namen van de spelers op te lezen aan het begin van de wedstrijd door de scheidsrechter. De andere twee gaan over twee bestaande bloemen: de promotiezet en de uitvoering van de rokadezet. Overzicht van paragrafen: 1. Het bloempje van Catharina de Grote 2. De verkeerde opstelling 3. De moedige scheidsrechter 4. De promotie 5. De rokaderegel 6. Kenmerken van schaakbloempjes 7. Ingesnoerd in de regels 8. Lothar Schmid 1. Het bloempje van Catharina de Grote Catharina de Grote (1729 - 1796) was tsarina over Rusland van 1762 tot 1796. Zij heerste als een absolutistisch vorst. Zij was een schaakster. De schaakset van Catharina de Grote Catharina was een workaholic. Zij begreep de betekenis van wetten. 'Jullie schrijvers zijn gelukkige mensen. Jullie schrijven op papier en papier is geduldig. Ongelukkige tsarina die ik ben, schrijf ik de wetten op de tere, gevoelige huid van levende mensen.' Zij weet namelijk dat regels direct gevolgen hebben voor schakers. En dat er ook scheidsrechters moeten zijn die voldoende bekwaam zijn de regels te handhaven als er conflicten zijn. Zoals een generaal zonder goede soldaten met bruikbaar gevechtsmateriaal de oorlog niet kan winnen, kan de schaakwereld zonder goede vrijwilligers met bruikbare schaakregels de wedstrijden niet organiseren en leiden. Over Catharina de Grote gaat het volgende verhaal. Op een avond wandelt zij in de tuin. Zij ziet een mooie bloem. Zij wil niet dat ruwe soldatenschoe- nen die bloem vertrappen. Daarom geeft zij opdracht de bloem te bewaken. Een soldaat wordt naast de bloem gezet. Na enige tijd wordt hij afgelost door een tweede. Vele jaren later staat er nog steeds een soldaat op die plaats op wacht. Organisatiedeskundigen vertellen dit verhaal. Het gaat over het zinloos blij- ven uitvoeren van een besluit, een regel of een wet. En, zo zeggen zij, als we goed om ons heen kijken en onszelf goed waarnemen, kunnen we vele bloempjes van Catharina zien. In tijden van bezuinigingen wordt gezocht naar dergelijke bloempjes. Het afschaffen van dergelijke bloempjes levert besparingen op. We herkennen allemaal wel op ons werk bloempjes van Catharina. En ook in de schaakwereld bestaan bloempjes van Catharina. Ik ken er wel een paar. Een tijd geleden ontdekte ik op het forum van utrechtschaak een nieuw bloemetje. Binnen een week nadien had ik in de HSB-competitie zelf met het bloemetje te maken. 2. De verkeerde opstelling Op 28 maart 2009 spelen in de meesterklasse van de KNSB Schrijvers Rot- terdam tegen Homburg Apeldoorn. Apeldoorn heeft aan de scheidsrechter doorgegeven dat Ikonnikov op bord één zit, en Zaragatski op bord vier. Echter, na een half uur ontdekt men dat Ikonnikov op vier zit en Zaragatski op bord één. De scheidsrechter en de spelers besluiten gezamenlijk verder te spelen. Nu de betrokkenen het probleem zelf hebben opgelost, telt hun beslissing. Maar, het wordt pas interessant a. als (het team van) de tegenstander na ontdekking niet akkoord gaat met de wijziging b. als het gaat om een wedstrijd tussen twee teams die nog een juridisch appeltje uit het verleden met elkaar hebben te schillen c. als de fout aan het eind wordt ontdekt en de verliezende speler of diens team de fout uitmelkt. En dan rijst de vraag wat de scheidsrechter moet beslissen. De FIDE-regels geven hiervoor geen bepaling. Artikel 7 gaat over ongeregeldheden bij de opstelling van de stukken. Van belang is het KNSB-competitiereglement. Artikel 22, eerste lid, van dat reglement luidt: '1. Voor het begin van de wedstrijd overhandigen de teamleiders gelijktijdig de opstelling van de teams aan de wedstrijdleider in de volgorde, waarin de spelers aan de borden zullen plaatsnemen.' Artikel 26 van dat reglement luidt: 'Het is niet toegestaan op het uitslagformulier een pseudoniem te bezigen.' Als de beide spelers op hun notatieformulier de juiste naam van de tegen- stander hebben opgeschreven zie ik geen probleem. De spelers wisten tegen wie ze hebben geschaakt. Ze hebben geen pseudoniem gebruikt. Het komt aan op het gezag van een scheidsrechter om dit probleem op te lossen. 'Jongens, niet zeuren! Jullie wisten tegen wie jullie speelden. Op grond van het Voorwoord van de FIDE-regels veranderen we de namen op het uitslagenformulier in de juiste volgorde.' Echter, zodra een scheidsrechter gaat weifelen, gaat het fout. Dan gaan ze het juridiseringstraject in. En, omdat de heersende leer in de scheidsrech- terswereld die van een ongekende pietluttigheid is en harde straffen, bestaat de kans dat in bezwaar of beroep de uitslag wordt veranderd in twee nullen voor de verkeerd opgestelde spelers. Nu ken ik scheidsrechters die in hun openingstoespraak de opstelling veri-fiëren. Zij lopen de schakers na en lezen hun naam op. En dat deed een aantal jaren geleden een scheidsrechter in Rotterdam ook bij het begin van een dubbelwedstrijd. Hij leest de namen van spelers en hun plaats op. Echter, na drie kwartier ontdekt hij dat er twee spelers van Rotterdam van plaats zijn gewisseld. Zoals de meeste passagiers in een vliegtuig niet luisteren naar de instructies van de stewardess, zo hebben ook die twee schakers niet naar zijn openingstoespraak geluisterd. De scheidsrechter in Rotterdam vindt het een moeilijk probleem en belt de competitieleider van de KNSB voor advies. Die adviseert hem verder te spe- len, en de namen in het uitslagenformulier te corrigeren. Voorts adviseert hij de scheidsrechter ook een volgende keer bij een dubbelwedstrijd te contro- leren of iedereen goed zit. Door de instructie van de competitieleider wordt een scheidsrechter met een verantwoordelijkheid opgezadeld. Het gevolg is dat als volwassen schakers verkeerd zijn gaan zitten de scheidsrechter de schuld in de eerste plaats bij zichzelf zoekt. Hij verwijt zich dat hij nog beter had moeten voorlezen en beter had moeten opletten. Immers, hij had moeten verifiëren! Hij neemt zich voor voortaan nog duidelijker de namen en de plaats van de spelers voor te lezen. Zo krijgen we de scheidsrechter als kindermeisje. En zo zijn we getuige van de groei van een nieuw bloempje. Het is de men- taliteit van na de tweede helft van de jaren '60 van de vorige eeuw die in de schaak- wereld zijn intree heeft gedaan. De kinderjufmentaliteit in de schaakwereld. Natuurlijk is het op een jeugdtoernooi onder de twaalf jaren wel gewenst de namen van de spelers te controleren, maar bij volwassenen is het onzin om te controleren of de spelers goed zitten. Ik heb de namen van de senioren spelers nog nooit gecontroleerd. Wel heb ik eens een te laat komende Botwinnikspeler die op een verkeerde plek ging zitten de juiste plaats aangewezen (er kwamen twee spelers te laat, en de teamleider bleef verdiept in zijn eigen partij). Op 8 april 2009 organiseert Botwinnik de centrale slotavond van de HSB-competitie. Alle teams uit de promotie- en eerste klasse doen mee, in totaal bijna 200 spelers. In het team DD 4 tegen Botwinnik 3 doet zich een voorval voor. Thom Beeren van Botwinnik 3 op het zesde bord komt bezorgd naar me toe en vertelt dat hij zijn partij heeft gewonnen. Echter, hij vertelt dat de feitelijke opstelling van het zesde en zevende bord van DD4 niet overeen- komt met die op het uitslagenformulier. Ik stel hem gerust: 'Dat geeft niet, ik verander het wel even.' Ik verbeter de volgorde van de spelers van DD4 op het uitslagenformulier zoals feitelijk is gespeeld. Overigens verloor de Botwinnikspeler op het zevende bord zijn partij. Zo zijn er scheidsrechters die op een bloempje passen en de namen ople- zen, en andere scheidsrechters die dat bloempje negeren en de namen niet oplezen. 3. De moedige scheidsrechter Het is belangrijk dat de FIDE-regels niet alleen als sjablonen worden toe- gepast. We moeten ook kijken hoe de FIDE-regels in de praktijk uitwerken, zodat we zeker weten dat het recht echt bescherming biedt aan schakers en aan het handhaven van de orde en rust in de speelzaal. Recht wordt niet zonder meer geaccepteerd als onderdeel van de schaak- wereld. Het recht biedt op zichzelf geen oplossing, en is altijd sterk afhan- kelijk van de moed en energie van de vele scheidsrechters en competitie- leiders. Ik ken in de schaakwereld maar één moedige scheidsrechter: Lothar Schmid. In Reykjavik tijdens het wereldkampioenschap tussen Bobby Fischer en Boris Spassky op 16 juli 1972 staat Fischer twee punten achter op Spassky. Bij het begin van de derde partij zijn er problemen. Schmid heeft het gevoel dat er maar één kans is om beide spelers bij elkaar te krijgen. Het zijn twee volwassen jongens en hij is de oudste. Hij pakt beide spelers bij de schouders en duwt hen omlaag in hun stoel en bijt hen toe: 'En nu is het afgelopen met het gedonder. Schaken!' Spassky doet de eerste zet en de scheidsrechter start de klok. Schmid heeft geen spijt van zijn onorthodoxe tactiek. 'Ik had tegen Bobby kunnen zeggen: 'Als je de voorwaarden wilt aanvechten, hoef je niet in deze gesloten achterkamer te blijven. Het is je goed recht om nog een klacht te deponeren.' Maar ik dacht - en ik denk dat het ook zou zijn gebeurd - dat hij dan was weggegaan en nooit meer was teruggekomen. Dit was het beslis- sende moment in de match,' vergelijk David Edmonds en John Eidinow, Bobby Fischer trekt ten strijde, blz. 197. Reykjavik 1972 Boris Spassky, Bobby Fischer en Lothar Schmid 4. De promotie Wit: Miguel Najdorf Zwart: Hans Ree Hoogovenschaaktoernooi Wijk aan Zee 14 januari 1971 Zie ook De omgekeerde toren Zojuist heeft wit 45. Tb7-b6 gedaan: Zwart doet 45. ... c2-c1. Wit loopt op dat moment door de zaal. Zwart zoekt naar een dame, vindt die niet rond zijn eigen bord, noteert c2-c1D en brengt de klok van wit in bewe- ging. Wit komt terug aan het bord. Er ontstaat ophef. De scheidsrechter durft niet te beslissen en legt de partij stil. Hij vraagt anderen voor advies. De wachtende scheidsrechter Na acht dagen wordt de partij Najdorf - Ree hervat. Nadat zwart een dame op c1 plaatst, geeft wit direct op. In de schaakrecht geschiedenis is deze zaak een zwarte bladzijde. De scheidsrechter had moediger moeten optreden: 'Spelers, niet zeuren! Hup, we zetten op c1 een dame en zo spelen jullie verder.' Maar niemand die hardop durft te zeggen dat de scheidsrechter ernstig heeft gefaald. Want dat is ook weer zo zielig voor die persoon die het diploma 'internationaal scheidsrechter' op zak heeft. We zijn hard tegen spelers, maar we zwijgen beschaafd over falende topscheidsrechters. En zo zijn we getuige van de groei van een grote bloem. Eerst ontstaat er een beleidsregel die luidt dat een omgekeerde toren is verboden. Jarenlang heeft Gijssen die afschuwelijke bureaucratische beleidsregel gepropageerd, waarbij ik maar niet verklap hoe een scheidsrechter in de praktijk de be- leidsregels van Gijssen moet uitvoeren. En om zijn beleid kracht bij te zetten zijn in 2005 de FIDE-regels gewijzigd, waarbij is geprobeerd die beleidsregel in de FIDE-regels op te nemen. Echter, de regelscommissie heeft geen dui- delijke regel durven voor te stellen. In plaats daarvan heeft zij op knullige wijze het zogenaamde verbod geformuleerd. Waardoor men nog steeds kan twisten of een omgekeerde toren nu wel of niet is verboden. Indien iemand toch een omgekeerde toren plaatst, moet worden terugge- gaan naar de plek van het ongeval en moet alsnog een dame worden ge- plaatst om zo de partij te hervatten. In ieder geval zijn er helaas scheids- rechters die als een soldaat op wacht staan bij het bloempje van het verbod van de omgekeerde toren. En vervolgens een meedogenloos zware straf uitdelen. In Eurodisney op het Europees Jeugdkampioenschap 1998 haalt Kevin Tan een tweede dame nadat zijn pion is gepromoveerd. Omdat hij mede door tijdgebrek zo gauw geen dame kan vinden, zet hij een omgekeerde toren op het bord en doet daarmee damezetten. De scheidsrechter die bij het bord staat, grijpt onmiddellijk in: 'Een omgekeerde toren is geen dame!' Tot ieders verbijstering wordt de toren omgedraaid en moet Kevin daar to- renzetten mee doen. Mede hierdoor verliest Kevin zijn glad gewonnen stel- ling. Hij raakt daar zo van slag dat hij nog enkele andere partijen verliest, aldus Herman Grooten, 'Scheidsrechter voelt situatie niet aan', Schaak- magazine 1999, blz. 20. Een goede scheidsrechter laat de spelers hun gang gaan. Indien er een probleem is, pakt de scheidsrechter een tweede dame plaatst deze op het veld van de omgekeerde toren. 'En nou ophouden te juridiseren! Schaken!' 5. De rokaderegel Stelling in de partij Wit: Alexander Chernin Zwart: Vereslav Eingorn Kampioenschap van de Sovjetunie Riga 1985, twaalfde ronde Robert Timmer, De Rochade, blz. 48 Wit rokeert waarbij hij eerst zijn toren verplaatst naar f1 om daarna de ko- ning over de toren heen op g1 te plaatsen. De toevallig toekijkende scheids- rechter grijpt onmiddellijk in en beslist dat de witspeler alleen zijn toren mag verplaatsen. In het boek van Timmer vertelt Gijssen dat hij in voorkomend geval precies zich zo gedraagt. De scheidsrechter die als een soldaat bij een bloempje op wacht staat en ziet dat iemand het vertrapt. En direct ingrijpt. Het gevolg is wellicht dat de speler de partij kan opgeven. Een dergelijke scheidsrechter is geen held die strijdt tegen het onrecht. Hij is een bureaucraat in de slechte betekenis van het woord. 6. Kenmerken van schaakbloempjes De FIDE-regels bevatten veel bloempjes. Ik heb er in mijn artikelen meer voorbeelden van gegeven. De kenmerken van een bloempje in de schaakwereld. In de eerste plaats gaat het om iets pietluttigs. Het gaat om gedragingen die niets met de inhoud van het schaken te maken hebben, maar uitsluitend met de vorm. In de tweede plaats ligt de oorzaak bij een slecht optredende scheidsrechter. Een scheidsrechter die hoofdzaken niet van bijzaken kan onderscheiden. Om het falen van die scheidsrechter te redden komt er de roep om een regel, 'want de zaak is niet duidelijk geregeld'. In de derde plaats gaat het om het toekennen van een extra taak aan de scheidsrechter. Want zijn functie moet zoveel mogelijk worden opgetuigd. In de laatste plaats wordt bij overtreding niet de laagst mogelijke straf op- gelegd (een waarschuwing), maar liefst de zwaarst mogelijke. Bij voorkeur een reglementaire nul. Indien dat niet kan, wordt een straf opgelegd die als gevolg heeft dat de speler op andere wijze zwaar wordt gedupeerd waardoor hij in feite de partij kan opgeven. Door deze zware gevolgen is het schaakspel aanzienlijk meer gejuridiseerd dan welke andere sport dan ook. Een scheidsrechterlijke beslissing in het schaakspel heeft een wezenlijke invloed op de partij. 7. Ingesnoerd in de regels Door de schaakbloempjes zijn er steeds meer regels gekomen. De scheids- rechter is ingesnoerd in onbegrijpelijke regels met te zware straffen. Juist door die toename van regels met straffen worden fouten gemaakt. En zijn vervolgens scheidsrechters onmachtig geworden te durven beslissen als ze het antwoord niet kunnen vinden in de FIDE-regels maar deze zelf moeten geven. Door de schaakbloempjes zijn scheidsrechters hulpeloos geworden. De ingesnoerde schaakscheidsrechter Metallica rock band album cover '... and justice for all' Vandaar dat het ook begrijpelijk is dat een scheidsrechter in Rotterdam niet weet wat te beslissen als hij halverwege de partij ontdekt dat twee spelers op andere plaatsen zitten dan volgens de overgelegde volgorde van de teamopstelling. Hij belt de competitieleider van de KNSB voor advies. Dat advies had de competitieleider niet moeten geven. Indien een competitieleider toch adviseert en de scheidsrechter dat advies overneemt, bestaat de mogelijkheid dat een van de spelers tegen de scheidsrechterlijke beslissing bezwaar aantekent. Dan moet de competitie- leider zijn eigen advies toetsen. Aan het begin van de jaren '60 van de vorige eeuw waarschuwde Slavekoor- de al voor te veel regels die scheidsrechters krachteloos maken. Zijn opvol- gers, vooral Gijssen, sloegen deze waarschuwing in de wind en plantten in de tuin van de schaakwereld vele bloemetjes van Catharina. Met scheids- rechters die als een soldaat moeten opletten dat een bloemetje niet wordt vertrapt. 8. Lothar Schmid Reykjavik, wereldkampioenschap 1972. Lothar Schmid is rechter in een Duitse rechtbank en tevens grootmeester. Later zou hij overigens vicepresident van de rechtbank worden. Fischer wil Schmid als hoofdscheidsrechter op het wereldkampioenschap. Spassky vindt dat goed. Een bijzonderheid is dat Schmid het diploma 'scheidsrechter' niet heeft! Als de internationaal scheidsrechters in de schaakwereld die benoeming vernemen, staan ze op hun achterste benen van kwaadheid. Namens hen schrijft Slavekoorde, die in die tijd voorzitter is van de regelscommissie van de FIDE, een kritisch commentaar, onder de titel 'devaluatie van het arbiter- corps', Schakend Nederland 1972, januari, blz. 76: 'Er is niets op de persoon en het karakter van Schmid aan te merken. Onze vraag is: Kent hij het vak? En dan moet het antwoord, naar wij vrezen, zeer beslist ontkennend luiden. Hij bleek niet eens de spelregels te bezitten! Lothar Schmid is in dit verband niet anders dan een vriendelijk beschaafd man, en een zeer sterk grootmeester, zoals er wel meer in de schaakwereld te vinden zijn. Maar deskundigheid en ervaring in het vak van 'hoofdarbiter' bezit hij 'van nature' niet. Daarom heeft hij terecht de officiële titel 'internationaal arbiter' niet. Waarom dan toch - als laatste redmiddel - Schmid? Omdat Fischer niets tegen hem heeft! En de criteria welke Fischer aanlegt zijn niet: deskundig- heid, objectiviteit, onpartijdigheid, ervaring en nog meer normen welke de FIDE aanlegt bij het toekennen van titel van internationaal arbiter. (...) Naar wij menen is de FIDE hiermede op een totaal verkeerde weg. Indien de FIDE aanleiding vindt om bepaalde personen de titel te verlenen, en deze personen vervolgens een respectabele staat van dienst hebben opgebouwd, dan is het o.i. onjuist zulke bekwame titelhouders op de schroothoop te wer- pen, alleen maar omdat Fischer hen niet lust. In feite sanctioneert de FIDE daarmede de denkwijze van Fischer, welke bepaald niet voldoet aan de strikte, eerbare criteria van de FIDE. Fischer heeft dan ook geen acceptabele kritiek op de arbiters welke hem worden aangeboden. Hij beperkt zich slechts tot een: NO! En juist dat vinden wij onacceptabel. Het lijkt wenselijk dat de FIDE zich op deze gang van zaken bezint en maatregelen gaat treffen waardoor wordt voorkomen dat erkend-goede arbiters in den vervolge als kleine jongens aan de kant worden geschoven!' Het is naïef van Slavekoorde om te menen dat een rechter in een rechtbank, tevens grootmeester, de FIDE-regels pas kan begrijpen na het volgen van een scheidsrechterscursus. Zeker een ervaren rechter is gewend veel ver- schillende wetten en regels toe te passen. En ook in onbekende wetten vindt die rechter snel zijn weg. Want een jurist is in zijn opleiding slechts in enkele wetten onderwezen. De rest moet hij zelfstandig begrijpen. Daarom heeft Schmid de FIDE-regels beter begrepen dan Slavekoorde. Schmid is in 2004 uitgeroepen tot de schaakscheidsrechter van de vorige eeuw. Het is een horror-scenario om te denken wat er was gebeurd als een erkend-goede arbiter scheidsrechter was geweest op het wereldkampioenschap 1972. © 2009 Pieter de Groot |
WILT U REAGEREN? |
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen. Pieter de Groot |