EEN AANDOENLIJK AMATEURISTISCHE SCHEIDSRECHTERLIJKE BESLISSING |
'Oudere bezoekers van het Corus toernooi plegen aan de bar weemoedige gesprekken te voeren over de tijden van weleer, toen de nieuwe zakelijk- heid in het schaken nog niet bestond en problemen altijd in den minne wer- den geschikt. Het zal hen deugd hebben gedaan dat ook in 2009 een poten- tieel explosief conflict op aandoenlijk amateuristische wijze werd opgelost,' Gert Ligterink, De Volkskrant 29 januari 2009. Op het Corus toernooi 2009 maakt Radjabov een onnozele fout door met nog één of twee seconden bedenktijd na zijn 38ste zet per ongeluk een stuk om te gooien. In plaats van deze rechtop te zetten brengt hij de klok van Smeets in beweging. Smeets, die nog twee seconden bedenktijd heeft, doet geen zet, maar drukt direct de klok van Radjabov in om hem zo te dwingen in zijn eigen tijd het stuk rechtop te zetten. Vervolgens valt de vlag van Rad- jabov. De scheidsrechters aarzelen over de beslissing en stellen de spelers een remiseovereenkomst voor. De spelers aanvaarden dat. Deze beslissing is onjuist. Op grond van artikel 7.3 heeft Smeets het volste recht de klok van Radjabov in beweging te brengen. De tegenstander moet dan in zijn eigen tijd het stuk rechtop zetten. Dat Radjabovs vlag daarop valt hoort bij het spel. Door de vlagval had Smeets moeten winnen. De bedoeling van dit artikel is dat anderen lering kunnen trekken uit deze zaak. Dat ik daarbij kritiek heb op de beslissing van de scheidsrechters is onvermijdelijk. Een overzicht van paragrafen: 1. Ook het leven van een topscheidsrechter is hard 2. Het Kandidaten Toernooi Curaçao 1962 3. Het Amerikaanse kampioenschap bij de vrouwen 2008 4. Corus 2009 5. Een historisch overzicht wijzigingen FIDE-regels 6. Het systeem 7. Geen straf 8. De tussenkomst van de scheidsrechter inroepen 9. Gijssen als meeschakende scheidsrechter 10. Praten tijdens de partij 11. Is een remiseovereenkomst na de vlagval geldig? 12. Behoorlijkheid 13. De commissie van beroep 14. Het Fischer tempo 15. Psychologisch onderzoek 1. Ook het leven van een topscheidsrechter is hard De wereld van topschaak is hard. Schakers besteden honderden uren aan voorbereiding om te kunnen presteren op een toernooi. Indien een schaker een nieuwtje mist wordt hem dat toegerekend. Ter illustratie een geval over het Corus toernooi. 'Dominguez die Aronian verslaat: 'In de elfde ronde rekende Dominguez gisteren in een voorbeeldige partij af met Levon Aronian, de oude koplo- per die maar liefst drie man naast zich kreeg. Tevreden legde de Cubaan uit hoe zijn openingsstrategie had gezegevierd. Hij ontweek de plannen van zijn tegenstander en speelde een zij-variant, waarin hij een mooie versterking had gevonden. Zijn nieuwtje bleek een voltreffer. Aronian vond niet het juiste tegenspel en toen hij zich ook nog een mindere zet permitteerde werd hij genadeloos afgestraft. Dominguez straalde: 'Hier heb ik me de afgelopen twee maanden intensief op voorbereid. Deze kans wilde ik niet laten lopen,' aldus Hans Ree, NRC 31 januari en 1 fe- bruari 2009. 'Smeets kon ermee leven dat hij remise speelde tegen Wang Yue, maar de manier waarop dat gebeurde irriteerde hem behoorlijk. Samen met de Duitse grootmeester Jan Gustafsson had hij een opzet bekeken die kansen leek te bieden. Maar voordat de beoogde stelling werd bereikt verraste Wang Yue hem met een zet die remise afdwong. En die, zoals bleek, al eerder was gespeeld. 'Buitengewoon slordig,' mopperde Smeets. 'Ik geloof dat ik mijn secondant eens moet toespreken,' aldus Dirk Jan ten Geuzendam, NRC 28 januari 2009. Als topschakers zich zo intensief voorbereiden mogen zij eisen stellen aan topscheidsrechters. Het optreden van een scheidsrechter op een toptoernooi mag men dan ook niet vergelijken met dat in een regionale competitie (of omgekeerd). Aan de beslissing van de topscheidsrechter kleven grote belangen. Dat ver- eist een andere competentie dan die van scheidsrechter in een regionale competitie. Daarom moet men niet menen dat als een scheidsrechter het goed doet in een regionale competitie hij het ook goed zal doen op een top- toernooi. Net als een topschaker moet ook een topscheidsrechter zich voorbereiden op een toernooi. Hij zal gedurende het gehele jaar wekelijks de ontwikke- lingen moeten bijhouden. Hij moet weten wat voor plannen er zijn bij de FIDE. Hij moet de geschillen kennen die de afgelopen jaren zich hebben voorgedaan. Hij moet de verschillende opvattingen begrijpen, en hij moet weten hoe hij zal handelen als hij plotseling met dat probleem wordt gecon- fronteerd. Hij zal moeten leren motiveren waarom hij vindt dat de opvatting van een speler onjuist is. En hij zal moeten leren dat op een vriendelijke doch overtuigende manier te moeten presenteren. Hij moet zich voorberei- den op nieuwe regelgeving en hij zal voor zich zelf problemen moeten ver- zinnen met de daarbij behorende antwoorden. Zoals een jurist belangrijke juridische arresten kent op zijn vakterrein, zal de topscheidsrechter beroemde scheidsrechterlijke geschillen moeten ken- nen. Bijvoorbeeld dat op het Amerikaanse kampioenschap 2008 in Tulsa in de finale tussen Irina Krush en Anna Zatonskih. Hij zal kennis hebben ge- nomen van de vele reacties, en hij zal moeten weten hoe hij zelf in een voorkomend geval zal handelen. Een topscheidsrechter die die zaak niet kent, is als een topschaker die de laatste nieuwtjes van een openingsvariant niet kent. En als een jurist die zijn jurisprudentie niet kent, of als een chirurg die het gezonde been van de patiënt afzet: ze zijn alle beroepsfouten. En als de topscheidsrechter geen jurist is, moet hij zich verdiepen in de grondbeginselen van het recht. Hij moet de belangrijkste interpretatieme- thoden kennen. Hij moet weten wat recht doet bij schakers. Moet weten wat conflictbeslechting is. Ook moet hij weten wat integriteit is. En, zoals elke topjurist bescheiden is, omdat het recht nu eenmaal moeilijk is, moet ook een topscheidsrechter dat zijn. Hij moet weten dat de FIDE-regels moeilijk zijn. En als hij meent dat hij de FIDE-regels al kent, is hij dom. Hij moet zich realiseren dat zijn weg wordt geplaveid met bananenschillen die schakers hem voor zijn voeten schieten. Hij kan elk moment pardoes uitglijden. Vandaar dat een topscheidsrechter over zijn werk moet discussiëren, pre- cies zoals juristen dat ook doen over hun vak. Want door het debat leert een scheidsrechter pas wat de betekenis is van de regels. Het leven van een topscheidsrechter is hard. Zijn beslissingen kunnen over de hele schaakwereld gaan en kunnen worden bekritiseerd op harde, onge- nuanceerde toon. Als hij daar niet tegen kan, moet hij geen internationaal scheidsrechter worden. Op het Corus toernooi hebben de twee internationaal scheidsrechters zich op het toernooi amateuristisch gedragen. Bovendien weet iedereen dat de einduitslag van het toernooi anders had moeten luiden. De FIDE en de KNSB mogen zich deze zaak aantrekken. De huidige compe- tenties voor een internationaal arbiter dateren nog van begin jaren '60 van de vorige eeuw en zijn volstrekt niet van deze tijd. Een internationaal arbiter is iemand die een cursusje FIDE-regels heeft gehad. Daarna heeft hij het nodige geleerd over het handmatig indelen op grond van verschillende in- delingssystemen, het handmatig berekenen van ratingen en verder allerlei onbegrijpelijke, wiskundige toverformules die hij kort na zijn examen direct is vergeten. Men moet echt niet menen dat iemand door die hokus pokus een betere scheidsrechter is geworden. Door de snelle verandering in de schaakwereld zullen in de toekomst nog heel wat internationaal arbiters van hun voetstuk vallen. En in plaats van de verantwoordelijkheid bij zichzelf te zoeken omdat zij hun vak niet hebben bijgehouden geven zij de schuld aan de onduidelijke FIDE-regels. Maar zo werkt het niet. Gijssen schrijft dat hij 'soms de indruk krijgt dat de titel internationaal arbi- ter lijdt aan een verschijnsel dat doet denken aan grootmeesters: te veel mensen verkrijgen deze titel en niet allemaal zijn ze competent,' Gijssen, december 2002, capricious captains. Anders dan Gijssen heb ik geen enkel bezwaar tegen veel internationaal arbiters of grootmeesters. Sterker nog hoe meer, hoe liever ik het heb. Wel ben ik het met Gijssen eens dat in het algemeen (er zijn gelukkig uitzonderingen) de kunde van de FIDE-regels van een internationaal arbiter nauwelijks verschilt van die van een scheids- rechter. En dat is zorgelijk. 2. Het Kandidaten Toernooi Curaçao 1962 Wit: Paul Keres Zwart: Pal Benko Kandidaten Toernooi Curaçao 9 juni 1962 'Tijdnood blues' Jan Timman, Curaçao 1962 1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 g6 5. Pc3 Lg7 6. Le3 Pf6 7. Lc4 Pa5 8. Le2 0-0 9. 0-0 d6 10. f4 Ld7 11. Pb3 Lc6 12. Dd3 Pd7 13. Lf3 Pxb3 14. cxb3 Pc5 15. Dc2 Dd7 16. e5 Tac8 17. Tad1 De6 18. Lxc6 Txc6 19. Df2 b6 20. exd6 Txd6 21. Txd6 exd6 22. Td1 Pe4 23. Pxe4 Dxe4 24. h3 Tc8 25. Txd6 Te8 26. Ld4 Lh6 27. Td7 Lxf4 28. g3 De6 29. Txa7 Lb8 30. Tb7 Lxg3 31. Df3 Ld6 32. Kg2 Lc5 33. Lc3 Lf8 34. Ta7 h5 35. a4 f5 36. b4 g5 37. Dxh5 Dd5+ 38. Kg1 Lc5+ 1 - 0 Zwart is zo nerveus, dat hij bij het uitvoeren van 38. ... Lc5+ enkele stukken van het bord gooit. Wit drukt onmiddellijk de klok in om zwart te dwingen de stukken in zijn eigen tijd weer op te zetten. Die heeft geen tijd genoeg meer en zijn vlag valt. In een remisestelling, want wit kan aan eeuwig schaak niet ontkomen. Benko is zo kwaad over het gedrag van Keres, dat hij zweert hem in de laatste partij te zullen verslaan. Dat gebeurt. Het kost Keres de eerste plaats en misschien wel de wereldtitel. Die gaat uiteindelijk naar Petrosjan. 'Het trof me dat dit dus de manier is hoe hier mee om te gaan,' aldus Tim- man. 3. Het Amerikaanse kampioenschap bij de vrouwen 2008 Zie mijn artikel over 'dramatische voorvallen in Amerika deel 3'. Lees verder In dat artikel stond niet alleen centraal de vraag of een speler een zet mag doen voordat de tegenstander de klok van de speler in beweging heeft ge- bracht. Ook ging die zaak erom dat Irina Krush in gierende tijdnood een stuk had omgegooid dat verder op het bord bleef liggen. Uit het interview met Anna Zatonskih: 'Vlak tegen het einde van de partij gooide Irina Krush haar toren omver en zette die niet rechtop. De USCF-regels luiden: 'Indien, tijdens een zet, een speler een of meer stukken ten onrechte omgooit, mag de speler niet de klok indrukken voordat de stelling weer is hersteld'. Ik herinner me mijn eerste gedachte op dat moment: Als ik de 'pauzeknop' indruk en de winst claim of extra tijd gebaseerd op onge- oorloofde handelen … zal ik verliezen op tijd! De 'pauzeknop' is een erg klein knopje aan de voorzijde van de klok. Dus ik had slechts twee seconden be- denktijd en ik had niet genoeg tijd om dat te doen! Ik weet dat Irina dat niet opzettelijk deed, maar ik moest mijn toren zo snel mogelijk verplaatsen als ik kon. Ik had geen andere keuze.' 4. Corus 2009 Wit: Teimoer Radjabov (2761) Zwart: Jan Smeets (2601) Corus A, tiende ronde Wijk aan Zee, 28 januari 2009 Radjabov - Smeets 1. Pf3 d5 2. g3 c6 3. Lg2 Pf6 4. c4 dxc4 5. 0-0 Pbd7 6. Dc2 Pb6 7. a4 a5 8. Pa3 Le6 9. Pg5 Lg4 10. Pxc4 Lxe2 11. Pe5 Lh5 12. b4 Pbd7 13. Lb2 axb4 14. a5 Ta6 15. Tfe1 Pxe5 16. Txe5 e6 17. Lf1 Lg6 18. Db3 Ld6 19. Pxe6 fxe6 20. Txe6+ Kd7 21. Txd6+ Kxd6 22. Dxb4+ c5 23. Dxb7 Tc6 24. Lb5 Tc7 25. Db6+ Ke7 26. Te1+ Kf8 27. Le5 Tc8 28. Ld6+ Kg8 29. Te7 h6 30. Lc4+ Kh7 31. Db7 Df8 32. Td7 Tb8 33. Lxf8 Txb7 34. Txb7 Txf8 35. d3 Pg4 36. a6 Pe5 37. Ld5 Ta8 38. a7 Le8 Hierna volgen enkele verslagen. Omdat, zoals zo vaak verslagen verschillen bevatten geef ik deze uitvoerig. Verslag Corustoernooi website 'The game's climax happened when as he was making his 39th move, and with only seconds on the clock for both players, Radja knocked over a pie- ce, and pressed the clock without fixing it. Smeets restarted his opponent's clock without making a move. Teimour then overstepped the time limit. Just before the arbiters were about to award a time win for the Dutchman (a decision that would have been sure to prompt an appeal), and upon the initiative of the arbiters, the players decided to meet half way and the game was declared a draw.' Verslag KNSB-site 'Op de 39ste zet speelde Radjabov met nog twee seconden op zijn klok Te7 maar hij gooide bij het uitvoeren van die zet de loper van Smeets op e8 om. Radjabov drukte de klok in, maar Smeets die eveneens nog twee seconden had, reageerde onmiddellijk door direct de klok opnieuw in te drukken. Daarop ging Radjabov door zijn vlag. Probleem voor de bij het bord staande arbiter was dat Radjabov volgens het reglement inderdaad eerst de loper weer op e8 moet zetten voordat hij zijn klok mag indrukken maar dat nadat hij de klok toch had ingedrukt, die offi- cieel moet worden stilgezet. Daarna krijgt Smeets er twee minuten bij krijgt waarna de partij moet worden voortgezet. Daar zou Smeets niet zo veel aan gehad hebben, want hij stond verloren. Radjabov zou dan - waarschijnlijk - beloond worden voor verboden gedrag. Dat kon natuurlijk ook niet en daarom verklaarde de arbiter dat Radjabov weliswaar door zijn vlag was gegaan maar dat het als wenselijk zou worden beschouwd als Smeets en Radjabov tot remise zouden besluiten. En zo ge- schiedde...' aldus de KNSB-site, 28 januari 2009. Verslag van Gert Ligterink 'Toen Radjabov zijn 39ste zet uitvoerde, stond hij totaal gewonnen en was de partij in hogere zin beslist. Maar juist toen ging het mis. Met allebei nog enkele seconden op de klok stootte Radjabov per ongeluk een van Smeets' stukken om, waarna hij zonder de wanorde te herstellen de klok indrukte. Volgens het reglement had Smeets op dat moment de klok moeten stilzetten, maar in begrijpelijke verwarring drukte hij, zonder een zet te doen, op zijn beurt de klok in. De chaos was compleet, toen daarop Radjabovs vlag viel. Niemand wist wie de zwaarste overtreding had begaan en, belangrijker nog, wie nu eigenlijk had gewonnen. De scheidsrechter was geneigd het punt aan Smeets toe te kennen, maar aarzelde toen Radjabov aankondigde een protest te zullen indienen. Toen verzon de hoofdarbiter een oplossing die meer past bij een vriendenschaak- club dan bij een professioneel toptoernooi. Hij adviseerde de spelers het probleem op te lossen door remise overeen te komen. Schoorvoetend gingen ze akkoord. Beiden wisten niet zeker wat hun lot zou zijn, als de commissie van beroep zich over de zaak zou buigen,' aldus Gert Ligterink, 'Een aandoenlijk staaltje van amateurisme' in De Volkskrant van 29 januari 2009. Verslag van Hans Ree De lezing van Hans Ree: 'Op de 39ste zet had Radjabov nog een seconde bedenktijd en Smeets nog twee. Radjabov deed een zet, gooide daarbij een stuk om en drukte zijn klok in, wat niet mag voordat het gevallen stuk op zijn plaats is gezet. Smeets deed wat in vluggertjes normaal is. Hij deed geen zet, maar drukte zijn eigen klok in, waarop Radjabov de tijd overschreed. Smeets had waar- schijnlijk volgens de regels de klok stil moeten zetten, maar daar had hij geen tijd voor. Radjabov had trouwens eerder in het toernooi precies hetzelfde als Smeets gedaan. Toen Ivantsjoek tegen hem een stuk omgooide, drukte Radjabov ook zijn klok in, maar het cruciale verschil was volgens hem dat hij er niet bij gepraat had en Smeets wel. De wedstrijdleiders velden een Salomonsoordeel dat door geen enkele regel gesteund wordt: ze stelden remise voor, wat beide spelers aanvaardden. 'Iedereen gelukkig, vooral de wedstrijdleiders,' zei Radjabov,' aldus Ree, NRC 31 januari en 1 februari 2009. 5. Een historisch overzicht wijziging FIDE-regels Een historisch overzicht van de wijziging van de relevante regels in de FIDE-regels. Artikel 8.3 luidde van 1985 tot 1992: 'Als een speler tijdens het doen van een zet onopzettelijk een of meerdere stukken omver stoot, mag hij de klok niet stilzetten totdat de stukken weer op de goede plaats staan.' Van 1992 tot 1997 luidde dat artikel: 'Als een speler tijdens het doen van een zet onopzettelijk één of meerdere stukken omver stoot, moet hij de stukken in zijn eigen tijd weer op de goede velden plaatsen.' Van 1997 tot 2001 luidde artikel 7.3: 'Als een speler een of meer stukken niet goed op het schaakbord heeft ge- plaatst, dan moet hij de stelling in zijn eigen tijd herstellen. Zijn tegenstan- der heeft het recht zonodig de klok van zijn tegenstander aan te zetten zonder te hebben gezet, zodat herstel van de juiste positie in de eigen tijd van de speler plaatsvindt.' Sinds 2001 tot vandaag luidt artikel 7.3: Als een speler een of meer stukken niet goed op het schaakbord heeft ge- plaatst, dan moet hij de stelling in zijn eigen tijd herstellen. Indien noodza- kelijk kan zowel de speler als zijn tegenstander de klokken stilzetten en om de assistentie van de arbiter vragen. De arbiter kan de speler die de stuk- ken verkeerd plaatste, bestraffen.' 6. Het systeem Artikel 7.3 slaat op twee situaties, namelijk per ongeluk en opzettelijk een stuk omgooien. De eerste volzin bevat de regel: Als een speler een of meer stukken niet goed op het schaakbord heeft geplaatst, moet hij de stelling in zijn eigen tijd herstellen. De volgende twee zinnen van dat artikel gaan over de uitvoering, en het handhaven van die regel. Er zijn twee mogelijkheden: a. de speler en de tegenstander kunnen het probleem zelf oplossen. b. de speler of de tegenstander kan de tussenkomst inroepen van de scheidsrechter. Het uitgangspunt is de mogelijkheid onder a. Mogelijkheid onder b is alleen van toepassing 'indien dat noodzakelijk is'. Die mogelijkheid komt dus op de tweede plaats. De vraag rijst wie uitmaakt wanneer de tussenkomst van de scheidsrechter 'noodzakelijk' is. Welnu, dat bepalen de speler en de tegenstander ieder voor zich. Het is een subjectief begrip. Zij geven aan of zij behoefte hebben aan bijstand van de scheidsrechter. De spelers hebben dus een keuzevrij- heid. De scheidsrechter mag niet eigenmachtig zijn diensten aanbieden. De scheidsrechter is op grond van artikel 7.3 slechts daartoe bevoegd op ver- zoek van de spelers. Bovendien voelt een speler bij vliegende tijdnood niet de noodzaak de tus- senkomst van de scheidsrechter in te roepen. Voelt hij die noodzaak wel moet hij de pauzeknop indrukken. Bij weinig tijd leidt dat tot verlies van de partij. Daarom kiest hij voor de eerste mogelijkheid. Hiermee is de nood- zaak om het geval zelf zo aan te pakken een gegeven. Artikel 7.3 geeft hen dat recht. Tot slot bevat het artikel een innerlijke tegenstrijdigheid als een speler de klokken moet stilzetten, terwijl de tegenstander het stuk in zijn eigen tijd moet rechtzetten. Dat vereist wel grote oplettendheid van een scheids- rechter. Tijdig moet hij de klok van de dader in beweging brengen wanneer deze het stuk/de stukken op orde brengt. Schematisch weergegeven:
Verder zijn de laatste twee volzinnen in het artikel overbodig. Wat daar staat is namelijk al elders in de FIDE-regels geregeld. Op grond van artikel 6.13 onder d heeft een speler al de bevoegdheid de tussenkomst van de scheids- rechter in te roepen, en op grond van artikel 12.6 mag een speler de ander niet hinderen, overtreding daarvan kan worden gestraft. Opzettelijk een stuk omgooien is een geniepige vorm van hinderen. Kortom, de wijziging van 2001 was volkomen nutteloos. 7. Geen straf Het kan iedereen overkomen dat hij bij het doen van een geoorloofde zet per ongeluk een stuk omgooit. Dat is niet erg. Dat kan gebeuren. Schakers zijn ook maar mensen. De FIDE-regels gaan er niet vanuit dat zo'n speler moet worden gestraft. Waarom moet een speler voor zoiets onnozels en menselijks worden gestraft? Als we daar twee minuten straf voor moeten geven is het einde zoek. We komen dan in een spiraal terecht van steeds hardere straffen. Als zo'n on- geluk met twee minuten wordt bestraft, gaat men overtredingen met elkaar vergelijken en regent het nullen en uitsluitingen van deelname aan wed- strijden voor andere overtredingen. 8. De tussenkomst van de scheidsrechter inroepen Ik vind de handelwijze van Keres en Smeets op een toptoernooi heel nor- maal. En er is trouwens ook niet zoveel mis mee om dit op een lager toer- nooi ook toe te passen. De spelers lossen het zelf op zonder de tussenkomst in te roepen van een scheidsrechter. Maar ja, veel scheidsrechters vinden zoiets niet leuk. Zij willen zo graag wat te doen hebben en maken spelers onmondig door voor te schrijven dat ze de klokken stil moeten zetten om papa scheidsrechter in te schakelen. De wijziging van artikel 7.3 in 2002 past in de trend de scheidsrechter meer aanzien te geven. Zelfs bij onnozele problemen moet de scheidsrechter op de kaart worden gezet. Het is een voorbeeld van het verschuiven van ver- antwoordelijkheid van de schaker naar de scheidsrechter. De eerste reacties na het Corus incident gingen ook uit naar de scheidsrechter: die had eerder eigenmachtig moeten ingrijpen. Door de regels is de scheidsrechter de weg kwijt geraakt. Er is vertwijfeling alom. Het is jammer te zien hoe het schaakspel in een juridiseringspiraal terecht is gekomen. Op een forum staat een commentaar op Radjabov - Smeets: 'As usual the FIDE Rules are badly thought-out, badly-written and unclear, which is the reason for all the arguing. But since FIDE and its arbiters never follow their own rules anyway, it doesn't really matter that much that they don't make any sense to start with.' Er was niemand die zo snel kon handelen dan de betrokken speler zelf. Vandaar dat we ook niet de scheidsrechter verantwoordelijk moeten maken. Pas als het niet mogelijk is het voorval zelf op te lossen, omdat de over- treder opzettelijk het stuk heeft omgegooid, of omdat hij weigert het stuk rechtop te zetten kan de speler de tussenkomst inroepen van de scheids- rechter. 9. Gijssen als meeschakende scheidsrechter Als een stuk is omgevallen rijst de vraag of ook de scheidsrechter het stuk rechtop mag zetten, of mag oprapen als het op de grond is gevallen. Gijssen meent dat een scheidsrechter dat mag doen. Zie september 2002, Rapids in Moscow. Daarin vertelt hij van een voorval waarin hij als scheidsrechter onmiddellijk eigenmachtig een toren van Karpov had opgeraapt in een partij tussen Kar- pov en Adams. Spelers vonden dat Gijssen dat niet had mogen doen. Maar Gijssen blijft bij zijn opvatting dat dat wel mag. Een volgende keer zal hij het weer doen, zo stelt hij. Zoiets heet: meeschaken. Als Gijssen scheidsrechter was geweest bij Radjabov - Smeets had Gijssen de loper rechtop gezet. Radjabov had dan de partij gewonnen. Dit voorval inspireerde mij in 2002 tot het schrijven van het artikel 'Mag een scheidsrechter een gevallen schaakstuk oprapen?' Lees verder De opvatting van Gijssen: 'In beginsel is er niets mis mee indien de speler de klok van de tegenstander in beweging brengt, maar er zijn een paar kleine problemen. In de eerste plaats wanneer het Fischer tempo wordt ge- bruikt en er tijd wordt bijgeteld, iets wat ongewenst is. In de tweede plaats wanneer de tegenstander het niet eens is met het indrukken van de klok Daarom geef ik er de voorkeur aan dat de speler in zo'n geval de tussen- komst inroept van de scheidsrechter. Dit is altijd de beste mogelijkheid omdat een speler die tekort is gedaan niet rechter moet zijn in zijn eigen zaak,' aldus Gijssen, april 2004, Forbidden pairings. De afgelopen jaren zijn er steeds meer regels gekomen waardoor de scheidsrechter belangrijker is geworden. In die zin is de regelscommissie van de FIDE erin geslaagd de functie van scheidsrechter op te tuigen. Echter, het tragische gevolg is dat Gijssen moet constateren dat zelfs het niveau van internationaal arbiter niet is opgewassen tegen de moeilijke FIDE-regels. Als oplossing stelt Gijssen voor dat er minder internationaal arbiters moeten komen. Eerlijk gezegd ontgaat mij die redenering: worden de FIDE-regels daardoor beter toegankelijk? 10. Praten tijdens de partij Op een internationaal forum wordt uitvoerig gediscussieerd over de vraag of Smeets wat tegen Radjabov mocht zeggen. Dat zou fout zijn geweest. Echter, er bestaat geen verbod dat spelers niet met elkaar mogen praten tijdens een partij. Er bestaat een verbod op hinderen van de tegenstander. Hinderen houdt opzet in, de wil de andere te willen hinderen in zijn spel. In het geval van Keres en Smeets ontbreekt die opzet. Zij hebben de reden gegeven waarom zij de klok weer hebben ingedrukt. 11. Is een remiseovereenkomst na de vlagval geldig? Als de vlag is gevallen, betekent dat op grond van de FIDE-regels dat de partij voor hem is verloren die 'het voorgeschreven aantal zetten niet heeft voltooid in de toegewezen bedenktijd', artikel 6.10. Dat is een dwingend rechtelijke bepaling. Dan rijst de vraag of een remiseovereenkomst na de vlagval geldig is. Ik meen dat in een partij op wereldtopniveau daar niet over kan worden onder- handeld. Zie hierover ook een discussie in Amerika, paragraaf 10 van mijn artikel 'De race tussen het voorgeschreven aantal zetten en de vlagval' (1). Ik zou het overigens geen bezwaar vinden als bij een amateur-wedstrijd de amateur-scheidsrechter niet weet hoe een probleem op te lossen en men tot remise besluit. Indien Smeets na de remiseovereenkomst beroep had aangetekend bij de commissie van beroep moet de commissie de rechtsgeldigheid van die overeenkomst toetsen. Is de remiseovereenkomst van rechtswege nietig wegens strijd met de FIDE-regels? Daar komt een commissie die uitsluitend uit spelers bestaat niet gauw uit. Op een internationaal forum wordt de vraag gesteld of andere spelers die belanghebbende zijn bij een verlies van Radjabov, zoals Aronian en Karja- kin, bezwaar kunnen aantekenen. 12. Behoorlijkheid Behalve de rechtmatigheid, kan ook op het gedrag van de scheidsrechters worden gelet. Dan gaat het om de vraag of zij zich al of niet behoorlijk heb- ben gedragen. Bij ons toetst de Nationale ombudsman het gedrag van amb- tenaren. Ook al valt er misschien aan de beslissing niets meer te doen om- dat deze onaantastbaar is, wel kan het gedrag van de ambtenaar worden getoetst. En heel soms leidt een onbehoorlijke gedraging er toe dat een bestuursorgaan zijn beslissing herziet ten gunste van de burger. Bij de behoorlijkheidsvraag gaat het in dit geval om het volgende. Waarom zijn de internationaal scheidsrechters na de vlagval met de spelers gaan onderhandelen over een remiseovereenkomst. Is dit rechtsweigering? In de wetenschap daarmee Smeets een halve punt te kort te doen. Is dat een behoorlijk gedrag? Scheidsrechters moeten zich beter bewust zijn van hun gedraging. En met het oog daarop kunnen scheidsrechters veel van deze zaak leren, om zo te voorkomen dat zij dezelfde fout maken. Het gaat niet alleen om de beslis- sing van de scheidsrechter, het gaat ook om zijn gedraging. 13. De commissie van beroep Op een toptoernooi bestaat een commissie van beroep uit spelers die deel- nemen aan het toernooi. Dit nu is ongewenst. Indien Radjabov of Smeets beroep hadden aangetekend, zou dat een zware aanslag hebben betekend op de concentratie van de schakers in de commissie. Schakers moeten op een toernooi zich concentreren op hun partijen. Zij moeten geen verant- woordelijkheid dragen voor juridische problemen van collega schakers. Twee jaar achter elkaar scheidsrechterlijke problemen moet voor een organisatie voldoende aanleiding zijn zich te bezinnen hoe om te gaan met bezwaren tegen een beslissing van een scheidsrechter. Vroeg of laat gaat het met het huidige systeem fout. 14. Het Fischer tempo Op een internationaal forum is de vraag gerezen waarom op het Corus toernooi het Fischer tempo niet is gebruikt. De persofficier zou hebben ge- zegd dat tijdnoodfases bij de 40ste en 60ste zet aantrekkelijk zijn. Radjabov - Smeets was een van de meest opwindende partijen aller tijden, zou de persofficier hebben gezegd. Anthony Pickering uit Australië heeft het volgende meegemaakt in een wed- strijd waar het Fischer tempo werd gehanteerd van tien seconden extra be- denktijd per zet. Wit heeft twee minuten en zwart vier minuten. Wit noteert niet, maar zwart wel. Beide spelers spelen snel. Zwart heeft net een pion op a1 gepromoveerd in een dame die naar f1 gaat. Ten onrechte zegt hij 'schaak' terwijl de koning op b6 staat. Hij laat de dame van het bord vallen. Terwijl zwart zijn arm terugtrekt, gooit hij al zijn stukken op de damezijde van het bord en drukt de klok in. Wit brengt onmiddellijk de klok van zwart in beweging. Als zwart de stukken heeft teruggezet is zwart het daar niet mee eens. Daarop vraagt wit aan zwart de klokken stil te zetten en de tussenkomst van de scheidsrechter in te roepen. Op dat moment verifieert zwart zijn notatieformulier. Hij ziet dat de stelling klopt, plaatst zijn dame op d5 en zegt 'schaak'. Hij drukt zijn klok in. Wit speelt verder met de dame in de nieuwe stelling. Wat had er moeten gebeuren? Gijssen: 'Ik ga ervan uit dat dit een partij was met gewone bedenktijd. In de eerste plaats is het duidelijk dat zwart de stukken niet goed op het bord heeft geplaatst waardoor artikel 7.3 van toepassing is. Het lijkt erop dat alles op de juiste manier is uitgevoerd, behalve dan dat het beter is de tussen- komst van de scheidsrechter direct in te roepen, omdat met elke druk op de klok extra bedenktijd wordt toegevoegd. In de tweede plaats zijn beide spelers het eens met de stelling op het bord, vandaar dat de partij moet worden verder gespeeld vanuit deze stelling, zelfs indien wit zich niet ervan bewust is dat zijn tegenstander vals heeft gespeeld door zijn dame op d4 te plaatsen in plaats van op f1. Het is ook onwaarschijnlijk dat de scheidsrechter dit heeft geweten. Tot slot had de scheidsrechter zwart moeten straffen voor het niet goed plaatsen van de stukken op het bord. Zo had wit bijvoorbeeld twee extra minuten kunnen ontvangen en twee minuten hadden in mindering gebracht kunnen worden van de tijd van zwart,' aldus Gijssen, juni 2006 Illegal moves. Ik vind dit een onbegrijpelijk antwoord. Bij een Fischer tempo werkt artikel 7.3 niet. Dan moeten de klokken worden stilgezet en moet de tussenkomst van de scheidsrechter worden ingeroepen. De partij ligt dan stil. En vervol- gens moet de scheidsrechter opletten hoeveel tijd het kost het stuk weer rechtop te krijgen. Vermoedelijk één seconde. Die seconde moet hij in min- dering brengen. Om dat te doen zit de scheidsrechter een veelheid aan tijd met de klokken te prutsen. Voor de ene scheidsrechter is dat een halve minuut, voor een ander een volle minuut. Die tijd kan ook in mindering worden gebracht. Het middel is erger dan de kwaal. 15. Psychologisch onderzoek Duitse onderzoekers hebben een onderzoek gedaan onder scheidsrechters. De onderzoekers lieten hen filmpjes zien van taekwondo spelers en manipu- leerden daarin de kleur van de helm en borstbescherming van de sporters. Voor de ene groep onderzochten gaven zij die een rode kleur, voor de an- dere een andere kleur. En wat bleek? De scheidsrechters gaven meer pun- ten aan de sporters in het rood, vlg. Psychological Science, augustus 2008. Ik heb de indruk dat schaakscheidsrechters zich soms laten leiden door de krachtsverschillen. Een scheidsrechter houdt meer rekening met een sterke speler dan met een zwakke. Bewust of onbewust zoekt een scheidsrechter naar een middel om de sterke speler zoveel mogelijk tegemoet te komen. Want, deze moet worden behouden voor het toernooi. Denk bijvoorbeeld aan Fischer, Kasparov, Karpov en Ivantsjoek (geen ver- volging wegens dopingaffaire; werd op het Corus toernooi in strijd met het toernooireglement in de vijfde ronde geen boete opgelegd wegens twee minuten te laat komen 'omdat zijn horloge achter liep'). Dit alles is niet te vergelijken met het meedogenloze gedrag van een scheidsrechter die een tiener een nul geeft die buiten de speelzaal een sms'je verstuurt. Zoiets zou eens moeten worden onderzocht. © 2009 Pieter de Groot |
WILT U REAGEREN? |
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen. Pieter de Groot |