HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
PLAYSTATION, HET SMS'JE, HET SCHAAKBULLETIN EN BOEKENSTALLETJE
'Een land kan niet slagen als het alleen de rijken bevoordeelt.' Barack Obama, inaugurele rede.

De schaakwereld kan niet slagen als scheidsrechters bij het interpreteren van de FIDE-regels alleen rekening houden met beroepsschakers.


De aanleiding voor dit artikel zijn twee jeugdspelers. De ene heeft tijdens een partij zesmaal op het toilet Chessmaster op zijn playstation geraad-
pleegd. De andere heeft tijdens een partij buiten de speelzaal op de gang met onschuldige bedoelingen een sms'je gestuurd.


Een overzicht van paragrafen:

1.   Inleiding
1.a   Het schaakspel niet in diskrediet brengen
1.b   Zonder hulp
1.c   Niet hinderen
1.d   Het bewijs
1.e   De straffen
2.   Chessmaster op een playstation portable
3.   Het sms'je tijdens de partij
3.a   Het geluid van een mobiele telefoon
3.b   Artikel 13.4
4.   Het toernooibulletin
5.   Het schaakboekenstalletje
6.   De laptop
7.   Tot slot



1. Inleiding

Het wezen van het schaakspel is:
a. een schaker mag het schaakspel niet in diskrediet brengen.
b. een schaker moet zonder hulp van wie of wat dan ook zelf zijn partij spelen
c. een speler mag de tegenstander niet hinderen.

Indien een speler deze regels overtreedt, of wordt vermoed dat hij dat heeft gedaan, doet zich een bewijskwestie voor. Als het bewijs rond is rijst tot slot de vraag wat de straf moet zijn bij overtreding.

Helaas beschrijven de FIDE-regels dit systeem onduidelijk.


Ad a. Het schaakspel niet in diskrediet brengen

De eerste regel is beschreven in artikel 12.1. Op grond van dat artikel moe-
ten spelers zich onthouden van handelingen waardoor het schaakspel in dis-
krediet wordt gebracht. Via het begrip de 'speler' werkt het artikel door op scheidsrechters en competitieleiders. Zij beoordelen namelijk het gedrag van de speler, waardoor het begrip als een boemerang ook op hen slaat. Een beslissing over een speler zegt iets over de scheidsrechter.

Het begrip 'niet in diskrediet brengen' is een vaag, of zo men wil een open norm. Daaronder wordt verstaan een norm met een globaal geformuleerde doelstelling. Het is een kameleontisch begrip, het verschiet van kleur al naar gelang de omstandigheden van het geval, van tijd en van plaats. Er is bij-
voorbeeld een groot verschil in benadering op een toptoernooi, of een toer-
nooi voor amateurs.

Als vuistregel kan men stellen dat als iets gemotiveerd tamelijk objectief 'te gek is' men al snel in de buurt komt van: in diskrediet brengen. Het begrip kan een FIDE-regel inperken, maar ook uitbreiden.


Ad b. Zonder hulp

De tweede regel is onder meer uitgewerkt in artikel 12.2 onder a. Tijdens het spelen is het spelers verboden gebruik te maken van:
- enigerlei aantekening
- informatiebron
- advies
- op een ander schaakbord te analyseren.

Een bijzondere categorie van het begrip informatiebron is beschreven in de eerste volzin van artikel 12.2 onder b: mobiele telefoons en elektronische communicatiemiddelen. Een ander kan via deze middelen zetten voorzeggen per telefoon, per sms of anderszins. We moeten een telefoongesprek van een speler buiten de speelzaal en tijdens een partij vergelijken met een ge-
sprek dat de speler voert met iemand aan de bar.

Echter, artikel 13.7 onder b steekt daar een stokje voor. Dat artikel luidt: 'Het is verboden een mobiele telefoon in het spelersgebied en andere door de arbiter aangegeven ruimtes te gebruiken.' Het artikel is op een hoogst ongelukkige, en onlogische plek geplaatst.

Tot het begrip 'enigerlei aantekening' behoren ook
- het verbod het notatieformulier te gebruiken voor andere doeleinden dan het noteren van de zetten, de kloktijden, de remiseaanbiedingen, zaken over een claim en andere relevante gegevens
- het verbod het spelersgebied te verlaten zonder toestemming van de scheidsrechter.

Paragraaf 2 hierna, gaat over het ontvangen van hulp. Een jeugdspeler die tijdens zijn partij op het toilet Chessmaster op zijn playstation raadpleegt.


top  


Ad c. Niet hinderen

De derde regel is onder meer uitgewerkt in artikel 12.2 onder b. Het is ver-
boden de tegenstander:
- af te leiden
- te hinderen.

Hieronder wordt ook begrepen onredelijke claims of onredelijke remise-
aanbiedingen.

Een bijzondere vorm van hinderen is: het geluid van een mobiele telefoon tijdens de partij.

Zolang een telefoon die aanstaat geen geluid maakt is er geen hinder. Dit blijkt niet alleen uit de tekst van het artikel zelf, maar ook uit de columns van Gijssen over dit onderwerp. En bovendien blijkt dit ook nog eens uit-
drukkelijk uit de komende wijziging van de FIDE-regels van juli 2009.

'Article 12.2 b.Without the permission of the arbiter a player is forbidden to have a mobile phone or other electronic means of communication in the playing venue, unless they are completely switched off. If any such device produces a sound, the player shall lose the game. The opponent shall win. However, if the opponent cannot win the game by any series of legal moves, his score shall be a draw.'

Het geluid van een mobiele telefoon is hinderen en dus strafbaar. Het tele-
foneren buiten de speelzaal is niet hinderen.


Ad d. Het bewijs

Een probleem is hoe te bewijzen dat een speler hulp heeft ontvangen. Dat is ook heel lastig.

Indien een scheidsrechter een speler verdenkt dat deze een schaakcompu-
ter bij zich heeft, kan de scheidsrechter de speler niet zo maar fouilleren of zijn mobiele telefoon in beslag nemen om de telefoon te controleren. Een scheidsrechter is geen politieman of een bijzonder opsporingsambtenaar.
Zo kan een speler nagenoeg alleen maar op heterdaad worden betrapt.

Indien een scheidsrechter beperkt wordt in zijn mogelijkheden tot fouilleren en in beslag nemen lijkt het erop dat de eerste volzin van artikel 12.2 onder b uitsluitend een symbolische betekenis heeft.

In Nederland is de betekenis van die volzin al uitgehold door lagere regel-
geving. En dat is helemaal niet erg, voeg ik er aan toe.

Zo heeft de algemene ledenvergadering van de Haagse Schaakbond beslo-
ten dat een speler tijdens een partij een mobiele telefoon bij zich mag heb-
ben die op de trilstand staat. Sommige scheidsrechters in de HSB melden dit ook in hun openingstoespraak. Indien een speler zijn telefoon op trilstand heeft staan, mag hij daar ook gebruik van maken indien hij wordt gebeld. Hij mag de zaal verlaten om eventueel een telefoon gesprek te voeren. Precies zoals spelers tijdens een partij aan de bar met elkaar of met anderen mogen praten.

Vandaar dan ook dat in de HSB geen enkele scheidsrechter een speler een nul zal geven indien die buiten de speelzaal een telefoongesprek voert of een sms'je verstuurt. Dat neemt niet weg dat indien een scheidsrechter daar reden toe ziet hij de speler die belt kan verzoeken er mee op te houden.

Het beleid van de HSB straalt vertrouwen uit in de spelers. Niet wantrouwen. Want, als spelers elkaar gaan wantrouwen is dat het begin van het einde van het schaakspel.

Nu schijnt de KNSB (de algemene ledenvergadering? het bestuur? de com-
petitieleider? een medewerker van de KNSB? de secretaresse van het bu-
reau van de KNSB?) dispensatie te hebben verleend voor het voorhanden hebben van een mobiele telefoon die is uitgeschakeld. Als dat zo is, staat ook voor de KNSB vertrouwen in de spelers voorop, niet wantrouwen.

Dat ontslaat een scheidsrechter niet van de plicht om op te letten. En uiter-
aard streng moet optreden tegen misbruik.


Ad e. De straffen

Indien een mobiele telefoon van een speler tijdens de partij in het spelers-
gebied geluid maakt, verliest die speler de partij. Dit is in de FIDE-regels dwingend rechtelijk geregeld. De scheidsrechter is verplicht de nul op te leggen.

In alle andere gevallen is de scheidsrechter vrij in het opleggen van een straf. Op grond van artikel 13.4 kan de scheidsrechter één of meer van de volgende straffen opleggen.
a. een waarschuwing,
b. vermeerdering van de bedenktijd van de tegenstander,
c. vermindering van de bedenktijd van de in overtreding zijnde speler,
d. de partij verloren verklaren,
e. vermindering van de punten in een partij, gescoord door de in overtreding zijnde speler,
f. vermeerdering van de punten in een partij, gescoord door de tegenstan-
der van de in overtreding zijnde speler tot het maximum beschikbare aantal punten in deze partij,
g. een speler uitsluiten van de wedstrijd.

Bedacht moet worden dat een scheidsrechter de-escalerend moet optreden vergelijk artikel 32 KNSB-competitiereglement. Zo is vriendelijk vragen beter dan waarschuwen. Waarschuwen is beter dan een vermeerdering of vermindering van bedenktijd etc. Het uitgangspunt is dat een scheidsrechter moet proberen de laagst mogelijke straf op te leggen. Uiteraard moet een scheidsrechter daarbij rekening houden met opzet of vergissing.

Een bijzondere groep spelers zijn jeugdspelers tot 18 jaar. Een scheidsrech-
ter is verplicht met de bijzondere positie van die groep rekening te houden. Al meer dan honderd jaar geleden traden onder het motto 'opvoeden in plaats van straffen' de kinderstrafwetten in werking. Het jeugdstrafrecht is milder dan het volwassenenstrafrecht. Daarom moet een scheidsrechter ook dat onderscheid maken.

Ontwikkelingspsycholoog dr. Eveline Crone meent dat de hersenen van jongeren anders werken dan die van volwassenen. De emotiegerelateerde hersengebieden en de controlegerelateerde hersengebieden zijn bij jongeren slecht op elkaar afgestemd. Mede om die reden moet de scheidsrechter een jeugdige anders behandelen. Een scheidsrechter moet bovendien oog heb-
ben voor de pedagogische effecten van zijn handeling.

De voornaamste taak van een scheidsrechter is gedragsbeïnvloeding. Een scheidsrechter moet de orde en rust handhaven in de speelzaal. Op jeugd-
toernooien is dat de taak die de scheidsrechter het meest uitoefent.

In paragraaf 3 komt een geval aan de orde van een jeugdspeler die tijdens de partij op de gang een sms'je verstuurt. De vraag rijst of dit strafbaar is. En als dat zo is, welke straf de scheidsrechter moet opleggen.


top  


2. Chessmaster op een playstation portable

Een playstation is geen mobiele telefoon, maar een eenvoudig apparaatje waarop iemand (vaak kinderen) alleen maar spelletjes kan spelen. Het ap-
paraatje zelf bevat geen spelletjes. Een spelletje moet iemand zelf los er bij kopen.




Er bestaan heel veel Nintendo spelletjes. Elke speelgoedwinkel verkoopt die. Zo'n spelletje schuift de speler in het apparaatje om het te kunnen spelen. Er bestaat ook een schaakspelletje, Chessmaster. Wat sterkte betreft is dat spelletje niet te vergelijken met bijvoorbeeld Fritz.




Wit: A. (1376)
Zwart: B. (14 jaar, 1483)
Australisch Open kampioenschap onder 1600
'Dunnygate Open'
7 januari 2009
Chessmaster op een playstation portable

De annotaties zijn van de vader van de valsspeler.

1. e4 c5 2. b3 Pf6 3. e5 Pd5 Zwart gaat naar het toilet. 4. Lb2 Pc6 5. Pf3 e6 6. g3 d6 Zwart gaat naar het toilet. 7. Lg2 dxe5 8. Pxe5 Pxe5 Zwart gaat naar het toilet. 9. Lxe5 f6 10. Lb2 Le7 11. f4 0-0 Zwart gaat naar het toilet. 12. 0-0 c4 13. Pc3 Lc5+ Zwart gaat naar het toilet. 14. Kh1 Pxc3 15. Lxc3 Ld4 16. Lxd4 Dxd4 17. c3 Dc5 18. b4 Dc7 19. Df3 Td8 Voor de laatste maal gaat zwart naar het toilet. 20. Tad1 a5.

De hulpscheidsrechter, Ronald Scott, betrapt zwart die Chessmaster op zijn playstation raadpleegt. Zwart krijgt een nul. Stelling na 20. ... a5.




Vervolgens verwijdert de hoofdscheidsrechter, Bill Gletsos, zwart uit het toernooi. Tegen die beslissing tekent zwart beroep aan. De beroepscommis-
sie verklaart het beroep unaniem ongegrond. Tot slot bezint de Australische schaakbond zich of er verdere maatregelen tegen de zwartspeler moeten worden genomen.

De Australische jeugdspeler heeft het verbod van artikel 12.2 onder a over-
treden waarin is geregeld dat het is verboden gebruik te maken van een informatiebron. Over het toekennen van de straf is een scheidsrechter vrij. Hij kan op grond van artikel 13.4 één of meer straffen opleggen, zoals in dit geval de partij voor de valsspeler verloren verklaren èn hem uitsluiten van de wedstrijd.

Wat betreft mogelijke verdere maatregelen, rijst in Australië de vraag of de bond de speler voor een langere tijd moet uitsluiten van deelnemen aan toernooien. Op diverse forums, Closetgrandmaster, Chess Vibes, menen velen dat die bond rekening moet houden met de leeftijd van de zwartspe-
ler. Hij is veertien jaar. De speler is al voldoende gestraft. Iedere (jeugd)schaker in Australië kent inmiddels de naam van de betrokken speler.
Het is een tragische, onnozele, onbezonnen jeugdzonde.

Ik ben het ermee eens om de speler niet nog meer te straffen. Het is ook de plicht van jeugdleiders, scheidsrechters, organisatoren en (regionale) bon-
den met de bijzondere positie van jongeren rekening te houden. Precies zoals het ook gebeurt in het dagelijkse leven.

De straf die de Australische schaakbond de speler heeft opgelegd luidt: 'Gelet op de ernst van de overtreding op het gebruik van een computer om vals te spelen op het Australisch Open mag de speler met ingang van 1 fe-
bruari 2009 gedurende twee jaar niet deelnemen aan een wedstrijd onder auspiciën van de Australische schaakbond, en aan een van die aan die bond verbonden regionale bonden en verenigingen.

Tot slot is opmerkelijk de reactie van iemand op een forum die suggereert dat voortaan spelers een teken moeten noteren bij de zet waarop een speler naar toilet gaat. Te vergelijken met het teken dat beide spelers verplicht zijn te noteren indien een speler remise aanbiedt (maar waar niemand zich aan houdt). Of het een goed idee is, weet ik niet. We kunnen elkaar ook gek maken met wantrouwen.


top  


3. Het sms'je tijdens de partij

'Een wetgever die een kwaad wil wegwerken, denkt vaak alleen maar aan de daartoe op te leggen strafmaatregelen. Daar houdt hij zijn blik op ge-
richt en niet op de nadelen die daarmee gepaard gaan. Is het kwaad een-
maal weggewerkt, dan zien de inwoners nog slechts de hardheid van de wetgever, maar in de staat heeft zich dan inmiddels tengevolge van die hardheid iets onvolkomens genesteld: de geesten zijn aangetast, gewend geraakt aan de despotische aanpak.'
Montesquieu (1689-1755), 'Over de geest van de wetten'.


Wit: A. (1440, SV Leudal)
Zwart: B. (1408, SC De Giessen)
Jeugdclubcompetitie KNSB
Promotieklasse A Midden-Zuid
8 november 2008
Zie utrechtschaak, draadje 'KNSB-jeugdclubcompetitie' vanaf 8 november 2008, 21.01 uur.

Een speler van SC De Giessen staat op de gang te sms'en tijdens een par-
tij. Op zijn mobiele telefoon was geen schaakprogramma geïnstalleerd. De speler heeft geen onsportieve bedoelingen gehad met zijn handelwijze. De scheidsrechter betrapt de speler en geeft hem een nul. Tegen die beslissing heeft SC De Giessen bezwaar aangetekend.

Beslissing KNSB: 'Promotieklasse A, middenzuid tussen SC De Giessen en SV Leudal, heeft SC De Giessen een protest ingediend op grond van artikel 12.2b van de FIDE-regels tegen een reglementaire uitslag op bord 4. Het protest is door de jeugdclubcompetitie inmiddels afgewezen.'

Mijn commentaar

De scheidsrechter heeft de speler gestraft op grond van:
a. artikel 12.2 onder b, de zgn. reglementaire nul voor het afgaan van een mobiele telefoon of
b. artikel 13.4.

De speler heeft geen informatiebron geraadpleegd. Op zijn mobiele telefoon is geen schaakprogramma geïnstalleerd.


Ad a. Het geluid van een mobiele telefoon

Rijst de vraag of het piepje van een sms'je buiten de speelzaal te verge-
lijken is met het geluid van een mobiele telefoon. Indien dat zo is, vind ik dat een voorbeeld van een overdreven grammaticale uitleg van de regel
en het zoeken van spijkers op laag water. Zo'n beslissing is te gek voor woorden. Daardoor komt artikel 12.1 om de hoek kijken: het verbod het schaakspel in diskrediet te brengen.


Ad b. Artikel 13.4

Rijst de vraag of artikel 13.4 van toepassing is. Vandaag de dag sms'en volwassenen en jeugdigen veel. Het is een vorm van verslaving. Zelfs tij-
dens vergaderingen, zelfs in topvergaderingen van bedrijven of van het openbaar bestuur, sturen deelnemers sms'jes. En ook heb ik eens een be-
kende Nederlander in een discussieprogramma voor de televisie tijdens een gesprek zien sms'en. En op de club heb ik een speler tijdens een partij bui-
ten de speelzaal dat zien doen. Er was niemand die op het idee kwam dat daar iets mis mee was. Men kan dit gewenst of ongewenst gedrag vinden, feit is dat het gebeurt.

Ik kan me voorstellen dat een scheidsrechter dit gebruik tijdens een partij ongewenst vindt. In dat geval kan een scheidsrechter een speler vriendelijk vragen daarmee te stoppen. En dit ook uitleggen. Ik denk dat de betrokken speler daar direct begrip voor heeft. Zo kan het spel ongestoord verder gaan. Dat is de essentie van de taak van de scheidsrechter: gedragsbeïn-
vloeding.

Indien het sms'en tijdens een partij een veel voorkomend probleem wordt, kan een scheidsrechter in zijn openingstoespraak daar nader op ingaan. En in het uiterste geval waarschuwen dat hij bij overtreding daarvan een tijd-
straf zal opleggen.

In de jeugdclubcompetitie - het woord zegt het al - spelen jeugdigen. Scheidsrechters en competitieleiders moeten daarmee rekening houden. En we moeten begrip opbrengen dat een scheidsrechter of een competitieleider fouten maken. Van die fouten kunnen we leren opdat herhaling in de toe-
komst wordt voorkomen.

In het geval van de jeugdclubcompetitie had de betrokken scheidsrechter weinig tijd om te beslissen. Als een Pavlov reactie heeft hij een verband gezien met 'iets' van een mobiele telefoon. Dat kan gebeuren. Echter, kwa-
lijk is dat de competitieleider van de jeugdclubcompetitie de beslissing van de scheidsrechter in stand heeft gelaten, en nog wel ongemotiveerd ook. Daarbij moet worden bedacht dat deze zaak uitvoerig is besproken op het forum van utrechtschaak.

Een nul is een zwaarwegende straf. En de beslissingen van de scheidsrech-
ter en de competitieleider zijn volstrekt disproportioneel in relatie tot de aanleiding daartoe. Indien meer scheidsrechters en arbiters deze straf ge-
bruikelijk vinden, zoals moet worden afgeleid uit een discussie op utrecht-
schaak, geef ik hen dringend in overweging deze bejegening met bekwame spoed te herzien.

De scheidsrechter had de speler vriendelijk moeten verzoeken te stoppen met sms'en.


top  


4. Het toernooibulletin

Op het Open Nederlands Jeugd Kampioenschap 2007, van 6 tot en met 11 augustus in Enschede, zit tijdens de partij een speelster uit India (met een rating van 2478) het bulletin te lezen dat de organisatie heeft uitgedeeld. Het bulletin bevat een partij van de tegenstandster met dezelfde opening die op dat moment op het bord staat. De tegenstandster roept de tussenkomst in van de scheidsrechter en verzoekt hem te bepalen dat de speelster het bulletin tijdens de partij niet meer raadpleegt. De scheidsrechter willigt dat verzoek in en bepaalt dat zij dat niet meer mag doen. Een straf deelt hij niet uit.

De vraag rijst of deze beslissing ook gevolgen heeft voor een ander toer-
nooi. Een internationaal arbiter van de KNSB die anoniem wenst te blijven, meent te weten dat geen bulletins op tafel mogen na het beginsignaal. 'Dat is verboden. Indien andere scheidsrechters daar anders over denken, is dat een foute beslissing. Daar is geen discussie over mogelijk,' zo stelt hij.

Het is een voorbeeld van 'The sentence of today will make the right and wrong of tomorrow,' van Benjamin Nathan Cardozo. Een van de meest briljante rechters uit de Amerikaanse geschiedenis, die van 1932 - 1938 raadsheer was in het Amerikaanse Hooggerechtshof. Zo lijkt het erop dat de scheidsrechterlijke beslissing van vandaag voor morgen bepaalt wat goed is of wat fout. Nu is het inderdaad zo dat eerdere scheidsrechterlijke beslis-
singen invloed hebben op de vorming van waarden en normen van scheids-
rechters (en schakers).

Echter, hoewel de beslissing van de scheidsrechter op het ONJK in dat speci-
fieke geval juist is, gaat het te ver te zeggen dat dit een algemene regel is. Men kan niet stellen dat het altijd verboden is tijdens een wedstrijd een toernooibulletin te lezen. Voor een toptoernooi of een FIDE-toernooi wellicht wel. Maar we moeten oppassen dat de waarden en normen voor een inter-
nationaal toernooi ook gelden voor een lager toernooi. Doen we dat wel maken we veel van het schaakspel kapot.

In de HSB-competitie heb ik al een paar keer meegemaakt dat jeugdspelers tijdens hun schaakpartijen hun huiswerk van school leerden. En ik heb een gekwalificeerde schaakdocent - niet iemand van mijn vereniging - in die-
zelfde competitie tijdens zijn partij een aantal stappenboeken 2 en 3 zien nakijken. En, hoeveel clubbladen met partijen zijn er gelezen tijdens par-
tijen? Op een weekendtoernooi heb ik eens een speler tijdens een partij de schaakrubriek uit een krant van die dag zien lezen, waarin een partij werd behandeld. In alle gevallen stoorde de tegenstander zich niet aan het gedrag van de 'multi taskende speler'.

Er is op zich niets op tegen indien een speler een bulletin van het toernooi doorneemt. De meeste schakers kunnen namelijk helemaal niet een schaak-
partij 'lezen'. Een scheidsrechter moet een regel bekijken in haar verband (de context) met de feiten. Waar het om gaat is dat er een verband moet kunnen worden gelegd tussen 'de informatiebron' en de schaakpartij. Dat verband is er niet als de partijen in het bulletin niets te maken hebben met de partij op het bord.

Iets anders is het als het lezen van het bulletin de tegenstander stoort. Te vergelijken met het eten tijdens een partij. Maar dan heeft het niets te ma-
ken met informatiebron. De tegenstander kan de hinder zelf aangeven.

Van belang is of de inhoud van het bulletin invloed heeft op de te spelen partij. Verder moet een scheidsrechter oog hebben voor de organisatie die haar best doet het toernooi te doen slagen. We mogen blij zijn dat er toer-
nooiverslagen worden gemaakt. En we moeten niet op voorhand menen dat de partij die gisteren met wit werd gespeeld van belang is voor de partij die de speler vandaag met zwart speelt. Ook hiervoor geldt dat vertrouwen belangrijker is dan wantrouwen. En een scheidsrechter moet ervoor oppas-
sen dat hij bang is zich te branden aan koud water.

Het is goed dit onderscheid zich te bedenken met het oog op de volgende paragrafen.


5. Het schaakboekenstalletje

Op sommige toernooien verkoopt iemand schaakboeken. Het stalletje staat in het spelersgebied. Het verhaal gaat dat eens een speler een bepaalde opening speelde en tijdens de openingsfase van de partij regelmatig bij dat stalletje een boek raadpleegde met die variant. Of het ook echt is gebeurd weet ik niet. Het voorbeeld is te vergelijken met het raadplegen van een schaakcomputer tijdens een partij. De speler die zoiets doet ontvangt een nul, wordt verwijderd uit het toernooi en krijgt wellicht een aanvullende straf voor een bepaalde periode niet mee te mogen doen aan de competitie.

Rijst de vraag of een schaakboekenstalletje mag staan in het spelersgebied. Ook hier geldt dat een scheidsrechter moet oppassen zich te branden aan koud water.

Het komt voor dat de organisatie van een toernooi iemand toestemming geeft een schaakboekenstalletje op het toernooi te plaatsen. De scheids-
rechter heeft een eigen verantwoordelijkheid die toestemming te vernietigen ('men moet een kat niet op het spek binden') en te bepalen dat gelet op de mogelijkheid van fraude het stalletje moet worden verwijderd.

Vermoedelijk zullen alleen die scheidsrechters zoiets doen die ook eigen-
machtig vervelend doen over toernooibulletins.


6. De laptop

Het komt op een toernooi voor dat een jeugdleider zijn laptop met een schaakprogramma meeneemt in het spelersgebied voor zijn jeugdspelers. Na hun partij gaan die spelers naar hem toe om de partij in de computer op te slaan en commentaar te ontvangen op de partij. Ook andere jeugdspelers kijken toe, soms zelfs spelers die nog met hun partij bezig zijn.

Ook hiervoor geldt dat scheidsrechters zich niet moeten aanstellen.


7. Tot slot

Het is niet mijn bedoeling met dit artikel te pleiten dat spelers tijdens een partij mogen telefoneren, schaakboeken mogen bestuderen of schaakcom-
puters mogen raadplegen. Natuurlijk niet. Maar we moeten niet overdrijven.

De reglementaire nul bij het geluid van een mobiele telefoon is een onding. Die straf veroorzaakt veel problemen en zij zal altijd voor veel problemen blijven zorgen. Zij leidt tot reputatieschade van scheidsrechters en compe-
titieleiders. En tot onbegrip bij de slachtoffers.

Als er maar genoeg brokken worden gemaakt, komt vanzelf de roep om wijziging van die straf van een 'reglementaire nul' naar: een vermindering van bedenktijd. Dan zijn alle problemen als sneeuw voor de zon opgelost. Het wachten is op een algemene ledenvergadering van een (regionale) bond die durft af te wijken van de FIDE-regels.


© 2009  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot