HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
EEN NIET BEWEZEN GEVAL VAN RATINGFRAUDE
Inleiding

De FIDE heeft een geval onderzocht van een grootmeester die ervan wordt beschuldigd fraude te hebben gepleegd bij het verkrijgen van de FIDE-ratin-
gen. In dit artikel geef ik een vertaling van de aanbeveling van de kwalifica-
tiecommissie van de FIDE. Die aanbeveling is interessant en geeft weer voor welke juridische hobbels de FIDE is komen te staan.

Jarenlang heeft de FIDE met deze kwestie in haar maag gezeten.
  • eerst ontneemt de FIDE de betrokken speler zijn rating
  • daarna geeft de FIDE de speler zijn rating terug
  • moet de speler vervolgens bewijzen dat hij wel aan zijn rating voldoet
  • speler kan dit bij lange na niet aantonen
  • leidt tot het voornemen van FIDE tot intrekken van de rating van de speler
  • anno 2008 staat de rating van de speler nog steeds op de lijst van de FIDE met vermelding dat de speler grootmeester is.
Er is in deze zaak veel mis gegaan.

Om de gedachten te bepalen. In Nederland kennen we het systeem van levenslange geldigheidsduur van diploma's. Indien bijvoorbeeld iemand met een vmbo-, havo-, vwo-diploma, of een doctorandus of een meester in de rechten een dakpan op zijn of haar hoofd krijgt en daardoor niet meer kan werken, blijven zijn of haar diploma's of titels geldig. Zo gaat dat ook met de titels bij de FIDE of die van een clubkampioen voor een bepaald seizoen. Eens een grootmeester altijd een grootmeester. Ook al speelt de betrokken grootmeester als een dweil.

Rijst de vraag wat te doen indien over iemand een sterk vermoeden bestaat dat hij op frauduleuze wijze zijn titel (grootmeester, drs. of mr.) heeft ver-
kregen. Dan heeft het op grond van de dakpan-theorie geen enkele zin ie-
mand opnieuw een examen of een proef te laten doen. De uitkomst van dat examen of die proef bewijst namelijk niets.

Hoeveel mensen zouden zakken als ze nu opnieuw examen zouden moeten doen? Hoeveel grootmeesters zouden zakken als ze nu opnieuw de norm zouden moeten behalen?

Men moet dus niet redeneren vanuit het 'nu' (voldoet de persoon nu aan de voorwaarden), maar vanuit het: toen (voldeed de persoon toentertijd aan de voorwaarden). Daarom moet onderzocht worden of bij het verkrijgen van de norm de verzoeker heeft gefraudeerd.

Dat kan door de oude toernooiformulieren en de oude aanvragen van de bond met de handtekeningen van scheidsrechters voor de titels te onder-
zoeken. Als blijkt dat is gefraudeerd, is dat de reden om de titels te ontne-
men.

Het probleem is waarschijnlijk dat het archief van de FIDE niet op orde is en dat die documenten niet meer te vinden zijn. Maar misschien zijn die papie-
ren wel in orde, dank zijn de steekpenningen.

Echter, de FIDE pakt het anders aan. En dan gaat het fout. Precies zoals bij een schaker een verkeerde voortzetting niet leidt tot mat, zo kiest de FIDE voor de verkeerde voortzetting die niet kan leiden tot de intrekking van de rating en titels van de speler. Momenteel, september 2008, staat de speler gewoon in de FIDE-ratinglijst geregistreerd als grootmeester met een rating van 2588.


top  


Uit: The Week in Chess Magazine, London Chess Centre, 7 september 2001.
(vertaling: P. de Groot)

Aanbeveling van de FIDE kwalificatiecommissie


In de vergadering van de Titel- en Ratingencommissie (TRC) is een subcom-
missie in het leven geroepen die bestaat uit de heren Makropoulos, Kutin, Omuku, Kelleher en Sand. Het doel van de commissie is de beschuldigingen te onderzoeken over valse ratingenverslagen van de heer X, hierna ge-
noemd als de X-zaak.

Op grond van haar bevindingen overlegt de commissie haar volgende ver-
slag en aanbevelingen aan de kwalificatiecommissie.


1. Ontvankelijkheid

In de verslagen van de vergadering van de TRC van 6 september 2001 staat onder punt 8 dat de commissie tot taak heeft 'de zaak van de heer X te on-
derzoeken en daar verslag over uit te brengen.'

Op grond van de statuten van de FIDE A. 01.8.2 is de TRC een subcommis-
sie van de kwalificatiecommissie. Als gevolg daarvan moet onze commissie haar verslag uitbrengen aan de kwalificatiecommissie. Het is vervolgens de kwalificatiecommissie die beslist of wel of niet een aanbeveling moet worden gedaan aan de raad van bestuur.

De statuten van de FIDE onder A. 01.4.1 luiden dat als de algemene verga-
dering niet bijeen is haar bevoegdheden zijn overgedragen aan de raad van bestuur. Echter, de raad van bestuur kan niet beslissen in de volgende ge-
vallen:
- het verkiezen van functionarissen (...)
- het wijzigen van de statuten
- zaken van de regelscommissie
- zaken van de kwalificatiecommissie

Echter, het laatste hoofdstuk van de statuten beperkt de algemene vergade-
ring of de raad van bestuur niet in hun bevoegdheid de bevindingen en de aanbevelingen van de kwalificatiecommissie te bespreken en om daarover te stemmen. Dit is een gewone gang van zaken in de FIDE, en alle verslagen van de kwalificatiecommissie moeten voor de geldigheid daarvan worden goedgekeurd of door de algemene vergadering of door de raad van bestuur als de algemene vergadering niet bijeen is.

De komende algemene vergadering of komende de raad van bestuur kan een beslissing van de presidentiële raad wijzigen die is genomen in de peri-
ode tussen de vergaderingen van de algemene vergadering en de raad van bestuur. Dit is een natuurlijk gevolg van het feit dat de algemene vergade-
ring (of de raad van bestuur als de algemene vergadering niet bijeen is) het hoogste orgaan is in de FIDE.

Voorts valt het binnen het mandaat van de hoogste autoriteit van de FIDE om te besluiten als dit nodig is, en om datgene te doen dat in het algemene belang van de FIDE is, zolang zulke beslissingen in overeenstemming zijn met haar eigen statuten en reglementen.

FIDE leden zijn nationale schaakbonden, en op grond van de statuten van
de FIDE A. 01.1.2 is de FIDE strikt neutraal in de interne aangelegenheden van de nationale bonden. Daarom erkent de commissie dat de Roemeense schaakbond, met inbegrip van haar individuele leden, een eigen verant-
woordelijkheid heeft voor conflicten binnen haar rechtsgebied.

Echter, de commissie is van mening dat geschillen die gaan over rating en titel, zaken zijn die vallen onder het mandaat en de bevoegdheid van de TRC, de kwalificatiecommissie en de algemene vergadering/raad van be-
stuur, zodra deze zijn voorgelegd aan de FIDE om de rating en titel te mo-
gen gebruiken.


top  


2. Procedure

De commissie is haar werk begonnen door een verzoek te richten aan het bureau van de FIDE om haar alle noodzakelijke documenten te verstrekken die gaan over de X-zaak. Dezelfde avond heeft de commissie 78 pagina's aan documenten ontvangen. Deze informatie, en de persoonlijke kennis over de zaak bij de individuele leden, stelde de commissie tevreden dat zij voldoende materiaal had om aan haar werk te beginnen.

De commissie heeft eveneens een document van vijf bladzijden ontvangen van de heer X (een verzoekschrift aan de FIDE).

De commissie heeft haar lid, de heer Kutin, gevraagd een schriftelijke ver-
klaring op te stellen over de kwestie van goedgekeurde toernooien op het verzoek van de heer X. De verklaring is als bijlage bij het verslag gevoegd.

De commissie heeft een schriftelijke verklaring ontvangen van de Roemeen-
se grootmeester Andrei Istratescu die vrijwillig contact heeft opgenomen met de commissie, en die heeft aangeboden een verklaring af te leggen over beschuldigingen van fraude met uitslagen. De verklaring is opgenomen in de bijlagen.

De commissie heeft mondelinge informatie ontvangen van haar erelid me-
vrouw E. Polihroniade.

De commissie heeft de Georgische grootmeester Z. Azmaiparashvili ge-
vraagd de partijen van de heer X na te spelen die zijn gespeeld op het Vid-
mar Memorial Toernooi, en zijn deskundig oordeel te geven over de kwaliteit van deze partijen. De verklaring is opgenomen in de bijlagen.

De commissie heeft een hoorzitting gehouden met de heer X en met me-
vrouw Muresan van de Roemeense schaakbond om hen in te lichten over de werkwijze van de commissie en om met hen enkele zaken over de kwestie te bespreken en te verduidelijken.

Bij het begin van de vergadering van de commissie heeft de dagelijks direc-
teur van de FIDE, de heer Omuku, gevraagd zich te verschonen omdat zijn naam is genoemd in het document, het verzoekschrift aan de FIDE dat is ontvangen van de heer X.

De commissie heeft verschillende vergaderingen belegd en besprekingen gevoerd tussen haar leden voordat overeenstemming werd bereikt over de aanbeveling.


top  


3. De X-zaak

3.1 Algemene achtergrond

De zogenoemde X-zaak staat de afgelopen vier jaar op de agenda van de algemene vergadering, de kwalificatiecommissie, de presidentiële raad en de raad van bestuur. In het kort, is de achtergrond van de X-zaak of het ratingverslag ongeldig is en of vals dat is overgelegd aan de FIDE inclusief het 'Trofeul Sfinx' toernooi in 1997.

Aanvankelijk was het de Roemeense schaakbond zelf die contact heeft op-
genomen met de FIDE. Zij heeft aangegeven, dat zij ongeregeldheden heeft ontdekt in het ratingverslag van het toernooi. Onder meer heeft de veron-
derstelde scheidsrechter voor de wedstrijden die de heer X tussen december 1996 en februari 1997 heeft georganiseerd, schriftelijk bevestigd dat hij niet de scheidsrechter is geweest en dus geen enkel document heeft getekend over deze wedstrijden of partijen.

Na een wijziging van zowel de president als het bestuur van de Roemeense schaakbond heeft de nieuwe leiding verklaard dat zij niets verkeerds heeft ontdekt in het overgelegde verslag en de toernooien. De politieke strijd binnen de Roemeense schaakbond heeft vervolgens geleid tot verschillende gerechtelijke zaken die aanhangig zijn gemaakt, en het uitsluiten van leden.

Dit heeft gezorgd voor veel publieke en officiële belangstelling van de auto-
riteiten van het land. Echter, zoals hiervoor verklaard, kan noch wil de FIDE uitsluitend om deze reden tussenbeide komen in de interne aangelegenheid van een lidbond. In zo'n geval kan de FIDE slechts hopen dat de betrokken partijen de normale betrekkingen weer kunnen herstellen zodat de demo-
cratie en het schaken de overhand zal krijgen.


3.2 Beschuldigingen

De beschuldigingen tegen de heer X hebben betrekking op de leiding van het desbetreffende toernooi en de wedstrijden, en dat hij op ongerechtvaardigde wijze zijn huidige ELO rating van 2635 heeft verkregen. Samengevat zijn de beschuldigingen:
  • dat de desbetreffende toernooien en wedstrijden niet op een juiste wijze zijn geleid
  • dat de heer X wedstrijden heeft georganiseerd in zijn eigen voordeel
  • dat de heer X de toernooiverslagen heeft gefalsificeerd.
Het is bijna onmogelijk dat hij in zijn land de speler is met de hoogste rating en een plaats heeft verkregen tussen de vijftig spelers in de wereld met de hoogste rating, wanneer:
  • hij de afgelopen tien jaar alleen een aantal schaakpartijen heeft gespeeld tegen de top tien spelers in zijn land
  • hij niet heeft deelgenomen aan de topgroep van het Nationaal Kampioenschap
  • hij zijn bond niet heeft vertegenwoordigd op een schaak olympiade
  • dat er bijna geen enkele partij van de heer X bestaat die is opgenomen in een toegankelijke database of die op een andere wijze is gepubliceerd
  • dat er geen uitslag bestaat van enig functionaris of van een bekend toernooi in Roemenië of van een andere plaats in de wereld
  • dat de uitslagen die tellen voor de rating zijn verkregen uit privé toernooien en - wedstrijden die de heer X zelf heeft georganiseerd
De heer X heeft ten stelligste alle beschuldigingen ontkend en alle onjuist-
heden ontkend hoe die ook zijn geformuleerd. Sinds 1998 heeft hij de vol-
ledige steun van zijn bond in deze zaak.


top  


4. De betrokkenheid van de FIDE en de beslissingen

De leden van de kwalificatiecommissie zijn op de hoogte van de voorafgaan-
de ontwikkelingen in deze zaak. De commissie legt zich dan ook toe op de beslissing van de presidentiële raad in de vergadering in Dubai.

Tijdens deze vergadering heeft de presidentiële raad besloten de rating van de heer X te herstellen en deze vast te stellen op 2635.

De presidentiële raad heeft besloten vast te houden aan de technische as-
pecten van het verifiëren van de rating van de heer X. Daarom is besloten dat de heer X zal deelnemen aan drie internationale toernooien die de FIDE heeft geselecteerd en die op 30 september 2001 moeten zijn voltooid.

De zaak is vervolgens overgedragen aan de TRC en de kwalificatiecommis-
sie om een eindconclusie in de zaak te bereiken.


5. Beoordeling

Als het gaat om de bewijslast in deze zaak is de commissie van mening dat het criterium niet kan zijn die van een traditionele strafzaak, waar het voor een veroordeling nodig is om zekerheid te hebben 'boven elke redelijke twijfel'.

Ingeval van rating en titels is de commissie van mening dat de FIDE kan en moet ingrijpen wanneer het duidelijk is dat de uitslagen onvoldoende zijn gedocumenteerd. Dit is op zichzelf de hoofdtaak en de grond van het be-
staan van de kwalificatiecommissie.

FIDE en haar schakers zijn volledig afhankelijk van een doelmatig en nauw-
keurige rating- en titelsysteem. In verband met het grote aantal rating berekeningen is het statistisch gezien erg moeilijk en wellicht onmogelijk, fouten te voorkomen. De meeste van deze fouten zijn te wijten aan mense-
lijk falen, zoals onjuiste schrijfwijze van namen, onjuiste ID codes, onvolle-
dige rating verslagen etc. FIDE besteedt veel aan onderzoek, zowel aan menskracht als aan financiële middelen, om zulke fouten te bestrijden en om de geloofwaardigheid van het systeem te beschermen.

Echter, als het gaat om de spelers met de hoogste ratingen, toptoernooien, titelhouders en titelaanvragen, is het van wezenlijk belang dat er geen fouten voorkomen. Dit heeft te maken met de geloofwaardigheid van het systeem en dus met de FIDE zelf. Daarom spreekt het voor zich dat er absoluut geen plaats is voor oneerlijk spel.

Om deze redenen heeft de FIDE het volste recht ook tussenbeide te komen wanneer er een grote hoeveelheid van indirect bewijs aanwezig is die wijst in de richting van fraude met partijen of andere ongeregeldheden die ver-
bonden zijn aan uitslagen of verslagen van een toernooi. Indien dit niet op een vastberaden en harde manier wordt gedaan, wordt de gehele structuur en de geloofwaardigheid van het FIDE titel- en ratingsysteem op het spel gezet.

De heer X heeft in zijn document, zijn verzoekschrift aan de FIDE (zie de bijlagen) geconcludeerd 'dat er een wettelijke basis noch een statutaire bepaling is om het debat over mijn rating te heropenen'.

De commissie deelt deze zienswijze niet. Integendeel, het is zeer duidelijk dat de presidentiële raad de zaak definitief wenste op te lossen door te beschikken over de mogelijkheid de resultaten van de rating te herzien aan de hand van de kwaliteit van de partijen uit drie internationale toernooien.
Helaas heeft de heer X slechts één gekwalificeerd toernooi gespeeld.

Echter, hij is wettelijk niet verplicht alle partijen te spelen. Maar, door niet te voldoen aan de vereisten van de presidentiële raad weerhoudt dit de kwalifi-
catiecommissie en de raad van bestuur niet de zaak tot een einde te bren-
gen. Het was derhalve in zijn eigen belang geweest zoveel mogelijk te spe-
len om zo elke twijfel over zijn speelsterkte en ELO rating weg te nemen. Op een vraag van de commissie heeft de heer X ook bevestigd dat hij geen toernooien heeft gepland voorafgaand aan het einde van september 2001.

Op het toernooi dat hij heeft gespeeld, het Vidmar Memorial, behaalde hij als resultaat 0,5 uit 9. De heren Makropoulos en Kelleher van de commissie hebben verklaard dat de partijen van een zodanig laag niveau waren dat het onmogelijk is zich voor te stellen dat deze zijn gespeeld door de nummer 46 van de wereldranglijst.

Echter, de commissie heeft zich niet alleen verlaten op haar eigen leden van wie niemand grootmeester is, om een beoordeling te geven van de partijen van de heer X. Zij heeft ook de mening gevraagd van GM Zurab Azmaipa-
rashvili, die behoort tot een van spelers met de hoogste rating in de wereld. Nadat hij de partijen van de heer X heeft bestudeerd heeft hij onder meer verklaard: 'Als u mij vraagt hoe de heer X zijn rating van 2600 heeft be-
haald, is het volgens mij duidelijk dat dit is gebeurd op een ongeoorloofde manier.' De volledige verklaring van GM Azmaiparashvili is als bijlage opge-
nomen.

Nadat de commissie de documenten en de verschillende verklaringen heeft bestudeerd en alle stukken en brokken heeft samengevoegd, is de commis-
sie ervan overtuigd dat de heer X zijn huidige rating en toernooiresultaten niet op een eerlijke manier en met eerlijk spel heeft verkregen.

De commissie is het met het feit volledig eens dat het eenvoudigweg niet mogelijk is de speler in Roemenië te zijn met de hoogste rating zonder re-
gelmatig deel te nemen aan de sterkste nationale en of internationale toer-
nooien. Zo'n prestatie zou het resultaat moeten zijn van jaren van hard werken en het spelen van honderden ratingpartijen.

De statuten van de FIDE B.01.0.4 (Internationale titel reglementen) bevat de volgende voorziening:

  • 4. De titels zijn levenslang geldig vanaf de datum waarop deze is toegekend of geregistreerd
  • 0.41 Indien iemand een FIDE titel of rating gebruikt in strijd met de ethische beginselen van het titel- of rating systeem, kan zijn titel worden herroepen op grond van een aanbeveling van de kwalificatie-
    commissie en een definitief besluit van de algemene vergadering.
De commissie is van mening dat de statuten van de FIDE B.01.0.41 in deze zaak van toepassing zijn, en dat de raad van bestuur de nodige bevoegd-
heden heeft om te handelen, wanneer de algemene vergadering niet bijeen is.

De commissie is eveneens van mening dat als vast staat dat de rating van een speler is verkregen op een frauduleuze manier, het onontkoombaar is dat dit gevolgen moet hebben voor de titels die daaraan voorafgaand zijn verkregen.


6. Beslissing

Hierbij geeft de commissie aan de FIDE kwalificatie commissie de volgende aanbevelingen:

  1. De rating van de heer X wordt herroepen en zal niet langer opgeno-
    men worden in de ratinglijst, met uitzondering van de uitslagen ver-
    kregen op het Vidmar Memorial.
  2. De titels van Internationaal Grootmeester (GM) en Internationaal Meester (IM) van de heer X worden herroepen.
  3. De zaak wordt verwezen naar de Ethische Commissie van de FIDE wegens mogelijke strijd met de Ethische Code van de FIDE.
Griekenland, 8 september 2001.

De heer Georgius Makropoulos, plaatsvervangend president van de FIDE
De heer Boris Kutin, continentaal president van Europa
De heer Morten Sand, lid van de raad van bestuur van de FIDE
De heer Bill Kelleher, lid van de raad van bestuur van de FIDE


top  


Verklaring van GM Zurab Azmaiparashvili

Volgens mij is het niet mogelijk de sterkte van een schaker te beoordelen aan de hand van de uitslagen van één toernooi. Echter, in Portoros op het Widmar memorial heeft GM X zijn schaaksterkte niet laten zien in elke partij. Het is duidelijk dat zijn tegenstanders veel sterker waren dan hij. GM X heeft in geen enkele partij zijn eigen stijl laten zien. Het is duidelijk dat hij een aantal computer voorbereidingen heeft gedaan en de openingen kent, maar in het middenspel verloor hij geleidelijk aan zijn positie.

Ik kan niet beoordelen wat zijn echte sterkte is. Te oordelen aan de hand van de resultaten van dit toernooi is het duidelijk dat hij niet de rating van 2600, of 2500 of zelfs 2400 verdient. Indien GM X regelmatig traint, zou hij een niveau kunnen bereiken tussen 2400 en 2500. Maar dit is vandaag de dag mogelijk voor elke schaker, die zelfs een beetje schaaktalent heeft, om dit niveau te bereiken mits die persoon op de juiste manier studeert.

Indien GM X er nog steeds op staat dat zijn rating waard is te behoren tot de top 40 spelers, denk ik dat dat slechts een grap is.

Indien men het mij vraag hoe de heer X zijn rating van 2600 heeft behaald is het volgens mij duidelijk dat dit is gebeurd op een ongeoorloofde manier.

Kallithea, 7 september 2001
GM Z. Azmaiparashvili (handtekening)


Hoe het verder ging

Na deze beslissing heb ik alleen nog maar de volgende informatie gevonden.

  • Een artikel op chesscafé van Lev Alburt & Al Lawrence, Hoisting the Hippopotamus, oktober 2001.

  • Uit de notulen van de presidentiële raad van 23 februari 2003:
    'Tot slot besluit de presidentiële raad unaniem om de Regering en het volk van Roemenië te bedanken voor de warme gastvrijheid die de leden van de presidentiële raad tijdens deze vergadering hebben ontvangen. In het bijzonder bedankt zij de Roemeense minister van Sport, Georgiu Ginagras, en de gastheer de president van de Roe-
    meense Schaakbond, de heer X, voor de uitstekende voorzieningen tijdens deze vergadering. Boekarest, 23 februari 2003.'

  • Uit de bijlage 59 van het 75ste FIDE congres, Calvia, Mallorca, Span-
    je, 21 - 23 oktober 2004: aan de hand van het verslag van de Titels- en Ratingencommissie wordt het congres ingelicht over het feit dat de heer X niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen.

  • Anno september 2008 staat de heer X geregistreerd in de FIDE-ratinglijst als grootmeester met een rating van 2588.

Ik denk dat de FIDE niet kon bewijzen dat de heer X heeft gefraudeerd met het verkrijgen van zijn rating en titels.


© 2008  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot