HOME     SCHAAKRECHT     SCHAAKRECHTSVRAGEN     VRAAG 01-09-2005
ZES VRAGEN OVER 'PROMOTIE'-PROBLEMEN
In een bepaalde klasse van een groot landelijk toernooi doen 150 schakers mee. De volgende promotieproblemen doen zich voor.

Vraag 1

Zes zetten voor de promotiezet zet een speler de klokken stil en zoekt de scheidsrechter. Het duurt vijf minuten voordat de scheidsrechter komt.
De speler vraagt hem of hij een dame van zijn kleur mag ontvangen.

De tegenstander protesteert tegen het stilleggen van de partij. Hij meent dat de partij pas stilgezet mag worden als de pion op het promotieveld staat.
Nu sprake is van hinder vraagt hij of hij twee minuten extra bedenktijd kan ontvangen, en of de verzoekende speler twee minuten bedenktijd in mindering gebracht kunnen worden.

De speler daarentegen verweert zich en zegt dat hij door zo te handelen wil voorkomen dat zijn tegenstander op het moment van de promotiezet profiteert van het stilleggen van de partij. Wat beslist u?


Vraag 2

Als zijn pion het promotieveld heeft bereikt, zet de speler de klokken stil en roept de scheidsrechter. Ondertussen bestudeert de speler de stelling. Als drie minuten later de scheidsrechter komt vraagt de speler een nieuwe dame.

De tegenstander protesteert tegen deze gang van zaken. Hij claimt dat de vragende speler drie minuten vermindering ontvangt van de bedenktijd.
Zijn argument is dat de partij nodeloos is stilgezet nu hij op de volgende zet de nieuwe dame toch slaat.

'De pion had daar rustig kunnen blijven staan onder aankondiging dat dit een dame is, of desnoods had de speler onder dezelfde mededeling een omgekeerde toren kunnen gebruiken. En bovendien kan een blind paard zien dat ik het stuk op de volgende zet zal slaan,' aldus zijn bezwaar.
Wat beslist u?


Vraag 3

Als een pion het promotieveld bereikt, laat de speler deze staan en zegt: 'dame' en kijkt daarbij de tegenstander aan. Daarna brengt hij de klok van de tegenstander in beweging. Deze roept onmiddellijk de tussenkomst in van de scheidsrechter. Hij claimt in de eerste plaats dat de pion een loper moet zijn. Het verweer van de speler is dat de pion een dame is, want dat heeft hij duidelijk aangegeven. Wat beslist u?


Vraag 4

Een speler plaatst op het promotieveld een omgekeerde toren en verklaart duidelijk dat dit een dame is. De tegenstander stoort zich hieraan en roept de tussenkomst in van de scheidsrechter. Hij claimt dat de omgekeerde toren hem hindert.

De scheidsrechter wijst de claim van hinder af. De speler vindt deze beslissing onjuist. Hij tekent bezwaar aan bij de competitieleider. Wat moet de competitieleider beslissen? En wat de commissie van beroep? En hoe toetsen zij, marginaal of volledig?


Vraag 5

Op een landelijk jeugdtoernooi gebeurt het volgende. Een jeugdspeler doet a7-a8. Omdat hij al een witte dame op het bord heeft staan, pakt hij een witte toren en zet die op zijn kop. Want op zijn club is dat praktijk. En zijn jeugdleider heeft hem geleerd dat dat mag.

Als hij de klok van de tegenstander in gang heeft gezet, roept deze de tussenkomst in van de scheidsrechter. Hij heeft namelijk van zijn jeugdleider die de FIDE-regels strikt naleeft, wat anders geleerd. Namelijk een omge-
keerde toren is geen dame maar een toren!

Een geweldig tumult volgt. Beide jeugdspelers zijn vervolgens volkomen van slag. Maar zij niet alleen, ook de teamgenoten, ouders en begeleiders zijn in rep en roer. De beschuldigingen over en weer zijn niet mis. De scheids-
rechter kijkt radeloos toe en gaat de hoofdscheidsrechter halen. Na vijf minuten komen ze beiden terug. Het aantal omstanders is inmiddels verdubbeld.

Hoe lost de hoofdscheidsrechter deze patstelling op? En hoe luidt de beslissing van de competitieleider indien een van de beide spelers bezwaar aantekent, en hoe oordeelt de commissie van beroep? Hoe toetsen zij: marginaal of volledig?


Vraag 6

Variant op schaakrechtsklucht Hoogovenstoernooi. Als de pion van Hans Ree het promotieveld heeft bereikt pakt hij een omgekeerde toren, plaatst die op het veld en zegt duidelijk waarbij hij zijn tegenstander Najdorf aankijkt: 'this is a queen' en brengt de klok van Najdorf in beweging.

Die roept de tussenkomst van de scheidsrechter in en claimt dat op grond van de regel 'touch move' (aanraken is zetten) de omgekeerde toren geen dame is maar een toren. Wat beslist u? En hoe toetsen de competitieleider en de commissie van beroep: marginaal of volledig?


Geef uw mening

Laat het ons weten. Iedereen kan meedoen, ook de ouders/verzorgers van jeugdspelers, en bezoekers van de website van Botwinnik.

Uw reacties - indien u dat aangeeft geanonimiseerd - worden zoveel moge-
lijk verwerkt in een artikel dat in oktober op deze pagina wordt geplaatst.
Neem de uitdaging aan! Stuur uw oplossing vóór 30-09-2005 aan de auteur.
mailPieter de Groot


Dien een vraag in

Heeft u een scheidsrechterlijke kwestie die u wilt zien als schaakrechtsvraag van de maand, mail deze naar Pieter de Groot.
mailPieter de Groot


© 2005  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
ANTWOORD
Hier komt medio okto-
ber 2005 het artikel van Pieter de Groot, waarin uw reacties zijn verwerkt.


EXTRA ARTIKEL
Op deze website staat een omvangrijk artikel over 'de omgekeerde toren'.

Lees verder  

WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtsvraag zeer op prijs. Neem de uitdaging aan. Let op! Iedereen kan meedoen.

mailPieter de Groot