DE OPKOMST VAN DE SOEVEREINE PRESIDENT IN DE SCHAAKWERELD |
Inleiding Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: recht raakt mensen. Justitie grijpt vaak diep in in het persoonlijk leven van burgers. Niet voor niets is de aan- dacht van media, politiek en samenleving voor het werk van Justitie groot. Terecht. In samenwerking met de universiteiten van Leiden en Amsterdam heeft Jus- titie in 2006 en 2007 een serie discussiemiddagen georganiseerd over Recht, Justitie en Maatschappij. Het ging om een bezinning op regels en principes die aan de rechtsorde ten grondslag liggen. Zestien sprekers hielden over even zoveel middagen een inleiding. Na afloop van de serie is per inleiding aan twee of drie ambtenaren van Justitie ge- vraagd om een reactie. Die reactie was een vrije opdracht: het mocht ook een associatieve reactie zijn. De inleidingen met de reacties zijn vervolgens in een boek gebundeld. Op 17 maart 2008 is dat boek onder de titel 'Denkwerk' tijdens een bijeen- komst aangeboden aan de minister van Justitie, dr. Ernst Hirsch Ballin, en aan de staatssecretaris van Justitie, mr. Nebahad Albayrak. Prof. dr. Frank Ankersmit, hoogleraar intellectuele en theoretische geschie- denis aan de Rijksuniversiteit Groningen, heeft een inleiding gehouden over 'Soevereiniteit vroeger en nu'. Op die inleiding heb ik een reactie geschre- ven, getiteld 'De opkomst van de soevereine president in de schaakwereld'. Daarbij heb ik aansluiting gezocht bij een aantal elementen dat in het betoog van Ankersmit aan de orde is gekomen: het ontstaan, het einde van de Middeleeuwen met grote veranderingen, de Franse revolutie en een Carl Schmitt regel. Ik heb willen aangeven, dat soevereiniteit ook een begrip is dat in de sportwereld van belang is. Van de redactie van 'Denkwerk' mocht de tekst van mijn reactie niet langer zijn dat de helft van het aantal woorden van de inleiding van Ankersmit. Daar heb ik mij precies aan gehouden. De opkomst van de soevereine president in de schaakwereld Men vermoedt dat het schaakspel omstreeks 600 na Chr. in oud Perzië, tegenwoordig Noord-India, is ontstaan. De loop van de stukken was anders dan die van vandaag. De stukken gaan trager. Zo gaat de dame in het spel slechts één stap diagonaal, de olifant eveneens en hij kan over een stuk springen. Het schaakspel is populair; eeuwige roem verwerft men immers door spelen. Er zijn veel gokhuizen waar wordt geschaakt. Daarbij vervult de pander of bookmaker de functie van scheidsrechter en die van het innen en uitbetalen van de weddenschap. [1] In een oud Arabisch gedicht komt het verhaal voor van een edelman die schaakt tegen een sterke speler en daarbij een weddenschap sluit. Tijdens de partij wordt het bod steeds verhoogd, totdat hij uiteindelijk zijn geliefde Dilaram inzet. Op een gegeven moment ziet de stelling er als volgt uit. De edelman met wit is aan zet, maar zijn tegenstander dreigt op zijn eerstvol- gende zet met mat in één: toren b8-a8, of toren b2-a2. Wit dreigt te ver- liezen. Dilaram roept uit: 'Offer je twee torens, maar redt mij.' 1. Toren h4-h8+, Koning g8xh8. 2. Olifant h3-f5+ (aftrekschaak), Tb2-h2. 3. Th1xh2+, Kh8-g8. 4. Th2-h8+, Kg8xh8. 5. pion g6-g7+, Kh8-g8. 6. Paard g4-h6, mat. De edelman heeft gewonnen. Sinds de achtste eeuw verspreidt het schaakspel zich over de wereld. Via Perzië, Noord-Afrika en Spanje komt het schaakspel omstreeks het jaar 1000 in Nederland. Aan het einde van de Middeleeuwen wordt de samenleving in een snel tempo ingewikkelder. De handelscontacten intensiveren. En ook het schaakspel ondergaat in de Nieuwe Tijd een metamorfose. De dame wordt het machtig- ste schaakstuk: zij gaat horizontaal, verticaal en diagonaal. De olifant wordt een loper en gaat diagonaal. De promotie, de rokade en de en passant regel worden ingevoerd. Het spel gaat sneller. Er verschijnen schaakboeken. Het 'Café de la Régence' is een schaakcafé in Parijs. d'Alembert, Diderot, Benjamin Franklin, François Philidor, Robespierre, Rousseau en Voltaire ('een slecht verliezer') schaken daar. Na de partij discussiëren zij over de onmacht van de soeverein, over het koppige conservatisme, over de vol- strekte onafhankelijkheid van de rechter en over het verzet van rechters tegen noodzakelijke hervormingen langs legale weg. Later zal Donner con- cluderen dat daardoor 'de Revolutie vrijwel onafwendbaar is'. [2] Trouwens, ook Napoleon komt vaak in dat café. Na de revolutie is de militaire dienstplicht op democratische wijze ingevoerd; een mogelijkheid waarover de soevereine vorst nooit heeft beschikt. 'Een jongen kun je wel uit het dorp halen, maar het dorp niet uit de jongen,' er- vaart Napoleon. Het is maar goed dat het schaakspel een aangenaam tijd- verdrijf is voor sommigen, want een half miljoen jongens, mannen, vrouwen en baby's van het Franse leger overleeft de barre tocht in Rusland niet. Spoorlijnen worden in het midden van de negentiende eeuw aangelegd. Het internationale verkeer komt op gang. Ook de schakers reizen. Dan blijkt dat er regionale verschillen bestaan over de schaakregels [3]. Er bestaat be- hoefte aan uniformiteit. Schaaktijdschriften publiceren locale regels, die als voorbeeld dienen voor verenigingen. En dan in 1924 richt mr. Alexander Rueb, advocaat in Den Haag, de wereld- schaakbond, de FIDE, op. Het is het begin van een rechtsorde met een sys- teem van één land, één stem. Van 1924 tot 1949 is Rueb de eerste presi- dent. Euwe [4] regeert van 1970 tot 1978. Hij reist de wereld rond en be- zoekt talloos veel landen. Overal waar hij komt spreekt hij met politici over schaken. Het aantal lidstaten breidt zich uit tot meer dan honderd. En als het te laat is, realiseert Euwe zich dat de bepaling in de statuten over de zwaarte van de stem niet meer gewijzigd kan worden. Zo weegt de stem van Aruba even zwaar als die van Amerika. Florencio Campomanes is de vijfde president. Onder zijn bewind van 1982 tot 1995 treden vijftig nieuwe landen toe. En verdwijnt veel geld uit de kas van de FIDE. Men vermoedt dat de president dat gebruikt heeft voor het kopen van stemmen van arme landen voor zijn herverkiezingen [5]. De FIDE wordt geteisterd door schandalen en wordt bestuurd als een bananen- republiek [6], vol met intriges. Inmiddels is de FIDE uitgegroeid tot een omvangrijke wereldorganisatie. Eens in de vier jaar komt het hoogste orgaan, de Algemene Vergadering (het congres), bijeen met vertegenwoordigers uit de 161 lidstaten. Eens per jaar vergadert een raad van bestuur, onder voorzitterschap van de presi- dent. Enkele malen per jaar komt de presidentiële raad bijeen. In november 1995 dwingt het congres in verband met financiële malversa- ties Campomanes tot aftreden. Een voor de afgevaardigden onbekende multimiljonair wordt als reddende engel met overweldigende meerderheid benoemd tot opvolger. Pas later rijzen de twijfels. Het blijkt dat hij Zijne Excellentie Kirsan Ilyumzhinov is, geboren 1962. Sinds 1993 op democra- tische wijze tot president gekozen van Kalmukkië. Een land met 300.000 straatarme inwoners bij de Kaspische zee, ten noorden van Tsjetsjenië. Tijdens de verkiezingen heeft hij iedereen die op hem stemt honderd dollar beloofd. Een belofte die hij niet nakomt, omdat het een verkeerd begrepen grap was. Na zijn eerste honderd dagen als president ontvouwt hij zijn plannen, o.a.: 'Vijf minuten te laat op kantoor? Dan bent u om te beginnen uw premie kwijt en uw baan als het nog een keer voorkomt.' [7] In 1994 geeft hij de soevereiniteit van Kalmukkië op en schaft hij de Grond- wet, de Opperste Sovjet en de kleinere sovjets af. 'In mijn land is er maar één die aan politiek kan doen, dat ben ik. De andere mannen moeten wer- ken, de vrouwen moeten kinderen krijgen en de kinderen moeten schaken,' aldus Ilyumzhinov [8]. Hij kan overigens toe met drie tot vier uur slaap per dag. Net als onder Campomanes houdt de FIDE zich onder Ilyumzhinov niet aan haar regels. Regels over wereldkampioenschappen blijven tijdens een cyclus veranderen. Het is alsof men tijdens de voetbalwedstrijd de doelpalen ver- plaatst. In 2006 vindt in de hoofdstad van Kalmukkië, Elista, het wereldkampioen- schap schaken plaats tussen Topalov en Kramnik. Zoals contractueel afge- sproken en gebruikelijk bij een wereldkampioenschap heeft elke speler een eigen rustkamer met een toilet. De hoofdscheidsrechter kan op zijn beeld- scherm zien wat iemand in die rustkamer doet. Topalov komt er achter dat zijn tegenstander onwaarschijnlijk vaak het toilet bezoekt. Direct beschuldigt hij de ander van fraude: Kramnik raadpleegt op zijn toilet een schaakcom- puter. Naar aanleiding van het beroep van Topalov beslist - op advies van de pre- sident - de commissie van beroep dat de privé toiletten van de spelers ge- sloten moeten worden. De commissie bestaat overigens uit bekenden van Topalov. Kramnik accepteert de beslissing niet. Als namelijk een speler begint met toe te geven aan zijn tegenstander - zelfs over de geringste wijzigingen in de regels - komt hij op een hellend vlak dat kan leiden tot psychologische onderwerping. Kramnik weigert verder te spelen, wat hem een verliespartij oplevert. De pers schrijft van een 'toiletgate'. Dan brengt artikel 3.23.1 van de toernooiregels van dat wereldkampioen- schap uitkomst. Het is een Carl Schmitt regel [9]. Deze luidt: 'Indien er op elk moment tijdens de geldigheidsduur van de toepassing van deze regels, een kwestie speelt die niet is geregeld of er een onvoorziene gebeurtenis is, wordt deze voorgelegd aan de presidentiële raad, of aan de president van de FIDE, voor een definitieve beslissing.' [10] De president slaagt erin de beide spelers de resterende elf partijen te vervolgen. Kramnik wint uiteindelijk het kampioenschap. Wereldwijd zijn er 600 miljoen schakers, van wie er zeven en een half mil- joen zijn aangesloten bij een schaakvereniging. Er is geen enkele sport die zo toegankelijk is als schaken: arm en rijk, jongen of meisje, iedereen kan het spelen. Een schaakbord en stukken. Het succes in de sloppenwijk Har- lem, waar duizenden kansarme kinderen schaken. Waar meisjes die nor- maal gesproken niet met jongens mogen omgaan wel met jongens mogen schaken. Schaken als uitgaansmogelijkheid, abstract denken, het nemen van beslissingen al dan niet onder tijdsdruk, verantwoordelijk zijn voor eigen beslissing, vooruitzien, rekening houden met tegenstander, voorzichtig zijn, bevorderen van probleemoplossend vermogen, kansen grijpen, verlies werkt karaktervormend, ontplooiing, emancipatie, etc. Want het leven is een soort schaakspel [11]. [1] De 'tablegero', de 'stakeholder' of de beheerder van de pot moet altijd de winnaar betalen. Desnoods uit eigen zak als blijkt dat het vermogen van de verliezer ontoereikend is om uit te betalen. De winnaar betaalt de pander een percentage van de winst, het pandrecht. [2] J.P.H. Donner, jaarvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak 29 november 2002. [3] Zo is in China het schaakspel geëvolueerd tot het zgn. Chinees schaak- spel. [4] Max Euwe, Amsterdam 1901 - Amsterdam 1981, wereldkampioen van 1935 - 1937. [5] Jan Timman, Schaakzaken, Aan de vooravond van Campomanes' her- verkiezing, blz. 135 e.v. [6] Hans Ree, Schitterend schaak, Khan van Kalmukkië, blz. 91. [7] De Volkskrant 2 augustus 1993 'Mijn eerste honderd dagen als president van Kalmukkië'; Ree, idem blz. 94. [8] Hans Ree, idem, blz. 92. [9] Vgl. F. Ankersmit, Soevereiniteit vroeger en nu. [10] Als de hoofdscheidsrechter in de omstreden, vijfde ronde op grond van deze regel zich onbevoegd had verklaard en het geschil had verwezen naar de president was de 'toiletgate' in de kiem gesmoord. [11] Benjamin Franklin, the Morals of Chess, 1779 © 2008 Pieter de Groot |
WILT U REAGEREN? |
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen. Pieter de Groot |