VIA DE SCHEIDSRECHTER SPREKEN |
Inleiding Op het wereldkampioenschap tussen Anand en Topalov in Sofia gedraagt Topalov zich overeenkomstig de Sofia-regels. In de eerste plaats weigert hij tijdens de partij tegen zijn tegenstander te praten, voorts biedt hij geen re- mise aan, verder weigert hij een remiseaanbod te aanvaarden, in de vierde plaats gaat hij alleen akkoord met remise wanneer er sprake is van drie- maal dezelfde stelling of bij een theoretische remise stelling en is tot slot is in die twee gevallen een remiseaanbod slechts toegestaan via de hoofd- scheidsrechter. Het gevolg is dat het kampioenschap geen snelle remises kent en dat de partijen lang duren. In dit artikel schenk ik aandacht aan het verbod tegen de tegenstander te praten, aan de regel dat uitsluitend remise kan worden aangeboden via de scheidsrechter. Ik doe dat door anderen over de feiten zo veel mogelijk aan het woord te laten. Dan krijgt de lezer ook een beter beeld. Zo blijkt dat er een verschil is tussen de waarden en normen op een wereld- kampioenschap en die op andere toernooien. Dat laat dit kampioenschap wel zien. Ook bestaat er wellicht een verband tussen de handdruk voorafgaand aan de partij en het praten. Toen Karpov tegen Korchnoi zei dat hij hem niet de hand zou schudden, reageerde Korchnoi door te zeggen dat hij dan ook niet met hem wilde praten. Het omgekeerde ligt dan ook voor de hand ook. Als Anand en Topalov zich realiseren dat zij niet met elkaar mogen praten is dat misschien de reden waarom zij onbewust aan het einde van de derde partij ook geen handdruk hebben gegeven. Tot slot wordt de vraag behandeld of een hoofdknik een remiseaanbod kan zijn. En, of daarop concreet moet worden beantwoord. Bij dat antwoord gaat het om de feiten, en om wat de spelers over en weer van elkaar hebben mogen begrijpen. Overzicht van paragrafen: 1. Interview Danailov 2. De derde ronde wereldkampioenschap 2010 3. De hoofdknik van Korchnoi in 1978 4. Geen handdruk aan het einde van de derde partij 5. Niet praten tegen de tegenstander 6. De scheidsrechter als een loopjongen 7. Een slecht functionerende robot 8. Psychologische druk 9. De hoofdknik in de vijfde ronde in 2010 10. De hoofdknik en de uitgestoken hand 11. De Sofia-regels 12. Doorspelen 1. Interview Danailov In mijn artikel 'Is schaken een sport' heb ik geschreven over de Sofia-regels. Die regels luiden: a. Tijdens de partij mogen de spelers niet met elkaar praten. b. Een speler mag geen remiseaanbod direct richten tot zijn tegenstander. c. Een remiseaanbod is slechts toegestaan door tussenkomst van de hoofd- scheidsrechter. d. Een remiseaanbod mag bovendien uitsluitend in de volgende drie gevallen worden gedaan: - driemaal dezelfde stelling - eeuwig schaak - en theoretische remise stellingen. e. Om te bepalen of sprake is van een theoretische remisestelling moet de scheidsrechter het advies inwinnen van een grootmeester. Voorafgaande aan het wereldkampioenschap tussen Anand en Topalov in 2010 hebben de Bulgaren uitvoerig onderhandeld met Anand over de toe- passelijkheid van de Sofia-regels op dat kampioenschap. Aruna Anand, de gemachtigde van Anand, weigerde de Sofia-regels te aanvaarden, en wens- te uitsluitend akkoord te gaan met de geldende FIDE-regels. Danailov, de gemachtigde van Topalov, was over deze weigering zeer te- leurgesteld. In een interview zegt hij onder meer dat Topalov tijdens het kampioenschap Anand geen remise zal aanbieden, noch een remiseaanbod van Anand zal aanvaarden en ook niet tegen Anand zal spreken. Zie ook: Is schaken een sport? Lees verder In de derde ronde van het wereldkampioenschap ontstaat op de 33ste zet een remisestelling. Of dit een theoretische remisestelling is in de zin van de Sofia-regels weet een scheidsrechter niet. Want het is niet een scheidsrech- ter die daarover gaan, maar een grootmeester die daarover moet advise- ren. In de derde ronde past Topalov de Sofia-regels toe en Anand de FIDE-regels. Dat levert een komische situatie op. 2. De derde ronde wereldkampioenschap 2010 Wit: Veselin Topalov (2805) Zwart: Viswanathan Anand (2787) Sofia, Anand-Topalov wereldkampioenschap 27 april 2010 Derde ronde Susan Polgar, Topalov - Anand g3 LIVE commentary 27 april Gert Ligterink, De Volkskrant 28 april Hans Ree in NRC 28 april. 1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 dxc4 5.a4 Lf5 6.Pe5 e6 7.f3 c5 8.e4 Lg6 9.Le3 cxd4 10.Dxd4 Dxd4 11.Lxd4 Pfd7 12.Pxd7 Pxd7 13.Lxc4 a6 14.Tc1 Tg8 15.h4 h6 16.Ke2 Ld6 17.h5 Lh7 18.a5 Ke7 19.Pa4 f6 20.b4 Tgc8 21.Lc5 Lxc5 22.bxc5 Tc7 23.Pb6 Td8 24.Pxd7 Tdxd7 25.Ld3 Lg8 26.c6 Td6 27.cxb7 Txb7 28.Tc3 Lf7 29.Ke3 Le8 30.g4 e5 31.Thc1 Ld7 32.Tc5 Lb5 33.Lxb5 axb5 Gert Ligterink: 'De vrede kon zonder bezwaar getekend worden, toen Anand bij de 32ste zet afwikkelde naar een elementair gelijkstaand toreneindspel. In elke an- dere match uit het verleden zou op dat moment onmiddellijk tot remise zijn besloten, maar ditmaal ging dat niet. In deze tweekamp gelden de door To- palov verordonneerde Sofia-regels, die niet toelaten dat spelers tijdens een partij met elkaar spreken. Dat Anand niet akkoord wenste te gaan met deze rigide, voor een WK-match volstrekt ongeschikte, beperking is irrelevant. Wat telt is dat Topalov zich eraan wenst te houden. En dus ging in een vol- strekt dode remisestelling een partij tussen twee van 's werelds sterkste spelers nog geruime tijd door,' aldus Ligterink. Hans Ree: 'Na 33 zetten was er niets meer te beleven, maar Topalov is ervan overtuigd dat in Sofia de 'Sofia-regels' gelden, die zeggen dat de spelers niet recht- streeks remise aan mogen bieden. Anand houdt het erop dat de gewone regels van toepassing zijn, dus in feite spelen ze volgens verschillende re- gels. Er werden nog dertien zinloze zetten gedaan,' aldus Ree. 34.Tb1 b4 35.Tb3 Ta6 36.Kd3 Tba7 37.Txb4 Txa5 38.Txa5 Txa5 39.Tb7+ Kf8 40.Ke2 Ta2+ (eerste maal) Susan Polgar: 'Op zijn beurt zat de Indiër comfortabel en deed hij geen poging om remise aan te bieden. Op de 40ste zet was de stelling zo remise als maar kan zijn, en ging Topalov naar de scheidsrechter om remise voor te stellen. Daarbij negeerde Topalov Anand volkomen. De Sofia-regels gelden slechts voor en- kele toernooien. Ze maken geen deel uit van de regels of reglementen van het wereldkampioenschap. De scheidsrechter kwam bij de tafel, maar Anand bleef naar het bord kijken en deed een zet, en wees daarbij het remise- aanbod af. Zodoende moest Topalov gaan zitten en verder gaan spelen,' aldus Polgar. 41.Ke3 Ta3+ 42.Kf2 Ta2+ (tweede maal) 43.Ke3 Ta3+ 44.Kf2 Ta2+ (derde maal) 45.Ke3 Ta3+ 46.Kf2 remise. De stellingen 41 wit, 43 wit en 45 wit zijn driemaal dezelfde, evenals 41 zwart, 43 zwart en 45 zwart. En 42 wit, 44 wit en 46 wit. Viermaal driemaal dezelfde stelling in één partij. 3. De hoofdknik van Korchnoi in 1978 Wit: Anatoly Karpov Zwart: Victor Korchnoi Wereldkampioenschap Baguino City 13 januari 1978 Twaalfde ronde 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0-0 Pxe4 6. d4 b5 7. Lb3 d5 8. dxe5 Le6 9. De2 Le7 10. Td1 0-0 11. c4 bxc4 12. Lxc4 Lc5 13. Le3 Lxe3 14. Dxe3 Db8 15. Lb3 Pa5 16. Pe1 Db6 17. Dxb6 cxb6 18. f3 Pxb3 19. axb3 Pc5 20. b4 Pd7 21. Pd3 g5 22. Pc3 Tfc8 23. Pf2 d4 24. Pe2 d3 25. Pxd3 Lc4 26. Pg3 Lxd3 27. Txd3 Pxe5 28. Td5 Pg6 29. Txg5 Tc2 30. b3 Tb2 31. Pf5 Txb3 32. h4 Kf8 33. h5 Pe7 34. Pxe7 Kxe7 35. Te1+ Kf8 36. Te4 a5 37. Teg4 Ke7 38. bxa5 Txa5 39. h6 Txg5 40. Txg5 b5 41. Tg7 Tb1+ 42. Kh2 Td1 43. Txh7 Td8 44. Tg7 Th8 Remise. Op een forum geeft iemand de volgende toelichting voor het mogelijke ver- volg: 45. h7 Kf8 46. Tg4 Txh7+ 47. Kg1 Tb6 48. Tb4 en remise. Nu is er in de achtste ronde van dat kampioenschap een conflict geweest. Toen Korchnoi aan het begin van de partij zijn hand heeft uitgestoken, wei- gert Karpov die te schudden, en zegt: 'Nooit! Maar dan ook nooit zal ik je hand schudden!'. Dit legt de woordvoerder van Karpov ook uit tijdens de persconferentie. Daarop antwoordt Korchnoi dat de spelers dan ook niet meer met elkaar zullen praten. 'En een remiseaanbod kan alleen gebeuren via de scheids- rechter,' aldus Korchnoi. Karpov weigert deze regel te aanvaarden, omdat die zou leiden tot problemen. En hij zou zijn gelijk krijgen in de twaalfde partij. Als in de twaalfde partij de partij wordt afgebroken, biedt Karpov direct remise aan aan Korchnoi. Met een hoofdknik geeft Korchnoi te kennen dat Karpov dat moet doen via de scheidsrechter, Lothar Schmid. Echter, Karpov trekt zijn schouders op en verlaat de speelzaal. Nadat Korchnoi zijn zet in een verzegelde envelop heeft afgegeven, geeft hij deze aan Schmid en klaagt erover dat Karpov hem direct een remiseaanbod heeft gedaan. Schmid begrijpt dit verkeerd en denkt dat Korchnoi een remiseaanbod wil doen. Schmid legt het aanbod voor aan Karpov, die dat de volgende dag aanvaardt. Wanneer Schmid aan Korchnoi vertelt dat zijn aanbod is aange- nomen, is Korchnoi erg verbaasd. Toch gaat Korchnoi akkoord met remise om te voorkomen dat Schmid in verlegenheid wordt gebracht. 4. Geen handdruk aan het einde van de derde partij De handdruk voorafgaande aan de derde partij Nadat aan het eind van de derde partij Anand en Topalov de notatieformu- lieren hebben getekend, vertrekken ze zonder elkaar de hand te schudden. 'Ze gaven elkaar op dat moment geen hand. Moest dat worden gezien als een teken van de vijandschap die, als hij aan het begin al niet aanwezig is, heel makkelijk ontstaat tijdens een tweekamp om het wereldkampioen- schap? Op de persconferentie na de partij werd duidelijk dat ze het gewoon verge- ten waren, al grapte Anand dat het gebruikelijke handen schudden in Sofia misschien ook door de wedstrijdleider moet worden gedaan,' aldus Hans Ree NRC van 28 april 2010. ChessVibes. Op de persconferentie vraagt GM Ian Rogers aan Anand: 'Was dit de eerste partij tussen u beiden die is geëindigd zonder elkaar de hand te schudden?' Anand: 'Voor het begin van de partij hebben we elkaar de hand geschud (glimlach). Misschien moet dat ook via de scheidsrechter.' Het voorbeeld van Karpov - Korchnoi 1978 laat zien dat er een verband be- staat tussen de handdruk en het praten. Geen handdruk? Dan ook niet met elkaar praten. Het omgekeerde ligt dan ook voor de hand ook: mogen we niet met elkaar praten? Dan aan het eind ook geen handdruk. Ik denk dat dit onbewust in de derde partij bij Anand en Topalov een rol heeft gespeeld. Het lijkt me voer voor psychologen. Waar het om gaat is dat als iemand zegt met de tegenstander niet te willen praten dat hij bij die ander emoties oproept. Actie is reactie. 5. Niet praten tegen de tegenstander Volgens de Sofia-regels mogen spelers niet met elkaar praten. Er zijn meer mensen die menen dat een speler niet met een tegenstander mag praten. Vooral Gijssen hangt die opvatting aan. Zo is er het voorbeeld dat een speler op een toernooi tegen de tegenstander meedeelt dat de tussentijdse norm is gehaald en dat de klokken moeten worden bijgesteld. Dat is fout, zegt Gijssen. 'Een speler mag niet praten tegen de tegenstander, behalve bij het aanbieden van remise, het claimen van een reglementaire nul etc.', vergelijk Gijssen, december 2003, My cell phone vibrates! Een ander voorbeeld is het zeer storend hoesten van speler over het bord. Gijssen stelt dat de tegenstander daar niet op directe wijze iets van mag zeggen. De tegenstander moet niet de scheidsrechter, maar de toernooi- directeur (!) inschakelen. Die directeur moet diplomatiek iets zeggen tegen de speler die hindert. Want, 'het direct praten tegen de tegenstander wordt namelijk beschouwd als hinderen,' vergelijk Gijssen, juli 2004, Swiss Master for Windows is available! Ook is er een speler die zich in de clubcompetitie (!) storend gedraagt door met zijn vinger op het bord te tellen hoeveel zetten zijn koning moet doen in een bepaalde variant. Ook daarin is Gijssen resoluut: 'Hoewel de speler ver- moedelijk niet bedoelde te hinderen, was dat wel zo. Het gedrag is geen vals spelen. De speler had de klokken moeten stilzetten, de tussenkomst van de scheidsrechter moeten inroepen, en hem moeten vertellen wat er aan de hand is. Praat nooit tegen de tegenstander,' beweert Gijssen, april 2005, Those Cheating Ways. Gijssen vindt de Sofia-regels niet zo revolutionair als zij lijken. De enige re- gel die afwijkend is, is dat de spelers niet met elkaar mogen spreken. Dat staat niet in de FIDE-regels, maar er niets tegen dat verbod. Gijssen kan zich enkele wereldkampioenschappen herinneren waar een remiseaanbod altijd werd gedaan via de scheidsrechter. 'Het enige punt is dat een remise- aanbod de goedkeuring van de scheidsrechter nodig heeft, en ik kan me voorstellen dat in bepaalde gevallen dat aanbod moet worden verboden,' vergelijk Gijssen, juli 2005, Arbitrating Draws. Mijn commentaar Voor Gijssen zijn de waarden en normen van professionals bepalend. Die past hij ook toe op gevallen die zich voordoen op een club-, een regionale-, een landelijke- of een internationale competitie. Het maakt voor hem niet uit, er is geen verschil. Echter, die opvatting van Gijssen is onjuist. Hinderen - het praten tegen de tegenstander - is nu eenmaal afhankelijk van tijd en plaats. Het toepassen van de waarden en normen die Gijssen hanteert, levert in de amateurschaak natuurlijk spanning op. Want, ik kan niet verbieden dat schakers tegen el- kaar praten tijdens een wedstrijd in de regionale bond. Daar gebeurt het gewoon. En is het heel gezellig. Maar het is ook heel effectief. Als een speler zelf de tegenstander op zijn hinderlijk gedrag aanspreekt is dat positief. 'Neem me niet kwalijk, maar wil je voortaan niet het bord volhoesten?' Gijssen beschouwt schakers als wat- jes met een tere ziel over wie papa scheidsrechter moet waken. Naar mijn mening mag een schaker echt wel beschikken over enige assertiviteit. In ieder geval verklaart Topalov dat hij op het wereldkampioenschap alleen een remiseaanbod zal doen via de scheidsrechter. 'Dit was besloten voordat het kampioenschap was begonnen. Ik weet niet waarom u daar naar vraagt,' zegt hij op een persconferentie. Daarop verduidelijkt de persofficier Antoaneta Stefanova voor de pers: 'Volgens de regels kunnen de twee spelers niet met elkaar praten. Ze moe- ten via de scheidsrechter met elkaar praten,' aldus Stefanova. 6. De scheidsrechter als een loopjongen Zolang het remiseaanbod via de scheidsrechter leidt tot een positief resul- taat, zullen sommige scheidsrechters de regel prachtig vinden. Het geeft hun functie status. Echter, anders wordt het wanneer de tegenstander zwijgt en gewoon een zet doet. Precies zoals het mag van de FIDE-regels. Prachtig vind ik zo'n afwij- zing! De scheidsrechter staat daar voor schut. Hulde voor Anand! Waar het om gaat is, dat de hoofdscheidsrechter zich niet moet gedragen als een loopjongen voor de schakers. De scheidsrechter had tegen Topalov moeten zeggen: 'Op dit toernooi gelden niet de Sofia-regels, maar de FIDE-regels. U kunt zelf uw aanbod direct richten tot uw tegenstander. U zegt heel gewoon: 'Ik bied remise aan.' Zo eenvoudig gaat dat. Probeer het maar. U kunt het wel.' Ik denk dat Lothar Schmid, de grootste scheidsrechter van de vorige eeuw, zoiets wel had gezegd. En dat Topalov vervolgens zonder problemen naar zijn bord terug was gegaan. Zo is de persoon van de scheidsrechter, diens gezag, bepalend voor zijn optreden. Maar de meeste arbiters beschikken niet over zo'n natuurlijke uitstraling. Zij durven niet 'nee' te zeggen tegen een topschaker. Nou ja, het is ook moei- lijk. Een onzekere scheidsrechter is bang voor een rel op het wereldkampi- oenschap. En dat is iets wat een scheidsrechter koste wat kost moet zien te voorkomen. Een scheidsrechter moet de-escalerend optreden. Heel de schaakwereld kijkt namelijk toe. Vandaar dat een scheidsrechter laat zien dat hij weet hoe het hoort. En schikt een scheidsrechter zich naar de sterallures van de top- spelers. Zo is de scheidsrechter er om de spelers te pleasen. En is het de scheidsrechter 'waarlijk een eer en een groot genoegen' de gevraagde boodschap over te brengen. 'Zo is hij lekker belangrijk,' zou een jeugdspeler zeggen. Echter, als een scheidsrechter zich voor zoiets leent, moet men zich ervan bewust zijn dat op een wereldkampioenschap andere waarden en normen gelden. Zo moeten de amateurs (schakers en scheidsrechters) niet menen dat die waarden en normen voor hen ook gelden. Het is een misverstand te menen dat zij zich ook zo mogen gedragen, of horen te gedragen. Dit laat zien dat er een verschil is tussen de waarden en normen op een wereld- kampioenschap en elders. 7. Een slecht functionerende robot GM Sergey Shipov is een van de commentatoren die op internet commen- taar levert op de partijen van het wereldkampioenschap. Shipov: '32. Tc5 Lb5 ... De partij krijgt het karakter van een dode remise stelling. De meest interessante vraag rijst, hoe komen de spelers tot remise? We herinneren ons de harde onderhandelingen voorafgaande aan het kampioen- schap over de 'Sofia regels' en we weten dat de beslissing om tot remise te komen moet gebeuren door tussenkomst van de scheidsrechter. Volgens mij een zinloos vormvoorschrift. Waarom kan in een duidelijke remisestelling een van de spelers de ander geen remise aanbieden? Zo is het altijd ge- beurd voor vele jaren. ... Zulke vernieuwingen lijken niet doelmatig te zijn.' '43. ... Ta3+ 44. Kf2 Ta2+ Eindelijk komt de scheidsrechter bij het bord en maakt een einde aan deze dwaasheid. REMISE! Het slot bederft mijn goed humeur en bederft het schaakfestival. Omdat het initiatief van deze anti-remise regel voor rekening komt van de Bulgaren moeten zij hierop een antwoord geven. Wat er is gebeurd, is duidelijk disrespect voor de tegen- stander en voor de gehele schaakwereld,' aldus Shipov. Op dt forum geeft een anoniem persoon een reactie op het commentaar van Shipov: 'Ik moet zelf bekennen dat ik het slot geestig vond! Topalov lijkt op een slecht functionerende robot die de regels moet volgen die absoluut geen enkele zin hebben.' Ik herken me wel in het commentaar van de anonieme schrijver. Ook ik vond het vermakelijk. De vergelijking met de robot is treffend gevonden. En de manier waarop Topalov met de Sofia-regels omgaat doet me denken aan de manier waarop sommige toonaangevende arbiters met de FIDE-regels omgaan. 8. Psychologische druk Tijdens een wereldkampioenschap wordt veel geprobeerd de ander psycho- logisch de baas te zijn. Dat gebeurt al eeuwenlang op zoveel kampioen- schappen. 'Het hoort allemaal bij de kunstmatige oorlogsstemming die Topalov en zijn manager Danailov hebben opgewekt. In de Bulgaarse pers hebben zij Anand neergezet als een arrogante wereldkampioen,' aldus Gert Ligterink in De Volkskrant van 28 april 2010. Ik meen overigens dat Topalov en Danailov integere bedoelingen hebben gehad om van het schaakspel weer echt een schaaksport te maken. Per slot van rekening bestaan de Sofia-regels als vele jaren. Het is een onderdeel geworden van hun denken. Maar wat ook verder van zij, scheidsrechters kennen het verschijnsel van psychologische druk wel. Want, conflicten horen bij het leven, en conflicten horen bij een kampioenschap. In zo'n geval heeft een scheidsrechter niet zoveel aan zijn kennis van de FIDE-regels. Dan speelt een grotere rol hoe de scheidsrechter zelf staat in het leven, en wat zijn maatschappelijke er- varing is om met conflicten om te gaan. Hij beschikt dan over een cocktail van mogelijkheden: het de-escalerend optreden, het bemiddelen, het juridische instrument van de FIDE-regels (en de toernooivoorwaarden), en het gebruik van het gezonde verstand. Kort- om, gezag (autoriteit) dat (die) iemand niet heeft verkregen door de status van zijn functie, maar door zijn daden. 9. De hoofdknik in de vijfde ronde in 2010 Sofia, Central Military Club, de speelzaal Wit: Veselin Topalov (2805) Zwart: Viswanathan Anand (2787) Sofia, Anand-Topalov wereldkampioenschap 30 april 2010 Vijfde ronde 1. d4 d5 2. c4 c6 3. Pf3 Pf6 4. Pc3 dxc4 5. a4 Lf5 6. Pe5 e6 7. f3 c5 8. e4 Lg6 9. Le3 cxd4 10. Dxd4 Dxd4 11. Lxd4 Pfd7 12. Pxd7 Pxd7 13. Lxc4 a6 14. Tc1 Tg8 15. h4 h5 16. Pe2 Ld6 17. Le3 Het licht in de speelzaal gaat uit. Iemand roept onmiddellijk in paniek: 'Wat zeggen de regels?' Het is middag, en de zaal is natuurlijk niet donker. De spelers kunnen het bord blijven zien. Ze kunnen gewoon blijven verder schaken. Dat doen ze ook, en ze blijven naar het bord kijken totdat de scheidsrechter de klokken stil zet. Shaun Press brengt Fischer-Petrosian 1971, Buenos Aires, in herinnering, waarin in de eerste partij hetzelfde is gebeurd. Fischer maakt bezwaar tegen het stopzetten van de klokken en speelt door en wint. En op het toernooi op de Solomon Islands International, Honiara 2009, is er gedurende vele uren een elektriciteitsstoring. Een noodaggregaat op het toernooi brengt binnen enkele minuten uitkomst. In Sofia doet de elektriciteit het niet in het gehele gebouw en in delen van de stad. Er blijkt een storing te zijn in de elektriciteitscentrale in Sofia. Na onge- veer dertien minuten is er weer stroom en wordt de partij vervolgd. 17. ... Pe5 18. Pf4 Tc8 19. Lb3 Txc1+ 20. Lxc1 Ke7 21. Ke2 Tc8 22. Ld2 f6 23. Pxg6+ Pxg6 24. g3 Pe5 25. f4 Pc6 26. Lc3 Lb4 27. Lxb4+ Pxb4 28. Td1 Pc6 29. Td2 g5 30. Kf2 g4 31. Tc2 Td8 32. Ke3 Td6 33.Tc5 Pb4 34. Tc7+ Kd8 35. Tc3 Ke7 36. e5 Td7 37. exf6+ Kxf6 38. Ke2 Pc6 39. Ke1 Pd4 40. Ld1 a5 41. Tc5 (eerste maal) 41. ... Pf5 42. Tc3 Pd4 43. Tc5 (tweede maal) Pf5 44. Tc3 De scheidsrechter is al naar het bord toegelopen. Anand kijkt naar hem en knikt, en daarna schudden de spelers elkaar de hand. Remise. 10. De hoofdknik en de uitgestoken hand Iedere schaker begrijpt in deze situatie wat de betekenis is van de hoofdknik van Anand. Zo is de hoofdknik naar de scheidsrechter een remiseaanbod. En, waaruit blijkt dat Topalov dat aanbod heeft aanvaard? Topalov zegt na- melijk niets. De feiten zeggen genoeg. Waar het op neer komt is dat bij een remiseover- eenkomst het niet genoeg is om alleen maar naar de taalkundige betekenis van een remiseaanbod te kijken, maar dat ook moet worden gekeken welke betekenis de beide schakers aan de gedraging geven en wat ze over en weer van elkaar mogen verwachten. Dit is de zgn. Haviltex-formule van de Hoge Raad die ook in het maatschappelijk leven geldt. Toch zou ik de arbiters niet de kost willen geven die het gebaar van Anand niet uitleggen als een remiseaanbod. Zij gedragen zich als een verkeerd geprogrammeerde robot: 'De regels zijn op dit punt duidelijk, een hoofdknik is geen remiseaanbod.' Het doet me denken aan de vele gevallen waarin een speler ziet dat hij een blunder heeft gemaakt, niets zegt, maar zijn hand uitsteekt als teken van opgave. Wanneer de tegenstander de hand heeft geschud, ziet de speler dat hij te snel heeft opgegeven en dat er toch nog een mogelijkheid bestaat om verder te spelen. Vele malen heeft Gijssen geschreven dat het handen schudden geen teken is van opgeven. De partij gaat volgens Gijssen verder. 11. De Sofia-regels De Sofia-regels hebben het in de schaakwereld tijdens dit kampioenschap een flinke deuk opgelopen. Op internet klinkt harde, persoonlijke kritiek. En worden de Sofia-regels belachelijk gemaakt. Met de achterliggende gedachte van de Sofia-regels ben ik het eens. Het gaat erom het schaakspel aantrekkelijker te maken door te voorkomen dat spelers te snel remise overeen komen. De Sofia-regels bevatten inhoudelijke normen. Die luiden dat remise alleen is toegestaan bij - driemaal dezelfde stelling - eeuwig schaak - en theoretische remise stellingen. Het probleem waar men in Sofia mee zat, was de vraag hoe af te dwingen dat spelers zich aan deze normen houden. Want, het is wel mooi dat men regels opstelt, maar wanneer die straffeloos kunnen worden overtreden hebben die regels geen zin. Vandaar dat de Sofia-regels ook formele, processuele of procedurele normen bevatten, zoals: - het verbod tegen de tegenstander te praten - het aanbieden van remise via de scheidsrechter - het inwinnen van het advies van een grootmeester om te bepalen of de stelling theoretisch remise is. Deze formele normen moeten ervoor zorgen dat de materiële normen wor- den nageleefd. Maar de formele normen zijn wel bureaucratische voorschrif- ten. Die zorgen voor komische toestanden. En daar zit hem de pijn. Toch is het kampioenschap interessanter geworden. Misschien niet voor de topschakers, maar wel voor de amateurs is de regel dat langer wordt door- gespeeld een zegen. Door te blijven doorspelen begrijpt ook het publiek waarom de partij remise is. Dat is ook iets wat bedacht moet worden. Laat de spelers maar zien tijdens de partij waarom het remise is. En niet in de analyse achteraf. Omdat we nooit zullen weten of de betrokken spelers dat ook hadden bedacht tijdens de partij. Er is slechts één groep mensen die de dupe is van lange partijen. Dat zijn de schaakcommentatoren: zij moeten voor hetzelfde geld langer werken. Zij moeten goed blijven opletten omdat een eindspel lastig is. Hun gemopper op de lange partijen is dus eigen belang. In haar commentaar tijdens de zesde partij van Anand en Topalov schrijft Susan Polgar:
12. Doorspelen Linares 2010, 24 februari 2010 Wit: Veselin Topalov (2805) Zwart: Boris Gelfand (2761) Linares, 24 februari 2010 Tiende en laatste ronde Malcom Pein: Week in Chess van 1 maart 2010 1. e4 e5 2. Pf3 Pf6 3. Pxe5 d6 4. Pf3 Pxe4 5. Pc3 Pxc3 6. dxc3 Le7 7. Le3 0-0 8. Dd2 Pd7 9. 0-0-0 Te8 10. h4 c6 11. h5 h6 12. Kb1 Pf6 13. Ld3 Lf8 14. Tdg1 Pg4 15. Lf4 Df6 16. Ph2 Pxh2 17. Txh2 Lf5 18. Lxf5 Dxf5 19. g4 De4 20. g5 hxg5 21.Lxg5 De2 22. Dxe2 Txe2 23. Le3 Txe3 24. fxe3 Te8 25. Th3 Te6 26. c4 Le7 27. Tf3 Te5 28. Tgf1 Txh5 29. Txf7 Te5 30. T7f3 Lf6 31. c3 Te4 32. Txf6 gxf6 33. Txf6 Txe3 34. Txd6 Kf7 35. Kc2 Te2+ 36. Kb3 Ke7 37. Td4 c5 38. Td3 b6 39. Ka3 Tc2 40. Td5 a5 41. Td3 Th2 42. b3 Tc2 43. Ka4 Txa2+ 44. Kb5 Tb2 45. Kxb6 a4 46. Kxc5 Txb3 47. Kc6 a3 48. c5 Malcolm Pein: 48. ... Ke8? (Het volgende is lastiger 48. ... a2! 49. Td7+ Ke6 50. Ta7 Tb2 51. Kc7 Kd5 52. c6 Kc4 53. Ta3 Kb5 en of Kb7 of Kd7 wordt beantwoord met schaak waardoor de koning terug moet naar c7 om zo de pion tegen te houden. En wit kan geen voorgang maken, bijvoorbeeld 48. ... a2 49. Td7+ Ke6 50. Ta7 Tb2 51. Kc7 (51. c4 Ke5 52. Kc7 Kd4=) 51. ... Kd5 52. c6 Kc5 53. Ta5+ Kc4 54. Kc8 Kxc3 55. c7 Tc2 en zwart offert zijn toren voor de c pion en maakt remise met zijn koning en pion). Het vervolg van de partij: 48. ... Ke8 49. Th3 a2 50. Th8+ Ke7 51. Ta8 Tb2 52. Kc7 Tc2 53. c6 Tb2 54. c4 Tc2 55. Ta6 Tb2 56. c5 Ke6 57. Ta5 Tc2 58. Kb7 Tb2+ 59. Kc8 Ke7 60. c7 Ke8 61. Txa2 Txa2 62. Kb7 1 - 0. Indien Gelfand de partij had gewonnen was hij eerste geworden in Linares. Nu Topalov won, won hij ook dat toernooi. De persconferentie na afloop. Vraag: 'Het eindspel dat u verloor, was dat remise?' Gelfand: 'Nou, het is niet een eenvoudig eindspel. Het is natuurlijk remise. Maar het vereist groot precisiewerk. Ik denk dat de deskundigen (met be- hulp van een computer) het eenvoudig remise weten te houden. Maar ach- ter het bord zullen honderd van de honderd spelers dit verliezen. Vraag: 'Honderd uit honderd?' Gelfand: 'Ja, honderd van de honderd spelers. De eindstelling zal in schaak- boeken verschijnen. Er is ergens een remisevoortzetting, maar die is niet zo eenvoudig als het lijkt. Door 48. .. Ke8 te spelen was ongelukkig. Misschien 49. ... Ke7 had de partij kunnen redden ... Maar dit alles vereist studie.' Tot slot Een tijdje geleden kwamen twee zeer sterke spelers (spelers niet van mijn vereniging) in de KNSB-competitie al na ongeveer anderhalf uur remise overeen. Er waren nog geen twintig zetten gedaan. Ik hoor een speler zeggen: 'Ik stond ietsje beter.' De ander zegt: 'Maar ik heb meer ELO punten.' Het is mij een raadsel waarom het remise is. Waar- om schaken ze eigenlijk, wat bezielt hen hun vrije zaterdagmiddag zo door te brengen om vervolgens urenlang rond te hangen? Veel later vraag ik een van de spelers waarom ze tot remise zijn gekomen. Er volgt onbegrijpelijke schaaktaal. Paard zus gaat naar e7, loper slaat op d5, pion gaat naar d4, dan dit en dat, toren slaat, bla bla. En dat soort praat waar ik niets van kan volgen. Maar met als conclusie: 'En er volgt een eindstelling die remise is.' We moeten het maar geloven. Maar, of het ook zo zou zijn gegaan tijdens de partij is een tweede. © 2010 Pieter de Groot |
WILT U REAGEREN? |
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen. Pieter de Groot |