IN MEMORIAM: BOB REUVEKAMP |
Op 27 februari 2003 overleed Bob Reuvekamp. Hij werd 51 jaar. Bob was een van de 'founding fathers' van schaakvereniging Botwinnik. Reden om Bob te herdenken met een artikel, waarin Bob's voetsporen binnen onze vereniging worden nagelopen. Bob was niet een van de oprichters van de vereniging, maar was wel een lid van het eerste uur. Hij speelde in het eerste jaar van Botwinnik al mee in de interne competitie, waarin hij als 5e eindigde. In de loop van het eerste jaar werd hij bestuurslid in de rol van secretaris. Ook maakte hij aan bord 3 deel uit van Botwinnik 1 in het eerste jaar van deelname aan de externe competitie in de 4e klas HSB. Botwinnik 1 werd ongeslagen kampioen met 12 matchpunten uit 6 wedstrijden. Dat werd overigens het seizoen daarna herhaald met 14 matchpunten uit 7 wedstrijden (met 55.5 bordpunt voor en 14.5 bordpunt tegen tevens de hoogste score van alle HSB-tientallen!). Bob benadrukte steeds het belang van een adequaat PR-beleid. Zo was hij actief in de keuze van het logo van Botwinnik. Hij diende zelf ook drie voorstellen in. Die werden overigens niet gekozen. Het logo van Botwinnik werd ontworpen door de echtgenote van een ander lid van het eerste uur, Nico Vromans. Dat logo is met modificaties nog steeds vigerend. Ook zou Botwinnik een aantrekkelijk clubblad moeten hebben. En dat kwam er ook. En in de pioniersperiode in het seizoen 1982-1983 met Bob Reuve- kamp als redacteur. Hij legde daarmee de basis voor de interne informatie naar de leden toe. Later groeide dit in andere redactiehanden uit naar een weekbericht, nog steeds een handelsmerk van Botwinnik, dat maar door weinige verenigingen zal worden geëvenaard. En dan vond Bob, in 1983 voorzitter geworden, dat Botwinnik toch ook zeker de positie moest versterken door een eigen jaarlijks schaaktoernooi te organiseren. En dat kwam er in zijn voorzittersperiode ook, namelijk in 1984. Met flink prijzengeld en met een beperkt deelnemersveld van ruim 40 spelers was het toernooi sportief weliswaar een goede start, maar financieel een klein debacle. Maar de kop was er af en het toernooi kreeg een jaarlijks vervolg tot op de dag van vandaag. En de aantallen deelnemers en het niveau van de deelnemers stegen in de loop van de volgende jaren. Bob heeft daarmee dus zeker zijn doel bereikt, namelijk een positieve naams- bekendheid van Botwinnik door een jaarlijks toernooi. De propaganda van het schaken verdiende in de ogen van Bob toch zeker ook een jaarlijkse schaakagenda. Je kon over alles thema-agenda's kopen, maar niet over schaken en dat moest dus veranderen in zijn ogen. En hij voegde de daad bij het woord. Eind 1986 verscheen een fraaie Schaak- agenda 1987, samengesteld door Bob Reuvekamp en Bart Stam. Behalve het gewone agendagedeelte bevatte de agenda een voorwoord van KNSB voorzitter H.A.Wille, uitleg van de schaakregels, een schaakactivi- teitenkalender, een korte historie van het schaakspel, uitleg van het ELO systeem, een indeling van schaakopeningen, een beschrijving van de diverse toernooisystemen, adressenlijsten, ratinglijsten, boekhandels en natuurlijk ook lege notatieformulieren. Er verschenen ook nog schaakagenda's voor 1988 en 1989 en toen stopte het helaas. De combinatie van het fraaie ontwerp en een kleine markt voor het product maakte het niet winstgevend. En het product kwalitatief naar beneden brengen en daarmee de kostprijs, ja daar kon Bob echt niet aan beginnen. Dat tekent Bob ten voeten uit. Vernieuwende niet te benepen ideeën, doorzetten en niet te snel afhaken door alle beperkingen die zich altijd weer voordoen, lef om nieuwe producten met nieuwe risico's aan te gaan. Soms groot succes, soms ook geen duurzaam resultaat. Bestuurlijk was Bob actief als secretaris in de seizoenen 1981-1982 en 1982-1983. In 1982-1983 ook verantwoordelijk voor het clubblad. Daarna was Bob twee jaar voorzitter in de seizoenen 1983-1984 en 1984-1985. En in 1988-1989 en 1989-1990 was hij verantwoordelijk voor het PR beleid, in 1988-1989 gecombineerd met het penningmeesterschap. In al deze jaren pakte hij voortvarend de eigen verantwoordelijkheden aan en bepaalde hij in het bestuur het beleid mee voor alle aan de orde zijnde zaken. Bob had nl altijd een mening en uitte die ook. De PR-zaken uit deze periode behandelde ik al. Sportief waren dit ook uitermate succesvolle jaren. Botwinnik 1 werd twee keer kampioen op rij in 1983 en 1984. In 1985 werden BW 2 en BW 3 kampioen, in 1987 werden BW 1 en BW 3 kampioen. Geleidelijk aan won Botwinnik aan kracht en had in 1987 een team in de 1e, 2e, 3e en 4e klasse van de HSB en was daarmee een gesettelde vereniging geworden, mede door de inzet van Bob op tal van fronten. Al met al heeft Bob grote bijdragen geleverd aan de positionering van Botwinnik als een aantrekkelijke schaakvereniging met een zekere allure en extravertheid. Niet onvermeld wil ik nog laten, dat beide zonen van Bob, Boris Reuvekamp en Remy Reuvekamp als jeugdlid ook voor Botwinnik speelden. En het schaken bleek beiden in de genen te zitten. Boris werd twee maal jeugd- kampioen en één maal jeugdkampioenkampioen snelschaken. Remy werd één maal jeugdkampioen en twee maal jeugdkampioen snelschaken. Remy bleek bovendien ook het PR bloed in de genen te hebben zitten. Hij schreef diverse opvallend frisse en prikkelende stukjes in het weekbericht, daarbij de lichte spot niet uit de weg gaand. In al de jaren dat ik Bob heb gekend is sprake geweest van een vriend- schappelijke relatie, binnen het bestuur, op de speelavond van Botwinnik, tegenover elkaar aan het schaakbord en bij andere gelegenheden. Bob was een man met ideeën, strijdbaar, toegankelijk, gezellig, communi- catief. En vooral een hartelijk mens. Helaas zullen we hem moeten missen. Ik denk ook aan Nellie Schotman en aan Boris en Remy die zonder Bob verder moeten. De schaaknagedachtenis van Bob kan ik bij gebrek aan schaaktechnische informatie over zijn spel niet volledig recht doen. Daarom heb ik een partij van Bob opgenomen tegen Ruud Vissers, een van de oprichters van Bot- winnik. De annotaties zijn van Bob zelf. Deze partij werd gepubliceerd in het clubblad van mei 1984. Bob heeft zwart. 1. e4 d6 2. Pc3 De eerste verrassing. Ruud speelt hier gewoonlijk f4, voor welke zet hij met wit een opvallende voorkeur aan de dag legt. Zwart doet er in dat geval het best aan met c5 naar een voor hem niet ongunstige variant van het Siciliaans over te stappen. 2. ... g6 3. d4 Pf6 Via zetverwisseling is alsnog de Pirc ontstaan. Met zijn volgende zet kiest wit voor één van de scherpere voortzettingen. 4. f4 Het kon niet missen ... 4. ... Lg7 5. Pf3 c5 Gebruikelijker is 0-0. De tekstzet geldt als moeilijk speelbaar voor zwart en verschijnt zelden in grootmeesterpartijen. Fischer bediende er zich echter regelmatig van en wie ben ik om mijn voornaamgenoot af te vallen? 6. Le3? Deze zet is mij geheel onbekend. Gezien het vervolg lijkt hij mij ook nauwelijks voor herhaling vatbaar. Goede mogelijkheden voor wit zijn hier e5, Lb5+ en dxc5. De laatste zet komt alsnog op het bord, maar de veranderde zetvolgorde speelt zwart alleen maar in de kaart. 6. ... 0-0 7. dxc5 Da5 8. Ld3 Noodzakelijk; op 8. cxd6 volgt Pxe4 8. ... dxc5 Een essentieel verschil met de variant, die begint met 6. dxc5. Ook dan speelt zwart Da5, waarna cxd6 in verband met Pxe4 wederom slecht is. Wit speelt normaliter dan ook 7. Ld3 en na 7. ... Dxc5 8. De2 0-0 9. Ld3 is er niets aan de hand. In de onderhavige partij is zwart echter verlost van zijn zwakke pion op d6 en dat scheelt meer dan een slok op een borrel. 9. 0-0? Nauwkeuriger lijkt mij De2 en op 9. ... Pg4 volgt dan bijvoorbeeld simpel 10. Ld2. 9. ... Pg4 10. Ld2? De2 was alsnog een alternatief geweest. 10. ... Pxe3 11. Dxe3 Lxc3 12. bxc3 Dxc3 levert zwart dan wel een pion op, maar na 13. f5 vraag ik me af wie er eigenlijk beter staat. 10. ... c4! 11. Pd5? Met het oog op Lb4. De zet is echter niet goed. Na 11. Le2 had wit slechts de kwaliteit verloren. Merkwaardig genoeg had Ruud toch succes met zijn zet. Juist omdat Pd5 niet goed kon zijn en ik dacht dat hij toch ook wel gerekend moest hebben, ging ik twijfelen. Ik vreesde iets over het hoofd te hebben gezien en nam voor het hele probleem nog eens ruim twintig minuten de tijd. Het zou me later opbreken ... 11. ... Dc5+ 12. Kh1 cxd3 13. Lb4 Dxc2 Zwart staat gewonnen. Een andere mogelijkheid was trouwens 13. ... Pf2+. 14. Dxc2 dxc2 15. Pc7 Pc6 16. Pxa8 Pxb4 17. e5? Sluit weliswaar de loper voorlopig af, maar wit ziet een en ander over het hoofd ... 17. ... Pd3 18. Pd4 c1D?! 18. ... Pe3!. 19. Taxc1 Pxc1 20. Txc1 Le6 21. Pxe6 fxe6 22. Pc7 Tc8 Vanaf dit moment gaat zwarts tijdnood een rol spelen. Ik had nog drie minuten. Voor Ruud reden genoeg om deze hopeloze stelling door te spelen. Terecht! 23. Tc3 Kf7? Ik had Pxe5 wel gezien, maar zag er tevens een paar spoken bij en speelde het dus helaas niet. 24. Pb5 Txc3? 24. ... Td8! 25. Pxc3 Pe3 26. Pe4 h6 27. h4 Pd5 28. g3 b6 Waar tijdnood al niet toe lei(ij)dt. 29. Kg2 Pe3+ 30. Kf3 Pc4 31. b3 Pxe5 32. fxe5 Lxe5 33. Pd2 Ld6 34. g4 e5 35. Ke4 Kf6 36. Pc4 g5? 37. h5 Lc5? Ook dat nog. 38. Pxe5 Ke6 39. Pc6 a5 40. Pd8+ Kf6 41. Pb7 Hier werd de partij afgebroken. Mijns inziens is de partij bij goed spel van wit niet meer te winnen. Zwart moet voortdurend rekening houden met het gat op f5 wanneer hij zijn e-pion wil opspelen. 41. ... e6 De afgegeven zet. 42. Pd8 La3 43. Pc6 Ld6 44. Pa7 Lc5 45. Pc6 Lg1 46. a4 Lc5 47. Pa7 Lg1 48. Pc8 Lc5 remise. © 2003 Peter Veld |
|
|