JA, IK WAS IN GRONINGEN! |
Het eerste grote schaaktoernooi na de Tweede Wereldoorlog werd in de zomer van 1946 in Groningen gehouden. Dat was op zichzelf al een felicitatie waard, maar vooral bijzonder was, dat er liefst vijf Russen deelnamen. De koude oorlog was al flink aan de gang en tot op het laatst was het onzeker of zij toestemming zouden krijgen om naar het Westen af te reizen. Maar zij kwámen: Botwinnik, Smyslof, Boleslafsky, Flohr en Kotof. Er waren in totaal 20 deelnemers, onder wie ook vooroorlogse beroemdheden als Tartakower en Bernstein. Het toernooi duurde van 13 augustus tot 7 september. Vooral de strijd om de eerste plaats tussen Botwinnik en Euwe was zeer spannend. Vanaf de 7e ronde stond Botwinnik steeds voor, na de 11e ronde zelfs 1.5 punt, maar Euwe wist daarna vijf partijen op rij te winnen en kwam in de 15e ronde een vol punt voor te staan. Maar Botwinnik wist hem weer voorbij te streven en kwam in de 18e ronde op 14.5 tegen 14 punten voor Euwe. De laatste ronde was heel dramatisch: zij verloren allebei: Euwe van Kotof door een blunder, Botwinnik van Najdorf in een partij, waarin hij al te zeer op winst speelde om zijn voorsprong te behouden voor het geval Euwe zou winnen. Maar beiden hadden zij een geweldige score: 14.5 respectievelijk 14 uit 19! Derde was Smyslof met 12.5 en ex aequo 4 en 5 Najdorf en Szabo met 11.5 punten. Ik maakte als jonge jongen de 6e ronde mee. Het publiek zat in die tijd nog vlakbij de spelers. Zo zat ik met m'n neus bovenop de partij Szabo - Euwe. Het was een spectaculaire partij, waarin Euwe koos voor het Aangenomen Damegambiet en met succes. In het toernooiboek luidde het commentaar: "Wit werd zodanig neergesmakt in het zand, dat hij met zijn koning van h1 naar b8 rolde. Een reporter heeft toen de vraag opgeworpen, of de witte koning na deze tour wel in staat zou zijn om de volgende dag weer mee te spelen!". Ik vond het fantastisch, de grote schakers van die tijd zo van dichtbij mee te maken. Behalve Botwinnik en Euwe maakte vooral de Amerikaan Denker grote indruk op mij. Hij zag er bijzonder elegant en ontspannen uit en speelde heel gemakkelijk. Hij wist in diezelfde 6e ronde Botwinnik zijn eerste halve puntje af te snoepen! Door deze "Groningen 1946" werd ik gestimuleerd om zelf ook actiever te gaan schaken en zo werd ik lid van de Zevenbergse Schaakvereniging. Die vereniging vierde op 4 februari 1996 haar 50-jarig bestaan met een toernooi, waaraan ik heb deelgenomen. En dàt smaakte weer naar meer, zodat ik mij spoedig daarna bij Botwinnik als lid heb aangemeld. En daar heb ik nooit spijt van gehad! © 2002 Paul Pettinga |
|
|