DE IMMER INDRUKWEKKENDE DANS |
Sinds een maand of wat schuift mijn zoontje op donderdagavonden om zes uur tijdens de maaltijd onrustig heen en weer op zijn stoel. Het eten gaat hem te langzaam. Kom op Pap, sneller, het schaken begint zo ... Pap schiet zijn jas aan en taxiet vlot naar de Botwinnik-Arena. De auto uit, de schaaktempel in. De prijzenkast links voorbij, een bar met leestafeltjes vol kranten en daarachter de kapstok. Krantje lezen misschien? Nee, vérder moeten we. De gang door, en dan meteen rechtsaf. Een smalle gang in. Bas gaat voor. Vol ongeduld en concentratie neemt hij mij op sleeptouw. En dan, eindelijk bereikt hij zijn doel: Hallo Botwinnik, daar zijn we weer! We staan in een speelzaal vol kleine 1-op-1, tafeltjes. Op die tafeltjes geen kleedjes maar bakken vol blauwe lunchdoosjes en half gevouwen schaak- borden. De blauwe doosjes zijn tot de nok toe gevuld met hout: lopers, pionnen, torens en paarden. Over vijf minuten begint het. Achter en rond die tafeltjes staan en zitten dan jonge kerels en meiden. Losjes, maar gecon- centreerd, graaien ze naar de houtjes. Hun vingers schikken gehaast de stukken op zwart en wit. Het startsein klinkt. Hier in dit zaaltje, in deze tempel, valt de stilte na de storm. Je voelt het: Het is begonnen. De immer indrukwekkende dans van ogenparen langs diagonalen, rijen en lijnen. Schaken hèt schouwspel. Veel te vlot voor mijn ogen ruilen en huilen de stukken die eraf vliegen. Beide spelers rammen om beurten teder hun vuisten op de knoppen van uurwerken. Bijna bezwijken zij. Alleen zij blijven stil getuigen van een vorige ronde. En roepen met hun getik om meer. En meer. Daar zijn de handen weer. Pardon. Het spijt me. Ik verlies mijn hoofd weer eens totaal in dit spel. En ik kom helemaal niet uit het schaakwereldje en ik kijk er dus in eerste instantie wat vreemd tegenaan. Vandaar misschien? Welke indruk maakt Botwinnik eigenlijk op de argeloze nieuwkomer? Het eerste dat mij opviel waren dus al die tafeltjes, vol spelborden, met jongens en meisjes, die gedreven en enthousiast met al die stukken schuiven. Prachtig vind ik dat. Genieten! Ook leuk, trouwens om te zien dat er meisjes tussen de spelers zijn. Grappig is het ook het om ouders terug te zien die je herkent van zwem- lessen, jembè, tennisles of andere vrijetijdsbestedingen. In wat een klein wereldje leven we eigenlijk. Best leuk, dat je dan dezelfde personen weer jaren later tegenkomt. Ik hoorde eens dat je iedereen in je leven minstens drie keer weer ziet ... Ben benieuwd waar ik u meer ga zien. Botwinnik komt op mij heel gastvrij over en reageerde alert op Bas en mij als nieuwkomers. Bas kon meteen lekker vaak spelen en ik voelde me ook snel op mijn gemak. We worstelden in het begin nogal met de vraag of Bas nu stap 1 of stap 2 zou moeten volgen ... Wat is een goede opening? Onze adviseurs (familie Van der Ham) raadden wijselijk stap 1 aan: Dat is de basis. Wij twijfelden en dus vroeg ik advies aan een rijzige gestalte met een grijze Botwinnik trui. Een jeugdcoördinator misschien? Hij dacht rustig mee, voelde ons dilemma uitstekend aan, stelde de juiste vragen en de keuze werd stap 2. Later bleek dat terecht. Kijk, zo'n advies en zo'n benadering zegt, vind ik, beslist veel over de kwaliteit van de vereniging. Schaken is meer dan een spelletje ... Het vormt je als persoon. De lessen van de jonge meesters - heel goed hoe die eigen schaakhelden de jonkies de eerste stappen laten zetten - werpen hun vruchten af tijdens de beker- rijke Grand Prix toernooien in de regio. Dat zijn nog eens Toernooien! Je kunt bijna niet zonder beker naar huis. Ook Bas ontkwam er niet aan. Bij zijn derde keer werd het al goud! Kan mij het schelen aan welke tafel hij zat. Met die beker konden we thuiskomen. Jarenlange frustraties van Nederland-Duitsland gleden zomaar van mijn schouders. Je hoeft dus echt geen van den Hoogenband te heten om je kampioen te voelen. Wedden dat die Hoogenband niet eens een toren van een paard kan onderscheiden? Tafel 26 is de place to be! Je ziet het ventje groeien. Bas ging supertrots met zijn derde prijs naar huis. Op straat werd zacht 'We are the champions' gezongen. Tegelijk besef ik dat het nu eigenlijk pas begint. Is dat een klassieke opening wellicht? En komen straks de meer gesloten en stille voorzettingen? Hoe hij zich zal ontwikkelen? De klok zwijgt helaas hierover. Ach, wat maakt het uit. Misschien duurt de schaakkoorts nog verder voort. Misschien loopt het stuk en wordt het een stopremise. Geeft niks, dan shoppen we weer verder naar een volgende hobby. Hoe dan ook. Het is al lang meer dan de moeite waard geweest! Je kunt bij ons thuis struikelen over het schaakbord dat permanent staat opgesteld. Ik denk overigens dat er meer kinderen zijn die met ouders zullen shoppen langs allerlei opties voor spel en sport. Wat dat betreft zijn vooral die open dagen, laagdrempelige Grand Prix toernooien en als beste de basisschool- toernooien perfecte reclame. Botwinnik heeft haar PR uitstekend geregeld, vind ik. Er komt snel en goed iets in de krant met een leuke foto erbij. De website zit er nu al prima uit. En er zit voortdurend ontwikkeling in. Ik denk eerlijk gezegd dat Botwinnik tijdens die toernooien zich veel nadrukkelijker in de kleurenwaaier kan uitdrukken. Kom op bestuur, kies een winnaarskleur en druk bijvoorbeeld het portret van Botwinnik op het shirt af ... Weet u wat ik persoonlijk heel sterk vind? Dat blaadje! Ik bedoel natuurlijk die weekberichten. Verslavende lectuur. Ik weet niet hoe het komt, maar je wilt het altijd als eerste hebben en lezen! Inmiddels heb ik Bas dikwijls op de gang al ingehaald om snel dat blaadje voor zijn neus weg te kapen. Niet erg sportief. Ik weet het. Meer een vaders en moeders tik om de vorderingen van hun zoon of dochter overdreven belangrijk te vinden. Ik heb er ook al last van. Laat Bas maar gewoon lekker veel partijen spelen. Ik zeg het de gevorderde taxichauffeurs en andere supporters na. Maar dan wel zo af en toe een bekertje winnen. Want of die nou plus grande, très petite, ielig, foei-lelijk of best aardig zijn ... Of er nu tafel 26, 15 of 10 opstaat: het zijn allemaal opstekers voor de eigenwaarde. Daar gaat het mij - en ik denk met mij vele andere ouders - uiteindelijk om. Dus ik wens het u en mij en hen allemaal. Met een knipoog naar Botwinnik. © 2004 Martin van de Lustgraaf |
|
|