HOME     SCHAAKVARIA     PIETER DE GROOT
EEN SCHAAKPARTIJ IN EEN MISTIG MOERAS (EEN SPROOKJE)
Op een zonnige, aangename herfstdag zocht een beeldschoon meisje van negen jaar, Christina, in de tuin bij haar huis naar kastanjes om daar met luciferstokjes en watten schaakstukken van te maken. Toen kwam een gevleugeld paard, pakte het meisje, zette haar op zijn rug en verdween.
Het paard vloog over negen zeeën, negen bergen, negen bossen en drie keer negen landen. Hij toonde haar velden, rivieren, dorpen en steden.
Het meisje vond het prachtig.

Na een tijd streek het paard neer op een groot schaakbord waarop in een hoekveld een toren stond. In de toren woonde een oude vrouw die met een kraakstem zei: 'Aha, ben je daar eindelijk! En heb je haar meegenomen?' Het paard duwde met zijn hoofd het meisje naar de vrouw. De vrouw gaf het meisje te eten en te drinken en sloot haar op in een hok met schaakstukken. Daar begon Christina te huilen want ze miste haar vader en moeder en zus heel erg.

Toen kwam er een raadsheer die haar troostte en fluisterde: 'Christina je moet niet huilen dat helpt je niet vooruit. De boskoningin, de heks Baba Jaga, heeft je gevangen genomen en ik weet niet wat haar plan is. Ik help je wel. Aan de ene helft van het schaakbord grenst een bos met wolven, daar kun je niet doorheen. Aan de andere helft is een dreigend moeras, waarin je kunt stikken. Er is maar één manier om te ontsnappen.

Dat is vluchten over een smal pad door het moeras. Soms ligt er water op het pad, houdt dan altijd het lage moerasboompje aan je rechterhand. Dat boompje kun je herkennen aan zijn blauwe besjes. Eet die niet op! In het midden van het moeras woont de eenzame, oude moeraskoning. De hele dag schaakt hij tegen zichzelf. Hij kan heel goed schaken, maar denkt soms niet goed na. Dat is zijn zwakte en daar moet je gebruik van maken. Alleen als je de schaakpartij van hem wint ben je vrij. Verlies je, dan moet je terug naar de boskoningin. Denk positief! Het heeft geen zin je zorgen te maken. Morgen leer ik je beter schaken,' fluisterde de raadsheer.

Christina vertelde zachtjes dat ze al goed kon schaken en dat ze dat op Botwinnik had geleerd. 'Prachtig! Ik zal je de aanval van Gioacchimo Greco leren -de beroemde Greco, het grootste schaakgenie in de schaakgeschie-
denis!' zei hij verrukt. Het meisje bedankte hem en vroeg hoe hij heette.
'Ik ben Niemand, de raadsheer van de boskoningin Baba Jaga. Ze noemen me soms ook loper of bisschop. Als een dienaar adviseer ik Hare Majesteit, en verder doe ik alles om het goede in haar naar boven te brengen, opdat zij het is die schittert. Ik ben in haar schaduw, niemand wordt geacht mij op te merken.

Soms moet ik de boskoningin behoeden voor slechte dingen. Dat mag zij niet merken. Als de boskoningin Baba Jaga er achter komt dat ik je help, ontslaat zij mij op staande voet,' fluisterde hij verschrikt en wilde weggaan, maar bedacht zich. 'Je moet weten, eens was zij boskampioen schaken.
Nu speelt zij aan de hogere borden bij de belangrijke jaarlijkse massa-
kamptoernooien -dit jaar was de beker voor ons.

Weet je, bij alle schaaktoernooien zijn er soms geschillen, omdat spelers zonder dat ze het door hebben ongeoorloofde zetten doen of - vooral - denken dat de ander die doet. Dan moet ik als scheidsrechter recht spreken. Dat is mooi, want daar waar het schaakrecht wordt gesproken is geen oorlog. En is er een vredige wereld waarin volop geschaakt kan worden

Onthoud daarom goed: de kern van het schaakspel zijn de belangrijke FIDE-regels voor het Schaakspel, die ik je morgenvroeg ook zal bijbrengen. Je moet weten dat de moeraskoning ongeoorloofde zetten doet, hoewel hij het niet slecht meent. Ga nu slapen, de morgen is wijzer dan de avond.' En hij verdween zoals hij gekomen was.

Het was een koude, frisse herfstmorgen en het mistte erg. Al vroeg werd Christina wakker. En Niemand deed wat hij had beloofd. Het meisje leerde de Greco-aanval met het offer van de twee pionnen en een toren en ze leerde alles over de FIDE-regels.

Toen ging Niemand naar buiten. Hij zag dat het veilig was en wenkte het meisje om zachtjes naar het moeras te gaan. Hij wees haar het pad. Christina bedankte Niemand voor zijn wijze raad. 'Wees voorzichtig.
Je kunt het wel. Succes!' Dat waren zijn laatste woorden.

De mist hing als een deken dicht op het moeras en hij had alles in de natuur gevangen. Het meisje liep in de kleine witte wereld. Ze kon niet ver zien, op sommige plaatsen maar vijf meter. Alles onder haar voeten, de aarde, het water, het moerasgras, het moerasboompje met de blauwe besjes - alles was omgeven door mist en daardoor lag het moeras er stil en vredig bij.

Ze beefde. Was het van angst of van kou? Niemand wist het. In het moeras moest het arme eenzame meisje goed opletten om op het pad te blijven. Eén verkeerde stap en het moeras zou haar verzwelgen. Zij voelde alsof ogen in het moeras haar volgden. Ze dacht dat het die van kikkers waren, maar waren het misschien die van krokodillen? Zo nu en dan hoorde ze het bubbelen van de moerasgassen. Voorzichtig liep het moedige meisje verder.

Na een half uur ontwaarde ze de omtrekken van de hut van de moeras-koning. 'Door de stilte van het moeras hoorde ik je al van verre aankomen,' zei de moeraskoning opgeruimd. 'Als je over het pad door het moeras wilt gaan moet je tol betalen door van mij te winnen met schaken. Kun je schaken?' vroeg hij.

'Afgelopen zomer heb ik op Botwinnik stap 3 gehaald,' vertelde het meisje. 'Mooi zo! Laten we dan maar snel beginnen. Jij hebt wit!' riep hij. 'Prettige partij!' straalde de moeraskoning, terwijl hij zijn hand uitstak. Christina beantwoordde de handdruk en zei onzeker:'Prettige partij.'

Hoewel het in de FIDE-regels niet is voorgeschreven, is het een regel van ongeschreven recht om voor de schaakpartij elkaar de hand te schudden en elkaar dan 'prettige partij' toe te wensen. Alle schakers hechten zeer aan deze etiquette, had Niemand haar verteld.


Wit: Christina
Zwart: de moeraskoning
(Italiaanse partij, Greco-aanval)

1.   e4   e5
2.   Pf3   Pc6
3.   Lc4
Toen sprak Christina: 'Het bord staat verkeerd! Het hoekveld dat het dichtst bij de rechterzijde van de speler ligt, moet wit zijn. Er staat een ongeloor-
loofde stelling op het bord. We moeten het bord een kwartslag draaien'.
De moeraskoning erkende dat, maar vond dat bij een onjuiste beginop-
stelling na de derde zet rechtsgeldig verder gespeeld moest worden.
'Dat is zo bij rapid- en snelschaak, maar niet bij de gewone regels voor het schaakspel. We moeten het bord goed zetten en de bereikte stelling over-
brengen op het juist geplaatste schaakbord. Als u weigert kan de partij voor u verloren worden verklaard,' antwoordde het meisje standvastig.
De moeraskoning zwichtte en het bord werd een kwartslag gedraaid.
3.   ...   Lc5
4.   c3   Pf6
5.   d4   exd4
Hier kondigde Christina aan dat zij de loper op c4 in het midden van dat veld zou zetten. Bij de laatste zet had de hand van de moeraskoning getrild en was de loper op c4 een beetje verplaatst. Het meisje sprak: 'j'adoube'. Dat betekent 'ik zet recht'. De moeraskoning knikte en sprak: 'Ik weet het. Het rechtsgevolg van je aankondiging is dat je niet verplicht bent een zet te doen met de loper op c4. De 'rechtzet-aankondiging' is zoals je weet een uitzondering op de regel van aanraken-is-zetten.'
6.   cxd4   Lb4+
'Schaak!' zei de moeraskoning.
7.   Pc3   Pxe4
Het paard op c3 staat gepend.
8.   0-0
Niemand had haar op het hart gedrukt: 'Bij het rokeren moet altijd eerst de koning twee velden worden verplaatst en dan pas de toren over de koning heen. De rokade is namelijk een 'enkele koningszet'. Raak je eerst de toren aan dan is dat een torenzet. Als je dan de koning over de toren heen plaatst, is dat geen 'enkele torenzet', maar doe je twee zetten achter elkaar. Je hebt dan een ongeoorloofde koningszet en een ongeoorloofde rokade gedaan. Op grond van artikel 4.4. onder b van de FIDE-regels mag dat uitdrukkelijk niet. Verplaats daarom altijd eerst de koning en daarna de toren.' Het meisje had gelukkig de raad opgevolgd.
8.   ...   Pxc3
Door de rokade was de penning opgeheven.
9.   bxc3   Lxc3
10. Db3   Lxa1
'Nu sta ik voor. Ik heb je toren,' zei de moeraskoning tevreden.
Niemand had met Christina deze stelling doorgenomen die al in 1619 door Greco werd onderzocht en daarom de Greco-aanval werd genoemd. 'Als zwart het klassieke torenoffer neemt, verliest hij. Maar ook al sta je dan gewonnen, je moet het ook nog af kunnen maken!' had hij haar gewaar-
schuwd.
11. Lxf7+




De moeraskoning deed
11. ...   Lxd4
'Dat is een ongeoorloofde zet,' zei Christina. 'U staat schaak. U moet eerst het schaak opheffen, daarom moet u de pion terugzetten op d4 en de loper terugplaatsen op a1,' vervolgde ze.
De moeraskoning raakte geirriteerd: 'Jij hebt geen 'schaak' gezegd!'
Het meisje antwoordde: 'Dat hoeft ook niet. Op grond van artikel 3.8 sub b laatste volzin van de FIDE-regels is het niet verplicht mee te delen dat de koning schaak staat. Zo hoef je bijvoorbeeld ook geen mat of pat te zeggen, maar het mag natuurlijk wel,' voegde ze er glimlachend aan toe.
De moeraskoning zei: 'Maar aanraken is zetten en loslaten is gezet! Ik kan geen stukken terugplaatsen, dat is ook in strijd met de FIDE-regels. We moeten dus opnieuw spelen.'
'Nee,' antwoordde het meisje vriendelijk, 'daarvoor bestaat een bijzondere schaakregel. Uit artikel 3.9 van de FIDE-regels blijkt dat een stuk niet mag worden verplaatst waardoor de eigen koning schaak blijft staan. Indien zo'n zet toch wordt gedaan is dat een ongeoorloofde zet.
Omdat zo'n zet niet mag moet deze worden hersteld. Daarbij is de hoofd-
regel dat eerst gekeken moet worden naar het stuk dat is aangeraakt. In dit geval dus de loper op a1. Als met die loper het schaak kan worden opgehe-
ven moet die zet worden gedaan. Kan dat niet, dan geldt de uitzondering en mag elke andere zet worden gedaan als dit maar leidt tot opheffing van het schaak.' De moeraskoning begreep het en speelde:
11. ...   Kf8
12. Lg5   Pe7
Christina sprak:'Paard f3 naar e5'. Maar ze deed die zet nog niet.
In een flits had ze een betere zet gezien. Ze dacht nog een tijdje na, en deed toen Te1. De moeraskoning had gezien dat hij dan zijn dame verloor. Hij vond dat Te1 niet mocht, omdat dat een ongeoorloofde zet was. 'Je hebt gezegd 'Paard f3 naar e5'. Dan heb je met je stem dat paard aangeraakt. Je moet Pe5 doen! Aanraken-is-zetten geldt ook voor het aanraken met je stem.'
Het meisje was verbaasd. Zoiets had ze nog nooit gehoord. Maar echt gek was de bewering van de moeraskoning nou ook weer niet. Niemand had haar gezegd dat de begrippen 'aanraken' en 'loslaten' verschillend zijn.
Omdat in artikel 4.3. van de FIDE-regels niet is geregeld dat een speler met zijn hand een stuk aan moet aanraken, kon de moeraskoning wel eens gelijk hebben, overdacht zij.
13. Pe5
De moeraskoning knikte tevreden.
13. ...   Lxd4
14. Lg6
Een moerasvalk met scherpe ogen ging op de schouder van de moeras-
koning zitten. Hij waarschuwde de moeraskoning voor de dreiging van de witte dame op het matveld f7.
'Dat is voorzeggen, dat is niet eerlijk, dat is ongeoorloofd! Op grond van artikel 13.7 van de FIDE-regels kan de scheidsrechter de moerasvalk verwijderen uit de speellocatie,' riep het meisje geschokt.
De moeraskoning antwoordde: 'Op grond van dat artikel mogen toeschou-
wers en spelers van andere partijen niet voorzeggen. Omdat de FIDE-regels strikt nageleefd moeten worden geldt dat verbod dus niet voor een moeras-
valk! Als vogels ook al tot de mensheid gaan behoren, is het leven op aarde niet meer te overzien.'
Tegen zo'n ijzeren logica kon het arme meisje niet op. 'Wat zou Niemand hiervan hebben gevonden?' vroeg zij zich af. En de partij werd vervolgd.
14. ...   d5
15. Df3+
'Schaak,' zei het meisje. Nu dacht de moeraskoning heel erg lang na. Hij vroeg haar of zij lekkere moeraslimonade wilde. Maar zij had geen dorst. Zelf nam hij een glaasje moerasvodka en sloeg het in één keer achterover. 'Zo, daar knapt een mens van op,' verklaarde hij.




Hij deed:
15. ...   Lxe5
Christina legde geduldig uit: 'Die zet is ongeoorloofd. U staat nog steeds schaak. Omdat u met de loper op d4 het schaak niet kunt opheffen, moet u de loper terugzetten en mag u elke andere zet kiezen als het schaak dan maar wordt opgeheven.' 'Eh juist ja. Ik bedoelde ook die andere loper,' zei de moeraskoning verstrooid.
'Sire, met verschuldigde eerbied!, in deze partij heeft u al twee keer een ongeoorloofde zet gedaan. Als u nog één keer een ongeoorloofde zet doet, moet een scheidsrechter op grond van artikel 7.4 onder b, laatste volzin, van de FIDE-regels de partij voor u verloren verklaren,' sprak Christina verschrikt, want zij vreesde de gevolgen ervan.
'Ach, die FIDE-regels, schei toch uit met die gekkigheid! Mensen die niet kunnen schaken hebben FIDE-regels en scheidsrechters nodig. Wij tweeën, grote en gevorderde schakers, spelen zonder een scheidsrechter.
Wij bepalen zelf ons eigen spel. Het gaat ons om de hogere idealen, om de zuivere olympische gedachte, om de verbroedering tussen de mensen, opdat er een betere en vreedzame wereld komt waarin volop ruimte is voor sport en spel - vooral voor het schaakspel! - en waarin geen ruzies plaatsvinden. Dan zijn regels overbodig,' onderwees hij haar, terwijl hij een tweede glaasje achterover sloeg. Het verstandige meisje knikte begrijpend.
15. ...   Lf5
16. Lxf5   Lxe5
De moerasvalk die op de schouder van de moeraskoning had gezeten werd onrustig. Het was net alsof de vogel voelde dat het spoedig afgelopen zou zijn. De moeraskoning zei: 'Vogel, dit is hinderen, zo kan ik niet denken. Ga.' Maar het meisje had al gezien dat de moeraskoning onvermijdelijk mat zou gaan.
17. Le6+   Lf6
18. Lxf6   gxf6
19. Dxf6+   Ke8
20. Df7  mat


Het meisje glunderde: 'Ik vond het een prachtige partij, maar het is zo jammer dat we de partij niet hebben genoteerd. Dan had ik op grond van artikel 8.7 van de FIDE-regels uw handtekening gehad op het notatie-
formulier en had iedereen op Botwinnik kunnen zien dat ik heb geschaakt tegen een echte koning.'

Maar weemoedig staarde de moeraskoning naar het meisje. Zij deed hem denken aan vroeger. 'Vroeger, mijn lieve kind, vroeger kon ik heel goed schaken. Urenlang schaakte ik tegen de mooie, knappe bosprinses die tegenwoordig koningin is. In die tijd waren er geen FIDE-regels. Als we die hadden gekend, hadden we geen ruzie hoeven te maken over ongeoorloofde zetten. Dan was het wat tussen haar en mij geworden. Onze koninkrijken waren samengevoegd en onze kinderen zouden altijd schaken volgens de regels,' bekende hij.

'De boskoningin wil nog steeds graag met u schaken,' hoorde het meisje haar stem, 'en zij kent ook de FIDE-regels.' Haar lippen hadden bewogen, maar het was alsof iemand anders, een bekende door haar mond sprak. 'Ik ga direct naar haar toe!' zei de moeraskoning. 'Dank zij jou begrijp ik de FIDE-regels. Vertel mij eens, van wie heb jij die regels geleerd?' vroeg hij. En weer bewogen haar lippen en hoorde zij diezelfde stem: 'Van mijn meester op Botwinnik.'

Ze nam afscheid van de moeraskoning. De mist in het moeras was inmiddels opgetrokken. Aan de rand wachtte het paard haar op en voor de laatste maal draaide ze zich om, keek naar het moeras en zwaaide. Niemand zwaaide terug. Jullie kunnen je voorstellen dat haar vader en moeder en haar zus heel erg blij waren Christina terug te zien!

© 2002  Pieter de Groot

top