HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
HINDEREN (1)
De aanleiding

Hinder is het meest voorkomende probleem waar een scheidsrechter mee te maken krijgt. Wat hinder is, denkt iedereen zo ongeveer wel te weten. De speler en de tegenstander denken er vaak verschillend over. Hinder is een lastig begrip, omdat het een open norm is.

De prijsvraag bij het Botwinnik Rapidtoernooi 2006 gaat over hinder. Het is het schaakrecht filmpje van Hape Kerkeling. Bekijk de film  

In dit artikel wordt in paragraaf 1 aan de hand van een voorbeeld de toon-
zetting gegeven van wat hinder is. Daarna wordt het juridische kader van hinder geschetst. Hieruit blijkt dat er twee verschillende betrekkingen zijn, namelijk
a. de relatie tussen speler en tegenstander en
b. de relatie van meer dan één speler.

Vervolgens worden 34 praktijkvoorbeelden gegeven. Deze voorbeelden spreken voor zich. Bij die voorbeelden gaat het om de vraag welke relatie van toepassing is.

In een afzonderlijk artikel, Hinderen (2), wordt de dialoog in het Nederlands gegeven van het schaakrechtfilmpje van Hape Kerkeling.

In weer afzonderlijke artikelen, Hinderen (3), wordt - naar verwachting - behandeld:
- de in de FIDE-regels genoemde gevallen van hinder
- de eigen verantwoordelijkheid van speler bij hinder
- de functie, de taak en de rol van de scheidsrechter bij hinder
- de straffen bij hinder
- en de gevolgen van bezwaar en beroep tegen scheidsrechterlijke beslissing over hinder
- de aansprakelijkheid van de scheidsrechter bij het tekortschieten van zijn toezicht op het voorkomen van hinder
- schematisch overzicht.


1. Inleiding

Hinder is een kameleontisch begrip, een begrip dat steeds verschiet van kleur al naar gelang de omstandigheden. Op het ene toernooi heeft een speler meer 'hinder' te accepteren dan op een ander toernooi. En de ene speler kan op een bepaald moment meer hebben dan de ander. De prak-
tijkgevallen in paragraaf 3 laten die zien.

Ter illustratie. Op het Stork Young Masters 2006 Euro Chess toernooi in Hengelo hangt het volgende bordje:

Kijken: ja
Praten: nee
Fluisteren: nee
P.s. is uw mobieltje echt uit?


Arme scheidsrechter, die het verbod om te fluisteren moet handhaven. Als namelijk het verbod wordt overtreden - en reken maar dat dat het geval is - en hij treedt niet op, ontstaat er onbehagen.

Dat wisten de Italiaanse rechtsgeleerden in de Middeleeuwen al. Bartolus de Saxoferrato (1313-1357) adviseerde zijn vorst - die absolute macht had - realistische regels te maken. Zijn rechtsspreuk luidde: 'indien de feiten niet met het recht kloppen, niet de feiten, maar het recht moet worden aange-
past'.

Waarom zou er op een jeugdtoernooi niet gefluisterd mogen worden? Dat mag best. En het mag ook op een toernooi voor volwassenen. Met fluister-
verboden maken we de schaaksport onaantrekkelijk. En slaagt de schaak-
wereld er niet in om ledenwinst te bewerkstelligen. Als het in de zaal ru-
moerig is, kan een speler die zijn partij verloren heeft de scheidsrechter of de organisatie aansprakelijk stellen? Als de organisatie de lat voor zichzelf hoog heeft gelegd door bijvoorbeeld zelfs het fluisteren te verbieden, is de aansprakelijkheid gemakkelijker vast te stellen.


top  


2. Hinderen

Er zijn in de FIDE-regels twee artikelen die gaan over hinderen, vergelijk de Schaakrechtsvraag van mei 2004. Lees verder  


De relatie speler - tegenstander

In het eerste geval gaat het om de relatie speler - tegenstander. Dit is de individuele relatie tussen twee spelers. Het artikel richt zich tot de speler.
En is gebaseerd op de plicht van de speler zich sportief te gedragen.

Helaas heeft de regelgever dit begrip niet overgenomen, maar heeft zij de term 'hinderen' gebruikt. Dat is geregeld in artikel 12.5, eerste volzin:
'Het is verboden de tegenstander, op welke wijze dan ook (...) te hinderen.' In de Engelse tekst staat 'to annoy', dat is: ergeren, kwellen, irriteren, door de ander boos worden. Deze termen zijn zwaarder dan hinderen. Hinderen hoeft niet te leiden tot ergeren e.a.

Volgens Van Dale betekenen:
- ergeren: tot ontstemming of verontwaardiging prikkelen
- kwellen: vaak of langdurig pijn doen
- irriteren: ongeduldig maken, sterk prikkelen
- door de ander boos worden: in een onaangename stemming verkerend, waarin men anderen verwijten maakt, van een onaangename stemming blijk gevend.

Het komt erop neer dat een tegenstander wel de nodige eigenaardigheden van een speler moet kunnen aanvaarden. In de tijd dat roken maatschap-
pelijk aanvaard was en geen hinder kon veroorzaken, liet Botwinnik bij oe-
fenpartijen zich rook in zijn gezicht blazen. Hij trainde zich erin door zich niet te ergeren aan rookgedrag. Een tegenstander moet een nerveuze speler accepteren die veel in zijn stoel draait, die grimassen trekt of die met zijn benen trilt.

Echter, de tegenstander hoeft niet alles te accepteren. Dat is het geval wan-
neer de speler opzettelijk onlustgevoelens bij zijn tegenstander oproept. De scheidsrechter weet niet waar de grens ligt bij een speler wat deze al of niet aanvaardbaar vindt als hinder.


Meer dan één speler

In het tweede geval gaat het om het hinderen van meer dan één speler.
Dat is geregeld in artikel 13.2, tweede volzin: 'De scheidsrechter moet zor-
gen (...) dat de spelers niet worden gehinderd. In de Engelse tekst staat 'disturbed' dat is: storen, verstoren.

Volgens Van Dale betekenen:
- storen: is tijdelijk onderbreken
- verstoren: de rust verbreken.

De Nederlandse vertaling 'hinderen' betekent volgens Van Dale: in iets be-
lemmeren, tegengaan.

Dit artikel ziet niet op de individuele relatie speler - tegenstander. Maar het ziet op de situatie die te maken heeft met beide spelers. Bijvoorbeeld het handhaven van de orde en rust in de speellocatie, en het ervoor zorgen dat omstanders gepaste afstand bewaren tot de twee spelers.

Scheidsrechters moeten deze twee gevallen uiteenhouden. Mede in verband met hun aansprakelijkheid. Overigens, ook bij het handhaven van de orde en rust in de speellocatie hebben schakers al naar gelang het toernooi het nodige te aanvaarden. Het verschil tussen deze begrippen is belangrijk.


top  


3. De praktijkvoorbeelden

Hierna worden incidenten genoemd die zich in de praktijk hebben voorge-
daan. Bij al die gevallen gaat het om de vraag hoe de scheidsrechter dat incident moet kwalificeren: ergeren, kwellen, irriteren, door een ander boos worden, storen of hinderen.

Bedacht moet worden dat het een teken van beschaving is, indien mensen verschillend denken over wat 'hinderen' is. Er mag best verschillend worden gedacht over wat dat begrip in een concrete situatie betekent. Diversiteit van opvattingen in de schaakwereld over wat hinder is, is geen probleem, maar eerder een bron van noodzakelijke dynamiek en geestelijke rijkdom.


De inhoud van deze paragraaf ziet er als volgt uit:

  3.1. Filmen, fotograferen tijdens partij
  3.2. Fotograferen tijdens partij (1)
  3.3. Fotograferen tijdens partij (2)
  3.4. Het schoppen onder de tafel
  3.5. Aanstaren tijdens partij
  3.6. De spiegelreflex zonnebril
  3.7. De yoghurt-partijen
  3.8. Weigeren handen te schudden
  3.9. Op merkwaardige manier met het paard zetten
3.10. Ronddraaien in de stoel
3.11. Staande schaken
3.12. Achter de tegenstander staan
3.13. Roken tijdens het schaken
3.14. Analyseren van de partij in de speelzaal
3.15. De mobiele telefoon
3.16. De korte broek
3.17. De dame met het laag hangende decolleté
3.18. Het Chinese balsem
3.19. Commentaar op zet tegenstander
3.20. Speler wil niet tegenover tegenstander zitten
3.21. De stinkende schaker
3.22. De hoestende tegenstander
3.23. Niet mogen praten
3.24. Met vingers zetten tellen
3.25. Ten onrechte 'schaak' zeggen
3.26. Het notatieblaadje op het schaakbord
3.27. Het vlekje op het schaakbord
3.28. Schaakkleuren bevallen speler niet
3.29. Weigeren te spelen met plastic schaakstukken
3.30. Eten tijdens een partij
3.31. Het schaakstuk omgooien
3.32. J'adoube
3.33. Hinder van handicap tegenstander
3.34. Doodziek


top  


3.1. Filmen, fotograferen tijdens partij

Filmen of fotograferen tijdens partij kan hinderen zijn. Grootmeester Donner heeft zoiets gemerkt. 'Ik heb zelf meegemaakt dat Fischer tijdens een partij ineens opsprong en met beschuldigend uitgestrekte arm een man in het pu-
bliek aanwees en hem in felle bewoordingen aanklaagde bij de wedstrijd-
leider: de ongelukkige had een fototoestel - keurig ingepakt - over de linker schouder hangen. Met schande overladen werd hij de zaal uitgegooid om zijn moordwapen bij de garderobe af te geven,' J.H. Donner, Dagboek van een tweekamp de match Spasski Fischer, bladzijde 60.

Tijdens het wereldkampioenschap Fischer - Spasski 1972 bestonden er nog geen regels over filmen of fotograferen tijdens een partij.

Wit: Boris Spasski
Zwart: Bobby Fischer
Wereldkampioenschap 1972
IJsland, eerste partij

J.H. Donner, Dagboek van een tweekamp de match Spasski Fischer.
David Edmonds & John Eidinow, Bobby Fischer trekt ten strijde, 2 schakers, 2 supermachten en de koude oorlog.
Bekijk filmpje, fragment eerste partij  

Stelling na 28. ... Ld6




Commentaar Donner: '29. b5 Spasski ziet dat de pion op h2 niet echt aan-
gevallen staat. 29. ... Ld6xh2??! (zie het filmpje op tijdstip 1:06, PdeG). Fischer ziet dat niet! Meningen, als zou Fischer op geniale wijze, middels een stukoffer, een haren-te-berge-doende-rijzende remise forceren, moeten van de hand gewezen worden. Hij heeft naar zijn mening, eenvoudig niet gezien, dat hij nu een stuk verliest. 30. g3,' Donner, bladzijde 51.

'Met zijn protesten tegen de filmcamera's in de toernooizaal had hij bereikt dat de derde partij gespeeld werd in een kamertje achter het toneel, zonder publiek, alleen in aanwezigheid van enkele officials. De wedstrijdleider Lothar Schmid had besloten in afzondering te laten spelen zolang Fischers protest aanhangig was,' aldus Donner, bladzijde 63.


De derde partij Spasski - Fischer, het rechtsgeschil van de eeuw

'Spasski kwam op tijd voor de aanvang van de partij en ging aan het bord zitten. Lothar Schmid deed een raam open, terwijl Spasski bezorgd om zich heen keek waar Fischer bleef. Toen de uitdager arriveerde, ontstak hij on-
middellijk in razernij. Er was een in dekens gehulde camera van het gesloten televisiecircuit geïnstalleerd om de gebeurtenissen over te brengen aan het duizendkoppige publiek in de zaal en aan de journalisten en commentatoren in de perskamer. 'Geen camera's!' brulde Fischer tegen Schmid. Vervolgens doorzocht hij de kamer, draaide knoppen om, aan en uit. Toen Schmid pro-
testeerde dat dit storend was voor Spasski, schreeuwde Fischer terug dat hij zijn mond moest houden.'

'Wit weggetrokken stond Spasski op. Lothar Schmid herinnert zich: 'Toen Bobby weer begon te bekvechten, Boris van streek raakte en zij: 'Als je niet ophoudt met dat geruzie, ga ik terug naar de speelzaal en eis ik dat we daar spelen.' Terwijl de uitdager het wereldkampioenschap schaken in verbale knokpartij veranderde, smeekte Schmid in paniek de kampioen verder te gaan met de partij.

'Boris, je hebt het beloofd.' Vervolgens wendde hij zich tot Fischer: 'Bobby, alsjeblieft, wees aardig.''Ik had het gevoel dat er maar één kans was om ze bij elkaar te krijgen,' legde hij nu uit. 'Het waren twee volwassen jongens en ik was de oudste. Ik pakte ze allebei bij de schouders en duwde ze omlaag in hun stoel. Boris deed de eerste zet en ik startte de klok.' Dus op 16 juli om negen minuten over vijf in de middag was het wereldkampioenschap schaken eindelijk gered.'

'Schmid heeft geen spijt van zijn onorthodoxe tactiek. 'Ik had tegen Bobby kunnen zeggen: 'Als je de voorwaarden wilt aanvechten, hoef je niet in deze gesloten achterkamer te blijven. Het is je goed recht om nog een klacht te deponeren.' Maar ik dacht - en ik denk dat het ook zou zijn gebeurd - dat hij dan was weggegaan en nooit meer was teruggekomen. Dit was het beslis-
sende moment in de match.' David Edmonds e.a., bladzijde 197.


top  


3.2. Fotograferen tijdens partij (1)

FIDE knock out wereldkampioenschap
Wit: Vassily Ivanchuk 2717
Zwart: Ruslan Ponomariov 2727
Moskou 2002, 6e partij.
Het Ivanchuk circus
Zie de partij  

Ivanchuk is niet dol op fotografen. Enkele minuten na het begin van de partij schreeuwt hij: 'Weg met de paparazzi!' De tegenstander Ponomariov denkt dat Ivanchuk dit doet voor het publiek. Ponomariov probeert er geen aan-
dacht aan te schenken. Gedurende de partij probeert Ponomariov niet naar zijn tegenstander te kijken. New In Chess 2002/2 blz. 42.


3.3. Fotograferen tijdens partij (2)

Er schijnen afspraken te bestaan met fotografen op welke wijze zij mogen fotograferen. Zie ook de foto's van Frits Agterdenbos van diverse schaak-
toernooien. Bijvoorbeeld die van Elisabeth Pähtz - zie Prijsvraag Botwinnik Rapidtoernooi 26 augustus 2006 - Dortmund-Sparkassen-Chess-Meeting.
Zie de prijsvraag  
Zie de toernooisite  


3.4. Het schoppen onder de tafel

Kandidatentoernooi, Odessa 12-24 april 1974, de halve finale. Het verhaal gaat dat Petrosian en Korchnoi elkaar onder de tafel schoppen. Korchnoi ontkent dit trouwens. Volgens hem schopte Petrosian uit nervositeit tegen de tafelpoot waardoor de tafel schudde.

De lezing van Petrosian luidt dat na de vierde ronde hij de wedstrijdleiding verzoekt aan Korchnoi te vragen niet zo vaak met zijn benen onder de tafel te trillen. Het is juist een zenuwachtige gewoonte van Korchnoi en deze handelwijze schijnt niet echt te storen (disturb). Het getril geeft geen geluid of kan als een duidelijk bedoelde belediging worden beschouwd, zo verklaart hij. Maar Petrosian heeft gemerkt dat Korchnoi hem duidelijk onder de tafel schopt, terwijl Korchnoi een zet doet. 'Natuurlijk was dat per ongeluk ...,' aldus Petrosian.

Gedurende de hele nacht weet Korchnoi niets van de klacht van Petrosian. Pas bij het begin van de vijfde ronde verneemt hij van het formele verzoek te stoppen met het trillen van zijn benen onder de tafel. Korchnoi is veront-
waardigd, maar zegt niets tegen zijn tegenstander en begint aan de partij.

Wit: Viktor Korchnoi
Zwart: Tigran Vartanovich Petrosian 'de python'
Odessa 1974
Kandidatentoernooi, de halve finale, vijfde partij
'Het schopincident'
Zie de partij  
Stelling na 44. h3




Wat er op dat moment gebeurt, is niet te geloven. Terwijl Petrosian zich in zijn stoel gaat verzitten om zijn gehoorapparaat bij te stellen, schopt hij Korchnoi per ongeluk. De scheidsrechters zien dit en zijn versteend. Ieder-
een in de zaal weet dat de wedstrijd kan exploderen.

Korchnoi, die nu duidelijk boos is, zwijgt een tel en zegt: 'Meneer Petrosian, wilt u alstublieft letten op de wedstrijdkansen boven het bord, in plaats van die eronder.'

Nu is Petrosian woedend. Hij weigert de partij verder te spelen. Hij weigert ook de resterende vijf partijen te spelen. En geeft het toernooi op. Korchnoi gaat naar de finale. De winnaar van die finale (Korchnoi - Karpov) zou het op moeten nemen tegen de regerend wereldkampioen Fischer.


top  


3.5. Aanstaren tijdens partij

Wit: Viktor Korchnoi
Zwart: Anatoly Karpov
Moskou, Kandidatentoernooi, de finale
19e partij, 4-5 november 1974
Zie de partij  

Met nog zes partijen te gaan staat Karpov met drie punten voor. Karpov staart Korchnoi aan terwijl Korchnoi nadenkt. Als Korchnoi een kop thee wil inschenken uit zijn thermosfles bemerkt hij dat Karpov hem aanstaart.

Hij roept de tussenkomst in van de scheidsrechter Alberic O'Kelly uit België en verzoekt hem of deze Karpov wil instrueren te stoppen met hem aan te staren. De scheidsrechter is het eens met Korchnoi en brengt het verzoek over. Nu is Karpov boos en vraagt de scheidsrechter of deze de thermosfles van Korchnoi van de bühne wil halen.


3.6. De spiegelreflex zonnebril

Wereldkampioenschap 1978 Karpov - Korchnoi, de eerste partij. Scheids-
rechter is Lothar Schmid. Tijdens die partij draagt Korchnoi een spiegelreflex zonnebril. Hij blijft deze gedurende een aantal volgende partijen dragen.

Tijdens de wedstrijd in 1974 had hij zich namelijk gestoord aan de gewoonte van Karpov zijn tegenstander aan te blijven kijken, zodoende draagt hij in Baguio glazen om zijn ogen te bedekken. Karpov schrijft: 'de zonnebril lijkt op twee spiegels, en telkens als Korchnoi zijn hoofd opheft weerkaatsen de talrijke lampen op de bühne in mijn ogen,' en hij beklaagt zich over deze glazen bij de scheidsrechter Lothar Schmid.

De scheidsrechters beslissen dat een zonnebril niet storend is. Karpov voelt dat Schmid hem niet serieus neemt, en stelt vragen over diens objectiviteit.


3.7. De yoghurt-partijen

Het wereldkampioenschap 1978 Karpov - Korchnoi Baguio op de Filippijnen. Op de 25e zet van de tweede partij brengt een kelner bij Karpov een dien-
blad met een glas met paars gekleurde yoghurt. Na de partij stuurt Petra Leeuwerik, de partner van Korchnoi, een protest naar Lothar Schmid over deze yoghurt: 'Het is duidelijk dat een sluw opgezette verspreiding van etenswaar naar een speler tijdens een partij van een vertegenwoordiger naar deze speler, een codebericht kan bevatten.'

Hoewel het protest bijna zeker ironisch is bedoeld, nam Baturinsky (verte-
genwoordiger van Karpov) deze serieus en suggereerde dat de toneelkijker die mevrouw Leeuwerik tijdens de partij gebruikte ook een codebericht zou kunnen bevatten voor Korchnoi.

Op het moment waarop een kelner op de 17e zet van de derde partij weer een dienblad met yoghurt voor Karpov bezorgt, hebben Baturinsky en Leeu-
werik het eerste incident buiten alle proporties opgeblazen. Enkele dagen later komt de commissie van beroep bijeen en oordeelt dat Karpov op een vastgesteld tijdstip een drank mag ontvangen en dat Schmid voordat de partij begint op de hoogte wordt gesteld indien de yoghurt niet paars is gekleurd.


3.8. Weigeren handen te schudden

Bij de achtste partij om het wereldkampioenschap 1978 weigert Karpov voorafgaand aan de partij de hand van Korchnoi te schudden.


3.9. Op merkwaardige manier met het paard zetten

Lothar Schmid: 'Zelf heb ik in Baguio ook zo'n geval meegemaakt. Korchnoi begon opeens op een merkwaardige manier met zijn paard te spelen. Niet gewoon zo (doet een normale paardzet voor) maar zo (maakt een wijde boog naar rechts met zijn hand). Karpov protesteerde daar tegen. Dat vond ik terecht en ik heb tegen Korchnoi gezegd: 'Meneer Korchnoi, wilt u nor-
maal met uw paard zetten en niet om het hoekje,' aldus Lothar Schmid, New In Chess 1985, blz. 56.


top  


3.10. Ronddraaien in de stoel

Het wereldkampioenschap 1978 Karpov - Korchnoi Baguio. Stoelen kunnen ook hinderen. Ze kunnen bijdragen tot spanning in een wedstrijd.

Voorafgaand aan de wedstrijd verklaart Korchnoi dat hij zijn eigen stoel mee zal brengen, een donker groene Stollgiroflex, en bedingt dat de stoelen 'niet mogen draaien maar alleen mogen bewegen naar voren en naar achteren'. De stoel van Karpov komt van de organisatoren van het toernooi. Hij heeft een klein kussen nodig om hem op dezelfde hoogte te brengen als Korchnoi.

Karpov heeft gevraagd dat de stoel van Korchnoi onderzocht moet worden op 'bijzondere voorwerpen of verboden instrumenten'. Enkele dagen voor de eerste partij is de stoel uit elkaar gehaald, met röntgenstralen in het Baguio General Hospital onderzocht en goed bevonden.

Tijdens de veertiende partij roept Korchnoi de tussenkomst in van Lothar Schmid en klaagt dat Karpov in zijn stoel ronddraait. Karpov draait opnieuw tijdens de vijftiende partij en weer klaagt Korchnoi. Schmid spreekt hierover met Karpov, maar Karpov gaat ermee door: 'Ik houd op met draaien als hij zijn spiegelzonnebril afdoet'.

De commissie van beroep oordeelt de volgende dag dat 'het ronddraaien in een stoel of achter een stoel staan niet geoorloofd is'. Karpov houdt op met draaien als Korchnoi aan zet is tijdens de zestiende partij.


3.11. Staande schaken

Lothar Schmid: 'Ik noem het zelf de Botwinnik-houding. Botwinnik speelde een keer tegen Geller. Geller had de gewoonte na zijn zet op te staan, ach-
ter zijn stoel te gaan staan en van daaruit naar het bord te kijken.

Botwinnik protesteerde daar tegen. Hij zei: 'Als Geller zo staat is het of ik tegen een simultaanspeler speel en dat stoort.' Een arbiter zou in zo'n geval misschien zeggen: 'Wat is er aan de hand, er gebeurt toch niets tegen de regels. Het is een moeilijk geval, maar Botwinnik had beslist niet zonder meer ongelijk,' aldus Lothar Schmid, NIC 1985, blz. 56.


3.12. Achter de tegenstander staan

Lothar Schmid: 'Iets anders is de Aljechin-houding. Hij had de gewoonte als hij niet aan zet was achter de tegenstander te gaan staan en hem met zijn blikken te doorboren. Ook dat kan heel storend zijn,' aldus Lothar Schmid, New in Chess 1985, blz. 56.


3.13. Roken tijdens het schaken

In Schaakzaken van Jan Timman staat een hoofdstuk over 'Roken moet mogen'. Timman beschrijft hoe Korchnoi ten onder ging tijdens de kwalifi-
catiewedstrijden in Saint John tegen Hjartarson.

'Tijdens de wedstrijden zou een algeheel rookverbod hebben geheerst. Daardoor komt Korchnoi, hartstochtelijk roker als hij is, op een uitzichtloze achterstand te staan. na de vierde partij bedenkt hij een list: in een hoekje van de zaal trekt hij zich terug om sigaretten te roken. Het resultaat blijkt niet uit en hij weet de stand door twee overwinningen in evenwicht te bren-
gen. Dan zorgt de IJslandse delegatie ervoor dat hij in dat hoekje niet meer mag roken en prompt verliest hij de beslissende partij in de verlenging,' Schaakzaken blz. 195.

Hjartarson geeft een andere beschrijving. Hij meent dat Korchnoi hem had onderschat. 'In de vijfde partij vocht Korchnoi met succes voor zijn laatste kans. Fridrik Olafsson, oud-FIDE-voorzitter en hoofd van Hjartarsons dele-gatie, diende bij hoofdwedstrijdleider Gligoric een mondeling protest in tegen Korchnoi's gedrag. Hij zou in Hjartarsons bedenktijd aan de speeltafel siga-
retten hebben opgestoken en uitgemaakt op een manier die Hjartarsons ernstig stoorde. Gligoric deed niets met het protest en in de zesde partij won Korchnoi weer,' Schaakzaken blz. 196.

Zie ook Schakend Nederland 1996/10, blz. 21 'Ik heb geen plezier in scha-
ken als ik niet kan roken.' Bij de absolute toptoernooien speelt het rook-
probleem eigenlijk niet. Er zijn er veel gestopt met roken. Gijssen is van mening dat 'alles wat hinderlijk kan zijn voor een tegenstander nagelaten moet worden. Het is ergerlijk voor een tegenstander. Aan de andere kant is roken ingeburgerd en is het zo dat de rokers er inspiratie aan ontlenen.'


top  


3.14. Analyseren van de partij in de speelzaal

Twee spelers zijn de partij aan het naspelen en geven daarbij commentaar. Voor andere schakers die nog met partij bezig zijn, is dit storend. 'Toen ik nog tien minuten had voor zo'n twintig zetten zei ik: 'Hé' en keek hem aan. Met nog vijf minuten, riep ik hard: 'Zeg, is het nou afgelopen ...'.

Maar het baatte niet. Direct daarna overzag ik iets, hetgeen de florissante positie ineen deed storten. Ik wilde toen eigenlijk direct opstaan, me bij m'n correcte tegenstander verexcuseren en weglopen. Daar zit je dan aan te denken in tijdnood. Ik verloor en nadat (tegenstander) me had laten zien, hoe ik het voordeel had kunnen uitbouwen ging ik ergens geërgerd staan kijken,' aldus Böhm, Schakend Nederland 1977, blz. 327.

Internationaal arbiter Sotiris Logothetis uit Griekenland: 'In het algemeen doen zich voor de scheidsrechters geen problemen voor. Natuurlijk, is er de gebruikelijke Korchnoi show van roepen, het geven van tamelijk luid commentaar op verschillende varianten enz. Ik kan getuigen dat hij altijd erg grappig is, zelfs voor iemand als ik met een gebrekkige kennis van de Russische taal. Maar, sommige spelers worden duidelijk gestoord (disturbed) van zijn gedrag en de verschillende scheidsrechters werden duidelijk in verlegenheid gebracht door zijn koppigheid hun aanwijzingen niet op te volgen, vergelijk Gijssen, december 2002, Capricious Captains.


3.15 De mobiele telefoon

In 1957 vond de voorzitter van de KNSB dat een geldige reden om de klokken stil te zetten als bedoeld in artikel 6.13 onder d het volgende geval is: indien een speler aan de telefoon wordt geroepen. Vergelijk Tijdschrift van de KNSB maart 1957, blz. 132.

Tegenwoordig denkt men daar anders over. Indien een mobiele telefoon afgaat, ontvangt de bezitter ervan 'de reglementaire nul'. Een van de be-
roemdste slachtoffers van het eerste uur is de op dat moment wereldkampioen Ponomariov.

Wit: Evgeny Agrest (2605)
Zwart: Ruslan Ponomariov (2718)
'Saved by the bell'
Plovdiv, Bulgarije, 13 oktober 2003
Europees team kampioenschap
New in Chess 2003/8, blz. 12




Wanneer wit 29. Pf4 wil doen, gaat de mobiele telefoon van zwart af. Zwart verliest de partij.


3.16 De korte broek

Wereldkampioenschap
Subotica Interzonal toernooi
Subotica, Joegoslavië
Negende ronde, 3 juli 1987
Wit: Nigel Short (2615)
Zwart: Amador Rodriguez (2495)
New in Chess 1987, 7, blz. 15

Het weer is snikheet en plakkerig. De 22-jarige Nigel Short verschijnt op het toernooi in een korte broek. Hij speelt een prachtige partij tegen Rodriguez in zijn 'beledigende kledij'. Zoltan Ribli wendt zich tot de hoofdscheidsrechter Milos Petronic en deelt hem mee dat hij weigert tegen Short te spelen, indien deze in korte broek verschijnt. Het probleem wordt opgelost door het zo te regelen dat Short niet tegen Ribli hoeft te spelen. Overigens speelt Short in de dertiende ronde met wit tegen Ribli.


3.17. De dame met het laag hangende decolleté

Schaakrechtsvraag november 2004. Lees verder  

Deze dame is de beroemde Almira Skripchenko, geboren in Moldavië.
Zij behoort tot de drie sterkste schaaksters van de wereld. Het bijzondere is dat Almira kennelijk veelal verschijnt met een enigszins laag hangende de-
colleté, wat een zekere inkijk mogelijk maakt.

In de schaakrechtsvraag november 2004 is de zaak-Ngan Koshnitsky ge-
noemd. Volgens de Melbourne Herald Sun is het volgende gebeurd. In de finale om het kampioenschap van Zuid-Australië 1998 dat gaat om zes ronden, speelt de 50-jarige Bob Crowly, die dat toernooi al tweemaal heeft gewonnen, tegen de 24-jarige Ngan Koshnitsky, kampioene van Australië bij de vrouwen. Bob verliest met 2 - 4.

Na afloop geeft hij als verklaring voor zijn verlies dat de kleding van Kosh-
nitsky eerder geschikt was voor een discotheek dan voor een schaaktoer-
nooi. Het kostte hem heel veel moeite niet naar het laaghangende decolleté van zijn tegenstander te kijken. 'Ik deed mijn handen voor mijn voorhoofd, maar dat werkte niet goed, dus had ik beter een pet met een klep kunnen dragen,' verklaarde hij.

'De schaarse kleding leidde me echt af. Zonder extra problemen is het doorrekenen van varianten al moeilijk genoeg.' Crowley schaakt voor men-
tale oefeningen, sociale contacten, discipline en prestige. 'Het is mooi om in staat te zijn aan het schaakspel te denken en niet afgeleid te worden door andere dingen,' aldus Crowly. Hij wil niet zeggen of Koshnitsky's kleding opzet is geweest. Volgens de FIDE-regels is het verboden de tegenstander
af te leiden of te hinderen.

De vice-president van de Zuid-Australische Schaakbond, Evelyn Koshnitsky, verklaarde dat haar voormalige schoondochter de titel op eigen kracht heeft gewonnen. 'Het is het probleem van de heer Crowley en niet dat van Kosh-
nitsky als hij zich laat afleiden door haar kleding. 'Zij is nu eenmaal een moderne vrouw,' aldus de vice-president. Evelyn Koshnitsky is overigens een schaakrechtdeskundige, zij is sinds 1982 internationaal arbiter.


top  


3.18. Het Chinese balsem

Chinese spelers hebben de gewoonte een sterk ruikende balsem op hun gezicht te wrijven. Voorafgaand aan de wedstrijd Rusland - China ontvangt Gijssen het verzoek van de Russische delegatie of de Chinese spelers de balsem niet op hun gezicht te wrijven, en als zij dat doen, van het bord te blijven.

Gijssen bespreekt dit met de Chinese delegatie en de leider daarvan deelt hem mee dat de Chinese spelers het er mee eens zijn de balsem niet te gebruiken. De Chinese leider verzoekt Gijssen te verzekeren dat de Russi-
sche spelers tijdens de partij niet met elkaar zullen spreken, aldus Gijssen, november 2002, Bled.


3.19. Commentaar op zet tegenstander

De kiem voor het conflict tussen Tarrasch en Nimzowitsch werd gelegd tij-
dens hun eerste onderlinge partij in Neurenberg 1904. Toen merkte Tarrasch na de tiende zet van zijn tegenstander op: 'Nog nooit heb ik na tien zetten zo gewonnen gestaan!' Schakend Nederland 1986/2 blz. 18.


3.20. Speler wil niet tegenover tegenstander zitten

Grootmeester Donner heeft het tweemaal meegemaakt dat het volgende probleem rees: 'Een speler die beslist niet tegenover zijn tegenstander plaats wilde nemen en die zo'n gruwelijke hekel aan de man had, dat hij eiste dat de partij aan twee tafels gespeeld zou worden waartussen de wedstrijdleider dan de zetten zou moeten overbrengen.

In beide gevallen werd dit probleem bijgelegd omdat het toch een te raar gezicht zou zijn, maar iedereen was het erover eens dat niets in de regle-
menten zich tegen een dergelijke regeling verzet. Ik heb ook wel eens gehoord dat Capablanca en Aljechin die notoire vijanden waren, inderdaad op deze wijze partijen gespeeld hebben,' aldus Donner, Dagboek van een tweekamp de match Spasski Fischer, blz. 71.


3.21. De stinkende schaker

Nadat Korchnoi heeft gewonnen van Petrosian (zie 3.4 hiervoor), zijn de Russische autoriteiten daar niet blij mee. Korchnoi wordt letterlijk naar Siberië gestuurd om daar een aantal schaakpartijen te spelen.

Met de trein komt Korchnoi met een koffer vol sigaretten en zonder extra kleding aan in Siberië. Hij ontdekt dat het hotel waarin hij zou moeten verblijven ver weg is van vrouwen en kroegen. Zijn oplossing is eenvoudig. Hij schrijft zich niet in in het hotel. Hij verblijft letterlijk twaalf dagen in de kroeg en laat zijn baard groeien. Kettingrokend, de ene fles wodka na de andere drinkend verslaat hij iedereen op het schaaktoernooi dat gehouden wordt in het stadhuis tegenover zijn kroeg.

In het antwoord op de schaakrechtsvraag mei 2004 heb ik in punt 5 de stinkende speler besproken. Indien een speler stinkt, is Gijssen van mening 'dat dit probleem op een andere manier moet worden opgelost, en niet met de FIDE-regels in de hand. Het moet discreet gedaan worden en misschien zelfs niet door de scheidsrechter, maar door de organisator van het toer-
nooi.

Het is erg moeilijk precies de handelingen te beschrijven, maar als er ge-
vallen zijn waarin alleen erg diplomatiek ingestelde mensen in staat zijn dit te bereiken, is dit een zaak voor hen,' aldus Gijssen, mei 2000, What shall we do with a slinking player? In mijn reactie gaf ik aan dat ik het met dit antwoord niet eens ben.


3.22. De hoestende tegenstander

Een tegenstander heeft een verschrikkelijke hoest, en uitsluitend zo nu en hand houdt hij zijn hand voor zijn mond. In de andere gevallen hoest hij boven het bord in de richting van de tegenstander. Hoewel de speler zeker weet dat hoesten geoorloofd is, vraagt hij zich af of hij de toernooi directeur moet inschakelen, of dat hij zich moet wenden tot de tegenstander.

De speler doet geen van beide. Hij gaat overdreven achterover leunen, zodat de andere spelers in de buurt op dit gedrag worden geattendeerd. Gijssen is het met de vraagsteller eens dat hij naar de toernooi directeur moet gaan om hem uit te leggen wat er aan de hand is. Het is beter niet direct te wenden tot de tegenstander omdat dat beschouwd kan worden als hinderen (disturb) van de tegenstander. Het hangt natuurlijk af van de diplomatieke gaven van de toernooidirecteur of zijn ingreep helpt of niet, aldus Gijssen, juli 2004, Swiss Master for Windows is available!

'Wat betreft het gehoest van uw tegenstander, u zou hierover te scheids-
rechter kunnen inlichten. Recent had ik zo'n klacht, en toen ik de partij van een afstand zag, zag ik dat de benadeelde speler gelijk had. Ja, ik denk niet dat het voorval opzettelijk gebeurde. Ik bracht de speler die in overtreding was een glas water en hij begreep de betekenis daarvan, zodat het gehoest stopte' aldus Gijssen, augustus 2005, What shall we do with a coughing player?


top  


3.23. Niet mogen praten

Het is beter niet direct te wenden tot de tegenstander omdat dat beschouwd kan worden als hinderen (disturb) van de tegenstander. Gijssen, juli 2004, Swiss Master for Windows is available!

'Zoals ik al vaker in deze column heb beschreven, is het enige toegestane gesprek tussen spelers het aanbieden van remise (geen remise claims) en het opgeven van de partij,' aldus Gijssen, december 2003, My cell phone vibrates!

Mijn tegenstander raakt met zijn vinger de velden aan om zo te tellen hoe zijn koning moet gaan. Ik vraag hem beleefd hiermee te stoppen omdat dit hinderen is. Bestaat er een regel die het verbiedt zo de velden te tellen, vraagt Rafael Olaso uit Amerika aan Gijssen.

Gijssen antwoordt: 'Hoewel de speler waarschijnlijk niet bedoelde te hinde-
ren, is dit wel het gevolg. Ik ben het niet met u eens dat dit is bedrog. U had de klokken stil moeten zetten, de tussenkomst moeten inroepen van de scheidsrechter en hem moeten informeren wat er is gebeurd. Praat nooit met uw tegenstander. Enkele jaren geleden gaf ik een speler een waarschu-
wing die op gelijke wijze de velden telde, maar die het bord niet aanraakte,' Gijssen, april 2005, Those Cheating Ways.


3.24. Met vingers zetten tellen

Zie ook het artikel  

De hoofdscheidsrechter Geurt Gijssen waarschuwt Kasparov omdat hij met zijn vingers op het bord de zetten telt alsof hij schapen aan het tellen is. De hoofdscheidsrechter bevestigt deze handeling tijdens de persconferentie. Geruchten dat Kasparov een onkies woord richtte tegen Gijssen, verwerpt Gijssen als onjuist. Kasparov was in tijdnood en was gespannen in een partij tegen de Chinese Ye Jiangchuan. Het gehele Russische team reageerde op de handelwijze van de scheidsrechter en kwam tien minuten te laat voor de volgende ronde. Zij waren wel aanwezig in de speelzaal maar namen geen plaats achter hun borden.


3.25. Ten onrechte 'schaak' zeggen

De stelling is als volgt




Zwart verplaatst zijn toren naar f2, zegt 'schaak'maar laat de toren nog niet los. Hij bemerkt dat deze geslagen kan worden door de loper. Daarom doet hij 1. ... Txd6.

'Ook al had de speler niet de bedoeling zijn tegenstander te storen ('disturb'), is het niet onredelijk de tegenstander enige extra bedenktijd toe te kennen vanwege deze verstoring (disruption),' aldus Gijssen, december 2004, Castling.


3.26. Het notatieblaadje op het schaakbord

Een notatieblaadje ligt per ongeluk een centimeter op de rechter kant van het schaakbord. 'Dat is 'annoying' (ergeren, kwellen, irriteren, door de ander boos worden). Het is mogelijk dat de speler zo gefixeerd raakt op dat nota-
tieblaadje dat hij problemen krijgt om zich te concentreren op het spel.

Het is begrijpelijk dat uw tegenstander geïrriteerd raakte, maar hij kon u eenvoudig vragen het notatieblaadje op de juiste wijze aan de kant van uw tafel te leggen,' aldus Gijssen, augustus 2005, What shall we do with a coughing player?


3.27 Het vlekje op het schaakbord

Gijssen: 'Ik herinner me een voorval op een van de Interpolis toernooien.
Er was een klein vlekje op het h3-veld en Karpov vroeg om een nieuw bord omdat hij zo op dat vlekje geconcentreerd raakte. Gijssen, augustus 2005, What shall we do with a coughing player?


3.28. Schaakkleuren bevallen speler niet

Een zwartspeler vindt de kleuren van de schaakstukken niet prettig, omdat de witte stukken een roze tint hebben. Hij vraagt de scheidsrechter of er andere stukken mogen komen. De scheidsrechter gaat daarmee akkoord, Gijssen, augustus 2004, Touching Pieces with a pen.


3.29. Weigeren te spelen met plastic schaakstukken

Dit voorval doet me denken aan een jeugdspeler die ziet dat andere jeugdspelers met houten schaakstukken spelen terwijl hij met plastic stukken moet spelen. Hij weigert daarmee te spelen en verzoekt houten stukken. De scheidsrechter wijst het verzoek af.


top  


3.30. Eten tijdens een partij

NRC Handelsblad van 25 oktober 2004. Uit het verslag van Hans Ree over het Essentvierkamp in Hoogeveen over de dertienjarige Magnus Carlsen:

'Het Noorse wonderkind viel deze keer wat tegen. Hij heeft een miraculeus jaar achter de rug waarin hij van een spelertje dat buiten Noorwegen nau-
welijks bekend was uitgroeide tot een grootmeester die als een mogelijke wereldkampioen wordt gezien. Het kan niet altijd feest zijn. De oudere spe-
lers zijn zelden vertederd door een jong talent, integendeel, ze doen hun uiterste best om het nekje te breken zolang het nog kan.'

'De grote mannen hadden in Hoogeveen niet alleen kritiek op het spel van de kleine jongen, maar ook op zijn gedrag. Magnus Carlsen was niet bij de openingsceremonie geweest en hij had tegen Short aan het bord zijn lunch gegeten, wat inderdaad hinderlijk kan zijn. Het werd hem hard ingepeperd; je zou het een soort ontgroening kunnen noemen.'

In New in Chess 2004/8, blz. 89, staat een foto van Nigel Short en Magnus Carlsen die aan het schaken zijn. Naast het bord van Carlsen staat zijn etenswaar.


3.31. Schaakstuk omgooien

Wijk aan Zee, Hoogoventoernooi 1992. Viktor Korchnoi - Vladimir Epishin.

Korchnoi staat beter, maar is in vreselijke tijdnood. Korchnoi gooit een schaakstuk van de tafel. Hij lacht zijn beroemde lach, zet de klokken stil, biedt zijn verontschuldigingen aan, brengt de stelling in orde, en speelt verder alsof niets is gebeurd. Het geheel duurde slechts enkele seconden en was te kort voor de scheidsrechter om te reageren. De spelers schaken in vliegende vaart verder tot op de 46e zet de geschrokken Epishin opgeeft, New in Chess 1992, 2 blz. 14.


3.32. J'adoube

Graz, 1981 Studenten Olympiade. Garry Kasparov - John van der Wiel.

Van der Wiel is in vreselijke tijdnood. Kasparov 'j'adoubed' een loper die al goed staat. Van der Wiel verliest zijn concentratie en maakt op de volgende zet een beslissende fout. 'Ik had natuurlijk naar de scheidsrechter moeten gaan en om tijdcompensatie moeten vragen. Maar stel dat deze (de scheids-
rechter, PdeG) een idioot is die de regels verkeerd uitlegt, dan verlies ik op tijd,' aldus Van der Wiel, New in Chess 1988, 4 blz. 36.


3.33. Hinder van handicap tegenstander

De vraag rijst of een speler met een handicap zijn tegenstander kan hin-
deren. Het antwoord daarop luidt: neen. De Britse schaakbond heeft hier-
over de volgende regels opgesteld, in totaal 14 regels. Zie de regels  

Ik noem hiervan de volgende regels:

Regel 1.
Deze regels gelden voor alle wedstrijden van de Britse Schaakbond.

Regel 2.
Niemand heeft het recht te weigeren tegen een andere speler te spelen tegen wie hij correct is ingedeeld op grond van ras, geslacht, leeftijd of handicap.

Regel 3.
Alle schaaklocaties moeten of toegankelijk zijn voor allen, of er moet een vervangende ruimte zijn die in ieder geval gelijkwaardig is met volledig toezicht om toegankelijk te zijn voor diegene die geen toegang heeft tot de aangewezen ruimte.

Regel 5.
Geen schaker ontvangt vermindering van bedenktijd vanwege zijn handicap.


3.34. Doodziek

Hans Ree: 'Mr. E. Spanjaard, advocaat te Utrecht, had in zijn goede tijd de volgende gewoonte. Aan het begin van de partij sprak hij tot zijn tegen-
stander: 'Als je straks een sirene hoort brullen moet je niet schrikken, dat is de ambulance die mij komt halen. Ik ben namelijk doodziek. De dokter heeft me eigenlijk verboden te spelen en ik kan ieder moment voor het bord neerstorten.' Vervolgens begon hij te schaken als een duivel en behaalde listig menig puntje, vooral tegen grootmeester Donner,' Hans Ree, In den eersten stoot pat, blz. 141.


© 2006  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
PRIJSVRAAG
'De prijsvraag voor het Botwinnik Rapidtoernooi 26-08-2006' door Pieter de Groot.
Lees verder  

SCHAAKRECHTSVRAAG
Schaakrechtsvraag van de maand mei 2004: Hinder en de mobiele telefoon.
Lees verder  


SCHAAKRECHTSVRAAG
Schaakrechtsvraag van de maand november 2004: De dame met het laag hangende decolle-
té.
Lees verder  

WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot


schaakrechtrubriek Geurt Gijssen op ChessCafe.com