HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
SCHEIDSRECHTERLIJKE DWALINGEN IN MOSKOU EN DEN HAAG
Of de zaken Teimour Radjabov en Joren Mulder

Hieronder volgen twee scheidsrechterlijke dwalingen. Eerst worden de zaken behandeld, daarna mijn commentaar.


1. De rechterlijke dwaling in Moskou

In Moskou wordt tussen 25 november en 14 december 2001 het toernooi om het wereldkampioenschap gehouden. Het is een knock out toernooi. Na de eerste ronde gaan alleen de winnaars door, hetzelfde geldt voor de volgende ronden. Uiteindelijk wordt Ruslan Ponomariov na zeven ronden kampioen.

In de eerste ronde spelen Jaan Ehlvest (Estland, 2626) en de veertienjarige Teimour Radjabov (Azerbeidjan, 2567) tegen elkaar. Na vier remisepartijen met een normale hoeveelheid bedenktijd moeten nog eens twee partijen worden gespeeld. Partijen met een bedenktijd van vijf minuten plus tien seconden per zet.

In de eerste partij staat Radjabov een kwaliteit voor als hij plotseling ont-
dekt dat zijn vlag bijna valt. Hij probeert extra tijd te krijgen door razend-
snel enkele zetten te doen. Daardoor wordt zijn gewonnen stelling hopeloos. Toch valt zijn vlag op de 43e zet.
Zie ook de gehele partij  

Het blijkt dat aan het begin van de wedstrijd, de ervaren internationaal scheidsrechter Ostashevsky uit Samara, de kloktijden van beide spelers verkeerd heeft ingesteld. Hierdoor ontvangen de spelers geen tien seconden extra bedenktijd per zet.

Na de partij tekent Radjabov onmiddellijk bezwaar aan, met als reden de verkeerd ingestelde kloktijden. Volgens de lezing van de hoofdscheids-
rechter, Yuri Averbach, heeft hij Radjabov gevraagd of hij wist dat de klok niet goed was ingesteld. De speler zou dit hebben bevestigd. Maar uit het verslag van Radjabov blijkt dat hij dat niet wist, en dat hij het pas enkele zetten voor het vallen van de vlag ontdekte.
Zie de mening van Radjabov  

De hoofdscheidsrechter beslist dat de partij voortgezet moet worden na de 43e zet van wit en dat beide spelers voor die voortzetting elk zeven minuten bedenktijd ontvangen.

Tegen deze beslissing tekent Radjabov beroep aan bij commissie van beroep, bestaande uit Yuri Averbach (voorzitter), Georgius Makropoulos (terzijde, tevens eerste vice-president van de FIDE) en L. Mazur.

De commissie bevestigt de beslissing van de hoofdscheidsrechter. Zij moti-
veert haar beslissing onder verwijzing naar artikel B4. In de Nederlandse vertaling luidt deze: 'Zodra een speler drie zetten heeft gedaan kan hij geen claim meer indienen met betrekking tot een onjuiste beginopstelling, een verkeerd geplaatst schaakbord of de instelling van de klok.'

Gijssen vindt de beslissing niet onredelijk, hoewel hij zich ook had kunnen voorstellen dat de partij opnieuw gespeeld zou worden. Maar wat de juiste beslissing is, weet hij niet, vgl. Gijssen, december 2001, From Moscow with love.

Radjabov die verzocht had de partij opnieuw te mogen spelen, weigert de beslissing van commissie na te komen. Daardoor is Radjabov uitgeschakeld en gaat Ehlvest door naar de volgende ronde.


top  


2. De verkeerde aanpak in Den Haag

In het Bel Air hotel in Den Haag wordt op 12 juni 2004 het Berk Nederlands Kampioenschap Snelschaken voor Clubteams 2004 gehouden. In dat hotel is het altijd aangenaam schaken. De chique klassieke stoelen met gouden randen en de blauwe of rode zitting zorgen ervoor dat een speler zich goed kan concentreren op zijn spel. En als spelers zich prettig voelen, is er minder zorg voor scheidsrechterlijke problemen.

Maar dat neemt niet weg dat na een aantal zetten de vijftienjarige Joren Mulder, Botwinnik jeugdkampioen 2001-2002, ontdekt dat zijn koning en dame zijn omgewisseld. Zijn koning staat op d1 en zijn dame op e1.
Mag hij de koning en de dame omruilen, moet hij doorspelen of opnieuw beginnen? Joren weet het niet en roept de tussenkomst in van de scheids-
rechter.

Onder verwijzing naar artikel B4 van de FIDE-regels beslist de scheids-
rechter dat de stukken niet omgewisseld mogen worden en dat zo verder gespeeld moet worden. Ter voorkoming van misverstanden voegt hij er uitdrukkelijk aan toe dat Joren niet mag rokeren.

Nadien rokeert Joren. Zijn tegenstander claimt direct de winst. In de laatste volzin van artikel B4 van de FIDE-regels staat: 'In het geval van omgekeer-
de plaatsing van koning en dame is rokeren met deze koning niet toege-
staan.' Deze regel is begrijpelijk. Als een koning niet op zijn juiste plaats staat, heeft hij in feite al een zet gedaan. Daardoor heeft hij zijn recht op rokade verspeeld.

Indien iemand toch rokeert, is dat een ongeoorloofde rokade. Het is een ongeoorloofde zet. Indien de speler de klok van de tegenstander heeft ingedrukt, kan de tegenstander de winst claimen. Daarom moet de scheids-
rechter op grond van de FIDE-regels de eis van de tegenstander honoreren. Aldus beslist de scheidsrechter. Door deze beslissing krijgt het team van Joren niet de derde prijs, maar de vierde prijs.


3. Commentaar

Beide beslissingen gaan over artikel B4. De internationaal scheidsrechter Vladimir Dvorkovich kwalificeert de Moskouse beslissing als een 'buiten-
gewoon idiote beslissing'.
Lees verder  

In de Duitse pers wordt de beslissing 'einem Skandal' genoemd. Er klopt meer niet in deze zaak, maar ik beperk mij tot artikel B4.

Nu heeft Botwinnik eens geschreven dat een schaker zijn gespeelde partijen moet analyseren en zijn bevindingen daarover moet publiceren. Door zo te handelen, wordt een schaker sterker, meent hij. Deze theorie gaat ook op voor een scheidsrechter. Zoals een schaker in de nabeschouwing in zijn partij fouten ontdekt, komt een scheidsrechter erachter dat zijn aanpak tot een beslissing onjuist is. Want die Haagse scheidsrechter was ik.


4. Geen absoluut verbod

In beide zaken is de eerste volzin van artikel B4 van de FIDE-regels van toepassing. De Engelse tekst luidt: 'Once each player has completed three moves, no claim can be made regarding incorrect piece placement, orien-
tation of the chessboard or clock setting.'

'Has completed' had vertaald moeten worden met: heeft voltooid. En 'no claim can be made' beter met: geen vordering kan worden ingesteld.

Het artikel bevat geen absoluut verbod op het verbeteren van de drie verkeerde voorvallen. Het artikel luidt bijvoorbeeld niet: 'Indien een beginopstelling verkeerd is, een schaakbord verkeerd is geplaatst of een klok verkeerd is ingesteld, zijn de spelers nadat drie zetten zijn voltooid, verplicht met in achtneming van deze gebreken de partij voort te zetten.'


top  


5. De vordering

De regelgever heeft in artikel B4 uitdrukkelijk geformuleerd dat 'geen claim kan worden ingediend'. In de betekenis van het woord 'claim', 'vordering' of 'eis' zit: tegenspraak. Het slaat op een geschil. Deze termen gebruikt een wetgever - als het goed is - alleen in een context waar het gaat om een procedure op tegenspraak. Er is een speler die iets wil, en een tegenstander die dat niet wil. Dat is de reden dat een claim wordt ingesteld.

Indien iemand met instemming van de tegenstander iets vraagt, is dat geen vordering, maar een gemeenschappelijk verzoek. In dat begrip zit geen tegenspraak. Artikel B4 is dus niet van toepassing bij een gemeenschap-
pelijk verzoek.

Dit artikel moet aldus worden uitgelegd, dat één speler niet kan 'eisen', maar dat beide spelers wel gemeenschappelijk kunnen verzoeken. En dat is in wezen de kern van de FIDE-regels bij snelschaak. Dan gaat het niet om botte, onbevredigende beslissingen, maar om doelmatige beslissingen waarin schakers zich kunnen herkennen.

De regels zijn geen doel op zich, maar de regels staan in dienst van het spel. Voorop staat dat de partij naar tevredenheid van beide spelers moet verlopen. Opdat beide spelers zich op de krachtmeting tussen hen kunnen concentreren om zo van het spel te kunnen genieten. Er mag geen ruime zijn voor discussies, omdat dat de voortgang van het toernooi stoort. Maar er is wel plaats voor het verbeteren van fouten als beide spelers dat erkennen.

Door zo te handelen wordt juist de tegenstander beschermd. Want de ge-
bleken gebreken hinderen hem ook. Bij het uitvoeren van zijn zetten ging hij ervan uit dat de koning en dame op de klassieke velden stonden en ook hij rekende op extra bedenktijd. Hij heeft dus evenzeer belang bij het herstel van de fouten. Vandaar dat een scheidsrechter niet direct moet beslissen, maar eerst moet nagaan of de tegenstander toestemming wil geven voor een wijziging.


6. Moskou en Den Haag: hoe het had gemoeten

De Moskouse en Haagse beslissingen zijn onbevredigend en onbruikbaar.

In het geval Radjabov-Ehlvest had de scheidsrechter de zienswijze moeten vragen van Ehlvest. Het ligt voor de hand dat Ehlvest verklaard zou hebben dat hij geen bezwaar heeft tegen het opnieuw spelen van een partij.

Nu door een fout van een scheidsrechter de klokken verkeerd zijn ingesteld en beide spelers bereid zijn opnieuw te spelen, had de scheidsrechter of de commissie van beroep zo'n beslissing of oordeel moeten nemen of geven.

In de Haagse zaak had ik de tegenstander van Joren Mulder toestemming moeten vragen voor het rechtzetten van de koning en dame. Nu ik dit heb nagelaten was mijn weigering te snel en dus voorbarig. Mijn aanpak had anders gemoeten.


top  


7. Werkwijze

Indien bij snelschaak de kloktijden verkeerd zijn ingesteld of de koning en de dame zijn omgekeerd, verifieert de scheidsrechter of voldaan is aan de vereisten van artikel B4. Hij gaat onder meer na of het gaat om een vor-
dering.

De scheidsrechter vraagt aan de tegenstander of deze akkoord gaat met het verbeteren van de fout.

- Indien tegenstander akkoord, gaat het om een gezamenlijk verzoek. De scheidsrechter corrigeert en het spel wordt vervolgd.

- Indien tegenstander niet akkoord, is verzoek te vergelijken met een claim. De scheidsrechter wijst de vordering af.

Indien koning en dame omgekeerd, mag de speler niet rokeren. Doet hij het toch en drukt hij de klok van de tegenstander in:

- Kan de tegenstander de winst vorderen omdat het gaat om een ongeoor-
loofde zet/ongeoorloofde 'rokade'.

- Claimt de tegenstander niet en doet hij een zet is de ongeoorloofde 'rokade' van rechtswege omgezet in een geoorloofde 'rokade'.
En zo wordt verder gespeeld.


© 2005  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot