HOME     SCHAAKRECHT     PIETER DE GROOT
HET ONGEOORLOOFDE MAT IN HEERENVEEN
In Heerenveen, het Friese Haagje, doet zich op 4 september 2004 tijdens het Open NK Snelschaak voor jeugd t/m 20 jaar een ongeoorloofde mat voor.

Het gebeurt in de derde ronde van de kampioensgroep E-categorie.
Dit is overigens de twaalfde partij omdat er in de drie voorrondes al negen partijen p.p. zijn gespeeld.

Wit: Arthur Pijpers, 10 jaar (Botwinnik)
Zwart: Jaime Duburg

Wit heeft nog 12 seconden op de digitale klok, zwart nog 17 seconden.
Wit is aan zet.




1.  Td1   Te1+?
Deze zet van zwart is ongeoorloofd. Arthur ziet dit niet, wellicht omdat hij in grote tijdnood is en de partij moet winnen om in de race te blijven voor een topclassering.
2.  Txe1?   Dxe1?
Jaime zegt 'mat' en zet de klok stil. Arthur bekijkt geconcentreerd de stelling en ziet dat zwart schaak staat.

Op dat moment zegt een omstander (een deelnemer in deze finalegroep): 'Zo staat het schaak!' en wijst vervolgens op het bord aan dat zwart schaak staat. Op datzelfde moment claimt Arthur de winst vanwege een onregle-
mentaire zet van zwart. Arthur is dus min of meer voorgezegd.

Inmiddels bemoeit de hele spelersgroep zich met deze partij. De tafelleider of de scheidsrechter komt op het rumoer af. Wat moet hij beslissen?


Afwijkende regels

Voor het snelschaak gelden afwijkende regels. Dit is geregeld in artikel C2 dat luidt dat partijen worden gespeeld volgens de regels voor rapidschaak, tenzij in de regels over snelschaak anders is bepaald.

In de regels over rapidschaak staat in artikel B2 dat de FIDE-regels van kracht zijn, tenzij in de regels voor rapidschaak anders is aangegeven.
Als er een bijzondere regel is voor rapid- of snelschaak gaan de FIDE-regels van normaal schaak opzij. Nu bestaat bij snelschaak een afwijkende regel voor het rechtsgevolg van een ongeoorloofde zet.


Ongeoorloofde zet

Bij snelschaak geldt de regel dat de speler de winst kan claimen als zijn tegenstander een ongeoorloofde zet heeft voltooid, dat wil zeggen als hij de klok van de speler in beweging heeft gezet.

En een ongeoorloofde zet is een zet die in strijd is met artikel 3 van de FIDE-regels, dat gaat over de loop van de schaakstukken. Als iemand schaak staat, moet hij dat op grond van artikel 3.9 opheffen. Dat artikel luidt dat een stuk niet mag worden verplaatst waardoor de eigen koning schaak komt te staan of schaak blijft staan. Doet hij niettemin een zet waardoor zijn koning schaak blijft staan, is dat een ongeoorloofde zet.

In het Heerenveense geval is 1. ... Te1+? een ongeoorloofde zet. Zodra zwart de klok van de witspeler in beweging heeft gezet kan de witspeler de winst claimen. Maar wat, als wit niet claimt? Wat is het rechtsgevolg dan?


top  

Voor gedekt verklaard

Claimt een speler die aan zet is de winst niet, maar doet hij een zet, dan is de ongeoorloofde zet van rechtswege voor gedekt verklaard. Dit staat in de laatste volzin van artikel C3: 'Wanneer de tegenstander zelf een zet heeft gedaan, dan kan een onreglementaire zet niet meer worden hersteld'. De ongeoorloofde zet is dus van rechtswege omgezet in een geoorloofde zet.

De achterliggende gedachte is natuurlijk dat een betrouwbare verbetering van de stelling door het ontbreken van een bijgewerkt notatieformulier niet mogelijk is. Een eventuele ingreep van de scheidsrechter is omstreden.

Omdat de scheidsrechter geen objectief houvast heeft, bestaat er geen zekerheid dat zijn beslissing juist is. Dan staat de rechtszekerheid op het spel en het voorkomen van een aanvechtbare scheidsrechterlijke beslissing. Het middel (de scheidsrechterlijke ingreep) zou erger zijn dan de kwaal (de ongeoorloofde zet). Het oplossen van zo'n geschil kost tijd.

In het verlengde hiervan bestaat er ook een praktische verklaring.
Op snelschaaktoernooien moet de vaart erin gehouden worden. Het stoppen van de klokken om geschillen te beslechten met aanvechtbare beslissingen leidt tot vertragingen bij het indelen van de nieuwe ronde. Onder zo'n vertraging lijdt het hele toernooi.

Bekend is het voorval tijdens het Chess Classic rapid toernooi in Mainz, Duitsland, op 17 augustus 2003, waar de zevende ronde 20 minuten te laat is begonnen. Polgar en Anand die menen dat daardoor de achtste ronde ook later zal beginnen, komen die ronde te laat. 'Tijdverlies bij rapidschaak is kostbaarder dan een foutje op het bord,' aldus Polgar.

Daarom heeft de regelgever de juridische grondslag gegeven de ongeoor-
loofde stelling voor gedekt te verklaren. Er bestaat geen ongeoorloofde zet meer: van rechtswege is deze omgezet in een geoorloofde zet. De spelers moeten verder schaken. Zo komt het tijdschema van het toernooi niet in gedrang.

Indien iemand bijvoorbeeld een ongeoorloofde paardzet doet en de tegen-
stander claimt niet, is de paardzet voor gedekt verklaard. Men kan er niet op terugkomen. Hetzelfde geldt voor een loperzet die van de ene kleur op een andere gaat. Dan is het mogelijk dat in een partij twee lopers van dezelfde kleur op dezelfde velden lopen. Het zij zo.

In het Heerenveense geval is de zet 1. ... Te1+? voor gedekt verklaard nu wit reageert met 2. Txe1.


De laatste ongeoorloofde zet telt

Nu mag de zet 1. .. Te1+ rechtsgeldig zijn geworden, maar dat neemt niet weg dat zwart nog steeds schaak staat. Als hij weer aan de beurt is moet zwart zijn schaak nog steeds opheffen op grond van artikel 3.9. Zwart krijgt dus een tweede kans. Hij mag alles doen als hij maar zijn schaak opheft.

De zet 2. ... Dxe1? is dan ook ongeoorloofd, omdat daardoor zwart schaak blijft staan. Als de zwartspeler de klok van de witspeler in beweging brengt, kan de witspeler de winst claimen. De les van Heerenveen is dan ook: het gaat om de laatste ongeoorloofde zet. Echter, de zwartspeler heeft de klokken stilgezet en niet die van de witspeler in beweging gebracht.

Er is dus niet voldaan aan het vereiste in de eerste volzin van artikel C3, zodat wit niet de winst kan claimen. De zwartspeler kan zijn tweede onge-
oorloofde zet herstellen. Wel ontvangt de witspeler op grond van artikel 7.4 onder b twee minuten extra bedenktijd.

En zo had de partij in Heerenveen vervolgd moeten worden. Maar de betrokken tafelleider of scheidsrechter zat vast in zijn mogelijkheden: hij vond dat zowel voor het ene standpunt als voor het andere wat te zeggen viel en oordeelde de partij remise.

Vergeet niet, een scheidsrechter is ook maar een vrijwilliger die zijn kost-
bare vrije tijd opoffert om aan de hand van merkwaardige FIDE-regels zijn best te doen een bijdrage te leveren aan het welslagen van een toernooi. Opdat schakers kunnen genieten van het schaakspel.

Dan is het heel verstandig dat de scheidsrechter de gulden middenweg kiest door de partij remise te verklaren.

Trouwens, hoe zou de beslissing hebben geluid, indien het niet een snelschaakpartij was geweest, maar een rapidpartij?
Daarover een andere keer.

© 2004  Pieter de Groot

top  

vorig artikel schaakrechtVORIGE | VOLGENDEvolgend artikel schaakrecht
NK SNELSCHAAK 2004
Uitslagen van het op
4 september 2004 in Heerenveen gehouden NK snelschaak voor jeugd t/m 20 jaar.

Lees verder  


RECHTSGEVOLGEN VAN
ONGEOORLOOFDE ZET
Artikel 'De rechts-
gevolgen van een ongeoorloofde zet' door Pieter de Groot.
Lees verder  

WILT U REAGEREN?
Pieter de Groot stelt een inhoudelijk reactie op de schaakrechtartikelen zeer op prijs. Natuurlijk kunt u ook vragen stellen over de behandelde onderwerpen.

mailPieter de Groot